Download Print deze pagina

Yamaha motif XS6 Gebruikershandleiding pagina 174

Advertenties

Een voice of performance creëren met de functie Sampling
1 Key Bank (toetsbank)
Bepaalt de toetsbank waaraan de gewenste sample wordt
toegewezen door het waveformnummer (0001 – 1024) op te
geven. Het toetsbereik en aanslagbereik van de toetsbank
waaraan de geselecteerde waveform is toegewezen wordt
automatisch onder het waveformnummer weergegeven.
2 Ratio (verhouding)
Bepaalt de lengte van de sample na bewerking in verhouding
tot de lengte van de oorspronkelijke sample (100%). De
tempowijziging kan als volg berekend worden.
Verhoudingswaarde (ratio) = (oorspronkelijke tempo/
aangepaste tempo) x 100.
Instellingen: 25% – 400%
3 Accuracy (nauwkeurigheid)
Bepaalt de kwaliteit van de resulterende sample door aan te
geven welk aspect van de oorspronkelijke sample moet
worden benadrukt: geluidskwaliteit of ritmisch gevoel.
Instellingen: sound4 – sound1, normal, rhythm1 – rhythm 2
sound4 – sound1
Deze instellingen leggen de nadruk op geluidskwaliteit, waarbij de
instelling 'sound4' de beste geluidskwaliteit geeft.
normal
Geeft een optimale balans tussen geluidskwaliteit en ritmisch gevoel.
rhythm1 – rhythm2
Deze instellingen leggen de nadruk op het ritmische gevoel, waarbij de
instelling 'rhythm2' het meest precieze ritmische gevoel geeft.
PAS OP
Het uitvoeren van de job is in twee stappen verdeeld: tijdelijk data-
conversie via de knop [SF4] Apply (toepassen) en de daadwerke-
lijke data-invoer via de knop [ENTER]. Het resultaat van de job gaat
verloren als u een andere display oproept zonder de data vast te
leggen via de knop [ENTER].
06: Convert Pitch (toonhoogte wijzigen)
Via deze job kunt u de toonhoogte van de sample wijzigen
zonder het tempo te veranderen.
1
2
3
1 Key Bank (toetsbank)
Bepaalt de toetsbank waaraan de gewenste sample wordt
toegewezen door het waveformnummer (0001 – 1024) op te
geven. Het toetsbereik en aanslagbereik van de toetsbank
waaraan de geselecteerde waveform is toegewezen wordt
automatisch onder het waveformnummer weergegeven.
174
MOTIF XS-gebruikershandleiding
2 Pitch (toonhoogte)
Bepaalt de hoeveelheid en richting van de verschuiving van
de toonhoogte in stappen van halve noten.
Instellingen: -12 – +0 – +12
3 Fine (fijn)
Bepaalt de hoeveelheid en richting van de verschuiving van
de toonhoogte in stappen van cents (1 cent = 1/100 van een
halve noot). 1 cent komt overeen met 1/100 van een halve
noot.
Instellingen: -50 – +0 – +50
PAS OP
Het uitvoeren van de job is in twee stappen verdeeld: tijdelijk data-
conversie via de knop [SF4] Apply (toepassen) en de daadwerke-
lijke data-invoer via de knop [ENTER]. Het resultaat van de job gaat
verloren als u een andere display oproept zonder de data vast te
leggen via de knop [ENTER].
07: Fade In/Out
Via deze job kunt u een fade-in en fade-out voor de sample
creëren.
1
2
3
1 Key Bank (toetsbank)
Bepaalt de toetsbank waaraan de gewenste sample wordt
toegewezen door het waveformnummer (0001 – 1024) op te
geven. Het toetsbereik en aanslagbereik van de toetsbank
waaraan de geselecteerde waveform is toegewezen, wordt
automatisch onder het waveformnummer weergegeven.
2 Fade Type
Bepaalt het type niveaufade: fade-in of fade-out.
Instellingen: fade-in, fade-out
3 Length (lengte)
Bepaalt de lengte van de fade-in of fade-out. Als 'fade-in' is
geselecteerd, bepaalt deze parameter de lengte van de fade
uitgaande van het aangegeven startpunt. Als 'fade-out' is
geselecteerd, bepaalt deze parameter de lengte van de fade
op basis van het aangegeven eindpunt.
De instelling 4410 voor Length komt ruwweg overeen met 0,1
seconden als Frequency is ingesteld op 44,1 kHz in de
display Setup (pagina 164) van de modus Sampling.
Instellingen: 0000000 – End point

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Motif xs7Motif xs8