Spelen in de modus Performance
De modus Performance wordt gebruikt voor het selecteren, bespelen en bewerken van de gewenste performance.
Performances kunnen worden opgebouwd uit maximaal vier parts (voices), die geselecteerd worden van de interne
toongeneratorparts 1 - 4. De modus Performance Play is de 'hoofdingang' van de modus Performance en hier selecteert en
bespeelt u een performance. Enkele performance-instellingen kunnen ook in deze modus worden bewerkt. Om de display
Performance Play op te roepen en de modus Performance te activeren, drukt u gewoon op de knop [PERFORM].
Een performance selecteren
De MOTIF XS bevat 128 performances in elk van de
gebruikersbanken 1 – 3.
Het selecteren van een performance gebeurt in principe op
dezelfde manier als het selecteren van een voice (zie
pagina 88). In de modus Performance Play kunt u, net als in
de modus Voice Play, de categoriezoekfunctie (pagina 24) en
de categorie met favorieten (pagina 88) gebruiken. Merk op
dat u voor de categoriefunctie in de modus Performance de
bank-, groep- en nummerknoppen niet kunt gebruiken.
Een parts aan- of uitschakelen
In de modus Performance Play kunt u tot vier parts van de
huidige performance naar wens aan- of uitzetten. Dit kan door
op de knop [PERFORM] te drukken om de modus Performance
Play te activeren.
Bepaalde parts aan- en uitzetten
(dempingsfunctie)
U kunt afzonderlijke parts aan- en uitzetten met de dempings-
functie (mute).
1
2
3
4
5
PART SELECT
9
10
11
12
13
PART MUTE
2
1
Druk op de knop [PERFORMANCE CONTROL].
Het lampje PERFORMANCE CONTROL licht op, om aan
te geven dat elk van de parts kan worden aan-/uitgezet.
2
Druk op een van de nummerknoppen [9] – [12].
Het lampje van de ingedrukte knop gaat uit en de corres-
ponderende part wordt gedempt.
Druk nogmaals op dezelfde knop om het lampje weer aan te
zetten en de dempingsfunctie voor die part weer uit te zetten.
U kunt meerdere parts aan- of uitzetten door op hun
knoppen te drukken.
1
TRACK
6
7
8
PERFORMANCE
ARP ON/OFF
CONTROL
14
15
16
MUTE
SOLO
ARP HOLD
n
Parts kunnen ook worden gedempt met de knoppen [MUTE] en
[PART SELECT]. Druk op de knop [MUTE] (het lampje licht op)
en gebruik vervolgens de betreffende nummerknoppen [1] – [4]
om de gewenste parts te dempen of de demping op te heffen.
Een bepaalde part soloschakelen
De solofunctie is het tegenovergestelde van de dempings-
functie, en stelt u in staat een bepaalde part onmiddellijk solo
te schakelen en alle ander parts te dempen.
2
1
2
3
4
5
PART SELECT
9
10
11
12
13
PART MUTE
1
Druk op de knop [SOLO].
De lampje SOLO licht op, om aan te geven dat solo is
ingeschakeld.
2
Druk op een van de nummerknoppen [1] – [4].
Het lampje van de ingedrukte knop gaat knipperen en alleen
de corresponderende part geeft geluid. Druk op een wille-
keurige andere nummerknoppen om de solopart te wijzigen.
De arpeggiofunctie gebruiken
Via de arpeggiofunctie kunt u ritmepatronen, riffs en frasen
triggeren met gebruikmaking van de huidige voice, door
gewoon noten op het toetsenbord te spelen. In de modus
Performance is elk van de vier arpeggiotypen toegewezen
aan een van de vier parts toegewezen. Dit betekent dat er
vier arpeggiotypen tegelijkertijd kunnen afspelen. Probeer
eens verschillende performances te selecteren en en probeer
de verscheidene arpeggiotypen uit.
n
Raadpleeg voor meer informatie over arpeggio pagina 62.
De arpeggiofunctie gebruiken in de
modus Performance
Aangezien de vooraf ingestelde (preset) performances reeds
hun eigen arpeggiotypen toegewezen hebben gekregen, kunt u
het arpeggio spelen door de gewenste performance te select-
eren, de knop [ARPEGGIO ON/OFF] aan te zetten en vervolgens
een noot in te drukken. Instructies betreffende het gebruik van
arpeggio zijn nagenoeg gelijk aan die in de modus Voice.
MOTIF XS-gebruikershandleiding
6
7
8
TRACK
PERFORMANCE
ARP ON/OFF
CONTROL
MUTE
SOLO
14
15
16
ARP HOLD
1
135