Pagina 1
GEBRUIKERSHANDLEIDING MUSIC PRODUCTION SYNTHESIZER Integrated Sampling Sequencer / Real-time External Control Surface / Studio Connections...
Pagina 2
Modificeer het instrument NIET en vraag ook anderen niet MOTIF XS8 om het instrument te modificeren wanneer Yamaha zelf hier niet de toestemming voor heeft gegeven. Hierdoor kan de kwaliteits- en/of veiligheidsstandaard van het product verlaagd worden. Als er aanspraak wordt gemaakt op de garantie, kan dit geweigerd worden indien het product toch gemodificeerd is.
Pagina 3
Verklaring van de grafische symbolen De bliksemschicht met pijlpunt in een gelijk- zijdige driehoek, is bedoeld om de gebruiker te CA UT IO N waarschuwen voor de aanwezigheid van onge- RISK OF ELECTRIC SHOCK isoleerde, gevaarlijke spanningen in de behuizing DO NOT OPEN van dit product, die voldoende groot kunnen zijn om een gevaar voor een elektrische schok te...
Pagina 5
Consulteer een kno-arts als u geruis in uw oren of gehoorverlies constateert. Yamaha kan niet verantwoordelijk worden gesteld voor schade veroorzaakt door oneigenlijk gebruik van of modificaties aan het instrument, of data die verloren zijn gegaan of gewist.
Pagina 6
Introductie Gefeliciteerd en dank u voor uw aanschaf van de Yamaha MOTIF XS6/MOTIF XS7/MOTIF XS8 Music Production Synthesizer! U bent nu de eigenaar van wat waarschijnlijk het best klinkende, veelzijdigste en zeker de krachtigste synthesizer en complete muziek- productie-instrument op de planeet is. We hebben ons best gedaan om nagenoeg al onze synthesizertechnologie en kennis van het muziek maken in één instrument onder te brengen —...
Pagina 7
■ Aanslaggevoelig, expressief toetsenbord (pagina 12) ■ Uitgebreide effectprocessing (pagina 68) De MOTIF XS6 beschikt over een toetsenbord met 61 toetsen, de MOTIF De MOTIF XS biedt u een breed scala aan signaalbewerkingsopties, XS7 heeft een kwalitatief hoogstaand FSX-toetsenbord met 76 toetesen en...
Pagina 8
Inhoudsopgave Introductie ............................... 6 Deze handleiding gebruiken ........................... 6 Accessoires..............................6 Belangrijkste eigenschappen ......................... 7 De regelaars en aansluitingen........................10 Bedieningspaneel ............................10 Achterpaneel ..............................16 Startgids Stap 1: Opstellen ............................. 19 Spanningsvoorziening........................... 19 Luidsprekers of een hoofdtelefoon aansluiten ....................19 De apparatuur aanzetten ..........................
Pagina 9
Een computer gebruiken Aansluiten op een computer...........................43 Een song creëren met gebruik van een computer..................47 Integratie tussen Yamaha Editors en Cubase ....................49 Een DAW op uw computer bedienen vanaf de MOTIF XS................51 Basissectie Basisstructuur..............................54 Modusstructuur ..............................54 De zeven functieblokken..........................55 Toongeneratorblok............................56 Samplingblok ..............................59...
Pagina 10
De regelaars en aansluitingen Bedieningspaneel MOTIF XS6 CUTOFF RESONANCE AT TACK DECAY SUSTAIN RELEASE ASSIGN 1 ASSIGN 2 TONE 1 EQ LOW EQ MID F EQ MID Q EQ HIGH REVERB CHORUS SELECTED PART REMOTE ARPEGGIO TONE 2 CONTROL ON/OFF...
Pagina 11
De regelaars en aansluitingen ™ º ¡ § • ¶ MODE PRE 1 PRE 2 PRE 3 PRE 4 PRE 5 PRE 6 PRE 7 PRE 8 PROGRAM VOICE PERFORM MASTER ⁄ PIANO KEYBOARD ORGAN GUITAR BASS STRINGS BRASS SAX/ WOODWIND SEQUENCER SECTION...
Pagina 12
Daarnaast kunt u andere functies aan deze knoppen toewijzen. De MOTIF XS6 beschikt over een toetsenbord met 61 toetsen, terwijl de MOTIF XS7 76 toetsen en de MOTIF XS8 88 toetsen 6 MASTER VOLUME (pagina 20) heeft.
Pagina 13
De regelaars en aansluitingen ™ º ¡ § • ¶ MODE & ⁄ PRE 1 PRE 2 PRE 3 PRE 4 PRE 5 PRE 6 PRE 7 PRE 8 PROGRAM VOICE PERFORM MASTER GUITAR SAX/ PIANO KEYBOARD ORGAN BASS STRINGS BRASS WOODWIND SEQUENCER...
Pagina 14
De regelaars en aansluitingen % Knoppen OCTAVE [UP] en [DOWN] ¡ Knop [INC/YES] (pagina 81) (pagina's 91, 92, 138, 251 en 260) Voor het verhogen van de waarde van de momenteel geselecteerde parameter. Gebruik deze ook om een job- of Gebruik deze knoppen om het nootbereik van het toetsen- opslaghandeling uit te voeren.
Pagina 15
[5] - [8] Stellen de arpeggioschakelaar in op aan en uit voor gezamenlijk project opgestart door parts 1 – 4. Steinberg en Yamaha. [9] - [12] Stellen de dempingsstatus in voor parts 1 – 4. Muziekproductiesystemen zijn nu in toenemende mate...
Pagina 16
De regelaars en aansluitingen Achterpaneel MOTIF XS6 ETHERNET TO HOST TO DEVICE LCD CONTRAST POWER AC IN MOTIF XS7 ETHERNET TO HOST TO DEVICE LCD CONTRAST POWER AC IN MOTIF XS8 ETHERNET TO HOST TO DEVICE LCD CONTRAST POWER AC IN 1 POWER-schakelaar (pagina 19) één kabel worden aangestuurd.
Pagina 17
MOTIF XS6/MOTIF XS7. Door gebruikershandleiding en het MOTIF XS-instrument. een mLAN16E2-board te installeren kunt u uw MOTIF XS6 of Raadpleeg voor meer informatie en de laatste gegevens MOTIF XS7 upgraden voor het eenvoudig aansluiten op een over mLAN de volgende site: IEEE1394-compatibele computer.
Pagina 18
De regelaars en aansluitingen 8 Aansluiting DIGITAL OUT $ Aansluiting PHONES (hoofdtelefoon) (pagina 19) Gebruik deze aansluiting om digitale signalen via een coaxiale kabel (met RCA-/tulpstekker) uit te voeren. Het Deze standaardstereoaansluiting is voor het aansluiten van digitale signaalformat is CD/DAT (S/P DIF). Deze aansluiting een stereohoofdtelefoon.
Pagina 19
Startgids Stap 1: Opstellen Spanningsvoorziening Luidsprekers of een hoofdtelefoon aansluiten Achterpaneel Aangezien de MOTIF XS geen ingebouwde luidsprekers heeft, zult u het geluid van het instrument via externe apparatuur moeten beluisteren. Sluit al naar gelang uw voorkeur een hoofdtelefoon, versterkte luidsprekers of andere weergaveapparatuur aan.
Pagina 20
Stap 1: Opstellen Het geluid en displaycontrast Raadpleeg oor meer informatie over banken de pagina's 88 en 135. aanpassen Pas de volumeniveaus van de MOTIF XS en het aangesloten versterker/luidsprekersysteem aan. Pas het contrast aan met Geluiden selecteren en de contrastregelaar als de display niet goed leesbaar is. bespelen Pas het volume aan met de schuif- Pas het displaycontrast aan...
Pagina 21
Stap 1: Opstellen Luisteren naar de demosong DEC/NO INC/YES Luister eens naar de vooraf ingestelde demosongs, geniet van het geluid van hoge kwaliteit en krijg een indruk van hoe u de MOTIF XS kunt gebruiken voor het creëren van uw eigen muziek.
Pagina 22
Het gebruikersgeheugen terugzetten naar de fabrieksinstellingen Druk tegelijkertijd op de knoppen [FILE] en Het gebruikersgeheugen [UTILITY]. terugzetten naar de De display Demo Load (demo laden) verschijnt. fabrieksinstellingen FILE UTILITY De originele fabrieksinstellingen van het gebruikers- geheugen van deze synthesizer kan als volgt worden teruggezet.
Pagina 23
Stap 2: Een voice selecteren en bespelen U kunt nu enkele van de natuurlijke en dynamische voices van het instrument uitproberen. Druk op de knop [VOICE] om de modus Voice Play te activeren en geniet vervolgens van de krachtige, authentieke geluiden van de voices van MOTIF XS, alsook van het enorme bereik en de rijkdom aan beschikbare geluiden.
Pagina 24
Stap 2: Een voice selecteren en bespelen De categoriezoekfunctie Het arpeggio afspelen gebruiken Met deze functie kunt u ritmepatronen, riffs en frases met de huidige voice triggeren door gewoon toetsen op het toetsen- Aangezien de MOTIF XS een enorme hoeveelheid verschil- bord te bespelen.
Pagina 25
Stap 2: Een voice selecteren en bespelen Het arpeggiotype wijzigen De regelaars gebruiken Het arpeggiotype dat aan elk van de knoppen [SF1] – [SF5] is De MOTIF XS voorziet u van een verbazingwekkende hoe- toegewezen kan naar wens worden gewijzigd. veelheid regelmogelijkheden.
Pagina 26
Stap 2: Een voice selecteren en bespelen De draaiknoppen gebruiken Draai eens met uw linkerhand aan de knoppen terwijl u met uw rechter het toetsenbord bespeelt met de voice A01 'Full Concert Grand'. Knop [SELECTED PART CONTROL] CUTOFF RESONANCE AT TACK DECAY SUSTAIN RELEASE...
Pagina 27
Stap 2: Een voice selecteren en bespelen De stemming aanpassen aan Transpose (transponeren) andere instrumenten Via deze functie kunt u de totale toonhoogte van de MOTIF XS omhoog of omlaag transponeren in stappen van een halve Als u de MOTIF XS speelt met andere instrumenten kan het noot.
Pagina 28
Stap 3: Een performance selecteren en bespelen Net als in de modus Voice Play, is de modus Performance Play de modus waarin u de instrumentgeluiden van deze synthesizer selecteert en bespeelt. In de modus Performance kunt u echter verschillende voices samen in een layer combineren, of verdelen over het toetsenbord (split), of zelfs een combinatie layer/split instellen.
Pagina 29
Stap 3: Een performance selecteren en bespelen Raadpleeg voor meer informatie over de opslag- Performancestructuur Het arpeggio gebruiken handeling (Store) pagina 142. Via deze methode kunt u alle partijen van een band zelf Druk op de knop [PERFORM]. spelen. Dit type performance gebruikt ook verschillende De huidige performancenaam wordt in de display arpeggiotypen die aan de afzonderlijke parts zijn toege- gewijzigd in 'Initialized Perform'.
Pagina 30
Stap 3: Een performance selecteren en bespelen Split PAS OP • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • De vooraf ingestelde data van de performances zijn opge- U kunt verschillende voices met de linker- en rechterhand slagen in het gebruikersbankgeheugen (userbank).
Pagina 31
Stap 3: Een performance selecteren en bespelen De melodie en het arpeggio- Categorieën en subcategorieën kunnen eenvoudig worden geselecteerd door hun respectievelijke over- afspelen opnemen in de song zichten in de display op te roepen. Als u bijvoorbeeld • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • de cursor verplaatst naar de categorie en vervolgens Als de song als bestemming is geselecteerd voor het opne- op de knop [SF6] drukt, verschijnt het categorieover-...
Pagina 32
Stap 3: Een performance selecteren en bespelen 5 Key On Start Switch = (on) Bij de instelling 'on' start het opnemen onmiddellijk als u op een toets van het toetsenbord drukt. Stel deze parameter in op 'on' als u het arpeggio gebruikt. geeft aan de uitstatus aan terwijl aanstatus aangeeft.
Pagina 33
Stap 4: Uw originele song creëren Nu dat u bekend bent met enkele basisfuncties van de MOTIF XS, zoals het selecteren van voices en performances, spelen met het arpeggio en uw spel en het arpeggio opnemen in een song of patroon, bent u klaar om uw eigen originele song op te nemen. De MOTIF XS beschikt over een ingebouwde multitracksequencer voor het opnemen van uw toetsenspel als MIDI-data.
Pagina 34
Stap 4: Uw originele song creëren Het volume aanpassen van elk van Tracknummer Opnametrack Maatsoort Tempo de parts • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • U kunt het volume van elk van de acht parts aanpassen via de paneelschuifregelaars.
Pagina 35
Stap 4: Uw originele song creëren Beginnen met opnemen! Druk na het afronden van de opnamesetup op de knop [ F ] (afspelen) om het opnemen te beginnen. Druk op de knop [ F ] (afspelen) zodat zijn indicator knippert en start vervolgens het daadwerkelijke opnemen na een opmaat. Als u het eind van de bovenstaande muziek bereikt hebt, drukt u op de knop [ J ] (stoppen) om het opnemen te stoppen.
Pagina 36
Stap 4: Uw originele song creëren Herhaal de stappen 3 en 5 om andere verkeerde events te De instellingen van het speeleffect op de verbeteren. daadwerkelijk MIDI-data toepassen. De instellingen van het afspeeleffect wijzigen tijdelijk hoe Druk na het voltooien van het bewerken op de de songdata worden afgespeeld, maar wijzigen niet de knop [EXIT] om terug te keren naar de modus daadwerkelijke MIDI-data van de song zelf.
Pagina 37
Stap 5: Een patroon creëren De patronen van de MOTIF XS bevatten korte maar volledige instrumentale partijen die u kunt herhalen (loop), combineren en arrangeren in elke volgorde die u wilt, Zodat u over het basismateriaal voor het creëren van een song beschikt. In deze sectie wordt behandeld wat u in de modus Pattern kunt doen.
Pagina 38
Stap 5: Een patroon creëren De patchdisplay van de demo- De mixingdisplay van de patronen bekijken demopatronen bekijken Via de display Patch die u kunt oproepen via de knop [F4], Een mixing verwijst naar de instellingen voor de multitimbrale kunt u zien welke 'frase' er aan elke track van de patroon- toongenerator voor het afspelen van de patronen.
Pagina 39
Stap 5: Een patroon creëren Een patroon creëren met Stel de volgende parameters in in de display Record Setup. arpeggio Naast het creëren van een patroon door uw toetsenspel op Druk om de gewenste track te selecteren op de knop de conventionele manier op te nemen, kunt u ook de krach- [TRACK] (het lampje licht op) en druk vervolgens op tige arpeggioafspeelfunctie van de MOTIF XS (hieronder...
Pagina 40
Stap 5: Een patroon creëren 1 Stel Recording Type in op 'slice+seq'. Sluit een audioapparaat (cd-speler, enz.) aan 2 Stel Input Source in op 'A/D Input'. op de aansluiting A/D INPUT op het achter- 3 Stel de parameter Stereo/Mono in op 'stereo'. paneel.
Pagina 41
Stap 5: Een patroon creëren Start de cd-speler. Sample Edit Slice Aangezien het triggerniveau hier is ingesteld op '1', begint het samplen automatisch zodra het audiosignaal We kunnen nu de functie Slice gebruiken om de opgenomen van de cd-speler binnenkomt. Neem voor dit voorbeeld sample aan te passen aan het tempo.
Pagina 42
Druk achtereenvolgens op de toetsen waaraan de sampleslices zijn toegewezen (vanaf C1 bij de MOTIF XS6, E0 bij de MOTIF XS7 en A-1 bij de MOTIF XS8) om te controleren of de hande- ling Slice wel of niet goed is uitgevoerd.
Pagina 43
Download het USB-MIDI-stuurprogramma van computer of het instrument vastloopt. onze website: PAS OP http://www.global.yamaha.com/download/usb_midi/ • Voordat u de computer op de aansluiting USB TO HOST Op de bovenstaande website vindt u ook informatie aansluit, haalt u de computer uit een eventuele energie- over de systeemvereisten.
