Download Print deze pagina

Yamaha motif XS6 Gebruikershandleiding pagina 92

Advertenties

Het toetsenbord bespelen in de modus Voice Play
1 Voicebank
Geeft de bank van de huidige voice aan.
De voicebank is het geheugen dat de data van normale voices
en drumvoices bevat. Er zijn de volgende vijftien voicebanken.
PRE1 – 8 (vooraf ingestelde bank 1 – 8)
Elk van deze banken bevatten 128 verschillende vooraf
ingestelde voices.
USR 1 – 3 (gebruikersbank 1 – 3)
Deze banken kunnen worden gebruikt om de voices naar op te
slaan die u hebt gemaakt of bewerkt. Er zijn 128 verschillende
voices voorgeprogrammeerde in elk van deze banken.
GM
Deze bank bevat 128 verschillende voices die overeenkomen
met de volgorde die wordt aangegeven voor de indeling
General MIDI (GM).
GMDR (GM-drumbank)
Deze bank bevat een enkele drumvoice, waarin de toewijzing
van de druminstrumenten overeenkomt met die van de indeling
General MIDI (GM).
PDR (vooraf ingestelde drumbank)
Deze bank bevat 64 verschillende vooraf ingestelde
drumvoices.
UDR (gebruikersdrumbank)
Deze bank kan worden gebruikt om de drumvoices naar weg
te schrijven die u hebt gemaakt of bewerkt.
GM-voices
GM (General MIDI) is een wereldwijde standaard voor het
groeperen van voices en MIDI-functies van synthesizers en
toongenerators. Deze standaard is hoofdzakelijk ontworpen om
te zorgen dat songdata die zijn gecreëerd met een bepaald
GM-apparaat, nagenoeg hetzelfde klinken op een willekeurig
ander GM-apparaat, ongeacht de fabrikant of het model. De
GM-voicebank van deze synthesizer is ontworpen om GM-
songdata goed af te spelen. Houd er echter rekening mee dat
het geluid mogelijk niet exact hetzelfde klinkt als wanneer het
wordt afgespeeld met de oorspronkelijke toongenerator.
2 Voicenummer (groep/nummer)
Elke voice binnen een bank is toegewezen aan een voice-
nummer van 001 - 128.
Voicebank
Voicenummers 001 - 128 worden omgezet naar de indeling
(tussen haakjes weergegeven) met betrekking tot de banken
A - H en de nummers 1 - 16 (voor elke bank). Deze indeling is
gerelateerd aan de groepknoppen [A] – [H] en de nummer-
knoppen [1] – [16]. De voicenummers en de correspon-
derende groep/nummers staan hieronder opgesomd.
Groep/nummer
Voicenummer
A01 – 16
B01 – 16
C01 – 16
D01 – 16
E01 – 16
F01 – 16
G01 – 16
H01 – 16
92
MOTIF XS-gebruikershandleiding
Groep
Nummer
Voicenummer
001 – 016
017 – 032
033 – 048
049 – 064
065 – 080
081 – 096
097 – 112
113 – 128
3 Categorie (hoofdcategorie 1/hoofdcategorie 2)
Geeft de hoofdcategorie van de geselecteerde voice aan.
'Categorie' is een trefwoord dat de instrumenteigenschappen of
het type geluid aangeeft. Een vooraf ingestelde voice (preset)
wordt in twee hoofdcategorieën geregistreerd. De categorie-
instellingen kan worden bewerkt in de display General
(pagina 98) van de modus Voice Common Edit. Raadpleeg
voor meer informatie over de uitleg van de display General.
4 Voicenaam
Geeft de naam van de huidige voice aan.
5 Transmit CH (MIDI-verzendkanaal)
Geeft aan het MIDI-zendkanaal aan waarover spel op het
toetsenbord en met de regelaars MIDI-data worden verzon-
den (naar een externe sequencer, toongenerator of ander
apparaat). Raadpleeg voor meer informatie over het instellen
van de waarde pagina 91.
6 Octave (octaafinstelling)
Geeft de via de OCTAVE-knoppen ingestelde octaafinstelling
van het toetsenbord aan. Deze parameter bepaalt hoeveel
hoger of lager de toonhoogte van alle toetsen ligt ten
opzichte van de normale toonhoogte.
7 Regelfunctie
Geeft de status van de draaiknoppen en schuifregelaars op
het paneel aan. Dit is gelijk aan het venster Control Function
(pagina 89).
8 Toewijzingsinstellingen
Geeft de functies aan die zijn toegewezen aan de respec-
tievelijke draaiknoppen, ASSIGNABLE FUNCTION-knoppen
en andere regelaars. De functietoewijzing kan worden
ingesteld in de display Control Assign (pagina 147) van de
modus Performance Common Edit en de display Controller
Set (pagina 104) van de modus Voice Common Edit.
MW (modulatiewiel)
Geeft de functie aan die is toegewezen aan het modulatiewiel.
RB (ribboncontroller)
Geeft de functie aan die is toegewezen aan de ribbon-
controller.
AF1, AF2 (toewijsbare functie 1, 2)
Geeft de functies aan die zijn toegewezen aan de twee
toewijsbare functieknoppen (met opdruk ASSIGNABLE
FUNCTION).
AS1, AS2 (Toewijzen 1, 2)
Geeft de functies aan die aan de respectievelijke draai-
knoppen (met opdruk 'ASSIGN 1' en 'ASSIGN 2') zijn toe-
gewezen als het lampje van TONE1 aan is .
9 [SF1] ARP1 – [SF5] ARP5 (arpeggio 1 – 5)
De arpeggiotypen zijn toegewezen aan de knoppen met het
pictogram van een achtste noot op de displaytab. U kunt ze
oproepen door op deze knoppen te drukken wanneer u maar
wilt tijdens uw toetsenspel. Arpeggiotypen toewijzen aan de
knoppen kan via de display Arpeggio (pagina 95).
) [SF6] INFO (Information)
Drukken op deze knop roept de informatiepagina van de
huidige voice op. Raadpleef voor meer informatie de onder-
staande 'Voice-informatie'.

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Motif xs7Motif xs8