U kunt naar de voorgaande display teruggaan door op de
knop [SF6] of de [EXIT] te drukken.
& [F5] Zoom Out
* [F6] Zoom In
Verandert de vergroting van het maatnummer (#) in de
display Track View. Druk op de knop [F5] Zoom Out om de
vergroting te verminderen zodat er een groter bereik kan
worden weergegeven. Druk op de knop [F6] Zoom In om de
vergroting te vergroten zodat er een vergrote weergave wordt
weergegeven.
( [F1] TrackView
Roept de display Track View op.
º [F2] Play FX (Play Effect)
Roept de display Play FX (onder) op. Door de timing en aan-
slagsnelheid van de noten te wijzigen, kunt u het ritmische
gevoel wijzigen van het songafspelen.
¡ [F3] Track
Roept de display Song Track Output Channel op (pagina 184).
™ [F4] Chain (keten)
Roept de display Song Chain (songketen) op (pagina 185).
Via deze display kunt u achtereenvolgens meerdere songs
afspelen.
Het ritmische gevoel van de song
veranderen:
[F2] Play FX (Play Effect)
Door de timing en aanslagsnelheid van de noten te wijzigen,
kunt u het ritmische gevoel wijzigen van het songafspelen. De
hier gemaakte instellingen voor Play Effect zijn slechts tijdelijk
en wijzigen de feitelijke data van de song niet. De instellingen
voor Play Effect kunnen daadwerkelijk op de songdata worden
toegepast door de job Normalize Play Effect te gebruiken.
2
3
1
4
5 6
7
1 Tracknummer (alleen indicatie)
Geeft het tracknummer aan.
2 Quantize (quantizeren)
Hiermee kunt u de timing van de nootevents straktrekken
overeenkomstig het aangegeven noottype. Hier stelt u de
twee parameters voor elke track in: Valeu (waarde) en Str
(strength, sterkte).
Quantize Value (quantizeringswaarde)
Bepaalt naar welke tellen de nootdata in de arpeggiosequence-
data worden gelijkgetrokken, of op welke tellen in de arpeggio-
sequencedata de swing wordt toegepast.
Instellingen: off, 1/32-noot, 1/16-noottriool, 1/16-noot, 1/8-
noottriool, 1/8-noot, 1/4-noottriool, 1/4-noot
Quantizering Str (quantizeringssterkte)
Stelt de 'sterkte' in waarmee nootevents naar de dichtstbij-
zijnde quantizeertellen worden getrokken. De instelling 100%
leidt tot een exacte timing die is ingesteld via de parameter
Quantize Value hierboven. De instelling 0% geeft geen
quantizering. De instelling 50% zorgt dat nootevents naar het
ount halverwege de 0% en 100% wordt getrokken.
Instellingen: 0% – 100%
Als kwartnoot-quantizering op de oorspronkelijke data wordt
toegepast:
1e tel
Oorspronkelijke timing
Quantizeringssterkte
= 100%
De noten worden helemaal naar de aan-
gegeven quantizeringswaarde verplaatst.
Quantizeringssterkte
= 50%
De noten worden halverwege de
oorspronkelijke en de aangegeven
quantizeringswaarde geplaatst.
3 Swing
Pats de timing, aanslagsnelheid en doorlaattijd (de tijd dat
een noot klinkt) aan van de evengenummerde backbeatnoten
om het swinggevoel te versterken. Deze parameter vertraagt
noten op evengenummerde tellen (backbeats) om een swing-
gevoel te creëren. Als de maatsoort bijvoorbeeld 4/4 is en de
quantizeerwaarde is kwartnoten, dan worden de tweede en
vierde tel van de maat vertraagd. Als een trioolwaarde wordt
aangegeven, wordt de laatste noot van elke triool beïnvloed
door de parameter Swing.
Als er een swing van een kwartnoot op de oorspronkelijke data
wordt toegepast:
1e tel
Oorspronkelijke timing
Swing Rate = 66%
De noten op de 2e tel worden verplaatst
Swing Rate = 75%
De noten op de 2e tel worden verplaatst
Beweerk hier de swinginstellingen voor elk van de tracks door
de Swing Vel, Swing Gate en Swing Rate te bewerken. Als
Quantize Value (quantizeringswaarde) ingesteld is op 'off'
(uit), zijn alle swingparameters niet beschikbaar.
MOTIF XS-gebruikershandleiding
Song afspelen
2e tel
3e tel
2e tel
3e tel
naar triooltiming.
naar 1/8-noot timing.
183