Pagina 44
Stel de parameter MIDI IN/OUT in op 'mLAN'. IEEE1394-kabel kunnen worden verzonden. Zorg dat de mLAN-aansluiting van de MOTIF De MOTIF XS6/7 kan alleen op een mLAN-compatibel XS is ingeschakeld voor audiocommunicatie. apparaat of een computer uitgerust met de IEEE1394-...
Pagina 45
MOTIF XS met een computer via een IEEE1394-kabel in mLAN-aansluitingen van de MOTIF XS8 of een peer-to-peernetwerk wordt 'mLAN' genoemd in deze de mLAN16E2 die in de MOTIF XS6/7 is geïnstalleerd gebruikershandleiding en het MOTIF XS-instrument. Raadpleeg voor meer informatie en de laatste gegevens...
Pagina 46
Aansluiten op een computer Audiosignaalontvangst (*4) Als mLan-audioingangskanaal van de MOTIF XS zijn zowel de mLAN IN Main Out Monitor L/R en de mLAN IN Assignable Out Monitor L/R als de mLAN IN L/R beschikbaar. Deze kana- len kunnen worden gebruikt voor afluistering het geluid bij gebruik van de DAW-software op de computer.
Pagina 47
1 van usb of mLAN. Druk op [STORE] om deze instelling op te slaan. Stel dit bij een verbinding via usb-kabel in op 'Yamaha Druk op de knop [SONG] of [PATTERN] om de MOTIF XS6(7, 8)-1' of 'YAMAHA MOTIF XS6(7, 8) Port1'.
Pagina 48
MOTIF-RACK ES) in op poort 3 van usb of mLAN. Toongenerator- Toetsenbord Stel dit bij een verbinding via usb-kabel in op 'Yamaha blok (herkent (uitvoer via data van MIDI- MOTIF XS6(7, 8)-3' of 'YAMAHA MOTIF XS6(7, 8) Port3'.
Pagina 49
Integratie tussen Yamaha Editors en Cubase Yamaha en Steinberg zijn een samenwerkingsverband aangegaan voor de ontwikkeling van een bruikbare en handige omge- ving voor effectief samengebruik van Yamaha-hardware (waaronder de MOTIF XS) met Steinberg-software. In deze sectie wordt uitgelegd hoe u Cubase 4 en de speciale gezamenlijke Yamaha/Steinberg Studio Connections-software kunt gebruiken.
Pagina 50
De MOTIF XS Editor gebruiken Studio Manager V2 is een cross-platformtoepassing waarmee 1. Als stand-alone editor gebruiken. u meerdere Editors kunt opstarten die Yamaha-hardware- De MOTIF XS Editor is een clienttoepassing die Studio producten op afstand besturen en waarmee u instellingen Manager als host gebruikt.
Pagina 51
Een DAW op uw computer bedienen vanaf de MOTIF XS De MOTIF XS beschikt over een zeer handige modus Remote Control waarmee u de DAW-software op uw computer kunt bedienen via het MOTIF XS-paneel (als het instrument op de computer is aangesloten via usb). U kunt bijvoorbeeld het starten en stoppen van het afspelen van de DAW-software op de computer regelen met de SEQ TRANSPORT-knoppen en de songpositie van de DAW-software instellen met de datadraaischijf of knoppen [INC/YES] en [DEC/NO] in plaats van met de muis of het toetsenbord van de computer.
Pagina 52
MOTIF XS' dat aan het overzicht is toegevoegd. en voert de vereiste instellingen uit. Stel de MIDI Input Port in op 'Yamaha MOTIF XS6(7, 8)- Stel zowel Input Port als Output Port in op 'Yamaha 2' of 'YAMAHA MOTIF XS6(7, 8) Port2' of 'mLAN MIDI In MOTIF XS6 (7, 8) Port2'.
Pagina 53
Remote Control Function List in de Data List 2 computer en de MOTIF XS mogelijk is, roept het (pdf-documentatie) die van de online Yamaha Manual Library indrukken van de knop [REMOTE ON/OFF] de display (handleidingenbibliotheek) kan worden gedownload. Bezoek...
Pagina 54
Basissectie Basisstructuur Modusstructuur Om de bediening van de MOTIF XS zo soepel mogelijk te maken zijn alle functies en handelingen in modi gegroepeerd, waarvan een aantal ook nog een aantal 'submodi' bevat. De MOTIF XS beschikt over negen hoofdmodi die in verschillende submodi zijn onderverdeeld.
Pagina 55
Basisstructuur Modi selecteren Het selecteren van modi en submodi gebeurt via de overeenkomstige modusknoppen te gebruiken. Raadpleeg voor meer infor- matie de voorgaande modustabel. Druk op de knop [EXIT] als u van een submodus terug wilt naar de bovenliggende modus. MODE VOICE PERFORM...
Pagina 56
Basisstructuur Toongeneratorblok Het toongeneratorblok is het blok dat feitelijk geluid produceert in reactie op MIDI-boodschappen die binnenkomen van het sequencerblok, regelblok, arpeggioblok en van het externe MIDI-instrument via de MIDI IN-aansluiting of de usb-aansluiting. De structuur van het toongeneratorblok verschilt en is afhankelijk van de modus. praktisch voorbeeld van dit geluid is een pianovoice die met Toongeneratorblok in de modus zes verschillende samples wordt samengesteld.
Pagina 57
Basisstructuur Authentiek geluid bij noot loslaten Conventionele synthesizers zijn niet goed in het reproduceren (Oscillator) Laagfrequente van het geluid dat wordt geproduceerd als de noot bij een oscillator akoestisch instrument wordt losgelaten. De MOTIF XS repro- Waveform (AWM2) duceert het geluid dat wordt geproduceerd als de noot bij een akoestisch instrument wordt losgelaten, door de para- meter XA Control van een bepaald element in te stellen op 'key off sound' (geluid voor noot uit).
Pagina 58
Basisstructuur Amplitudegerelateerde parameters kunnen worden ingesteld door het bewerken van parameters die uniek zijn per part, en in de display Amplitude (pagina's 122 en 131), de display parameters die gemeenschappelijk zijn voor alle parts. Amplitude EG (pagina 123) en de display Amplitude Scale (pagina 124) van de modus Voice Edit.
Pagina 59
Basisstructuur Maximale polyfonie Maximale polyfonie verwijst naar het hoogste aantal noten dat tegelijk kan worden geproduceerd door de interne toongenerator van het instrument. De maximale polyfonie van deze synthesizer is 128. Als het interne toongeneratorblok meer noten ontvangt, worden eerder gespeelde noten afgekapt.
Pagina 60
Basisstructuur Scènetrack Pattern Chain (patroonketen) Op deze track kunt u wijzigingen van de scène-instellingen opnemen, zoals de status van trackdemping en solo. Deze Via de patroonketen kunt u verschillende secties achter kunnen worden ingesteld in de display Song Play (pagina 178) elkaar knopen (binnen een patroon) om zo een complete en tijdens het songafspelen worden terugroepen.
Pagina 61
Basisstructuur Sequencerblok dat wordt toegepast Afspeeleffect (Play Effect; Play FX) op zowel song als patroon Via speeleffecten kunt u het ritmische gevoel van het afspelen van het patroon wijzigen door de timing en aanslagsnelheid van de noten tijdelijk en alleen bij het afspelen te wijzigen, MIDI-tracks en audiotracks waardoor de oorspronkelijke data ongewijzigd blijven.
Pagina 62
Basisstructuur Arpeggioblok Met dit blok kunt u automatisch muzikale en ritmische frasen triggeren met de huidige voice. Hiervoor slaat u gewoon een of meer noten op het toetsenbord aan. De arpeggiosequence verandert in overeenstemming met de noten of akkoorden die u speelt, zodat u bij het componeren en spelen een grote verscheidenheid inspirerende muzikale frasen en ideeën ter beschikking hebt.
Pagina 63
Basisstructuur 6 Lengte Arpeggiotypen met '_XS' aan het eind van de typenaam (bijvoorbeeld: Rock1_XS) Geeft de datalengte (aantal maten) van het arpeggiotype aan. Als de parameter Loop is ingesteld op 'off', speelt het Deze arpeggio's gebruiken een nieuw ontwikkelde akkoord- arpeggio gedurende deze lengte af en stopt dan.
Pagina 64
Arpeggio Type Alleen afspelen van gespeelde noten Lijst in de Data List 2 (pdf-documentatie), die beschikbaar is op de online Yamaha Manual Library Het arpeggio wordt alleen met behulp van de gespeelde noot (handleidingenbibliotheek). en de overeenkomstige octaafnoten afgespeeld.
Pagina 65
Basisstructuur een andere sequence afgespeeld afhankelijk van de volg- Tips voor arpeggioafspelen orde waarin u de noten speelt. Aangezien deze typen zijn geprogrammeerd voor normale voices, is het resultaat bij het gebruik met drumvoices mogelijk niet muzikaal verantwoord. Arpeggioafspelen in de modus Voice Play Speel het arpeggio eens af dat aan de vooraf ingestelde Arpeggiotypen voor drumvoices (preset) voice is toegewezen.
Pagina 66
Basisstructuur Als de parameter Arpeggio With Voice Switch ingesteld Afspelen en opnemen van het arpeggio is op 'on', wordt de geschikte voice voor dit arpeggio- in de modus Performance type automatisch geselecteerd. Het afspelen van het geselecteerde arpeggio Roep enkele van de performances op van de gebruikersbanken (user banks) 1 –...
Pagina 67
Basisstructuur Regelblok Dit blok bestaat uit het toetsenbord, pitchbend- en modulatiewielen, ribboncontroler, draaiknoppen, schuifregelaars, enz. Het toetsenbord zelf genereert geen geluiden maar genereert en verzendt noot aan/uit-, aanslag- en andere gegevens (MIDI-boodschappen) naar het toongeneratorblok van de synthesizer wanneer u noten speelt. De regelaars genereren en verzenden ook MIDI-boodschappen.
Pagina 68
Basisstructuur Raadpleeg voor meer informatie over het gebruik van de Draaiknoppen en schuifregelaars draaiknoppen en schuifregelaars in de respectievelijke modi pagina 90 (modus Voice), pagina 136 (modus Performance) en pagina 180 (modi song en pattern). Via deze acht draaiknoppen kunt u verschillende aspecten van het geluid van de voice in realtime wijzigen, terwijl u speelt.
Pagina 69
Basisstructuur Effectverbindingen in elke modus In de modus Voice Voice Invoegeffect A Element of drumtoets Mastereffect Master-EQ Element-EQ Invoegeffect B Retourniveau Element 1 – 8 Drumtoets C0 – C6 Reverb AD-part (ingesteld in de modus Utility) Chorus naar Zendniveau reverb Chorus 1 Hiermee stelt u de parameters in voor de parameters in.
Pagina 70
Reverb die de akoestiek van een concertzaal emuleert de modus Mixing Common Edit. met het algoritme dat is afgeleid van de Yamaha De op pagina 69 aangegeven effectinstellingen van 1 – 3 ProR3. voor de modus Voice zijn van toepassing op maximaal acht parts waarvoor het invoegeffect is aangezet.
Pagina 71
✔ SPX ROOM Reverb die de akoestiek van ✔ ✔ VCM FLANGER Flanger met VCM-technologie dat een ruimte emuleert die is een vintage-geluid produceert. afgeleid van de Yamaha SPX1000. ✔ ✔ CLASSIC Een conventioneel type flanger. FLANGER ✔ R3 PLATE –...
Pagina 72
Basisstructuur Compressor Effecttype Beschrijving Een compressor is een effect dat gewoonlijk wordt gebruikt om ✔ ✔ DYNAMIC Dynamisch geregeld filter de dynamiek (volumeverschillen) van een audiosignaal te FILTER begrenzen of te comprimeren. Voor signalen die erg verschil- ✔ AUTO SYNTH –...
Pagina 73
Bepaalt de diepte van de amplitudemodulatie. AM Inverse R Bepaalt de fase van de amplitudemodulatie voor het R-kanaal. REV-X is een reverb-algoritme dat door Yamaha is ontwikkeld. AM Speed Bepaalt de snelheid van de amplitudemodulatie. Het geeft een hoge dichtheid, rijk weergalmende geluids- AM Wave Selecteert de golfvorm voor het moduleren van de amplitude.
Pagina 74
Basisstructuur Parameternaam Beschrijvingen Parameternaam Beschrijvingen Depth Als er een phaser-type geselecteerd is, bepaalt deze parameter de Formant Offset Deze parameter van de Vocoder voegt de offsetwaarde toe aan de amplitude van de LFO-golfvorm die de cyclische verandering van de afsnijfrequentie van de BPF voor de instrumentinvoer. fasemodulatie regelt.
Pagina 75
Basisstructuur Parameternaam Beschrijvingen Parameternaam Beschrijvingen Mic Gate Bepaalt het drempelniveau van de noise gate voor het microfoongeluid. Presence Deze parameter van het gitaarversterkereffect (guitar amp) regelt de Threshold hoge frequenties. Mic Level Bepaalt het ingangsniveau van het microfoongeluid. Ratio Bepaalt de verhouding van de compressor. Mic L-R Angle Bepaalt het hoek tussen L en R van de microfoon.
Pagina 76
Basisstructuur Over MIDI MIDI (Musical Instrument Digital Interface) is een standaard waardoor elektronische muziekinstrumenten met elkaar kunnen communiceren door het verzenden en ontvangen van compatibele noten, besturingswijzigingen, programmawijzigingen en en verscheidene andere typen MIDI-data of -boodschappen. Deze synthesizer kan een MIDI-apparaat besturen door nootgerelateerde data en verscheidene soorten besturingsdata te versturen.
Pagina 77
Basisstructuur besturingswijzigingscategorie, verderop, maar aangezien deze Sustain (Hold 1; vasthouden) (besturingsnummer 064) drie events in de MOTIF XS worden gebruikt om voices te selec- Deze MIDI-boodschap vertegenwoordigt sustainpedaal-aan/uit- teren, staan ze hier gegroepeerd en beschreven. Bankselectie- handelingen. Noten die spelen terwijl het pedaal ingetrapt is MSB en -LSB selecteren de voicebank.
Pagina 78
Basisstructuur aangegeven, wordt de volgende data-invoerboodschap ont- Kanaalaftertouch (CAT) vangen op hetzelfde kanaal, verwerkt als de waarde van die NRPN. Voorkom bedieningsfouten door een RPN-nulboodschap (7FH, 7FH) te verzenden na het gebruik van deze bood-schappen om een besturingshandeling uit te voeren. Raadpleeg 'NRPN' voor informatie over de parameter (pagina 79).
Pagina 79
Basisstructuur Niet-geregistreerd parameternummer (NRPN) parameters, is het normaal om de onafhankelijk besturings- wijzigingparameters te gebruiken in plaats van de NRPN. Dit MIDI-event kan niet door het toongeneratorblok worden verwerkt, alhoewel het kan worden opgenomen in een song- of patroontrack. Systeemexclusief NRPN- Data-invoer nummer MSB-...
Pagina 80
Basisstructuur Geheugenstructuur Dit diagram geeft informatie over de relatie tussen de functies van de MOTIF XS, het interne geheugen en externe apparaten, zoals een usb-opslagapparaat of computer. Interne datacommunicatie Intern geheugen Datacommunicatie tussen deze Terugroepbuffer (Recall) Vooraf ingestelde (preset) synthesizer en een extern apparaat Vergelijkingsbuffer data (ROM) (Compare)
Pagina 81
Basisbediening van de geselecteerde modus. (In bepaalde displays zijn er De cursor verplaatsen geen subfunctie voor deze knoppen.) De voorbeelddisplay hieronder wordt opgeroepen door op de Gebruik deze vier knoppen om door de display te navigeren, knop [F5] te drukken en vervolgens op de knop [SF1]. waardoor de cursor door de verscheidene te kiezen items en parameters in het scherm beweegt.
