De patroondata delen om een nieuwe
patroon te creëren: [F6] Remix
De functie Remix verdeelt de MIDI-data in een geselecteerde
track in verscheidene stukken met een aangegeven noot-
lengte, en herschikt een deel van de data willekeurig, waar-
door u makkelijk volledig nieuwe en unieke ritmevariaties kunt
creëren, op basis van een enkel patroon.
n
Als Remix wordt gebruikt op een track die een 'sliced'
samplevoice bevat, worden de verschillende segmenten
van de sample geherschikt met een variable timing. De
samplevoices kunnen worden gecreëerd door de Sampling
uit te voeren met Sampling Type ingesteld op 'slice+seq' of
door de job Sample Slice uit te voeren.
n
De display Remix is alleen beschikbaar als de cursor zich
op een track bevindt die data bevat.
1
2
2
4
5
1 Type
Bepaalt hoe een enkele maat wordt verdeeld. De positie en het
aantal van de verdeelpunten verschilt, afhankelijk van het hier
ingestelde type. Er verschijnt een afbeelding van het geselec-
teerde type. Zie hieronder ( 4 ).
Instellingen: 1 – 16
2 Variation
Bepaalt hoe de door Type ( 1 ) verdeelde segmenten opnieuw
worden geherschikt. De regels voor verdeling en herschikking
verschillen afhankelijk van de variatie-instelling.
Instellingen: normal 01 – 16, reverse 01 – 16, break 01 – 16, pitch 01
– 16, roll 01 – 16, fill 01 – 48
normal 01 – 16
De verdeelde data worden alleen geherschikt. Er zijn zestien variaties
beschikbaar.
reverse 01 – 16
Naast herschikken van de verdeelde data, kunnen enkele delen van de
data achterstevoren worden afgespeeld. Er zijn zestien variaties
beschikbaar.
break 01 – 16
Naast herschikken van de verdeelde data, kunnen enkele delen van de
data worden verwijderd om breaks te creëren. Er zijn zestien variaties
beschikbaar.
pitch 01 – 16
Naast herschikken van de verdeelde data, kunnen enkele delen van de
data in toonhoogte worden verschoven. Er zijn zestien variaties
beschikbaar.
roll 01 – 16
Naast herschikken van de verdeelde data, kunnen enkele delen van de
data met een roffel worden afgespeeld. Er zijn zestien variaties
beschikbaar.
fill 01 – 48
Naast herschikken van de verdeelde data, kunnen enkele delen van de
data met een fill-in worden afgespeeld. Er zijn zestien variaties
beschikbaar.
6
7
3 Interval
Bepaalt de maatinterval waarmee de Remix-handeling wordt
uitgevoerd. Met andere woorden, deze parameter bepaalt de
maten waarop Remix wordt toegepast. Als deze parameter is
ingesteld op '1', wordt Remix op alle maten toegepast. Bij de
instelling '2' wordt Remix toegepast op de data van de 2e
maat, 4e maat, 6e maat enzovoort. Bij de instelling '3' wordt
Remix toegepast op de data van de 3e maat, 6e maat, 9e maat
enzovoort.
De maten waarop Remix wordt toegepast worden in de display
weergegeven. Zie hieronder ( 5 ).
Instellingen: 1 – 8
4 Afbeelding Type
Geeft het verdeelpunt en het aantal verdelingen aan dat wordt
bepaalt door Type ( 1 ). De afbeelding hieronder geeft de
verdeelpunten aan met een resolutie van 1/16-noot. Als Type
bijvoorbeeld is ingesteld op '1', worden de data gedeeld bij
upbeat voor tel 4. Als Type is ingesteld op '2', worden de data
op drie punten gedeeld: de upbeat voor tel 2, de downbeat
van tel 3 en de upbeat voor tel 4.
1e tel
2e tel
Type=1
Type=2
5 Afbeelding interval
Geeft de maten aan waarop de Remix wordt toegepast. Deze
maten bevinden zich bij dezelfde interval die is bepaald door
de parameter Interval ( 3 ). Het volgende voorbeeld geeft de
resultaten van de instelling '2' voor Interval ( 3 ).
6 [SF4] Cancel
Op deze knop drukken annuleert de recentste Remix die nog niet
is vastgelegd. Deze knop is niet beschikbaar als het resultaat
van Remix is vastgelegd of voordat Remix is uitgevoerd.
7 [SF5] Apply
Op deze knop drukken voert Remix uit. Als u are niet tevreden
met het resultaat na het uitvoeren van Remix, drukt u op de
knop [SF4] en probeert u Remix opnieuw. Als u tevreden bent
met het resultaat, drukt u op de knop [ENTER] om de geremixte
data vast te leggen.
Procedure Remix
1
Stel Type (1), Variation (2) en Interval (3) in.
2
Druk op de [SF5] knop om Remix uit te voeren.
3
Bevestigen het resultaat van de Remix-handeling.
Als u niet tevreden bent met het resultaat van de Remix,
drukt u op de knop [SF4] en probeert u het nogmaals.
4
Druk op de knop [ENTER] om het resultaat van
de Remix vast te leggen.
5
Druk op de knop [STORE] om het patroon in
het interne gebruikersgeheugen op te slaan.
MOTIF XS-gebruikershandleiding
Patroon afspelen
3e tel
4e tel
217