Download Print deze pagina

Yamaha motif XS6 Gebruikershandleiding pagina 265

Advertenties

Uw originele microstemming creëren:
[SF4] Tuning
Via deze display kunt u uw originele Micro Tuning (micro-
stemming) in de gebruikersbank creëren. U kunt een
microstemming naar een ander nummer kopiëren en
vervolgens op basis hiervan een nieuwe creëren. Deze
displays is alleen beschikbaar als de modus Utility is
geactiveerd vanuit de modus Voice.
1
2
3
1 Micro Tuning No.
Bepaalt de bestemming waarop de gecreëerde
microstemmingsinstelling wordt opgeslagen.
Instellingen: 1 – 8
2 Micro Tuning Name
Voer de gewenste naam voor de microstemming in
Raadpleeg voor gedetailleerde instructies over het geven
van een naam pagina 82.
3 Tuning Offset
Hiermee kunt u afzonderlijke noten van het toetsenbord in
cents (honderdsten) stemmen om uw eigen microstemming
te creëren.
Instellingen: -99 – +0 – +99 cents
[SF5] Copy
Via de via deze knop opgeroepen display kunt u een
microstemming naar een andere nummer kopiëren om op
basis hiervan een nieuwe microstemming te creëren.
Procedure microstemming kopiëren
1
Selecteer een microstemmingsnummer als bron.
2
Druk op de knop [SF5] om de display Copy op te
roepen.
3
Selecteer een microstemmingsnummer als
bestemming.
4
Druk op de knop [ENTER] om de
kopieerhandeling uit te voeren.
Systeeminstellingen (modus Utility, enz.)
Instellingen audio-invoer in de
modus Voice: [F4] VoiceAudio
U kunt parameters instellen die gerelateerd zijn aan het
audio-invoersignaal van de aansluitingen [A/D INPUT] en
mLAN in de modus Voice. Deze displays is alleen beschik-
baar als de modus Utility is geactiveerd vanuit de modus
Voice.
n
De mLAN-ingang (m1 - m14) is alleen beschikbaar op de
MOTIF XS8. Dit is alleen beschikbaar op de MOTIF XS6/7
als er een optionele mLAN16E2 is geïnstalleerd.
Uitgangsinstellingen: [SF1] Output
Via deze display kunt u verschillende parameters instellen
van het audio-invoersignaal in de modus Voice, zoals
uitgangsaansluitingen, volume, pan en effectdiepte. Deze
displays is alleen beschikbaar als de modus Utility is
geactiveerd vanuit de modus Voice.
1
2
3
4
5
6
7
1 Volume
Bepaalt het uitgangsniveau van de audio-invoerpart.
Instellingen: 0 – 127
2 Pan
Bepaalt de stereopanpositie van de audio-invoerpart.
Instellingen: L63 (uiterst links) – C (midden) – R63 (uiterst rechts)
3 Mono/Stereo
Bepaalt de signaalconfiguratie voor de audio-invoerpart, of de
routing van het signaal of de signalen (stereo of mono).
Instellingen: stereo, L mono, R mono, L+R mono
stereo
Beide L- en R-kanalen van de audio-invoer worden gebruikt.
L mono
Alleen het L-kanaal van de audio-invoer wordt gebruikt.
R mono
Alleen het R-kanaal van de audio-invoer wordt gebruikt.
L+R mono
De L- en R-kanalen van de audio-invoer worden naar mono gemixt en
verwerkt.
MOTIF XS-gebruikershandleiding
265

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Motif xs7Motif xs8