Pagina 82
Basisbediening Dit geeft aan dat u het overzicht op kunt roepen door op Naam geven (lettertekens invoeren) de knop [SF6] LIST te drukken. U kunt vrijelijk een naam aan de data die u hebt gecreëerd, zoals voices, performances, songs, patronen en bestanden die naar een usb-opslagapparaat zijn weggeschreven.
Pagina 83
Elk van de volgende interfaces kan worden gebruikt voor MIDI-dataverzending/-ontvangst: de MIDI-aansluitingen, de mLAN-aansluiting (alleen beschikbaar op de MOTIF XS8 of op de MOTIF XS6/7 met een optionele mLAN16E2 geïnstalleerd) of de usb-aansluiting. Ze kunnen echter niet tegelijkertijd worden gebruikt. Selecteer welke aansluiting wordt gebruikt voor MIDI-dataoverdracht in de display MIDI (pagina 267) van de modus Utility.
Pagina 84
Via MTC (MIDI-tijdcode) kunt u gelijktijdig meerdere audioapparaten synchroniseren via standaard-MIDI-kabels. Deze tijdcode bevat data die overeenkomen met uren, minuten, seconden en frames. De MOTIF XS verzendt geen MTC. Er is een instrument zoals de Yamaha AW2400 dat MTC kan verzenden nodig als MTC-master. MIDI OUT...
Pagina 85
(stroomvoorziening via host-apparaat) als apparaten met eigen voeding (batterij of externe stroomvoorziening) gebruiken. Het is mogelijk dat de MOTIF XS niet alle op de markt verkrijgbare usb-opslagapparaten ondersteunt. Yamaha kan de werking van usb-opslagapparaten die u aanschaft niet garanderen. Raadpleeg uw Yamaha-leverancier of een geautoriseerde Yamaha-vertegenwoordiger (zie het overzicht achter in deze gebruikershandleiding) of bezoek de volgende website voordat u een usb-opslagapparaat aanschaft: http://www.yamahasynth.com/...
Pagina 86
Aansluitingen Uw data beveiligen (schrijfbeveiliging) Pas de schrijfbeveiliging toe die bij het opslagapparaat of het -medium is geleverd, om te voorkomen dat belangrijke data onopzettelijk worden gewist. Netwerkverbinding LAN-verbinding De MOTIF XS kan worden aangesloten op een LAN-netwerk via de ETHERNET-kabel. Als de MOTIF XS is aangesloten op het LAN-netwerk, kunt u in de modus File het op de MOTIF XS gecreëerde bestand wegschrijven naar het computerstation dat op hetzelfde netwerk is aangesloten.
Pagina 87
Aansluitingen van de parameters 5 – 9 niet nodig. Stel deze para- computer tot stand wordt gebracht. De gedeelde mappen meter in op 'Off' als uw netwerk geen apparaat met de van de geselecteerde computer worden vermeld in het veld Sharing Point ( 2 ).
Pagina 88
Naslagwerk Het toetsenbord bespelen in de modus Voice Play De modus Voice wordt gebruikt voor het selecteren, bespelen en bewerken van de gewenste voice. De modus Voice Play is de 'hoofdingang' van de modus Voice, en hier kiest en bespeelt u een voice. Enkele voice-instellingen kunnen ook in deze modus worden bewerkt.
Pagina 89
Het toetsenbord bespelen in de modus Voice Play Uw favoriete voices in de categorie met Selecteer een voice. favorieten registreren Selecteer de gewenste voice met de knoppen [INC/YES] en [DEC/NO] of de datadraaischijf en zo de cursor om- hoog of omlaag in het voiceoverzicht te bewegen. Druk op de knop [VOICE] om de modus Voice Play te activeren.
Pagina 90
Het toetsenbord bespelen in de modus Voice Play Draaiknopfuncties Knop [SELECTED PART CONTROL] CUTOFF RESONANCE AT TACK DECAY SUSTAIN RELEASE ASSIGN 1 ASSIGN 2 TONE 1 EQ LOW EQ MID F EQ MID Q EQ HIGH REVERB CHORUS SELECTED PART TONE 2 CONTROL QUANTIZE...
Pagina 91
Het toetsenbord bespelen in de modus Voice Play Functies schuifregelaars Octaafinstelling van het toetsenbord Via de acht schuifregelaars kunt u het volume aanpassen van Soms als u een voice bespeelt kan het voorkomen dat u met een de acht elementen (pagina 56) die de huidige normale voice hogere of lagere toonhoogte wilt spelen.
Pagina 92
Het toetsenbord bespelen in de modus Voice Play 1 Voicebank 3 Categorie (hoofdcategorie 1/hoofdcategorie 2) Geeft de bank van de huidige voice aan. Geeft de hoofdcategorie van de geselecteerde voice aan. De voicebank is het geheugen dat de data van normale voices 'Categorie' is een trefwoord dat de instrumenteigenschappen of en drumvoices bevat.
Pagina 93
Het toetsenbord bespelen in de modus Voice Play ! [F1] Play (Voice Play) 6 Mono/Poly Door op deze knop te drukken gaat u van de voorgaande Geeft aan of de huidige voice is ingesteld op Mono (er kan display terug naar de display Voice Play. slechts één noot tegelijk worden bespeeld) of Poly (er kunnen meerdere noten tegelijk worden gespeeld).
Pagina 94
Het toetsenbord bespelen in de modus Voice Play 1 AEG (Amplitude-EG) Portamento op de voice toepassen Met behulp van de AEG kunt u de volumeovergang bepalen van het begin tot het einde van het geluid. Volg de onderstaande instructies om portamento op de Attack (Attack Time, attacktijd) huidige voice die u op het toetsenbord speelt, toe te passen.
Pagina 95
Het toetsenbord bespelen in de modus Voice Play Reso (Resonance, resonantie) Arpeggio-instellingen: [F4] Arpeggio Hiermee bepaalt u de nadruk die aan de afsnijfrequentie wordt gegeven. Hogere waarden resulteren in een meer geprononceerd effect. Deze display bepaalt de basisinstellingen voor het arpeggio. Instellingen: -64 –...
Pagina 96
Een normale voice bewerken 'Bewerken' verwijst naar het proces van het creëren van een voice door de parameters te wijzigen die de voice vormen. Dit kan worden gedaan in de modus Voice Edit (voicebewerking), een submodus van de modus Voice. Om de modus Voice Edit te activeren, drukt u op de knop [VOICE] om eerst de modus Voice op te roepen en vervolgens op de knop [EDIT] te drukken.
Pagina 97
Een normale voice bewerken Edit te activeren en vervolgens nogmaals op de knop Handige functies voor het bewerken [EDIT] om de modus Compare op te roepen. van voices Vergelijkingsindicator (geluid voor bewerking) Een element aan- en uitschakelen Druk nogmaals op de knop [EDIT] om terug te In de modus Voice Edit kunt u altijd de nummerknoppen [1] –...
Pagina 98
Een normale voice bewerken Gemeenschappelijke bewerkingsparameters (Common Edit) [VOICE] ➞ Selectie normale voice selection ➞ [EDIT] ➞ [COMMON EDIT] Via Common Edit kunt u de parameters bewerken die alle elementen van de geselecteerde normale voice gemeenschappelijk hebben. Over de asterisktekens (*) Omdat voor gebruikers die voor het eerst voicebewerking gebruiken het grote aantal parameters verwarringwekkend kan zijn, zijn de meeste basis en eenvoudig-te-begrijpen parameters gemarkeerd met een asterisk (sterretje).
Pagina 99
Een normale voice bewerken 2 Pan* Microstemmingsoverzicht Hiermee wordt de stereopanpositie van de voice bepaald. U Grond- Micro- kunt deze parameter ook aanpassen met de knop PAN op het toon stem- bedieningspaneel. Type micro- Omschrijving mings- stem- Instellingen: L63 (uiterst links) – C (midden) – R63 (uiterst rechts) ming Merk op dat deze parameter Voice Pan weinig of geen Equal (gelijk-...
Pagina 100
Een normale voice bewerken ) Key Assign Mode Overige instellingen: [SF3] Other Als deze parameter op 'single' wordt ingesteld, wordt dubbel afspelen van dezelfde noot voorkomen. Dit is handig wanneer Via deze display kunt u de regelfuncties voor de draaiknoppen twee of meer 'exemplaren' van dezelfde noot vrijwel tegelijker- instellen en het op-neerbereik voor het pitchbendwiel.
Pagina 101
Een normale voice bewerken spelen: soft (1 – 34) en hard (93 – 127). Noten die met een Arpeggio-instellingen: gemiddelde aanslagsnelheid tussen 35 en 92 worden gespeeld, laten het arpeggio niet spelen. [F2] ARP Main (Arpeggio Main) Instellingen: 001 – 127 Deze display bepaalt de basisinstellingen van het arpeggio.
Pagina 102
Een normale voice bewerken 8 Velocity Mode % Velocity Rate Past de aanslagsnelheid van de arpeggionoten aan. Bepaalt de offsetwaarde waarmee de arpeggionoten ten opzichte van hun oorspronkelijke aanslagsnelheid worden Instellingen: original, thru verschoven. Als de resulterende aanslagwaarde minder dan original nul is, krijgt deze de waarde 1, en als de resulterende aanslag- Het arpeggio speelt af met de voor afingestelde aanslagsnelheden die...
Pagina 103
Een normale voice bewerken 3 Quantize Strength 9 Trigger Mode Stelt de 'kracht' in waarmee nootevents naar de dichtstbij- Bij de instelling 'gate' zorgt een noot indrukken dat het zijnde quantizeertellen worden getrokken. De instelling 100% arpeggioafspelen begint en de noot loslaten dat het stopt. Bij leidt tot een exacte timing die is ingesteld via de parameter de instelling 'toggle' zorgt een noot indrukken dat het Quantize Value hierboven.
Pagina 104
Een normale voice bewerken Assign1 Regelaarinstellingen: Assign2 Geeft de draaiknoppen aan met het bijschrift 'ASSIGN 1' en 'ASSIGN 2' [F4] Ctrl Set (Controller Set) waarbij het lampje TONE 1 aan is. A. Func 1 De regelaars zoals draaiknoppen op het bedieningspaneel A.
Pagina 105
Een normale voice bewerken 5 Graph (alleen indicatie) 4 Phase De horizontale as geeft de waarde aan die wordt gegenereerd Bepaalt het fasepunt voor de start van de LFO-golfvorm na via de Source van de geselecteerde Set, terwijl de verticale as het resetten.
Pagina 106
Een normale voice bewerken each-on LFO-effectinstellingen: De LFO wordt gereset bij elke noot die u speelt en de waveform wordt gestart op het fasepunt dat u hebt aangegeven bij de parameter Phase [SF2] Set (Common LFO Set) (hiervoor). Vanuit deze display kunt u de bestemmingsparameter voor de LFO (welk aspect van het geluid de LFO bestuurt), de elemen- Tijd ten die worden beïnvloed door de LFO en de LFO-diepte...
Pagina 107
Een normale voice bewerken de waarde 0, en als de resulterende regeldieptewaarde groter is U kunt de knop [SF5] Random gebruiken om de basisgolf- dan 127, krijgt deze de waarde 127. vorm willekeurig te selecteren. Elke keer als u op de knop Instellingen: 0 –...
Pagina 108
Een normale voice bewerken 1 Element Out 1 – 8* 5 Chorus (Chorus Category/Type)* Bepaalt welk invoegeffect (A of B) wordt gebruikt voor de Selecteert een choruseffecttype na het selecteren van een verwerking van elk afzonderlijk element. Bij de instelling 'thru' categorie.
Pagina 109
Een normale voice bewerken 1 Category Effectparameterinstellingen: [SF2] Ins A, 2 Type [SF3] Ins B, [SF4] Reverb, [SF5] Chorus In de kolom Category kunt u een van de effectcategorieën selecteren, die elk soortgelijke effecttypen bevatten. In de Van deze displays kunt u de effectgerelateerde parameters kolom Type kunt u een van de effecttypen selecteren die in de instellen als de parameter INSERTION CONNECT (2) is geselecteerde categorie worden opgesomd.
Pagina 110
Een normale voice bewerken 8 Formant Shift Hiermee bepaalt u de mate (in BPF) waarmee de waarde van de afsnijfrequentie van de BPF's (voor de instrumenteningang) wordt verschoven. Deze parameter kan worden gebruikt om de toonhoogte van het vocodergeluid aan te passen. Instellingen: -2, -1, +0, +1, +2 9 Formant Offset Past de afsnijfrequenties van alle BPF's (voor de instrumenten-...
Pagina 111
Een normale voice bewerken Vocoderstructuur De vocoder als de invoegeffect-verbinding De menselijke stem bestaat uit geluiden die door de stem- selecteren. banden worden gegenereerd en gefilterd door de keel, neus Druk in de modus Voice Play op de knop [EDIT] en en mond.
Pagina 112
Een normale voice bewerken Elementbewerkingsparameters [VOICE] ➞ Selectie normale voice ➞ [EDIT] ➞ [1] – [8] Als u de geluiden wilt bewerken die de voice vormen en de basisparameters die het geluid bepalen, zoals oscillator, toonhoogte, filter, amplitude en EG (envelopegenerator), roep dan de display Element Edit op. Over de asterisktekens (*) Omdat voor gebruikers die voor het eerst voicebewerking gebruiken het grote aantal parameters verwarringwekkend kan zijn, zijn de meeste basis en eenvoudig- te-begrijpen parameters in deze sectie gemarkeerd met een asterisk (sterretje).
Pagina 113
Een normale voice bewerken 3 Element Group key off sound Als dit is geselecteerd, klinkt het element elke keer als u de noot loslaat. Bepaalt de groep van de XA-modus zodat de elementen van wave cycle dezelfde groep in volgorde of willekeurige worden opgeroepen. Als dit voor meerdere elementen is geselecteerd, geven de elementen Wijs hetzelfde groepnummer toe aan de elementen met het- beurtelings geluid volgens de numerieke volgorde, elke keer als u een...
Pagina 114
Een normale voice bewerken ) Vel Cross Fade (Velocity Cross Fade) Toonhoogte-instellingen: [F2] Pitch Dit bepaalt hoe geleidelijk het geluid van een element in volume afneemt in verhouding tot de afstand van aanslag- veranderingen buiten de instelling Velocity Limit ()). De instelling 0 geeft geen geluid buiten het aanslagbereik Stemmen en toonhoogteschalen: (Velocity Limit).
Pagina 115
Een normale voice bewerken 6 Pitch Key Follow Toonhoogte Bepaalt de gevoeligheid van het Key Follow-effect (de toonhoogte-interval van aangrenzende noten), waarbij de Attackniveau toonhoogte van de Center Key (middentoets) (7) als stan- daard wordt genomen. Bij +100 (de normale instelling), wordt Decay1 -niveau Hold-...
Pagina 116
Een normale voice bewerken 7 Attack Level $ EG Time Velocity Sens (EG Time Velocity Sensitivity) Bepaalt de normale toonhoogte voor de ingedrukte noot. Bepaalt hoe de PEG-doorlooptijd (snelheid) reageert op aan- 8 Decay 1 Level slagsnelheid, of de kracht waarmee de noot wordt ingedrukt. Bij het instellen op een positieve waarde, resulteren hoge aanslag- Bepaalt het toonhoogteniveau dat het geluid bereikt vanaf het snelheden in hoge PEG-doorloopsnelheden terwijl lage aan-...
Pagina 117
Een normale voice bewerken & Center Key Over filtertypen Bepaalt de centrale noot of toonhoogte voor EG Time Key LPF (Low Pass Filter. laagdoorlaatfilter) Follow (^). Als de Center Key-noot wordt gespeeld, gedraagt Dit is een filtertype dat alleen signalen onder de afsnijfrequentie de PEG zich overeenkomstig zijn feitelijke instellingen.
Pagina 118
Een normale voice bewerken BPF6 Duaal BEF De combinatie van een -6 dB/oct HPF en LPF. Twee parallel aangesloten -6 dB/oct bandsperfilters. Niveau Niveau Doorgelaten bereik Afsnijbereik Afsnijbereik Afsnijbereik Afstand (9) Resonantie (4) Frequentie Frequentie Doorgelaten bereik Afsnijfrequentie (2) Afsnijfrequentie BPFw Alleen de lagere afsnijfrequentie wordt rechtstreeks in de display ingesteld.
