Advertenties
Audio-opname in song of patroon (modus Sampling)
Sample-opname
Via de sample-opnamefunctie kunt u geluiden opnemen, zoals zang via een aangesloten micr ofoon, het signaal van een elektrische
gitaar of audio van een externe cd- of mp3-speler, en de audio als samplevoice opslaan, die in de tracks van een song of patroon
wordt gebruikt. Raadpleeg voor instructies over het gebruik van de samplingfunctie in de modus Song of Patter n pagina 39.
n
Deze sectie behandelt de modus Sampling opgeroepen vanuit de modus Song of Pattern. Raadpleeg voor instructies over het gebruik
van de samplingfunctie in de modus Voice of Performance pagina 163.
Belangrijk
Om de samplingfunctie te kunnen gebruiken, moeten er DIMM-modules in het instrument geïnstalleerd zijn. Raadpleeg voor meer
informatie over het installeren van DIMM's pagina 295. De opgenomen (bewerkte) sampledata die tijdelijk in DIMM zijn ondergebracht,
gaan verloren als het instrument wordt uitgezet. Zorg ervoor dat het usb-opslagapparaat of een computer aangesloten op dezelfde netwerk
als de MOTIF XS al beschikbaar is voordat u de samplingfunctie gebruikt.
Sampling Setup: [F6] Rec
Via deze display kunt u diverse parameters voor sampling
instellen. Druk in de display Sampling Main op de knop [F6]
om deze display op te roepen. Druk op de knop [EXIT] als u
terug wilt naar de display Sampling Main.
Druk na het configureren op de knop [F6] Standby om de
display Record Standby (pagina 245) op te roepen.
1
2
3
4
5
@
1 Recording Type
Bepaalt de opnamemethode. De samplingprocedure en
gecreëerde sampledata verschillen afhankelijk van de hier
gemaakte instelling.
Instellingen: slice+seq, sample, sample+note
slice+seq
De opgenomen sample wordt automatisch in 'slices' verdeeld en
opgeslagen als samplevoice en vervolgens worden deze sampleslices
aan op elkaar volgende noten op het toetsenbord toegewezen. Deze noten
worden vervolgens automatisch gerangschikt als MIDI-sequencedata (in
de aangegeven track) voor afspelen. Als bijvoorbeeld een drumpatroon
van één maar wordt gesampled en er wordt 1/8-noot aangegeven, wordt
de opgenomen maar in (ongeveer) acht samples verdeeld, die aan de
acht op elkaar volgende noten op het toetsenbord worden toegewezen.
sample
Het opgenomen audiosignaal wordt als samplevoice opgeslagen. Bij
deze instelling worden geen MIDI-sequencedata geproduceerd, zodat
de opgenomen sample niet wordt teruggespeeld, zelfs niet als de
song of het patroon wordt afgespeeld.
sample+note
Behalve sampledata worden ook de juiste nootdata voor het afspelen
van de sample gecreëerd en opgenomen in de aangegeven track (8).
2 Input Source
Bepaalt de ingangsaansluiting via welke het signaal wordt
ontvangen dat moet worden gesampled. Raadpleeg de
omschrijving van parameter met dezelfde naam op pagina 164.
244
MOTIF XS-gebruikershandleiding
[INTEGRATED SAMPLING] ➞ [F6] Rec
3 Stereo/Mono
Bepaalt of nieuw samples worden opgenomen als stereo- of
monosamples Raadpleeg de omschrijving van parameter
met dezelfde naam op pagina 164.
4 Record Next
Dit is beschikbaar als Record Type in de display Setup is
ingesteld op 'sample'. Raadpleeg de omschrijving van de
parameter met dezelfde naam op pagina 164.
5 Frequency
6
Bepaalt de samplefrequentie. Raadpleeg de omschrijving
7
van de parameter met dezelfde naam op pagina 165.
8
9
6 Waveform
)
Bepaalt het waveformnummer als bestemming.
!
Instellingen: 0001 – 1024
PAS OP
Deze handeling overschrijft alle reeds bestaande data op het
bestemmingswaveformnummer. Het is verstandig belangrijke data
#
weg te schrijven naar een usb-opslagapparaat dat is aangesloten
op de aansluiting USB TO DEVICE of naar een computer die op
hetzelfde netwerk is aangesloten als de MOTIF XS (pagina 278).
7 Keybank
Hiermee bepaalt u het nootnummer van de toetsbank als
bestemming. De hier ingestelde waarde kan worden gewijzigd
in de modus Sampling Edit (pagina 250). Houd in gedachte
dat deze parameter kan niet worden stel in als Record Type is
ingesteld 'slice+seq'.
Instellingen: C -2 – G8
n
Als Recording Type is ingesteld op 'slice+seq' worden de
slicesamples chromatisch aan de toetsen toegewezen, te
beginnen met respectievelijk C1 (MOTIF XS6), E0 (MOTIF
XS7) en A -1 (MOTIF XS8).
n
U kunt de gewenste toets ook direct via het toetsenbord
instellen door de knop [SF6] KBD ingedrukt te houden en
de gewenste toets erbij in te drukken. Raadpleeg voor meer
informatie pagina 82.
8 Track
Bepaalt het tracknummer waaraan de opgenomen sample wordt
toegewezen. Als het opnemen klaar is, wordt de gecreëerde
samplevoice aan de mixing part toegewezen die correspondeert
met de hier aangegeven track. Als Recording Type is ingesteld op
'slice+seq' of 'sample+note', worden de nootdata voor het afspelen
van de samplevoice in de hier aangegeven track gecreëerd.
Advertenties
