Download Print deze pagina

Yamaha motif XS6 Gebruikershandleiding pagina 199

Advertenties

2 Note
Bepaalt het nootbereik waarop Transpose (transponeren)
wordt toegepast. U kunt de noot ook rechtstreeks via het
toetsenbord instellen door de knop [SF6] ingedrukt te houden
en op de gewenste toets te drukken.
Instellingen: C -2 – G8
3 Transpose (transponeren)
Bepaalt de transponeerwaarde. De instelling +12 transponeert
één octaaf omhoog en de instelling -12 transponeert één
octaaf omlaag. De instelling 0 geeft geen wijziging.
Instellingen: -127 – +127
06: Glide
Deze job vervangt alle noten volgend op de eerste noot in het
aangegeven bereik door pitchbenddata, waardoor vloeiende
overgangen van noot naar noot ontstaan.
1
2
3
1 Track en bereik
Bepaalt de songtrack (01 – 16, all) en het bereik (Measure :
Beat : Clock) waarop de job wordt toegepast.
2 Glide Time
Bepaalt de tijd van de glide. Hogere waarden geven een
langere en vloeiende glide tussen noten.
Instellingen: 000 – 100
3 PB Range (pitchbendbereik)
De waarde van Pitch Bend Range geeft het maximumbereik
in stappen van halve noten van de toonhoogte aan die via
een pitchbend-event kan worden geregeld. Deze parameter
bepaalt het pitchbendbereik voor de voice die aan de mixing-
part is toegewezen die met de geselecteerde track overeen-
komt. De job uitvoeren vervangt de nootevents met de pitch-
bendevents door het hier aangegeven pitchbendbereik te
volgen.
Instellingen: 01 – 24
n
Als de interval tussen aangrenzende noten groter is dan het
pitchbendbereik dat is ingesteld in het hier aangegeven
bereik, worden de corresponderende noten niet omgezet
door het uitvoeren van deze job. Als zich een dergelijke
situatie voordoet, stel PB Range (3) dan in op een grotere
waarde dan de interval. Als er bijvoorbeeld een interval van
één octaaf in het aangegeven bereikt is, zet PB Range dan
op een waarde 12 of hoger.
n
Merk op dat de song niet juist afspeelt als u PB Range (3)
instelt op een waarde die afwijkt van de waarde die via de
modus Voice Edit is ingesteld. Voeg om ervoor te zorgen
dat de song juist afspeelt, het onderstaande MIDI-event in
de corresponderende track in de display Song Edit
(pagina 193).
RPN [000-000] xxx
(Voer de pitchbendwaarde in voor xxx.)
07: Create Roll (roffel maken)
Deze job creëert een serie herhaalde noten (als een drumroffel)
in het aangegeven bereik met de aangegeven continue
wijzigingen in clockstappen en aanslagsnelheid. Dit is ideaal
voor het creëren van snelle staccato roffels en speciale stotter-
effecten. Met deze job kunt u ook crescendo- of decrescendo-
volumeveranderingen in de data van de roffel programmeren.
1
2
3
4
5
6
1 Track en bereik
Bepaalt de songtrack (01 – 16, all) en het bereik (Measure :
Beat : Clock) waarop de job wordt toegepast.
2 Start Step
3 End Step
Hiermee bepaalt u de grootte van de stap (dat wil zeggen het
aantal clocks) tussen elke noot in de roffel. Hoe kleiner de
waarde, hoe sneller de roffel. Zowel de start- als eindstap-
waarde kan worden aangegeven, waardoor het eenvoudig is
om roffels te creëren waarbij de stapgrootte tijdens de roffel
varieert.
Instellingen: 015 – 999
n
Als u een roffel wilt creëren die van 1/64 – 1/32-noten gaat,
stel de start- en eindstapwaarden dan respectievelijk in
rond 30 – 60.
4 Note
Bepaalt de specifieke noot (of het instrument bij drumvoices)
voor het roffeleffect. U kunt de noot ook rechtstreeks via het
toetsenbord instellen door de knop [SF6] ingedrukt te houden
en op de gewenste toets te drukken.
Instellingen: C -2 – G8
5 Start Velocity
6 End Velocity
Bepaalt de aanslagsnelheid van de noten in de roffel. Zowel
de start- als eindaanslagsnelheid kan worden aangegeven,
waardoor het eenvoudig is om roffels te creëren waarbij de
aanslagsnelheid toe- of afneemt. Hierdoor kunt u roffels
creëren die geleidelijk toenemen of afnemen in volume
(crescendo/decrescendo).
Instellingen: 001 – 127
MOTIF XS-gebruikershandleiding
Songjobs
199

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Motif xs7Motif xs8