Pagina 119
Een normale voice bewerken 4 Resonance*/ Width 9 Distance De functie van deze parameter varieert, afhankelijk van het Bepaalt de afstand tussen de twee afsnijfrequenties voor geselecteerde filtertype. Als het geselecteerde filter een LPF, duale filtertypen (die twee paralelle identieke filters bevatten) HPF, BPF (met uitzondering van de BPFw) of BEF is, wordt en het type LPF12 + BPF6.
Pagina 120
Een normale voice bewerken 8 Decay 1 Level (decay1-niveau) Toonhoogte Bepaalt het niveau dat de afsnijfrequentie bereikt vanaf het attackniveau, nadat de decay1-tijd is verstreken. Attackniveau 9 Decay 2 Level (decay2-niveau) Decay1 -niveau Hold- Bepaalt de afsnijfrequentie die wordt aangehouden zolang de Decay2- niveau niveau...
Pagina 121
Een normale voice bewerken $ EG Time Velocity Sens EG Time Key Follow en Center Key (EG Time Velocity Sensitivity) Positieve waarde Bepaalt hoe de FEG-doorlooptijd (snelheid) reageert op aan- slagsnelheid, of de kracht waarmee de noot wordt ingedrukt. Hogere Negatieve waarde snelheid Bij het instellen op een positieve waarde, resulteren hoge...
Pagina 122
Een normale voice bewerken 3 Level Velocity Sens Offset Instelvoorbeeld van filterschaalverdeling U kunt filterschaalverdeling het gemakkelijkst begrijpen aan (Level Velocity Sensitivity Offset) de hand van een voorbeeld. Voor de instellingen die in de Verhoogt of verlaagt het bij de Level Velocity Sensitivity (2) voorbeelddisplay hieronder worden weergegeven, is de aangegeven niveau.
Pagina 123
Een normale voice bewerken 8 Alternate Pan Time* Bepaalt de hoeveelheid waarmee het geluid beurtelings links Met de parameters Time (tijd) kunt u de tijd tussen de aan- en rechts wordt gepand voor elke noot die u indrukt, uitgaande grenzende punten van het niveauparameters onder instellen. dat u hiervoor de panpositie in het midden hebt ingesteld.
Pagina 124
Een normale voice bewerken ) Half Damper Time snelheden resulteren. Bij de instelling 0 wijzigt de AEG- doorloopsnelheid niet, ongeacht welke noot wordt ingedrukt. Bepaalt hoe snel het geluid terugvalt naar stilte, nadat de Instellingen: -200% – 0% – +200% toets wordt losgelaten terwijl u de voetregelaar FC3 ingedrukt houdt en de parameter Half Damper Switch (9) aan is.
Pagina 125
Een normale voice bewerken 5 – 8 Offset 1 – 4 De LFO herhaalt vrijelijk zonder toetssynchronisatie. Als er op een toets Bepaalt de offsetwaarde voor het niveau bij elk breekpunt. wordt gedrukt, wordt de LFO-golf gestart, ongeacht de fase waarin de Instellingen: -128 –...
Pagina 126
Een normale voice bewerken Instellingen equalizer (EQ): [F6] EQ Als EQ Type is ingesteld op 'PEQ' De parametrische EQ voor de enkele band wordt gebruikt om Via deze display kunt u de EQ-parameters instellen per signaalniveaus te verzwakken of te versterken (gain) rond de element.
Pagina 127
Een drumvoice bewerken 'Bewerken' verwijst naar het proces van het creëren van een voice door de parameters te wijzigen die de voice vormen. Dit kan worden gedaan in de modus Voice Edit (voicebewerking), een submodus van de modus Voice. In deze sectie zullen we u laten zie hoe u een drumvoice kunt bewerken.
Pagina 128
Een drumvoice bewerken opgeslagen in het interne gebruikersgeheugen (flash- PAS OP rom) en worden zelfs vastgehouden als het instrument De bewerkte voice gaat verloren als u een andere voice selecteert wordt uitgezet. Dit betekent dat u de data niet hoeft weg of het instrument uitzet.
Pagina 129
Een drumvoice bewerken % REV SEND (Key Reverb Send) Bepaalt het niveau van het drumtoetsgeluid (het omzeilde signaal) dat naar het reverbeffect wordt gezonden. De instel- ling hier is alleen beschikbaar als de parameter Insertion Effect Out (1) is ingesteld op 'thru'. Instellingen: 0 –...
Pagina 130
OUTPUT 14 Mono toestaan. Instellingen: off, 1 – 127 De mLAN-instellingen (m1 – m14) zijn alleen beschikbaar voor de MOTIF XS8. De mLAN-instellingen zijn alleen beschikbaar voor MOTIF XS6/7 als er een optionele mLAN16E2 is geïnstalleerd. MOTIF XS-gebruikershandleiding...
Pagina 131
Een drumvoice bewerken # Coarse (Pitch Coarse Tuning)* 2 Cutoff Velocity Sens (Cutoff Velocity Sensitivity)* Bepaalt de toonhoogte van elke drumtoets in halve noten. Instellingen: -48 semi – +0 semi – +48 semi Bepaalt hoe de afsnijfrequentie reageert op aanslagsnelheid, of de kracht waarmee u de noten speelt.
Pagina 132
Een drumvoice bewerken 4 Alternate Pan Instellingen equalizer (EQ): [F6] EQ Bepaalt de mate waarin het geluid beurtelings links en rechts wordt gepand voor elke noot die u indrukt, ervan uitgaande Via deze display kunt u de EQ-parameters instellen per dat u hiervoor de panpositie in het midden hebt ingesteld.
Pagina 133
Voice Job: handige functies De modus Voice Job bevat enkele handige dataorganisatie- en -initialisatiehulpmiddelen, voor bij het creëren van voices en het archiveren. Voice Job: basisbediening De voice initialiseren: [F1] Init (Initialize) Druk in de modus Voice op de knop [JOB] om Met deze functie kunt u de standaardinstellingen van alle de modus Voice Job te activeren.
Pagina 134
Voice Job: handige functies 1 Voice als bron Als er een drumvoice is geselecteerd: Bepaalt de bank en het voicenummer dat moet worden geko- pieerd. De beschikbare parameters verschillen, afhankelijk van het type voice dat momenteel is geselecteerd (normaal of drum).
Pagina 135
Spelen in de modus Performance De modus Performance wordt gebruikt voor het selecteren, bespelen en bewerken van de gewenste performance. Performances kunnen worden opgebouwd uit maximaal vier parts (voices), die geselecteerd worden van de interne toongeneratorparts 1 - 4. De modus Performance Play is de 'hoofdingang' van de modus Performance en hier selecteert en bespeelt u een performance.
Pagina 136
Spelen in de modus Performance Arpeggioafspelen aan- en uitzetten Draaiknoppen gebruiken voor elk van de parts Een van de krachtigere speeleigenschappen van de MOTIF XS is zijn uitgebreide set realtime regelaars, met name de draai- U kunt het arpeggioafspelen voor elk van de parts van de knoppen en schuifregelaars.
Pagina 137
Spelen in de modus Performance De klankkleur veranderen. De display Performance Play Draaien aan de draaiknoppen verandert verschillende aspecten van het voicegeluid in realtime, terwijl u speelt. U kunt de display Performance Play oproepen door op de Als een van de lampjes TONE 1, TONE 2 of ARP FX aan knop [PERFORM] te drukken.
Pagina 138
Spelen in de modus Performance 6 Octave Performance-informatie: Geeft de via de OCTAVE-knoppen ingestelde octaafinstelling van het toetsenbord aan. Deze parameter bepaalt hoeveel [SF6] INFO (Information) hoger of lager de toonhoogte van alle toetsen ligt ten opzichte van de normale toonhoogte. Deze display geeft de informatie over de huidige performance.
Pagina 139
Spelen in de modus Performance 1 AEG (Amplitude EG) Bepaalt de volumedoorloop vanaf het moment dat een toets wordt ingedrukt tot het moment dat deze wordt losgelaten. De AEG bestaat uit vier parameters: Attacktijd, decaytijd, sustain- niveau en releasetijd. Raadpleeg voor meer informatie pagina 94. Instellingen: -64 –...
Pagina 140
Spelen in de modus Performance 2 Tempo weg naar een extern USB-geheugenopslagapparaat voordat u gaat opnemen. Bepaalt het arpeggiotempo. Raadpleeg voor meer informatie de display Arpeggio Main (pagina 154) van Part Edit. Procedure performance opnemen 3 Sync Quantize Value Bepaalt het daadwerkelijke tijdstip waarop het afspelen van Raadpleeg pagina 31 in de Startgids.
Pagina 141
7 Key On Start Switch ) Track Status (alleen indicatie) Bij de instelling 'on' start het opnemen onmiddellijk als u op Geeft aan of elk van de tracks van de geselecteerde song of een toets van het toetsenbord drukt. patroonsectie sequencedata bevat of niet. Instellingen: ! [SF1] ARP1 –...
Pagina 142
Een performance bewerken Bewerk de waarde met de knoppen [INC/YES], Functie Compare (vergelijken) [DEC/NO] en de datadraaischijf. Via de functie Compare (vergelijken) kunt u schakelen tussen de zojuist bewerkte performance en zijn origineel, de onbe- Herhaal de stappen 3 – 6 zo vaak als u wilt. werkte toestand, zodat u kunt horen hoe uw bewerkingen het geluid beïnvloeden.
Pagina 143
Een performance bewerken PAS OP Druk op de knop [ENTER]. (De display vraagt u om bevestiging.) Als u de opslaghandeling (Store) uitvoert, worden de instel- lingen in het bestemmingsgeheugen overschreven. Het is Druk op de knop [DEC/NO] om de opslaghandeling te verstandig belangrijke data altijd weg te schrijven naar een annuleren.
Pagina 144
Een performance bewerken Hoofdcategorie Subcategorie Gain (versterking) SpLyr Splits & Layers WWind Woodwind Brass Brass Guitr Guitar Bass Bass Cperc Chromatic Percussion Frequentie NoAsg Geen toewijzing – Sequence 3 banden Middle High Hard Hard Soft Soft Frequentie S.EFX Sound Effect NoAsg Geen toewijzing Bepaalt de middenfrequentie.
Pagina 145
Een performance bewerken 8 ARP Sync Quantize Value Overige instellingen: [SF4] Other Deze parameter is hetzelfde als de parameter Sync Quantize Value in de display Arpeggio display (pagina 139) van de Via deze display kunt u de regelfuncties voor de draaiknoppen modus Performance Play.
Pagina 146
Een performance bewerken Gain(versterking) Mastereffectinstellingen: [SF2] MasterFX Q (frequentiebandbreedte) Frequentie – Lo-Mid Hi-Mid High 5 banden 1 Shape Hier kunt u kiezen uit de twee equalizervormen: shelving of peaking. Deze parameter is beschikbaar voor Low en High. Instellingen: shelv, peak shelv (shelvingtype) Afhankelijk van de geselecteerde parameter verschijnt het Met dit type EQ-vorm kunt u het signaal verzwakken of versterken bij...
Pagina 147
U kunt onafhankelijke Controller Assign-instellingen De mLAN-ingangen (m1 – 14) zijn alleen beschikbaar op de per performance maken. MOTIF XS8. Dit is alleen beschikbaar voor de MOTIF XS6/7 als er een optionele mLAN16E2 is geïnstalleerd. Uitgangsinstellingen: [SF1] Output 1 Ribbon Controller Control No.
Pagina 148
Een performance bewerken L+R mono Invoegeffectverbinding van A/D-ingang: De L- en R-kanalen van de audio-invoer worden naar mono gemixt en verwerkt. [SF2] Connect stereo Beide L- en R-kanalen van de audio-invoer worden gebruikt. Via deze display kunt u de invoegeffecttypen instellen die 4 Output Select worden toegepast op het audio-invoersignaal in de modus Performance.
Pagina 149
Een performance bewerken Effectparameterinstellingen: Effectinstellingen: [F5] Effect [SF3] Ins A, [SF4] Ins B Via de volgende displays kunt u de effectverbinding en waarden van andere parameters instellen. Raadpleeg voor meer informatie over de structuur in de modus Performance pagina 69. Instellingen effectverbindingen: [SF1] Connect Deze display geeft in één oogopslag een totaaloverzicht van...
Pagina 150
Een performance bewerken 6 Reverb Return 1 Type Bepaalt het retourniveau van het reverbeffect. In de kolom Type kunt u een van de effecttypen selecteren die in de geselecteerde categorie worden opgesomd. Instellingen: 0 – 127 Instellingen: Details over de effecttypen staan beschreven op 7 Reverb Pan pagina 70.
Pagina 151
Een performance bewerken Partbewerkingsparameters (Part Edit) [PERFORM] ➞ selectie performance ➞ [EDIT] ➞ selectie part In de modus Performance Part Edit kunt u de parameters van de afzonderlijke parts bewerken, zoals voice, arpeggio, EG- en EQ-instellingen. Over de asterisktekens (*) Omdat voor gebruikers die voor het eerst voicebewerking gebruiken het grote aantal parameters verwarringwekkend kan zijn, zijn de meeste basis en eenvoudig-te-begrijpen parameters in deze sectie gemarkeerd met een asterisk (sterretje).
Pagina 152
Een performance bewerken # Portamento Mode niet gekopieerd als er een drumvoice wordt geselecteerd. Deze parameters worden echter wel gekopieerd als er een Bepaalt hoe portamento op uw toetsenspel wordt toegepast. normale voice wordt geselecteerd. Instellingen: fingered, fulltime Instellingen: off (niet gekopieerd), on (gekopieerd) fingered Portamento wordt alleen toegepast als u legato speelt (de volgende 5 Volume*...
Pagina 153
Diepte = 127 De mLAN-instellingen (m1 – m14) zijn alleen beschikbaar Diepte = 64 voor de MOTIF XS8. De mLAN-instellingen zijn alleen beschikbaar voor MOTIF XS6/7 als er een optionele mLAN16E2 is geïnstalleerd. Feitelijke aanslagresultaat (dat de Diepte = 32...
Pagina 154
Een performance bewerken sync-off Als Depth (hiervoor) Als Depth (hiervoor) Bij de instelling 'sync-off' wordt het arpeggio onhoorbaar voortgezet, = 64 en Offset = 32 = 64 en Offset = 96 ook als u de toetsen loslaat. Zodra u op een toets drukt, wordt arpeggioafspelen weer ingeschakeld.
Pagina 155
Een performance bewerken @ Bank* Als u dit instrument met een externe sequencer, MIDI computer of ander MIDI-apparaat gebruikt en u wilt deze Bepaalt de arpeggiobank die het gewenste arpeggiotype met dat apparaat synchroniseren, stel de parameter MIDI bevat. Selecteer 'PRE' als u een vooraf ingesteld arpeggio- Sync (5) in de display MIDI (pagina 267) van de modus type wilt selecteren.
Pagina 156
Een performance bewerken creëren, zoals shuffle en bounce. Deze parameter kan Arpeggio-instellingen: rechtstreeks via de draaiknop worden gewijzigd. Instellingen: -120 – +120 [F3] ARP Other (Arpeggio Other) 5 Velocity Rate Door de timing en aanslagsnelheid van de noten te veranderen, Bepaalt hoeveel de aanslagsnelheid van het arpeggio- kunt u het ritmische gevoel van het arpeggioafspelen afspelen wordt gewijzigd ten opzichte van de oorspronkelijke...
Pagina 157
Een performance bewerken ) Accent Vel Threshold EG-instellingen: [F4] EG (Accent Velocity Threshold) Enkele vooraf ingestelde arpeggiotypen bevatten de speciale U kunt het volumeverloop bepalen vanaf het moment dat een sequencedata 'Accent Phrase' (accentfrase), die alleen toets wordt ingedrukt tot het moment dat deze wordt los- worden gespeeld als er aanslagsnelheden met een hogere gelaten.
