Advertenties
Een voice of performance creëren met de functie Sampling
Sampling Record: [F6] Standby
Deze display wordt gebruikt voor het uitvoeren van sampling.
Druk in de display Setup op de knop [F6] om deze display op
te roepen. Druk op de knop [EXIT] om terug te gaan naar de
display Setup.
1
2
4
5
9
!
1 Waveform (alleen indicatie)
Geeft het nummer en de naam van de geselecteerde
waveform aan.
2 Key (Key Range) (alleen indicatie)
Geeft het toetsbereik van de momenteel geselecteerde
toetsbank aan.
3 Velocity (Velocity Range) (alleen indicatie)
Geeft het aanslagbereik van de momenteel geselecteerde
toetsbank.
4 Record Monitor
Bepaalt het uitgangsniveau voor het afluisteren van het
ingangssignaal tijdens samplen. De hier aangegeven tijd
wordt berekend op basis van een monosignaal met een
samplefrequentie van 44,1 kHz. Dit monitorsignaal wordt
uitgevoerd via de aansluiting PHONES of de aansluitingen
OUTPUT R en L/MONO.
Instellingen: 0 – 127
5 Record Gain
Deze parameter is alleen beschikbaar als Input Source
(pagina 164) is ingesteld op 'resample' (opnemen van het
geluid van de MOTIF XS zelf). Dit bepaalt de opname-
versterking tijdens resamplen. Hoe hoger de waarde, hoe
hoger het volume van het geresamplede geluid. Voor het
uitvoeren van de samplinghandeling, kunt u de juiste
versterking instellen door het volume te controleren via de
niveaumeter ()) terwijl u het toetsenbord bespeelt.
Instellingen: -12dB, -6dB, +0dB, +6dB, +12dB
6 Key
Geeft de toetsbank (pagina 165) aan die in de display
Sampling Record Setup is ingesteld. De toetsbank kan
zowel hier als in de modus Sampling Edit (pagina 167)
worden gewijzigd na het samplen.
Instellingen: C -2 – G8
n
U kunt de gewenste toets ook direct via het toetsenbord
instellen door de knop [SF6] KBD ingedrukt te houden en
de gewenste toets erbij in te drukken. Raadpleeg voor meer
informatie pagina 82.
166
MOTIF XS-gebruikershandleiding
3
6
7
8
@
7 Trigger Level
Als Trigger Mode (8) is ingesteld op 'level' (niveau), moet u
ook Trigger Level (triggerniveau) instellen. Het samplen begint
zodra een ontvangen ingangssignaal het aangegeven trigge-
rniveau overschrijdt. Het hier ingestelde niveau wordt als een
rode driehoek in de niveaumeter weergegeven. Stel dit voor de
beste resultaten zo laag mogelijk in om het volledige signaal
vast te leggen, maar niet zo laag dat er ongewenste ruis wordt
opgenomen.
Instellingen: 000 – 127
8 Trigger Mode
Bepaalt de methode waarop het samplen wordt getriggerd.
Instellingen: level, manual
level
)
Het samplen begint zodra een ingangssignaal wordt ontvangen dat
het aangegeven triggerniveau (7) overschrijdt.
manual
Het samplen begint zodra u op de knop [F6] REC drukt. Via deze
instelling kunt u het samplen op het door u gewenste moment laten
beginnen, ongeacht het ingangsniveau van de audiobron.
9 Recordable Time (alleen indicatie)
Geeft de beschikbare samplingtijd aan voor het beschikbare
geheugen. De hier aangegeven tijd wordt berekend op basis
van een monosignaal met een samplefrequentie van 44,1
kHz. De hoeveelheid geheugenruimte die momenteel al
wordt gebruikt wordt als een blauwe lijn in de display weer-
gegeven.
) Level Meter
Deze grafiek geeft het ingangsniveau van de ingangsbron
aan. Probeer het ingangsniveau zo hoog mogelijk in te stellen
zonder dat het clipt, voor de beste geluidskwaliteit.
n
Volg de onderstaande instructies om het ingangsniveau aan
te passen.
• Als Input Source is ingesteld op A/D Input, pas het ingangs-
signaalniveau dan aan met de knop GAIN op het achter-
paneel. Als u het ingangsniveau niet juist kunt aanpassen,
wijzig dan de instelling Mic/Line (pagina 263) in de modus
Utility.
• Als Input Source is ingesteld op Resample, pas het ingangs-
signaalniveau dan in door Record Gain (5) in te stellen.
• Als Input Source is ingesteld op mLAN, kan het ingangs-
niveau niet worden aangepast.
! [SF1] Confirm
Dit bepaalt of u kunt de opgenomen sample moet bevestigen
(on) of niet (off) als het samplen klaar is. Dit is handig als u
opnieuw op wilt nemen als u niet tevreden bent met de
sampleresultaten. Als dit wordt uitgezet (off), wordt de
opgenomen sample als data vastgelegd zodra het samplen
klaar is en vervolgens keert het instrument terug naar de
display Setup (pagina 164). Merk op dat het instrument
terugkeert naar de display Standby als het samplen klaar is
en Record Next is aangezet (on) in de display Setup.
@ [F5] Start
Druk op deze knop om het samplen te starten.
Als de Trigger Mode is ingesteld op 'level', roept drukken op
de knop [F5] Start de indicatie WAITING (wacht) op in de
display. Het feitelijke samplen begint nog niet. Zodra er een
audiosignaal in het instrument wordt ingevoerd dat het aan-
gegeven Trigger Level (7) overschrijdt, wordt de indicatie
WAITING vervangen door RECORDING en het samplen
begint.
Advertenties
