'Bewerken' verwijst naar het proces van het creëren van een voice door de parameters te wijzigen die de voice vormen. Dit
kan worden gedaan in de modus Voice Edit (voicebewerking), een submodus van de modus Voice. In deze sectie zullen we
u laten zie hoe u een drumvoice kunt bewerken. Druk om de modus Drum Voice Edit te activeren op de knop [VOICE] om de
modus VOICE te activeren, selecteer een drumvoice en druk vervolgens op de knop [EDIT].
Common Edit en Key Edit
Elke drumvoice kan uit maximaal 73 drumtoetsen bestaan,
die zijn toegewezen aan noten van het toetsenbord (C0 - C6).
Er zijn twee typen displays voor Drum Voice Edit: die voor
Common Edit voor het bewerken van de instellingen die alle
toetsen, en die voor Key Edit voor het bewerken van afzon-
derlijke toetsen.
Drum Voice Edit
Common Edit
Hiermee kunt u de para-
meters bewerken die
gezamenlijk voor alle
toetsen van de geselec-
teerde drumvoice gelden.
Drumvoices bewerken
1
Druk op de knop [VOICE] om de modus Voice
Play te activeren.
Selecteer een drumvoice om te bewerken.
2
Druk op de knop [EDIT] om de modus Voice
Edit te activeren.
3
Roep de gewenste bewerkingsdisplay op,
Common Edit of Key Edit.
Druk op de knop [COMMON EDIT] als u de display
Common Edit op wilt roepen. Druk op de nummerknop [1]
als u de display Key Edit wilt oproepen. Druk in de modus
Drum Key Edit op de toets waaraan het gewenste drum-
instrumentgeluid is toegewezen.
Een drumvoice bewerken
Key Edit C0 – C6
Hiermee kunt u de
parameters van de
afzonderlijke 73 toetsen
bewerken die een
drumvoice vormen.
Display Common Edit
COMMON EDIT
1
2
3
PART SELECT
Een drumtoets selecteren
Display Key Edit
4
Roep de gewenste display op.
Let op de tabs van de knoppen [F1] – [F6] en [SF1] –
[SF5] onder in de display, om de gewenste display te
vinden. Elk tabmenu van de knoppen [F1] – [F6] bevat
submenu's die overeenkomen met de knoppen [SF1] –
[SF5] onder in de display.
n
Door op de knop [SF6] te drukken kunt u de verschei-
dene functies gebruiken zoals de informatiedisplay,
tekeninvoer (pagina 82), nummerknoppenfunctie
(pagina 81) en de overzichtsdisplay/selectie (pagina 82).
De functie die wordt opgeroepen via de knop [SF6]
verschilt, afhankelijk van de geselecteerde parameter
waar de cursor zich bevindt.
5
Verplaats de cursor naar de gewenste parameter.
6
Bewerk de waarde met de knoppen [INC/YES],
[DEC/NO] en de datadraaischijf.
7
Herhaal de stappen 3 – 6 zo vaak als u wilt.
8
Voer de gewenste naam in voor de bewerkte
voice.
Gebruik de display Name (pagina 98) van de modus
Voice Common Edit.
9
Sla de bewerkte voice op (store).
Druk op de knop [STORE] om het venster Store (pagina 97)
op te roepen en sla vervolgens de bewerkte voice op.
MOTIF XS-gebruikershandleiding
4
5
6
7
8
ARP ON/OFF
127