Pagina 158
Een performance bewerken 1 Frequency Release (Release Time, releasetijd) Bepaalt hoe snel de afsnijfrequentie terugvalt van het Bepaalt de middenfrequentie. Frequenties rond dit punt sustainniveau naar nul als een noot wordt losgelaten. worden verzwakt of versterkt via de instelling Gain (versterking) onder.
Pagina 159
Performancejobs: handige functies De modus Performance Job bevat enkele handige dataorganisatie- en -initialisatiehulpmiddelen, voor bij het creëren van performances en het archiveren. Druk op de knop [JOB] in de modus Performance om de modus Performance Job te activeren. Performance Job: basisbediening De performance initialiseren: [F1] Init (Initialize) Druk in de modus Performance op de knop...
Pagina 160
Performancejobs: handige functies Performance-kopieerfunctie: De effectinstellingen van een voice kopiëren: [SF2] Voice [F3] Copy Via deze handige functie kunt u effect- en master-EQ- instellingen van een bepaalde voice, die aan een bepaalde Parameterinstellingen kopiëren van performance is toegewezen, kopiëren naar de momenteel bewerkte performance.
Pagina 161
Een voice of performance creëren met de functie Sampling De MOTIF XS beschikt over een krachtige samplingfunctie waarmee u audiosignalen kunt opnemen, zoals zang via een microfoon of een elektrische gitaar, en de ontstane samples kunt mengen met de voices en performances van het instrument. Als u de modus Sampling activeert vanuit de modus Voice of modus Performance, kunt u uw eigen originele samples creëren, ze bewerken, ze toewijzen aan een waveform en vervolgens de originele waveform toewijzen aan een gebruikersvoice of -performance.
Pagina 162
Een voice of performance creëren met de functie Sampling Display Sampling Main De display Sampling Main, de 'ingang' van de modus Sampling, wordt opgeroepen als u vanuit de huidige modus op de knop [INTEGRATED SAMPLING] drukt. Drukken op de knop [INTEGRATED SAMPLING] in de modus Voice of modus Performance roept de modus Sampling op voor het creëren van samples (waveforms) die aan een voice of performance kunnen worden toegewezen.
Pagina 163
Een voice of performance creëren met de functie Sampling Sample-opname [INTEGRATED SAMPLING] ➞ [F6] Rec Via de sample-opnamefunctie kunt u geluiden rechtstreeks op de MOTIF XS opnemen, zoals zang via een aangesloten microfoon, het signaal van een elektrische gitaar, of audio van een externe cd- of mp3-speler, en ze op het instrument opslaan als samples. De via de samplefunctie verkregen samples kunnen via het toetsenbord worden bespeeld door ze eerst aan een waveform toe te wijzen en vervolgens aan een voice.
Pagina 164
5. Audiosignaal via de aansluiting mLAN (beschikbaar voor MOTIF XS8 en alleen beschikbaar voor MOTIF XS6/7 als de optionele mLAN16E2 Als u Confirm in stap 7 hiervoor hebt uitgezet, wordt het is geïnstalleerd) wordt als opnamebron genomen. Het audiosignaal gesamplede geluid automatisch als 'Sample' hier wordt van de computer verzonden via de mLAN-poorten 3 en 4.
Pagina 165
Een voice of performance creëren met de functie Sampling 5 Frequency PAS OP Bepaalt de samplefrequentie. Als Input Source (ingangsbron, Als de voicebank is ingesteld op een van de instellingen USER1– 2) is ingesteld op 'mLAN', staat deze parameter vast 3, overschrijft de samplehandeling alle reeds bestaande data op ingesteld op '44.1kHz'.
Pagina 166
Een voice of performance creëren met de functie Sampling 7 Trigger Level Sampling Record: [F6] Standby Als Trigger Mode (8) is ingesteld op 'level' (niveau), moet u ook Trigger Level (triggerniveau) instellen. Het samplen begint Deze display wordt gebruikt voor het uitvoeren van sampling. zodra een ontvangen ingangssignaal het aangegeven trigge- Druk in de display Setup op de knop [F6] om deze display op rniveau overschrijdt.
Pagina 167
Een voice of performance creëren met de functie Sampling Als Trigger Mode (8) is ingesteld op 'manual' (handmatig), Via deze display kunt u de sample beluisteren en controleren begint het samplen direct zodra er op deze knop wordt gedrukt. door op de knop [SF1] Audition te drukken. Als u tevreden bent met het geluid, drukt u op de knop [ENTER] om het sampleresultaat vast te leggen als sampledata.
Pagina 168
Een voice of performance creëren met de functie Sampling Hint Stel Start Point in op de eerste tel van de eerste maat. Via de handige functie Extract kunt u onnodige gedeelten Druk op de knop [F1] Trim om de display Trim van de sample voor het startpunt en na het eindpunt (pagina 168) op te roepen en stel vervolgens Start verwijderen, waardoor u geheugenruimte vrijmaakt voor...
Pagina 169
Een voice of performance creëren met de functie Sampling 1 Waveform (alleen indicatie) startpunt en eindpunt overeenkomt met de instellingen van Tempo en Meter (maatsoort). Geeft het nummer en de naam van de geselecteerde Instellingen: waveform aan. Measure: 000 – 032 2 Key (Key Range) (alleen indicatie) Beat: 00 –...
Pagina 170
Een voice of performance creëren met de functie Sampling 9 Key Range (toetsbereik) Sampleparameterinstellingen: Geeft het toetsbereik van de toetsbank (Key Bank) aan waaraan de geselecteerde sample is toegewezen. Door [F2] Param verschillende samples van een enkele waveform aan afzonderlijke toetsbereiken toe te wijzen, kunt u een voice Via deze display kunt u samplegerelateerde parameters zoals creëren die verschillende geluiden weergeeft, afhankelijk toetsbereik en aanslagbereik instellen.
Pagina 171
Een voice of performance creëren met de functie Sampling Sampling-jobs [INTEGRATED SAMPLING] ➞ [JOB] In de modus Sampling Job kunt u door u opgenomen samples omwerken en veranderen. Er zijn 18 samplingjobs beschikbaar. Functie Beschrijving Jobs die gerelateerd zijn aan samples die aan de aangegeven toetsbank zijn toegewezen. [F1] Keybank (toetsbank) 01: Copy Deze job kopieert een aangegeven toetsbank naar een andere waveform.
Pagina 172
Een voice of performance creëren met de functie Sampling [SF6] KBD (Keyboard) Druk op de knop [ENTER] om het resultaat van Dit menu verschijnt alleen als de cursor zich op de waveform de job als sampledata vast te leggen. bevindt. U kunt de toetsbank die bij de geselecteerde waveform hoort ook via het toetsenbord selecteren door de knop [SF6] PAS OP KBD ingedrukt te houden en de gewenste toets in te drukken.
Pagina 173
Een voice of performance creëren met de functie Sampling 02: Delete (wissen) 04: Normalize (normaliseren) Deze job wist de aangegeven toetsbank en zijn sample. Door Deze job maximaliseert (normaliseert) het totaalniveau van de onnodige samples te wissen, kunt u de beschikbare aangegeven sample.
Pagina 174
Een voice of performance creëren met de functie Sampling 1 Key Bank (toetsbank) 2 Pitch (toonhoogte) Bepaalt de toetsbank waaraan de gewenste sample wordt Bepaalt de hoeveelheid en richting van de verschuiving van toegewezen door het waveformnummer (0001 – 1024) op te de toonhoogte in stappen van halve noten.
Pagina 175
Een voice of performance creëren met de functie Sampling 09: Stereo to Mono Fade-in Via deze job kunt u een stereosample omzetten naar een monosample. Lengte Startpunt Fade-out Lengte Eindpunt PAS OP Het uitvoeren van de job is in twee stappen verdeeld: tijdelijk data- conversie via de knop [SF4] Apply (toepassen) en de daadwerke- lijke data-invoer via de knop [ENTER].
Pagina 176
In de display Record Slice van de modus Sampling Record automatisch onder het waveformnummer weergegeven. (pagina 248), ligt deze parameter vast op 'C1' voor de MOTIF XS6, op 'E0' MOTIF XS7 en op 'A -1' voor de MOTIF 2 Type XS8 en kan dus niet worden ingesteld.
Pagina 177
Een voice of performance creëren met de functie Sampling 02: Delete (wissen) 05: Rename (naam wijzigen) Via deze job kunt u een aangegeven waveform uit het Via deze job kunt u een naam aan de geselecteerde wave- geheugen wissen. De toetsbanken en samples die onderdeel form toewijzen.
Pagina 178
Song afspelen In de modus Song kunt u uw eigen originele songs opnemen, bewerken en afspelen. De modus Song Play is de 'ingang' van de modus Song, en hier kiest u en speelt u een song af. Sommige songinstellingen, zoals het ritmische gevoel, kunnen ook in deze modus bewerkt worden.
Pagina 179
Song afspelen Snel vooruitspoelen/terugspoelen Een track soloschakelen Verplaats de cursor naar Measure (maat). TRACK Beweeg naar voren of naar achteren door de PERFORMANCE PART SELECT ARP ON/OFF CONTROL MUTE SOLO maten met de knoppen [INC/YES], [DEC/NO] en de datadraaischijf. PART MUTE ARP HOLD Ga naar de gewenste locatie in de song Druk op de knop [SOLO] zodat zijn indicator oplicht.
Pagina 180
Song afspelen De songscène registreren Als er een 'end' (eind) aan een ketennummer is toege- wezen, stopt het afspelen aan het eind van die song. Na het maken van de gewenste instellingen voor de scène, houdt u de knop [STORE] ingedrukt en drukt u op een van de Als u het afspelen ergens in een songketen wilt knoppen [SF1] - [SF5].
Pagina 181
Song afspelen Aanpassen van de afsnijfrequentie en Mixingsetup voor elk van de tracks resonantie voor elk van de parts Om de mixingparameters zoals voice, volume en pan voor elk van de tracks te bewerken, drukt u op de knop [MIXING] om Druk op de knop [SELECTED PART CONTROL] om het de modus Mixing (pagina 229) in te voeren en vervolgens venster Control Function op te roepen.
Pagina 182
Song afspelen 2 Location (alleen indicatie) 9 Dempen/solo (alleen indicatie) Geeft de maatnummers aan die aan Location 1 en 2 zijn Geeft per track de demping- en solostatus aan. Raadpleeg toegewezen. Raadpleeg voor gedetailleerde instructies over voor gedetailleerde instructies over het instellen van de de locatie pagina 178.
Pagina 183
Song afspelen 1 Tracknummer (alleen indicatie) U kunt naar de voorgaande display teruggaan door op de knop [SF6] of de [EXIT] te drukken. Geeft het tracknummer aan. 2 Quantize (quantizeren) Hiermee kunt u de timing van de nootevents straktrekken overeenkomstig het aangegeven noottype. Hier stelt u de twee parameters voor elke track in: Valeu (waarde) en Str (strength, sterkte).
Pagina 184
Song afspelen Swing Vel (Swing Velocity) Uitgangskanaal- en loopinstellingen Past de aanslagsnelheid van de corresponderende noten aan om het ritmische swinggevoel te accentueren. Instellingen voor elk van de tracks: [F3] Track onder de 100% verminderen de aanslagsnelheid van noten op de evengenummerde tellen (backbeats) en instellingen boven Via deze display kunt u per track de aan het uitgangskanaal de 100% verhogen de aanslagsnelheden evenredig.
Pagina 185
Song afspelen 1 Ketennummer (alleen indicatie) Instellingen voor loopafspelen: Geeft de volgorde van het songafspelen aan. De nummers 1 [SF2] Loop – 100 zijn beschikbaar en u kunt deze nummers bekijken door in de display te scrollen. De songketen wordt in volg- orde afgespeeld vanaf de song die aan 001 is toegewezen.
Pagina 186
Songopname In de modus Song Record kunt u de sequencer gebruiken om uw toetsenspel track voor track in een geselecteerde song op te nemen. Druk op de knop [ ] (opnemen) in de modus Song Play om de modus Song Record te activeren. Het opnemen van audiodata voor een song kan worden uitgevoerd in de modus Sampling Record (pagina 244).
Pagina 187
Songopname 6 Track type (alleen indicatie) Voorbereiden op songopname: Geeft het tracktype aan: MIDI-track of audiotrack. Aan mixingparts die met audiotracks overeenkomen wordt een [F1] Setup samplevoice toegewezen. Aan mixingparts die met MIDI- tracks overeenkomen wordt een voice anders dan een Via deze display kunt u verschillende parameters instellen samplevoice toegewezen.
Pagina 188
Songopname ! Punch In * Ins Effect Sw (Insertion Effect Switch) @ Punch Out Bepaalt of het invoegeffect dat aan de voice is toegewezen wordt gebruikt of niet. De instelling hier wordt toegepast op Als punch (Punch In/Out) als opnametype (Record Type) is de instelling Insertion Effect Switch voor de Record Part (#).
Pagina 189
Songopname Arpeggio-instellingen: Procedure realtime opnemen [F2] Arpeggio In deze sectie wordt uitgelegd hoe u uw spel kunt opnemen met behulp van de opnamefuncties voor realtime opnemen. Via deze display kunt u verschillende arpeggiogerelateerde Houd in gedachte dat de procedure verschilt, afhankelijk van parameters instellen voor het songopnemen.
Pagina 190
Songopname Druk op de knop [ ] (opnemen) om de display Opnameprocedure voor meerdere tracks Record Setup (pagina 187) op te roepen. Stel (instelling 'All Track') via deze display Record Track in op 'Tempo De sequencedata die door een extern MIDI-instrument Track' en stel vervolgens Recording Type in op worden verzonden, kunnen gelijktijdig op tot 16 tracks 'replace'.
Pagina 191
Songopname Druk op de knop [ ] (stoppen) om het opnemen Setup Punch In/Out te stoppen en terug te keren naar de display Song Play. Druk op de knop [ ] (opnemen) om de display Record Setup (pagina 187) op te roepen. U kunt events track aan/uit en de scenewijzigings- events bewerken via de display Song Edit van de tempotrack (pagina 192).
Pagina 192
MIDI-events bewerken (Song Edit) In de modus Song Edit kunt u reeds opgenomen songs bewerken of nieuwe data in de songs invoegen. U kunt fouten corrigeren alsook dynamische effecten zoals vibrato toevoegen, om de song af te werken. Druk op de knop [EDIT] van de modus Song Play om de modus Song Edit te activeren.
Pagina 193
MIDI-events bewerken (Song Edit) Als u klaar bent met het bewerken een Display Event List parameter, drukt u op de knop [ENTER] om de bewerken in te controleren en vervolgens in te In de display Event List worden MIDI-events (met hoofdzakelijk voeren (het event stopt met knipperen).
Pagina 194
MIDI-events bewerken (Song Edit) 2 [F5] Clear All Als TR is ingesteld op 'TMP' (tempo): Tempo Change (tempowijziging) Op deze knop drukken verwijdert de vinkjes van alle events. Als u specifieke events aan wilt geven, is het waarschijnlijk 5 [F3] ViewFilter handig om eerst de knop [F5] in te drukken om alle vinkjes te Roept de instellingsdisplay View Filter op (onder).
Pagina 195
Songjobs De modus Song Job bevat een uitgebreide set bewerkingstools en dataomzetfuncties die u kunt gebruiken om het geluid van de song te wijzigen. Het bevat ook verschillende handige functies, zoals het kopiëren of wissen van data. Er zijn 30 jobs beschikbaar. Functie Beschrijving [F1] Undo/Redo...
Pagina 196
Songjobs Procedure songjobs [F1] Undo/Redo De job Undo annuleert de wijzigingen die u hebt gemaakt in uw Druk op de knop [JOB] om de modus Song Job recentste opnamesessie, bewerkingssessie of job, waardoor de data worden teruggebracht naar hun voorgaande status. te activeren.
