Advertenties
Multitimbrale-toongeneratorinstellingen voor het afspelen van songs of patronen (modus Mixing)
Equalizer-instellingen (EQ):
[F5] EQ (Equalizer)
U kunt driebands parametrische EQ op elke part toepassen
om het geluid aan te passen.
De functie is hetzelfde als die in de display EQ (pagina 158)
in de modus Performance Part Edit.
Mixing Job: handige functies
De modus Mixing Job bevat enkele handige dataorganisatie- en -initialisatiehulpmiddelen, voor bij het creëren van
performances en het archiveren. Om de modus Mixing Job te activeren drukt u op de knop [JOB] in de modus Mixing. Druk
op de knop [EXIT] als u terug wilt keren naar de modus Mixing Play.
Procedure mixingjobs
1
Druk in de modus Mixing of Mixing Edit op de
knop [JOB] om de modus Mixing Job te activeren.
2
Roep het gewenste Mixing Job-menu op door
op de betreffende knop ([F1] – [F6]) te drukken.
3
Stel de parameters in voor het uitvoeren van de job.
4
Druk op de knop [ENTER]. (De display vraagt u
om bevestiging.)
Druk op de knop [DEC/NO] als u de job wilt annuleren.
5
Druk op de knop [INC/YES] om de job uit te
voeren.
Als de job is voltooid verschijnt de melding 'Completed'
(voltooid) en wordt de oorspronkelijke display weer
weergegeven.
6
Druk op de knop [MIXING] als u terug wilt
keren naar de modus Mixing Play.
PAS OP
Ook als u een job uitvoert zal het selecteren van een andere voice
of het instrument uitzetten, zonder op te slaan, alle mixingdata
wissen. Zorg ervoor dat u de song- of patroondata (inclusief de
mixing) opslaat in het interne geheugen door op de knop [STORE]
te drukken vóórdat u een andere song of ander patroon selecteert
of dat u het instrument uitzet.
De mixing initialiseren: [F1] Init
Met deze functie kunt u alle mixingparameters naar hun
standaardwaarden resetten (initialiseren). U kunt hiermee ook
selectief bepaalde parameters initialiseren, zoals
gemeenschappelijke instellen, instellingen voor elke part, enz.
236
MOTIF XS-gebruikershandleiding
MIDI-ontvangstinstellingen:
[F6] RcvSwitch (Receive Switch)
In deze display kunt u de reactie van elke afzonderlijke part
op diverse MIDI-data instellen, zoals boodschappen over
besturings- en programmawijzigingen. Als de betreffende
parameter is ingesteld op 'on', reageert de bijbehorende part
op de desbetreffende MIDI-data.
De functie is hetzelfde als die in de display Receive Switch
(pagina 158) in de modus Performance Part Edit. Naast de
parameters die in de modus Performance Part Edit kunnen
worden ingesteld, kunnen Program Change (programma-
wijziging) en Bank Select in deze display van de modus
Mixing worden ingesteld.
1
4
2
3
1 All Parameters
Alle instellingen van de geselecteerde mixing worden geïni-
tialiseerd. Bij de instelling 'on' (aan), kunnen de Common
Parameters (2) en Part Parameters (3) niet worden ingesteld.
2 Common Parameters
De gemeenschappelijke (common) parameterinstellingen
van de geselecteerde mixing worden geïnitialiseerd.
n
De Insertion Effect Switch (invoegeffectschakelaar) is een part-
parameter. Vink daarom de gewenste selectievakjes van Parts
1 – 16 af dat hieronder staat beschreven als u de parameter-
instellingen van de Insertion Effect Switch wilt initialiseren.
3 Part Parameters
Part 1 – 16
De Mixing Part Edit-instellingen (pagina 235) voor parts die
zijn aangezet worden geïnitialiseerd.
A/D (A/D-invoer)
Deze part wordt ingevoerd van de externe audioapparatuur
die is aangesloten op de aansluiting A/D INPUT.
Parameterinstellingen voor de A/D-invoerpart (pagina 234)
van Common Edit worden geïnitialiseerd.
mLAN
Deze part wordt ingevoerd van de externe audioapparatuur
die is aangesloten op de aansluiting mLAN. Als dit is afgevinkt
worden de parameterinstellingen van de mLAN-part
(pagina 234) van Common Edit geïnitialiseerd.
n
De instelling 'mL' is alleen beschikbaar op de MOTIF
XS8. Dit is alleen beschikbaar op de MOTIF XS6/7 als
er een optionele mLAN16E2 is geïnstalleerd.
Advertenties
