Het toetsenbord bespelen in de modus Voice Play
Draaiknopfuncties
Knop [SELECTED PART CONTROL]
SELECTED PART
MULTI PART
1 Als het lampje TONE 1 aan is:
Knop 1
CUTOFF
Knop 2
RESONANCE
Knop 3
ATTACK
Knop 4
DECAY
Knop 5
SUSTAIN
Knop 6
RELEASE
Knop 7
ASSIGN 1
Knop 8
ASSIGN 2
2 Als het lampje TONE 2 aan is:
Knop 1
EQ LOW
Knop 2
EQ MID F
(frequentie middenband EQ)
Knop 3
EQ MID (versterking midden EQ) Verhoogt of verlaagt de versterking midden EQ (pagina 95) om de huidige voice te veranderen.
Knop 4
EQ MID Q (Q midden EQ)
Knop 5
EQ HIGH (versterking hoog EQ)
Knop 6
PAN
Knop 7
REVERB
Knop 8
CHORUS
3 Als het lampje ARP FX aan is:
Knop 1
SWING
Knop 2
QUANTIZE VALUE
Knop 3
QUANTIZE STRENGTH
Knop 4
GATE TIME
Knop 5
VELOCITY
Knop 6
OCT RANGE (Octave Range)
Knop 7
UNITMULTIPLY
Knop 8
TEMPO
n
Door aan de draaiknop te draaien wordt de parameterwaarde bij de tempowaarde van de huidige voice opgeteld. Zo geldt dat als de parameter
al op zijn maximum- of minimumwaarde is ingesteld, de waarde niet wordt gewijzigd als u deze via de draaiknop probeert te overschrijden.
90
MOTIF XS-gebruikershandleiding
1
CUTOFF
TONE 1
2
EQ LOW
TONE 2
CONTROL
3
SWING
ARP FX
REVERB
CHORUS
CONTROL
PAN
Draaien aan de draaiknoppen 1 en 2 verandert de filterparameters in de display EG/EQ. Draaien aan de draaiknoppen
3 – 6 verandert de Amplitude-EG-parameters.
Verhoogt of verlaagt de filterafsnijfrequentie (pagina 94) om de helderheid van de klank aan te passen.
Verhoogt of verlaagt de resonantie (pagina 94) om het niveau in de buurt van de afsnijfrequentie extra te versterken.
Door de boventonen in dit gebied te benadrukken kunt u een onderscheidende 'scherpe' klank produceren die het
geluid helderder en harder maakt.
Verhoogt of verlaagt de EG-attacktijd (pagina 94) van de huidige Voice. Hoe kleiner de waarde, hoe sneller de attack.
Verhoogt of verlaagt de EG-decay (pagina 94) van de huidige voice, om te bepalen hoe snel het volume van het
maximumattackniveau terug moet vallen naar het sustainniveau. Hoe kleiner de waarde, hoe sneller de decay.
Verhoogt of verlaagt het EG-sustainniveau (pagina 94) waarop het volume zal aanhouden, terwijl de toets ingedrukt
wordt gehouden, na de eerste attack en decay. Draai de draaiknop tegen de klok in om het sustainniveau te
verminderen.
Verhoogt of verlaagt de EG-releasetijd (pagina 94) van het geluid om te bepalen hoe snel het volume terug moet vallen
van het sustainniveau naar nul, wanneer een toets wordt losgelaten. Hoe lager de waarde, hoe sneller de release.
Er kunnen een verscheidenheid aan functies aan deze draaiknoppen worden toegewezen. U kunt de functies die
momenteel aan deze draaiknoppen zijn toegewezen controleren in de display Voice Play (pagina 91). In de display
Controller Set (pagina 104) in de modus Voice Common Edit kunt u de functies aan deze draaiknoppen toewijzen.
Draaien aan de draaiknoppen 1 – 5 verandert de EQ-parameters in de display EG/EQ (pagina 94). Draaien aan de
draaiknoppen 6 – 8 verandert de parameters in de display Play Mode (pagina 98) en de display Effect Connect
(pagina 107) van de modus Voice Common Edit.
Verhoogt of verlaagt de versterking van EQ-laag (pagina 95) om het geluid te veranderen.
Verhoogt of verlaagt de frequentie middenband EQ (pagina 95) rond welke de band via draaiknop 3 (EQ MID) wordt
aangepast.
Verhoogt of verlaagt de Q midden EQ (pagina 95) om de breedte van de band te wijzigen waarvoor u de versterking
kunt aanpassen via de draaiknop 3 (Versterking midden EQ). Draaiknop 4 met de klok mee draaien verhoogt de Q-
waarde om de bandbreedte te verminderen. Draaiknop 4 tegen de klok in draaien verlaagt de Q-waarde om de
bandbreedte te vergroten.
Verhoogt of verlaagt de versterking hoog EQ (pagina 95) om de huidige voice te veranderen.
Past de stereopanpositie van de huidige voice aan (pagina 99).
Past het galmzendniveau aan (pagina 108).
Past het choruszendniveau aan (pagina 108).
Draaien aan de draaiknoppen verandert de arpeggiogerelateerde parameters in de modus Voice Common Edit.
Deze handeling is beschikbaar als de arpeggiofunctie aan is gezet.
Past het swinggevoel van het arpeggioafspelen aan (pagina 103). Met de klok meedraaien verhoogt het swinggevoel
en tegen de klok in draaien verlaagt het.
Past de quantizeringswaarde (pagina 102) of nootresolutie aan, waaraan de nootdata van het arpeggio zullen worden
gelijk getrokken. Deze met de klok meedraaien verhoogt de doorlaattijd van het noottype dat als quantizeringswaarde
is ingesteld, terwijl tegen de klok in draaien deze verlaagt.
Past de quantizeringssterkte (pagina 103) aan waarmee de nootevents van het arpeggio naar de dichtstbijzijnde
quantizeringstel worden getrokken. De draaiknop met de klok meedraaien trekt de nootevents meer naar de
quantizeringstel.
Past de doorlaattijd (pagina 103) van de arpeggionoten aan. Deze met de klok meedraaien verlengt de doorlaattijd om
legatoafspelen te realiseren, terwijl deze tegen de klok in draaien de tijd verkort.
Past de aanslagsnelheid (pagina 103) van de arpeggionoten aan.
Past het octaafbereik (pagina 103) voor het arpeggioafspelen aan.
Past de eenheidsvermeerderaar (pagina 102) van het arpeggioafspelen aan om de arpeggioafspeeltijd op basis van
het tempo te vergroten of verminderen.
Past het tempo van het arpeggioafspelen aan.
RESONANCE
AT TACK
DECAY
SUSTAIN
EQ MID F
EQ
MID
EQ MID Q
EQ HIGH
QUANTIZE
QUANTIZE
VALUE
STRENGTH
GATE TIME
VELOCITY
RELEASE
ASSIGN 1
ASSIGN 2
PAN
REVERB
CHORUS
OCT RANGE
UNITMULTIPLY
TEMPO