Pagina 197
Songjobs 2 Quantize (resolutie) De Swing Rate wordt toegepast op noten die zich op evengenummerde tellen (backbeats) bevinden door Bepaalt het nootraster waarnaar de nootdata worden recht- Strength in te stellen op 100%. Als Strength is ingesteld getrokken. Het getal dat rechts van elke waarde wordt weer- op minder dan 100%, vertraagt de Swing Rate wellicht gegeven geeft de resolutie van de kwartnoot in clocks aan.
Pagina 198
Songjobs instelling 100 geeft geen wijziging. Als de parameter Set All 04: Crescendo (hiervoor) niet 'off' is, kan deze parameter niet worden ingesteld. Instellingen: 000% – 200% Via deze job kunt u een crescendo of decrescendo creëren over 4 Offset het aangegeven nootbereik.
Pagina 199
Songjobs 2 Note 07: Create Roll (roffel maken) Bepaalt het nootbereik waarop Transpose (transponeren) wordt toegepast. U kunt de noot ook rechtstreeks via het toetsenbord instellen door de knop [SF6] ingedrukt te houden Deze job creëert een serie herhaalde noten (als een drumroffel) en op de gewenste toets te drukken.
Pagina 200
Songjobs clocks tussen de noten te plaatsen. Gebruik deze job na de job 08: Sort Chord (akkoord sorteren) Chord Sort hierboven om gitaarachtige aanslagen te creëren. Deze job sorteert akkoordevents (gelijktijdige nootevents) op volgorde van toonhoogte. Het sorteren heeft invloed op de volgorde van de noten in de display Event List (pagina 193), maar wijzigt de timing van de noten niet.
Pagina 201
Songjobs 3 Direction (richting) derlijke besturingsnummers worden aangegeven bij het wissen van besturingswijzigings- en kanaalmodusevents. Bepaalt de richting waarin de data worden verschoven. Instellingen: 'Advance' verplaatst de data in de richting van het begin van de sequence, terwijl 'Delay' de data in de richting van het Als Track is ingesteld op een van 01 –...
Pagina 202
Songjobs 6 Number of Times (aantal keer) 05: Create Coninuous Data Bepaalt het aantal keer dat het creëren van de data moet (continue data creëren) worden herhaald. Als er bijvoorbeeld data worden gecreëerd in het bereik M001:1:000 – M003:1:000 en deze parameter is ingesteld op 03, dan worden dezelfde data gecreëerd op Deze job creëert continue pitchbend- of besturingswijziging- M003:1:000 –...
Pagina 203
Songjobs 07: Modify Control Data 08: Beat Stretch (tel uitrekken) (besturingsdata aanpassen) Deze job voert tijdexpansie of -compressie over het geselecteerde bereik uit. Via deze job kunt u de waarden van specifieke data in het aangegeven bereik veranderen zoals pitchbend of besturings- wijziging.
Pagina 204
Songjobs 1 Invoegpunt [F5] Track-jobs Bepaalt het invoegpunt (maatnummer) waar de nieuwe lege maten worden ingevoegd. Instellingen: 001 – 999 01: Copy Track (track kopiëren) 2 Aantal in te voegen maten Deze job kopieert alle data van het geselecteerde type van Bepaalt het aantal lege maten dat moet worden gecreëerd en een aangegeven bron naar een aangegeven bestemmings- ingevoegd.
Pagina 205
Songjobs 1 Track 02: Exchange Track (track uitwisselen) Bepaalt de songtrack (01 – 16, tempo, scene, all) waarop de job wordt toegepast. Deze job wisselt het aangegeven type data uit tussen twee aangegeven tracks in de huidige song. 2 Te wissen datatype Bepaalt de typen data die u wilt wissen.
Pagina 206
Songjobs 1 Track 3 ARP No. (Arpeggio number/name) Bepaalt de songtrack (01 – 16) waarop de job wordt toegepast. Bepaalt het nummer (001 – 256) en de naam van het als bestemming gewenste gebruikersarpeggio. De arpeggio- Track 1 Bass Drum naam kan uit maximaal 20 tekens bestaan.
Pagina 207
Songjobs 2 Copy Sample Voice toegewezen aan de corresponderende mixingpart van de huidige Song. Deze parameter heeft geen effect als er geen Als dit vakje is geselecteerd, worden door de bronsong samplevoice door de geselecteerde frase wordt gebruikt. gebruikte samplevoices als samplevoices naar het bestem- mingspatroon gekopieerd en toegewezen aan de mixingpart 3 Track, Measure die overeenkomt met de bestemmingstrack.
Pagina 208
Patroon afspelen In de modus Pattern kunt u uw eigen originele ritmepatronen afspelen, opnenen en bewerken. De modus Pattern Play is de 'hoofdingang' van de modus Pattern, en hier kiest u en speelt u een patroon af. U kunt ook uw eigen patronen creëren, door frases, korte ritmische passages en 'bouwblokken', te monteren en patroonketens te creëren waarin patronen gecombineerd kunnen worden in een door u te bepalen volgorde.
Pagina 209
Patroon afspelen Afspelen vanaf een punt in het patroon Verschillende instellingen toewijzen die gerelateerd zijn aan patroonafspelen Om het afspelen van het patroon te starten vanaf een punt in (patroonscène) het patroon, stelt u de gewenste positie in door de onderstaande regelaar te gebruiken en vervolgens op de knop Via de display Pattern Play kunt u vijf verschillende 'moment- ] (afspelen) te drukken.
Pagina 210
Patroon afspelen 3 Measure (maat) Mixingsetup voor elk van de tracks Bepaalt de locatie vanwaar het afspelen begint. Dit geeft ook de huidige locatie van afspelen aan. De maat kan worden In de modus Pattern, alsook in de modus Song kunt u de ingesteld via de SEQ TRANSPORT-knoppen.
Pagina 211
Patroon afspelen % [SF1] Scene1 – [SF5] Scene5 Het ritmische gevoel van het patroon U kunt de instellingen van de patroongerelateerde parameters (patroonscène) en de arpeggiogerelateerde parameters aan veranderen: [F2] Play FX (Play Effect) deze knoppen toewijzen. U kunt deze instellingen ook terug- roepen door op deze knoppen te drukken.
Pagina 212
Patroon afspelen Patronen creëren: [F4] Patch Via deze display kunt u aan elke track een frase toewijzen om een patroon tre creëren. Er kunnen per patroon 16 secties, A – P genaamd, worden gecreëerd. U kunt een gebruikersfrase gecreëerde toewijzen aan het momenteel geselecteerde patroon.
Pagina 213
Patroon afspelen Pattern Record en de afspeelvolgorde van secties een voor Wijs aan elk van de tracks de gewenste frase toe. een programmeren in de display Pattern Chain Edit. De in Verplaats de cursor naar een track en stel vervolgens een realtime opgenomen patroonketendata kan worden bewerkt in frasenummer in met de datadraaischijf, knoppen [INC/ de display Pattern Chain.
Pagina 214
Patroon afspelen 6 Keyboard Start Procedure opnemen van patroonketens Als de functie Keyboard Start is ingesteld op 'on' (aan), begint het afspelen van de patroonketen zodra u een toets op het Selecteer een patroon in de display Chain Play. toetsenbord indrukt. Instellingen: Deze stap is nodig omdat elk patroon over zijn eigen specifieke patroonketendata beschikt.
Pagina 215
Patroon afspelen [SF2] Copy 1 2 3 4 Via deze display kunt u events van een aangegeven bereik naar een andere bereik kopiëren. 1 MEAS (Measure) 1 Bronbereik 2 BEAT 3 CLOCK 2 Bestemmingslocatie (beginmaat) Geeft de locatie van het corresponderende event aan. Wijzigen Bepaalt het bronbereik en de beginmaat van de bestemming.
Pagina 216
Patroon afspelen PAS OP Bewerk de reeds opgenomen events. Deze jobhandeling overschrijft alle reeds in de bestemmingssong Verplaats de cursor naar elk van parameters en stel bestaande data en de job Undo/Redo (pagina 223) kan na het vervolgens de waarde in met de datadraaiknop of de knoppen [INC/YES]- en [DEC/NO].
Pagina 217
Patroon afspelen 3 Interval De patroondata delen om een nieuwe Bepaalt de maatinterval waarmee de Remix-handeling wordt uitgevoerd. Met andere woorden, deze parameter bepaalt de patroon te creëren: [F6] Remix maten waarop Remix wordt toegepast. Als deze parameter is ingesteld op '1', wordt Remix op alle maten toegepast. Bij de De functie Remix verdeelt de MIDI-data in een geselecteerde instelling '2' wordt Remix toegepast op de data van de 2e track in verscheidene stukken met een aangegeven noot-...
Pagina 218
Patroon opname In de modus Pattern Record kunt u uw toetsenspel opnemen om een frase te creëren als basismateriaal van de patroondata. De gecreëerde frase wordt automatisch aan de aangegeven track toegewezen. Druk op de knop [ ] (opnemen) in de modus Pattern Play om de modus Pattern Record te activeren.
Pagina 219
Patroon opname 8 Tracknummer (alleen indicatie) Voorbereiden op patroonopname: 9 Tracktype (alleen indicatie) [F1] Setup ) Dempen/solo (alleen indicatie) ! Voicenaam (alleen indicatie) Deze zijn hetzelfde als in de modus Song Record. Raadpleeg pagina 187. @ REC TR (Record Track) Bepaalt in welke track wordt opgenomen.
Pagina 220
MIDI-events bewerken (Pattern Edit) ¢ [F4] Erase Procedure realtime opnemen Dit menu verschijnt zodra het opnemen begint. Tijdens het patroonopnemen, wist indrukken van een toets terwijl de knop In deze sectie wordt uitgelegd hoe u uw spel kunt opnemen [F4] ingedrukt wordt gehouden, alle nootevents van de met behulp van de opnamefuncties voor realtime opnemen.
Pagina 221
MIDI-events bewerken (Pattern Edit) Een nieuw event invoegen Deze sectie geeft aan hoe u nieuwe events in de huidige song kunt invoegen. Druk in de display Event List op de knop [F5] Insert om het venster Insert Event op te roepen. Eventtype Invoegpunt Parameter...
Pagina 222
Patroonjobs De modus Pattern Job bevat een uitgebreide set bewerkingshulpmiddelen en dataomzetfuncties die u kunt gebruiken om het geluid van het patroon of frase te wijzigen. Het bevat ook verschillende handige functies, zoals het kopiëren of wissen van data. Er zijn 36 patroonjobs beschikbaar. Functie Beschrijving [F1] Undo/Redo...
Pagina 223
Patroonjobs Procedure patroonjobs [F2] Note-jobs De jobs voor nootdata in de modus Pattern zijn in principe Druk bij de display Pattern Play op de knop gelijk aan die in de modus Song Job. In tegenstelling echter tot bij de modus Song Job, worden jobs voor patroonnootdata [JOB] om de modus Pattern Job te activeren.
Pagina 224
Patroonjobs PAS OP 04: Append Phrase (frase toevoegen) Alle reeds aanwezige data op de kopieerbestemming worden overschreven. Deze job voegt één frase 1 toe aan het eind van een andere 2 om een langere frase te creëren. PAS OP Undo/Redo kan niet worden wordt gebruikt om de kopieerhandeling van een samplevoice ongedaan te maken of opnieuw uit te voeren.
Pagina 225
Patroonjobs PAS OP 07: Put Phrase To Song Deze job overschrijft alle reeds bestaande data in de bestemmings- (frase in song plaatsen) frase voor het splitsen (2). 3 Split Point Measure (splitpuntmaat) Deze job kopieert een geselecteerde gebruikersfrase naar een aangegeven gebied van een geselecteerde song. Bepaalt de maat (002 –...
Pagina 226
Patroonjobs 2 Clear Sample Voice (samplevoice wissen) 02: Exchange Track (track uitwisselen) Als het selectievakje is geselecteerd, wordt de in de hierboven aangegeven frase gebruikte samplevoice ook gewist. Dit is de hetzelfde als in de modus Song Job. Raadpleeg pagina 205. PAS OP Undo/Redo (pagina 196) kan niet worden wordt gebruikt om de samplewishandeling ongedaan te maken of opnieuw uit te voeren.
Pagina 227
Patroonjobs 3 Copy Pattern Chain (patroonketen kopiëren) 07: Put Track to Arpeggio Als dit vakje is geselecteerd, worden zowel de patroonketen- (track naar arpeggio omzetten) data als patroondata gekopieerd. Deze job kopieert data in de aangegeven maten van een track voor het creëren van arpeggiodata. Er kunnen maximaal 02: Append Pattern zestien unieke nootnummers in een arpeggiotrack worden (patroon toevoegen)
Pagina 228
Patroonjobs 5 Copy Sample Voice (samplevoice kopiëren) 03: Split Pattern (patroon splitsen) Als dit vakje is geselecteerd, worden samplevoices (als die onderdeel uitmaken van het bronpatroon) naar het bestem- Deze job splitst een geselecteerd patroon (1) in twee afzon- mingspatroon gekopieerd. derlijke patronen (1 en 2).
Pagina 229
Multitimbrale-toongeneratorinstellingen voor het afspelen van songs of patronen (modus Mixing) De instelling van het toongeneratorblok voor song- of patroonafspelen wordt een mixing genoemd. In de modus Mixing kunt u de voice- en effectinstellingen voor elk van de parts wijzigen. Om de modus Mixing te activeren, drukt u op de knop [MIXING] in de modus Song of modus Pattern. De modus Mixing kan niet worden opgeroepen vanuit de modus Voice, Performance of Master.
Pagina 230
Multitimbrale-toongeneratorinstellingen voor het afspelen van songs of patronen (modus Mixing) Invoegeffect in de modus Mixing Mixing Selec- Voicegeheugen Part 1 – 16 teren Naat de drie hiervoor genoemde effectblokken zijn er nog Voice Vooraf ingestelde bank speciale invoegeffecten beschikbaar in de modus Mixing. PRE1 –...
Pagina 231
Multitimbrale-toongeneratorinstellingen voor het afspelen van songs of patronen (modus Mixing) Bewerk naar wens de voice die aan de part is Structuur modus Mixing toegewezen. Als u een aan een afzonderlijke part toegewezen voice wilt De structuur van de modus Mixing is als volgt: bewerken, druk dan in de display Mixing Play op de knop [F6] om de display Mixing Voice Edit (pagina 239) op te roepen.
Pagina 232
Hier kunt u de parameters instellen die gerelateerd zijn aan ) Volume audio-invoer via de mLAN-aansluiting (beschikbaar op de MOTIF XS8 en beschikbaar op de MOTIF XS6/7 als de Bepaalt het uitgangsniveau van de part. mLAN16E2 is geïnstalleerd). Het audiosignaal hier wordt van Instellingen: 0 –...
Pagina 233
Multitimbrale-toongeneratorinstellingen voor het afspelen van songs of patronen (modus Mixing) Mixing Edit In de modus Mixing Edit kunt u de typische mixerinstellingen regelen, zoals volumebalans, panpositie en de effecten, waardoor u de song- en patroondata kunt afmixen. Mixing Edit bestaat uit Part Edit en Common Edit. Handige functies voor het bewerken De indicator [E] van mixing...
Pagina 234
De mLAN-ingag is alleen beschikbaar op de MOTIF XS8. Dit Bepaalt de parts die beschikbaar zijn voor het invoegeffect. is alleen beschikbaar op de MOTIF XS6/7 als er een optionele Als deze schakelaar op aan is ingesteld, is het invoegeffect mLAN16E2 is geïnstalleerd.
Pagina 235
Multitimbrale-toongeneratorinstellingen voor het afspelen van songs of patronen (modus Mixing) 1 Receive Channel [SF3] Reverb [SF4] Chorus Bepaalt het MIDI-ontvangstkanaal van de geselecteerde part. Aangezien MIDI-data via verschillende kanalen tegelijk kunnen binnenkomen, moet u deze instelling maken om het Via de kolom Type van deze displays, kunt u het reverb-/chorus- specifieke kanaal overeen te laten komen met het kanaal type selecteren.
