Stap 5: Een patroon creëren
4
Druk achtereenvolgens op de toetsen waaraan
de sampleslices zijn toegewezen (vanaf C1 bij
de MOTIF XS6, E0 bij de MOTIF XS7 en A-1 bij
de MOTIF XS8) om te controleren of de hande-
ling Slice wel of niet goed is uitgevoerd.
Luister zorgvuldig naar het resultaat. Als u niet tevreden
bent drukt u op nogmaals op de knop [SF4] Apply
(toepassen) om de handeling Slice af te breken en de
sample terug te brengen naar de originele status.
Vervolgens kunt u de handeling opnieuw proberen uit te
voeren. Herhaal de stappen 2 – 4 door een andere Slice
Type te proberen en pas de waarde van Sensitivity aan tot
u tevreden bent over het resultaat.
5
Druk op de knop [ENTER] om het resultaat van
de handeling Slice vast te leggen als sample-
data.
6
Druk op de Knop [PATTERN] om de display
Pattern Play op te roepen en druk vervolgens
F
op de knop [
verdeelde sample te beluisteren.
U kunt het tempo van het in slices verdeelde ritme-
patroon wijzigen. Probeer het tempo eens te wijzigen in
de modus Pattern Play.
Het patroon opslaan en de
sample wegschrijven
Sla na de samplinghandeling het gecreëerde patroon op in
het interne geheugen en schrijf vervolgens de sample weg
naar een afzonderlijk usb-opslagapparaat. Raadpleeg voor
instructies over een patroon opslaan pagina 218. Raadpleeg
voor instructies over een sample wegschrijven pagina 279.
PAS OP
Sampledata gaan verloren als het instrument wordt uitgezet. Zorg
ervoor dat u na de samplinghandeling de sampledata wegschrijft
in de modus File naar een usb-opslagapparaat of naar een compu-
ter die op hetzelfde netwerk is aangesloten als de MOTIF XS.
n
Gebruik na het creëren van meerdere patronen (secties)
de functie Pattern Chain (patroonketen) (pagina 213) om
ze aaneen te schakelen.
42
MOTIF XS-gebruikershandleiding
] (afspelen) om de in slices
Tempo