Download Print deze pagina

Yamaha motif XS6 Gebruikershandleiding pagina 68

Advertenties

Basisstructuur
Draaiknoppen en schuifregelaars
Via deze acht draaiknoppen kunt u verschillende aspecten van
het geluid van de voice in realtime wijzigen, terwijl u speelt.
Met de acht schuifregelaars kunt u het volume van de voice-
elementen, performanceparts en mixingparts aanpassen.
Effectblok
Dit blok past effecten toe op de uitvoer van het toongeneratorblok en audio-invoerblok, waarbij geavanceerde DSP-technologie
(Digital Signal Processing) wordt toegepast voor de verwerking en verbetering van het geluid. De effecten worden in de laatste
bewerkingsfasen toegepast, waardoor u het geluid van de gecreëerde voice naar wens kunt aanpassen.
Effectstructuur
Systeemeffecten: reverb en chorus
Systeemeffecten worden op het totale geluid toegepast, een
voice, een complete performance, een song, enz. Bij het
gebruik van systeemeffecten wordt het geluid van elke part
naar het effect gestuurd overeenkomstig het effectzend-
niveau per part. Het bewerkte geluid ('nat' genoemd) wordt
naar de mixer teruggestuurd in overeenstemming met het
retourniveau, en uitgevoerd nadat het is gemixt met het
onbewerkte 'droge' geluid. Hierdoor kunt u een optimale
balans voorbereiden tussen het effectgeluid en het
oorspronkelijke geluid van de parts.
Invoegeffect
Invoegeffecten kunnen op elke part afzonderlijk worden toe-
gepast. Ze worden hoofdzakelijk gebruikt om een enkele part
direct te bewerken. U past de diepte van het effect aan door
de dry/wet (droog/nat)-balans in te stellen. Aangezien een
invoegeffect maar op één specifieke part kan worden toe-
gepast, kunt u dit effect het best gebruiken voor geluiden die
u drastisch wilt veranderen, of voor geluiden die een effect
gebruiken dat niet is bedoeld voor andere geluiden. U kunt de
balans ook zo instellen dat alleen het effectgeluid hoorbaar is.
Hiervoor stelt u Wet (nat-niveau) in op 100%. Deze synthesizer
beschikt over acht sets invoegeffecten (één set heeft A- en B-
eenheden). Ze kunnen worden toegepast op alle parts van de
performance en op acht parts (maximaal) van de song of het
patroon. Een andere belangrijk invoegeffect is de vocoder, ide
slechts op één van de parts kan worden toegevoegd.
n
In de modus Voice kan het vocodereffect op elk van de
voices worden toegevoegd. In de modi Mixing (Song of
Pattern) en Performance kan het vocodereffect alleen op
part 1 worden toegepast. Het vocodereffect werkt zelfs niet
als u de voice (waaraan de vocoder in de modus Voice is
toegewezen) aan het andere parts toewijst (part 2 of hoger).
68
MOTIF XS-gebruikershandleiding
Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van de
draaiknoppen en schuifregelaars in de respectievelijke modi
pagina 90 (modus Voice), pagina 136 (modus Performance)
en pagina 180 (modi song en pattern).
Mastereffect
Dit blok past effecten toe op het uiteindelijke stereo uitgangs-
signaal van het totaalgeluid.
Element-EQ
De element-EQ wordt toegepast op elk element van de
normale voice en elke toets van de drumvoice. U kunt uit zes
verschillende typen kiezen welke curven er gebruikt worden,
zoals shelving en peaking.
Part-EQ
Deze 3-bands parametrische EQ kan op elk van de parts
worden toegepast in de modi Performance, Song Mixing en
Pattern Mixing. De hoge en lage band zijn van het shelving-
type. De middenband is van het peakingtype.
Master-EQ
De master-EQ wordt toegepast op het uiteindelijke totaalgeluid
(na de toepassing van effecten) van het instrument. Bij deze
EQ zijn alle vijf banden ingesteld op peaking, maar de laagste
en hoogste banden kunnen ook op shelving worden ingesteld.

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Motif xs7Motif xs8