Pagina 236
(initialiseren). U kunt hiermee ook De instelling 'mL' is alleen beschikbaar op de MOTIF selectief bepaalde parameters initialiseren, zoals XS8. Dit is alleen beschikbaar op de MOTIF XS6/7 als gemeenschappelijke instellen, instellingen voor elke part, enz. er een optionele mLAN16E2 is geïnstalleerd.
Pagina 237
Multitimbrale-toongeneratorinstellingen voor het afspelen van songs of patronen (modus Mixing) 4 Initialize selected Parts to GM Instellen van de bestemming Als dit vakje is geselecteerd, reset het uitvoeren van de job 3 Currently edited Part de geselecteerde part naar de standaard-GM-toongenerator- Bepaalt de bestemmingspart van de momenteel bewerkte instellingen.
Pagina 238
Multitimbrale-toongeneratorinstellingen voor het afspelen van songs of patronen (modus Mixing) 1 Bank, performancenummer 1 Template Hiermee bepaalt u de bank en het nummer van de te kopie- Bepaalt de mixingsjabloon die wordt opgeslagen of terug- eren performance. De naam van de geselecteerde perfor- geroepen.
Pagina 239
Multitimbrale-toongeneratorinstellingen voor het afspelen van songs of patronen (modus Mixing) Mixing Voice Edit Mixingvoices zijn normale voices die speciaal bewerkt zijn en weggeschreven voor bepaalde song- en patroonmixings. Er kunnen tot 16 mixingvoices bij elke song- en patroonmixing worden opgeslagen. In deze modus kunt u de voices bewerken die respectievelijk aan de mixingparts 1 –...
Pagina 240
Multitimbrale-toongeneratorinstellingen voor het afspelen van songs of patronen (modus Mixing) Druk op de knop [ENTER]. Handige functies in de modus De display vraagt u om bevestiging. Druk op de knop Mixing Voice Edit [DEC/NO] als u de opslaghandeling wilt annuleren. Druk op de knop [INC/YES] om de opslag- handeling (Store) uit te voeren.
Pagina 241
Multitimbrale-toongeneratorinstellingen voor het afspelen van songs of patronen (modus Mixing) 1 De te wissen mixingvoice Het onbewerkte geluid terugroepen: Bepaalt de te wissen mixingvoice. [F2] Recall Instellingen: Song/Pattern: song, pattern Als u een mixingvoice aan het bewerken bent, maar u hebt Song- of patroonnummer: 01 –...
Pagina 242
Audio-opname in song of patroon (modus Sampling) Naast dat de modi in de modus Voice en Performance kan worden gebruikt, kunt u deze ook activeren in de modi Song en Pattern. U kunt hiermee audio opnemen (zoals van zang, een elektrische gitaar of audio van een exter n apparaat), en dit recht- streeks in een song of patroon gebruiken als samplevoice.
Pagina 243
Audio-opname in song of patroon (modus Sampling) U kunt bijvoorbeeld de aanslagsnelheid en timing van de Opgedeelde, toegewezen samples nootevents wijzigen waaraan de sampleslices zijn toe- gewezen. Hierdoor kunt u accenten aanbrengen in het afspelen of het ritme van de sample bijvoorbeeld swing geven.
Pagina 244
(ongeveer) acht samples verdeeld, die aan de beginnen met respectievelijk C1 (MOTIF XS6), E0 (MOTIF acht op elkaar volgende noten op het toetsenbord worden toegewezen. XS7) en A -1 (MOTIF XS8).
Pagina 245
Audio-opname in song of patroon (modus Sampling) Instellingen: 01 – 16 9 Part Deze parameter is niet beschikbaar als de modus Sampling wordt geactiveerd vanuit de modus Song of Pattern. ) Voice Deze parameter is niet beschikbaar als de modus Sampling wordt geactiveerd vanuit de modus Song of Pattern.
Pagina 246
Audio-opname in song of patroon (modus Sampling) 8 Key Samplingdisplay RECORDING Geeft de Key Bank (toetsbank, pagina 244) aan die is ingesteld in de display Sample Record Setup. De Key Bank Tijdens het samplen verschijnt er een grafische weergave (toetsbank) kan zowel hier als in de modus Sampling Edit van de opgenomen audio in de display.
Pagina 247
Audio-opname in song of patroon (modus Sampling) pagina 244 Als Recording Type ( ) is ingesteld op 'sample' Druk op de knop [INC/YES] om om de of 'sample+note' en [SF1] Confirm (bevestigen) is uitgezet, handeling Extract (extraheren) uit te voeren om legt het stoppen van het opnemen automatisch de zojuist de ongewenste delen van de sample te opgenomen sampledata vast en het instrument keert terug...
Pagina 248
Audio-opname in song of patroon (modus Sampling) tussen het startpunt en eindpunt overeenkomt met de De sample verdelen: display instellingen van Tempo en Measure (maat). Instellingen: 1/16 – 16/16, 1/8 – 16/8, 1/4 – 8/4 Record Slice ! Measure Als Recording Type (pagina 244) is ingesteld op 'slice+seq' Bepaalt de hoeveelheid maten voor het sampleafspelen.
Pagina 249
Audio-opname in song of patroon (modus Sampling) Instellingen: Als Meter is ingesteld op 1 – 8/4: kwartnoot (1/1), 1/8-noot (1/2), 1/4noottriool (1/3), 1/16-noot (1/4), 1/8-noottriool (1/6), 1/32-noot (1/8), 1/16-noottriool (1/12) Als Meter is ingesteld op 1 – 16/8: 1/8-noot (1/1), 1/16-noot (1/2), 1/8-noottriool (1/3), 1/32-noot (1/4), 1/16-noottriool (1/6) Als Meter is ingesteld op 1 –...
Pagina 250
Audio-opname in song of patroon (modus Sampling) Tips voor het gebruik van Slice Types Voor Slice-handelingen benodigd wavegeheugen Slice toepassen bij percussieve frasen met korte Afzonderlijke wavedata-slices die zijn gecreëerd met de Slice- decays handelingen vereisen ongeveer 1,5 keer het oorspronkelijke Probeer Slicing eerst met 'beat1'.
Pagina 251
Als mastertoetsenbord gebruiken (modus Master) Deze synthesizer is met zo'n enorme verscheidenheid aan mogelijkheden, functies en kenmerken uitgerust, dat het u mogelijkerwijs moeilijk kan vallen de functie die u nodig hebt te vinden en op te roepen. En daar komt de Master-functie mooi van pas. U kunt dit gebruiken om de handelingen op te slaan die u het meest gebruikt in elke modus, en ze op elk moment dat u ze nodig hebt onmiddellijk terugroepen met één druk op een knop.
Pagina 252
Als mastertoetsenbord gebruiken (modus Master) 6 Draaiknoppen 1 – 8 Master-informatie: Geeft de parameters aan waaraan respectievelijk de draai- knoppen 1 – 8 zijn toegewezen en hun huidige waarden. [SF6] INFO (Information) Herhaaldelijk op de knop [SELECTED PART CONTROL] drukken, schakelt tussen de parametersets (aangegeven Dit venster geeft de informatie over de huidige Master.
Pagina 253
Als mastertoetsenbord gebruiken (modus Master) Modus Master Edit In de modus Master Edit kunt u uw eigen originele masterprogramma's creëren, die tot acht zones (toetesnnbordgebieden) kunnen bevatten, door de verschillende parameters te bewerken. Om de modus Master Edit te activeren, drukt u op de knop [EDIT] in de modus Master Play.
Pagina 254
Als mastertoetsenbord gebruiken (modus Master) De indicator [E] Common Edit-parameters [MASTER] ➞ [EDIT] ➞ [COMMON EDIT] Als de waarde van de parameter in de modus Master Edit wordt bewerkt, verschijnt de bewerkingsaanduiding [E] Via Common Edit kunt u de parameters bewerken die alle zones rechtsboven in de display.
Pagina 255
Als mastertoetsenbord gebruiken (modus Master) 4 Knob Ctrl Assign (Knob Control Assign) Nootbereikinstelling per zone: Via deze display kunt u instellen welke rij draaiknopfuncties [F2] Note wordt verlicht en geselecteerd. Bij de instelling 'zone' licht er bij het selecteren van de master geen lampje op en worden de draaiknop- en schuifregelaarfuncties automatisch inge- Via deze display kunt u per zone de toonhoogte- en toetsen- steld voor elke zone (pagina 257).
Pagina 256
Als mastertoetsenbord gebruiken (modus Master) 2 Int Prog Change (Internal Program Change) 8 Foot Switch Bepaalt u of er wel of geen programmawijzigingsboodschappen MIDI-boodschappen die worden gegenereerd door gebruik naar de interne toongenerator worden verzonden. van de optionele voetschakelaar die is aangesloten op de aansluiting ASSIGNABLE op het achterpaneel.
Pagina 257
Als mastertoetsenbord gebruiken (modus Master) 4 Volume Draaiknop- en schuifregelaarinstellingen: Bepaalt per zone de volume-instelling voor de geselecteerde [F5] KnobSlider master. De MIDI-boodschappen van het volume worden naar een externe/interne toongenerator verzonden wanneer de master wordt geselecteerd. Via deze display kunt u per zone bepalen welke besturings- Instellingen: 000 –...
Pagina 258
Als mastertoetsenbord gebruiken (modus Master) 5 Upper Ch (Upper Channel) De master initialiseren: [F1] Init 6 Lower Ch (Lower Channel) Bepaalt respectievelijk de MIDI-zendkanalen van Zone 1 en Via deze functie kunt u alle masterparameters terugzetten naar Zone 2 als Initialize Type is ingesteld op 'layer' of 'split'. hun standaardinstellingen (initialiseren).
Pagina 259
Systeeminstellingen (modus Utility, enz.) In de modus Utility kunt u de parameters instellen die op het hele systeem van de MOTIF XS van toepassing zijn. Druk op de knop [UTILITY] om de modus Utility te activeren. Door op de knop [EXIT] te drukken gaat u terug naar de oorspronkelijke display.
Pagina 260
Systeeminstellingen (modus Utility, enz.) 4 Sustain Pedal 8 Fixed Velocity Bepaalt welk model optionele voetregelaar wordt herkend op Deze parameter is alleen beschikbaar als u de voorgaande de aansluiting FOOT SWITCH SUSTAIN. Als u een optionele parameter Velocity Curve op 'fixed' hebt ingesteld. De aan- FC3 (uitgerust met de functie half-demper) aansluit voor het slagsnelheid van de noot die u speelt, ligt vast op de waarde produceren van een 'halfdemper'-effect (net als op een echte...
Pagina 261
Systeeminstellingen (modus Utility, enz.) 2 Description 7 Gateway Hier kunt u een korte samenvatting of memo over uw MOTIF XS Bepaalt de gateway, een systeem dat verschillende invoeren. De hier ingevoerde beschrijving kan vanuit andere netwerken of systemen koppelt, waardoor het mogelijk is data computers die op het netwerk zijn aangesloten worden over te dragen en om te zetten ongeacht de verschillende bekeken.
Pagina 262
Systeeminstellingen (modus Utility, enz.) % [SF5] Password Als u het huidige wachtwoord bent vergeten, voer dan de job Factory Set (fabrieksinstelling) (pagina 269) uit om de Op deze knop drukken roept de display Password op waar- wachtwoordinstelling te resetten en voer vervolgens een door u het wachtwoord in kunt stellen of wijzigen, dat nodig is nieuwe wachtwoord in.
Pagina 263
Systeeminstellingen (modus Utility, enz.) 3 [SF5] Select 2 L&R Gain Op deze knop drukken roept de display Select Auto Load File op. Bepaalt de uitgangsversterking voor de aansluitingen Via deze display kunt u het bestand (op het externe opslagappa- OUTPUT L/MONO en R. raat) aangeven dat automatisch geladen moet worden wanneer Instellingen: 0dB, +6dB het instrument wordt aangezet (als Auto Load is ingesteld op 'on').
Pagina 264
Systeeminstellingen (modus Utility, enz.) Mastereffect-instellingen: Regelaarinstellingen: [SF3] Control [SF1] MasterFX (Master Effect) Via deze display kunt u de parameters instellen die gerelateerd zijn aan de uitvoer van arpeggio-MIDI-data en de Via deze display kunt u in de mastereffectparameters in de regelaartoewijzing in de modus Voice.
Pagina 265
Voice. geactiveerd vanuit de modus Voice. De mLAN-ingang (m1 - m14) is alleen beschikbaar op de MOTIF XS8. Dit is alleen beschikbaar op de MOTIF XS6/7 als er een optionele mLAN16E2 is geïnstalleerd. Uitgangsinstellingen: [SF1] Output Via deze display kunt u verschillende parameters instellen van het audio-invoersignaal in de modus Voice, zoals uitgangsaansluitingen, volume, pan en effectdiepte.
Pagina 266
Systeeminstellingen (modus Utility, enz.) 4 Output Select Instellingen verbindingen invoegeffect: Bepaalt de toewijzing van de uitgangsaansluiting voor de [SF2] Connect audio-invoerpart. Instellingen: Zie de onderstaande tabel. Via deze display kunt u de invoegeffectaansluitingen instellen Uitgangsaansluitingen Stereo/Mono voor het audio-invoersignaal in de modus Voice. Deze displays is alleen beschikbaar als de modus Utility is L&R OUTPUT L en R...
Pagina 267
Systeeminstellingen (modus Utility, enz.) Instellingen invoegeffecttypen: Afstandsbediening (Remote Control) [SF3] Ins A, [SF4] Ins B en MIDI-instellingen: [F5] Control Via deze displays kunt u de invoegeffecttypen instellen die Via de volgende displays kunt u parameters instellen die worden toegepast op het audio-invoersignaal in de modus gerelateerd zijn aan de functie Remote Control (afstands- Voice.
Pagina 268
Wel verzonden, maar niet herkend. Instellingen: MIDI, USB, mLAN (als de optionele mLAN16E2 in de in/out MOTIF XS6/7 is geïnstalleerd) wel verzonden en wel herkend De drie aansluitingstypen hiervoor kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt. Er kan er slechts één tegelijk worden 8 MTC Start Offset (MIDI Time Code Start Offset) gebruikt voor het verzenden en ontvangen van MIDI-data.
Pagina 269
Systeeminstellingen (modus Utility, enz.) fende programmawijzigings-boodschappen (bij gebruik van Het gebruikersgeheugen terugzetten het paneel). Bij de instelling 'off' worden er geen programma- wijzigings-boodschappen verzonden en ontvangen. naar de fabrieksinstellingen: Instellingen: off, on [JOB] (Factory Set) ! Local Control In de modus Utility Job kunt u het gebruikersgeheugen Bepaalt of de toongenerator van het instrument wel of niet op (pagina 79) van deze synthesizer terugzetten naar de uw toetsenbordspel reageert.
Pagina 270
Systeeminstellingen (modus Utility, enz.) Metronoominstellingen: [F1] Click MIDI-filterinstellingen: [F2] MIDI Filter Via deze display kunt u de parameters instellen die gerelateerd Via deze display kunt u instellen welke MIDI-events worden zijn aan het metronoomgeluid dat wordt gebruikt tijdens herkend en verzonden via MIDI. Deze instellingen zijn alleen opnemen of afspelen in modi Song, Pattern en Performance.
Pagina 271
Systeeminstellingen (modus Utility, enz.) 1 Setup Number 2 Tempo Hold Bepaalt het setupnummer. De parameterinstellingen van de geselecteerde setup worden rechts als nieuwe instellingen Bepaalt of de tempo-instelling bij het selecteren van een nieuw aangegeven (3). patroon tijdens het afspelen wel of niet gebruik maakt van de tempowaarde die in elk patroon is opgeslagen.
Pagina 272
Databeheer (modus File) De modus File bevat tools voor het overdragen van data (zoals van voices, performances, songs, patronen en waveforms) tussen de MOTIF XS en externe opslagapparaten zoals een usb-opslagapparaat of harde-schijfstation dat is aangesloten op aansluiting USB TO DEVICE. Door het harde-schijfstation van de computer aan te melden, die via het netwerk op de MOTIF XS is aangesloten, kunt u ook data overdragen tussen de MOTIF XS en een online computer.
