1 Waveform (alleen indicatie)
Geeft het nummer en de naam van de geselecteerde
waveform aan.
2 Key (Key Range) (alleen indicatie)
Geeft het toetsbereik van de momenteel geselecteerde
toetsbank aan.
3 Velocity (Velocity Range) (alleen indicatie)
Geeft het aanslagbereik van de momenteel geselecteerde
toetsbank aan.
4 Track (alleen indicatie)
Geeft de track van de huidige song of het huidige patroon
aan. Dit is alleen beschikbaar als de modus Sampling is
geactiveerd vanuit de modus Song of Pattern.
5 Measure (alleen indicatie)
Geeft het maatnummer van de geselecteerde song of het
geselecteerde patroon aan. Dit is alleen beschikbaar als de
modus Sampling is geactiveerd vanuit de modus Song of
Pattern.
6 Start Point
Bepaalt het startpunt voor het sampleafspelen. Het gedeelte
links van dit punt wordt niet afgespeeld. Als u op de knop
[SF2] ST=LP drukt, wordt de waarde van het Loop Point (7)
naar het Start Point gekopieerd.
Instellingen: 0000000 – End point
7 Loop Point
Bepaalt het looppunt vanwaar het loopafspelen begint. Als Play
Mode is ingesteld op 'loop', wordt de sample afgespeeld
tussen dit looppunt en het eindpunt ( 6 ).
Instellingen: 0000000 – End point
8 End Point
Bepaalt het eindpunt voor het sampleafspelen. Het gedeelte
rechts van dit punt wordt niet afgespeeld. Het eindpunt ( 8 )
wordt automatisch bepaalt zodat de lengte tussen het start-
punt en eindpunt overeenkomt met de instellingen van Tempo
( 9 ), Meter (maatsoort, ) ) en Measure (maat, ! ).
Instellingen: 0000000 – (afhankelijk van de lengte van de sample)
9 Tempo
Bepaalt het tempo van het sampleafspelen. Instellen van
Tempo wijzigt het eindpunt (8) zodat de lengte tussen het
startpunt en eindpunt overeenkomt met de instellingen van
Meter (maatsoort) en Measure (maat).
Instellingen: 5.0 – 300.0
) Meter
Bepaalt de maatsoort van het sampleafspelen. Instellen van
Meter (maatsoort) wijzigt het eindpunt (8) zodat de lengte
tussen het startpunt en eindpunt overeenkomt met de
instellingen van Tempo en Measure (maat).
Instellingen: 1/16 – 16/16, 1/8 – 16/8, 1/4 – 8/4
! Measure
Bepaalt de samplelengte voor afspelen op basis van de maat
en nootwaarden, een intuïtieve en muzikaal handige manier
om het sampleafspelen in te stellen. Instellen van Measure
(maat) wijzigt het eindpunt (8) zodat de lengte tussen het
Een voice of performance creëren met de functie Sampling
startpunt en eindpunt overeenkomt met de instellingen van
Tempo en Meter (maatsoort).
Instellingen:
Measure:
000 – 032
Beat:
00 – 15 (Varieert afhankelijk van de instelling voor Meter.)
n
De instelling Measure (maat) hier geeft de lengte tussen het
start- en eindpunt van de sample aan. Als u twee maten af
wilt spelen, te beginnen vanaf het startpunt van de sample,
stelt u de parameter Measure in op '002:00'.
@ Recordable Time (alleen indicatie)
Geeft de beschikbare samplingtijd aan voor het beschikbare
geheugen. De hier aangegeven tijd wordt berekend op basis
van een monosignaal met een samplefrequentie van 44,1
kHz. De hoeveelheid geheugenruimte die momenteel al
wordt gebruikt, wordt als een blauwe lijn in de display
weergegeven.
# [SF1] Audition
U kunt de geselecteerde sample beluisteren door deze knop
ingedrukt te houden. Hierdoor kunt u controleren of het
bewerken van de sample naar wens is of niet.
$ [SF2] LP=ST
Als de menu-indicatie hier 'LP=ST' is, delen het start- en de
looppunt hetzelfde adres, hetgeen betekent dat ze allebei
tegelijkertijd veranderd zullen worden, zelfs als er maar één
wordt aangepast. In dit geval op de knop [SF2] drukken,
verandert het menu van 'LP=ST' naar 'LP ST'. Als de menu-
indicatie hier 'LP ST' is kunnen Start (startpunt) en Loop
(loopstartpunt) onafhankelijk worden gewijzigd. Als u in dit
geval op de knop [SF2] drukt, wordt het adres van het
starpunt gekopieerd naar die van het looppunt, met als
resultaat dat ze beide dezelfde adreswaarde delen. De
menu-indicatie verandert ook van "LP ST' naar 'LP=ST'.
% [SF3] Display
Op de knop [SF3] drukken, past het zoomniveau aan zodat
de hele wave, inclusief het start- en eindpunt, in de display
wordt weergegeven.
^ [SF4] Zoom Out
& [SF5] Zoom In
Druk op de knoppen [SF4] en [SF5] om in de wavedisplay
respectievelijk in en uit zoomen.
* [F1] Trim
Op deze knop drukken zorgt dat u van de voorgaande
display teruggaat naar de display Trim.
( [F2] Param (Parameter)
Op deze knop drukken roept de display op waarin u de
samplegerelateerde parameters en het toetsbankbereik kunt
instellen.
º [SF6] NUM
Als 'NUM' in de tab wordt weergegeven, kunt u de knoppen
[F1] – [F6] en [SF1] – [SF5] gebruiken als numeriek
toetsenbord, door de knop [SF6] in te drukken.
MOTIF XS-gebruikershandleiding
169