Download Print deze pagina

Yamaha motif XS6 Gebruikershandleiding pagina 138

Advertenties

Spelen in de modus Performance
6 Octave
Geeft de via de OCTAVE-knoppen ingestelde octaafinstelling
van het toetsenbord aan. Deze parameter bepaalt hoeveel
hoger of lager de toonhoogte van alle toetsen ligt ten opzichte
van de normale toonhoogte.
7 Regelfunctie
Geeft de status van de draaiknoppen en schuifregelaars op
het paneel aan. Dit is gelijk aan het venster Control Function
(pagina 136).
8 Voicenaam
Geeft de namen van de voices aan die zijn toegewezen aan
parts 1 – 4.
9 [SF1] ARP1 – [SF5] ARP5 (arpeggio 1 – 5)
De arpeggiotypen zijn toegewezen aan de knoppen met het
pictogram van een achtste noot op de displaytab. U kunt ze
oproepen door op deze knoppen te drukken wanneer u maar
wilt tijdens uw toetsenspel. Arpeggiotypen toewijzen aan de
knoppen kan via de display Arpeggio (pagina 139).
) [SF6] INFO (Information)
Drukken op deze knop roept de informatiepagina van de
huidige performance op.
! [F1] Play
Door op deze knop te drukken gaat u van de voorgaande
display terug naar de display Performance Play.
@ [F2] Voice
Drukken op deze knop roept de display (pagina 138) op
waardoor u een voice voor elke part kunt selecteren en het
nootbereik kunt instellen via welke deze bespeeld kan worden.
# [F3] EG (Envelope Generator)
Drukken op deze knop roept de display (pagina 139) op die
de basis-EG-instellingen bevat.
$ [F4] Arpeggio
Drukken op deze knop roept de display (pagina 139) op
waarin u de arpeggiogerelateerde parameters kunt instellen.
% [F6] Effect
Drukken op deze knop roept de effectsetupdisplay
(pagina 149) op van de modus Performance Common Edit.
De indicator [E]
Als de waarde van de parameter in de modus Performance
Play of Modus Edit wordt bewerkt, verschijnt de bewerkings-
aanduiding [E] rechtsboven in de display. Hierdoor kunt u
snel zien dat de huidige performance is gewijzigd, maar nog
niet is opgeslagen. Volg de instructies op pagina 142 om de
huidige bewerkte status op te slaan.
138
MOTIF XS-gebruikershandleiding
Performance-informatie:
[SF6] INFO (Information)
Deze display geeft de informatie over de huidige performance.
Instellingen kunnen hier niet worden gewijzigd.
1 Bank
Geeft de bank van het geselecteerde performanceprogramma
aan. De waarden tussen haakjes geven de bankselectie-MSB
en LSB aan die kunnen worden gebruikt om de huidige voice
via MIDI te selecteren.
2 Program (Performance number)
Aan elke performance binnen een bank is een nummer
tussen 001 - 128 toegewezen. De waarden tussen haakjes
geven de groep en het nummer aan.
3 Category
Geeft de categorie van de geselecteerde performance aan.
4 Name
Geeft de naam van de huidige performance aan.
5 Part 1 – 4
Geeft de bank, het nummer, de hoofdcategorie 1/2 en naam
van de voice die aan elk van de parts is toegewezen.
6 Effects
Geeft de reverb- en chorusinstellingen van de geselecteerde
performance aan.
Parameters voor de voice die aan
elk van de parts is toegewezen:
[F2] Voice
In deze display kunt u de voice en het nootbereik voor elk va
de parts aangeven. De hier gemaakte instellingen worden
toegepast op dezelfde parameters in de display Voice
(pagina 151) van de modus Part Edit.
Bewerkingsindicator
1
2
3
4
5
6

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Motif xs7Motif xs8