Pagina 273
Databeheer (modus File) Om van de huidige map in het venster File (pagina 275) Bestandstypen die door de MOTIF naar beneden te gaan, verplaatst u de cursor naar de gewenste map in het overzicht Directory/File en drukt u XS kunnen worden verwerkt vervolgens op de knop [ENTER].
Pagina 274
.X0V dat naar een usb-opslagapparaat is wegge- data kunnen voices, performances, waveforms, sample- schreven, kunt u een aangegeven voice voices in de MOTIF XS6/MOTIF XS7/MOTIF XS8 geladen afzonderlijk selecteren en in het instrument laden. Merk op dat de bestandspictogrammen worden.
Pagina 275
Databeheer (modus File) 2 Dir (Directory) Voorbeeld van 'File Type Setting' bij het Geeft de huidige map met het adres aan. De inhoud (bestan- wegschrijven: den en mappen) van de huidige map wordt opgesomd in het overzichtsvak Directory/File onder. De huidige map kan worden gewijzigd in het overzichtsvak Directory/File onder.
Pagina 276
Databeheer (modus File) 8 [SF3] Rename Basisprocedure in de modus File Op deze knop drukken roept het venster op voor het invoeren van de nieuwe naam van het geselecteerde bestand. De bestandnaam kan uit maximaal 20 tekens bestaan. Druk op de knop [FILE] om de modus File te Raadpleeg voor gedetailleerde instructies over het geven van activeren.
Pagina 277
Databeheer (modus File) Selecteer een geheugenplaats voor het in stap Procedure aanmelden 5 als bron aangegeven datatype. Volg de onderstaande instructies om het geheugenstation Als u de handeling Save (wegschrijven) of Load (laden) van de computer aan te melden die met het netwerk wilt uitvoeren, drukt u op de knop [SF1] Save of [SF2] verbonden is.
Pagina 278
Databeheer (modus File) Een apparaat formatteren: Een bestand wegschrijven [SF3] Format De wegschrijfprocedure verschilt, afhankelijk van het bestandstype dat wordt weggeschreven en de voor het Via deze display kunt u geheugenopslagapparaten formatteren oproepen van het venster File geselecteerde modus. Deze zoals een op de aansluiting USB TO DEVICE aangesloten apparaat.
Pagina 279
Databeheer (modus File) Druk op de knop [SF1] Save om het venster op De sample van een bepaalde voice te roepen voor het selecteren van een toetsbank. wegschrijven U kunt de sample van een bepaalde voice als een WAV-file of een AIFF-bestand wegschrijven naar een extern geheugenapparaat Key Bank voor opslag of bewerking op een computer.
Pagina 280
Databeheer (modus File) Selecteer de brondata. Selecteer een apparaat en map het bron- bestand door ’Basisprocedure in de modus Het beschikbare brongeheugen verschilt, afhankelijk File’ op pagina 276 te volgen. van de modus die is geselecteerd voor het oproepen van de modus File. Als u song wilt wegschrijven, Druk als u alle 64 songs wilt laden op de knop [SONG] activeer de modus File dan vanuit de modus Song.
Pagina 281
Databeheer (modus File) PAS OP Stel Type in op 'voice'. Alleen beschikbare bestanden van het ingestelde type De laadhandeling overschrijft alle reeds bestaande data in het worden in het overzicht Directory/File in de display interne geheugen dat als bestemming is geselecteerd. Het is weergegeven.
Pagina 282
Databeheer (modus File) Druk op de knop [ENTER] zodat de waveforms Stel Type in op 'performance'. in het geselecteerde bestand in de display Alleen beschikbare bestanden van het ingestelde type worden opgesomd. worden in het overzicht Directory/File in de display weergegeven.
Pagina 283
Databeheer (modus File) Verplaats de cursor naar de gewenste song of Een bepaalde song of patroon laden van het gewenste patroon. een 'all'-, 'all song'- of 'all pattern'-bestand Het laadmenu voor de knop [SF2] verschijnt. Deze methode is alleen beschikbaar als de modus File vanuit Druk op de knop [SF2] (er verschijnt een de modus Song of Pattern wordt geactiveerd.
Pagina 284
Databeheer (modus File) Selecteer het bestand dat u wilt laden. Een WAV- of AIFF-bestand laden U kunt elk van de bestanden laden in het overzicht Directory/File box in de display. Druk op de knop [ENTER] zodat de songs of patronen in de geselecteerde bestand in de display worden opgesomd.
Pagina 285
Databeheer (modus File) Een SMF-bestand (Standard MIDI File) laden Deze methode is alleen beschikbaar als de modus File vanuit de modus Song of Pattern wordt geactiveerd. Selecteer een apparaat en map als bestemming door ’Basisprocedure in de modus File’ op pagina 276 te volgen.
Pagina 286
Appendix Displaymeldingen LCD-aanduiding Beschrijving Are you sure? De vraag om bevestiging of u een bepaalde handeling wilt uitvoeren of niet. Arpeggio memory full. Het interne geheugen voor arpeggiodata is vol, waardoor de opgenomen data niet als arpeggio kunnen worden opgeslagen. Bad disk or memory.
Pagina 287
Displaymeldingen LCD-aanduiding Beschrijving Now collecting the information of the Deze melding verschijnt tijdens het verkrijgen van de netwerkinformatie. network... Now executing Factory set... Geeft aan dat deze synthesizer is de fabrieksgeprogrammeerde instellingen aan het terugzetten is. Now loading... Geeft aan dat er een bestand wordt geladen. Now receiving MIDI bulk data...
Pagina 288
U kunt uw probleem oplossen door Factory Set (fabrieksinstelling) (pagina 22) uit te voeren nadat u een back-up van uw data naar een extern opslagapparaat hebt gemaakt. Raadpleeg uw Yamaha-dealer als het probleem zich blijft voordoen.
Pagina 289
Problemen oplossen ■ Als het element waaraan 'Key Off Sound' van de parameter XA Control is toegewezen niet klinkt, laat u de toets dan los na de decay van de AEG? Het 'Key Off Sound'-element neemt het AEG-niveau van het voorgaande element over als beide elementen tot dezelfde elementgroep behoren.
Pagina 290
Problemen oplossen ■ Is een van de volgende volumeparameters te hoog ingesteld zodat er clippen wordt veroorzaakt? [UTILITY] [F1] General [SF1] Play Volume (pagina 259) [VOICE] [EDIT] [COMMON EDIT] [F1] General [SF2] Play Mode Volume (pagina 98) [PERFORM] [EDIT] [COMMON EDIT] [F2] Level/MEF [SF1] Level Volume (pagina 145)
Pagina 291
Problemen oplossen Kan het arpeggio niet starten. ■ Controleer of de knop [ARPEGGIO ON/OFF] aan- of uit is. ■ Staat de parameter MIDI Sync ingesteld op intern (gebruik van de interne clock)? [UTILITY] [F5] Control [SF2] MIDI MIDI Sync = internal (pagina 268) ■...
Pagina 292
Druk op de knop [FILE] om de modus File te activeren en stel het apparaat vervolgens in op het usb-opslagapparaat. Controleer het momenteel beschikbare (ongebruikt) geheugen van het usb-opslagapparaat dat rechtsboven in de display wordt aangegeven. ■ Is het usb-opslagapparaat goedgekeurd door Yamaha? Raadpleeg voor meer informatie pagina 85.
Pagina 293
Afdekplaatje achterzijde voor de mLAN16E2 aanzet. In het instrument losliggende schroeven kunnen storin- gen of ernstige schade tot gevolg hebben. Als het u niet lukt om MOTIF XS7 een schroef eruit te halen, raadpleeg dan uw Yamaha dealer. MIDI FOOT SWITCH FOOT CONTROLLER...
Pagina 294
2 hiervoor hebt verwijderd. Het optioneel beschikbare mLAN-uitbreidingsboard (mLAN16E2) kan in de MOTIF XS6 en MOTIF XS7 worden geïnstalleerd. De MOTIF XS8 is uitgerust met twee mLAN- aansluitingen hetgeen standaard al overeenkomt met een mLAN16E2.
Pagina 295
DIMM-type en DIMM-configuratie • Yamaha raadt u aan DIMM's te kopen die voldoen aan de JEDEC*-standaard. Merk echter op dat voldoen aan deze standaard op zich geen garantie is dat de DIMM's goed zullen werken in de MOTIF XS.
Pagina 296
Het installeren van optionele hardware Plaats de twee DIMM's in de DIMM-sockets. Plaats de afdekplaatjes die u in stap 3 hebt verwijderd weer terug in omgekeerde volgorde. Locatie voor het installeren van DIMM's DIMM-sockets Controleer of de geïnstalleerde DIMM's goed werken.
Pagina 297
Max. 1024 waveforms (multisamples) Max 128 toetsbanken per waveform Max. 4096 toetsbanken Samplingbronnen Analoge ingang L/R, stereo-uitgang (resampling) mLAN (beschikbaar op de MOTIF XS6 en 7 als de mLAN16E2 is geïnstalleerd) A/D-omzetting 24-bits, 64-voudige oversampling D/A-omzetting 24-bits, 128-voudige oversampling Sampledatabits Samplefrequentie 44,1 kHz;...
Pagina 298
Netsnoer, medium (disc) x 1, gebruikershandleiding (dit boek), Data List *De specificaties en beschrijvingen in deze gebruikershandleiding zijn uitsluitend voor informatieve doeleinden. Yamaha Corp. houdt zich het recht voor om producten of hun specificaties op elk gewenst moment te wijzigen of te modificeren, zonder voorafgaande kennisgeving. Aangezien specificaties, apparatuur en opties per locatie kunnen verschillen, kunt u hierover het best contact opnemen met uw Yamaha-dealer.
Pagina 300
Index Clear Sample Voice (samplevoice wissen) ..226 Datatoename ............77 Effect Bypass (effectomzeiling) ......260 Clear Song (song wissen) ........ 207 Datatype ........... 205, 237, 238 EFFECT BYPASS [INSERTION]-knop ....13 Clear Track (track wissen) ....... 205, 226 Datatype van de bestemming ......160 EFFECT BYPASS [SYSTEM]-knop ......13 Click ..........
Pagina 301
Index Fade Out Time ..........106 Hold Level ............115 Fade Type ............174 Hold Level (vasthoudniveau) ......120 Kanaalaftertouch (CAT) ........78 FEG (Filter EG) ..........139, 157 Hold Time ............115 Kanaalnummer ........... 52 FEG (Filter-EG) ...........94, 119 Hold Time (vasthoudtijd) ........120 KBD ............
Pagina 303
Index Part Switch ............151 Program ............. 93, 138 REVERB ............. 90 Part-EQ ............68, 144 Program (programma) ........255 Reverb ......70, 109, 129, 150, 235, 260 Partnummer ............237 Program Change (programmawijziging) . 256, 268 Reverb Pan ..........108, 150 Password Programma ............
Pagina 304
Index Song Scene ............179 thru+direct ............155 VCM Phaser Stereo ..........73 Song Store ............186 Time Signature ....140,182,210, 213, 215 VCM Touch Wah ..........73 Songjobs ............195 Time-Stretch ............. 173 Vel Cross Fade ..........114 Songnaam ........181, 185, 187 Toetsbank die gewist moet worden ....
Pagina 305
EENKOMST') ZORGVULDIG DOOR VOORDAT U DEZE RECHTEN SOFTWARE GEBRUIKT. U HEBT ALLEEN TOESTEMMING Yamaha verleent u hierbij het recht om één kopie van de OM DEZE SOFTWARE OVEREENKOMSTIG DE VOOR- softwareprogramma's en data ('SOFTWARE') te gebruiken die WAARDEN EN BEPALINGEN VAN DEZE OVEREENKOMST bij deze Overeenkomst horen.
Pagina 306
VERKOPER OP DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE stemming van de eigenaar van de auteursrechten. SCHADE IS GEWEZEN. In geen geval is Yamaha's totale aansprakelijkheid voor alle schaden, verliezen en veroor- 3. BEËINDIGING zaken van handelingen (door contract, onrechtmatige daad...
Pagina 308
You are not required to accept this License, since you have not signed PARTY WHO MAY MODIFY AND/OR REDISTRIBUTE THE PROGRAM it. However, nothing else grants you permission to modify or distribute AS PERMITTED ABOVE, BE LIABLE TO YOU FOR DAMAGES, the Program or its derivative works.
Pagina 310
application does not supply it, the square root function must still Accompany the work with the complete corresponding machine- compute square roots.) readable source code for the Library including whatever changes were used in the work (which must be distributed under Sections 1 These requirements apply to the modified work as a whole.
Pagina 311
copies directly or indirectly through you, then the only way you could How to Apply These Terms to Your New satisfy both it and this License would be to refrain entirely from Libraries distribution of the Library. If any portion of this section is held invalid or unenforceable under any If you develop a new library, and you want it to be of the greatest possible particular circumstance, the balance of the section is intended to apply, use to the public, we recommend making it free software that everyone can...
Pagina 312
commercial and freeware products alike. As a consequence, its main points 4. Contacts are that: There are two mailing lists related to FreeType: • We don't promise that this software works. However, we will be interested • freetype@freetype.org in any kind of bug reports. (‘as is' distribution) Discusses general use and applications of FreeType, as well as future and wanted additions to the library and distribution.
Pagina 313
modify Sun RPC without charge, but are not authorized to license or THIS SOFTWARE IS PROVIDED BY THE COPYRIGHT HOLDERS AND distribute it to anyone else except as part of a product or program CONTRIBUTORS “AS IS” AND ANY EXPRESS OR IMPLIED WARRANTIES, developed by the user.
Pagina 314
OUT OF THE USE OF THIS SOFTWARE, EVEN IF ADVISED OF THE The MNG Library is supplied “AS IS”. The Contributing Authors disclaim all POSSIBILITY OF SUCH DAMAGE. warranties, expressed or implied, including, without limitation, the warranties of merchantability and of fitness for any purpose. The Contributing Authors assume no liability for direct, indirect, incidental, special, exemplary, or consequential damages, which may result from the use of the MNG Library, libjpeg...
Pagina 315
There is no warranty against interference with your enjoyment of the library PURPOSE, ALL OF WHICH ARE HEREBY DISCLAIMED. IN NO EVENT or against infringement. There is no warranty that our efforts or the library will SHALL THE AUTHOR BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, fulfill any of your particular purposes or needs.
Pagina 316
developed by the user or with the express written consent of Sun AND FITNESS FOR A PARTICULAR PURPOSE ARE DISCLAIMED. IN NO Microsystems, Inc. EVENT SHALL THE REGENTS OR CONTRIBUTORS BE LIABLE FOR ANY DIRECT, INDIRECT, INCIDENTAL, SPECIAL, EXEMPLARY, OR SUN RPC IS PROVIDED AS IS WITH NO WARRANTIES OF ANY KIND CONSEQUENTIAL DAMAGES (INCLUDING, BUT NOT LIMITED TO, INCLUDING THE WARRANTIES OF DESIGN, MERCHANTIBILITY AND...
Pagina 317
3. The name of the author may not be used to endorse or promote products Tot drie jaar na de laatste verzending vanuit de fabriek, kunt u Yamaha om derived from this software without specific prior written permission from de broncode verzoeken voor elk gedeelte van het product dat in licentie is the author.
Pagina 318
Yamaha Corporation of America or its subsidiaries. of other electronic devices. Compliance with FCC regulations does * This applies only to products distributed by YAMAHA CORPORATION OF AMERICA. (class B) COMPLIANCE INFORMATION STATEMENT...
Pagina 319
Japan 430-8650 Tel: +971-4-881-5868 Sp.z. o.o. Oddzial w Polsce Tel: +81-53-460-2312 ul. 17 Stycznia 56, PL-02-146 Warszawa, Poland Tel: 022-868-07-57 HEAD OFFICE Yamaha Corporation, Pro Audio & Digital Musical Instrument Division Nakazawa-cho 10-1, Naka-ku, Hamamatsu, Japan 430-8650 Tel: +81-53-460-2445 SY41...