Advertenties
[SF3] Reverb
[SF4] Chorus
Via de kolom Type van deze displays, kunt u het reverb-/chorus-
type selecteren. Via de kolom Preset kunt u een van de sjablonen
selecteren die een voorgeprogrammeerde instelling oproept van
diverse parameters van het geselecteerde reverb-/chorustype.
Van deze displays kunt u ook elke parameter van het geselec-
teerde effecttype afzonderlijk en handmatig instellen.
De functie van deze displays is hetzelfde als die van de displays
Reverb en Chorus (pagina 150) in de modus Performance
Common Edit.
Partbewerkingsparameters
(Part Edit)
[SONG] of [PATTERN] ➞ [MIXING] ➞ [EDIT] ➞
In de modus Part Edit kunt u de parameters van de afzonderlijke
parts bewerken, zoals voice, arpeggio, EG- en EQ-instellingen.
1-partsdisplay/4-partsdisplay
Net als bij de modus Performance Part Edit kunt u twee typen
display gebruiken in de modus Mixing Part Edit. In het ene type
display kunt u parameters bewerken van de momenteel geselec-
teerde part en in het andere type display kunt u de parameters
bekijken van vier parts. U kunt tussen deze twee typen schakelen
door op de knop [SF5] te drukken. Merk op dat de display voor
vier parts niet beschikbaar is voor de displays [F2] ARP Main en
[F3] ARP Other.
Selecteer een part om te bewerken
Druk op een van de knoppen [1] – [16] om de part te selecteren
die u wilt bewerken.
n
Raadpleeg voor meer informatie over handige functies
zoals Mute (demping) en Solo pagina 233.
Basisinstellingen part: [F1] Voice
[SF1] Voice
Via deze display kunt u het MIDI-ontvangstkanaal aangeven voor
de huidige part alsook de voice. De overige parameters, met
uitzondering van Recieve Channel ( 1 ) zijn gelijk aan die in de
display Voice (pagina 151) in de modus Performance Part Edit.
1
Multitimbrale-toongeneratorinstellingen voor het afspelen van songs of patronen (modus Mixing)
[1] – [16] partselectie
1 Receive Channel
Bepaalt het MIDI-ontvangstkanaal van de geselecteerde part.
Aangezien MIDI-data via verschillende kanalen tegelijk
kunnen binnenkomen, moet u deze instelling maken om het
specifieke kanaal overeen te laten komen met het kanaal
waarover de gewenste besturingsdata worden verzonden.
Instellingen: 01 – 16, off
[SF2] Output
Via deze display kunt u per part de diepte van de reverb en
chorus instellen en de uitgangstoewijzing. De functie van deze
display is hetzelfde als die in de display Output (pagina 152) in
de modus Performance Part Edit.
[SF3] Other
Via deze display kunt u verscheidene parameters instellen
die gerelateerd zijn aan pitchbend en aanslagsnelheid. De
functie van deze display is hetzelfde als die in de display
Other (pagina 153) in de modus Performance Part Edit.
Basisinstellingen arpeggio:
[F2] ARP Main (Arpeggio Main)
Deze display bepaalt de basisinstellingen van het arpeggio.
De instellingen van parameters onder in de display kunnen
onder de knoppen [SF1] – [SF5] worden vastgelegd.
De functie van deze display is hetzelfde als die in de display
Arpeggio Main (pagina 154) in de modus Performance Part
Edit.
Het ritmische gevoel van het arpeggio
veranderen:
[F3] ARP Other (Arpeggio Other)
Door de timing en aanslagsnelheid van de noten te veranderen,
kunt u het ritmische gevoel van het arpeggioafspelen veranderen.
De functie van deze display is hetzelfde als die in de display
Arpeggio Other (pagina 156) in de modus Performance Part
Edit.
EG-instellingen:
[F4] EG (Envelope Generator)
Via deze instellingen kunt u het volumeverloop bepalen vanaf
het moment dat een toets wordt ingedrukt tot het moment dat
deze wordt losgelaten. U kunt de helderheid van de klank ook
aanpassen de afsnijfrequentie en resonantie in te stellen.
De functie van deze display is hetzelfde als die in de display
EG (pagina 157) in de modus Performance Part Edit.
MOTIF XS-gebruikershandleiding
235
Advertenties
