Advertenties
Functies schuifregelaars
Via de acht schuifregelaars kunt u het volume aanpassen van
de acht elementen (pagina 56) die de huidige normale voice
vormen. Elk van de schuifregelaars 1 – 8 komt overeen met
een van de elementen 1 – 8. Het is verstandig te controleren
welke elementen worden voor de huidige normale voice
worden gebruikt, via de display Information (pagina 93)
voordat u de schuifregelaars gebruikt. Als er een drumvoice
is geselecteerd, kan een enkele schuifregelaar het volume
van alle geluiden/toetsen gelijktijdig beïnvloeden.
De indicator [E]
Als de waarde van de parameter in de modus Voice Play of
Modus Edit wordt bewerkt, verschijnt de bewerkingsaanduiding
[E] rechts boven in de display. Hierdoor kunt u snel zien dat de
huidige voice is gewijzigd, maar nog niet is opgeslagen. Volg
de instructies op pagina 97 om de huidige bewerkte status op
te slaan.
Het MIDI-zendkanaal van het
toetsenbord instellen
U kunt het MIDI-zendkanaal instellen waarover spel op het
toetsenbord en met de regelaars MIDI-data worden
verzonden (naar een externe sequencer, toongenerator of
ander apparaat).
1
Druk op de knop [TRACK] zodat zijn lampje
oplicht.
2
Drukken op een van de nummerknoppen
[1] – [16] om het MIDI-zendkanaal te bepalen.
3
Druk na het instellen op de knop [PROGRAM]
om naar de oorspronkelijke status terug te
keren.
n
Deze parameter is gelijk aan de parameter Keyboard
Transmit Channel (pagina 268) in de display MIDI van
de modus Utility. Als u hier een waarde instelt, wordt de
waarde van die parameter ook automatisch gewijzigd.
Octaafinstelling van het toetsenbord
Soms als u een voice bespeelt kan het voorkomen dat u met een
hogere of lagere toonhoogte wilt spelen. Het kan bij voorbeeld
zijn dat u de toonhoogte wilt verlagen voor extra basnoten, of dat
u juist de toonhoogte wilt verhogen voor solo's en melodielijnen.
Via de Octave-knoppen Up en Down kan dit snel en eenvoudig.
Elke keer als u op de OCTAVE-knop [UP] op het paneel drukt,
gaat de totale toonhoogte van de voice één octaaf omhoog. Net
zo geldt dat elke keer als u op de OCTAVE-knop [DOWN] drukt,
de toonhoogte één octaaf naar beneden gaat. Het bereik is van -
3 tot +3, waarbij 0 de standaardtoonhoogte is. De huidige octaaf-
instelling wordt rechtsboven in de display aangegeven. U kunt
onmiddellijk de standaardtoonhoogte (0) oproepen door de
OCTAVE-knoppen [UP] en [DOWN] samen in te drukken (beide
lampjes gaan uit).
Via de status van de lampjes van de OCTAVE-knoppen [DOWN]/
[UP] kunt u in een oogopslag de huidige octaafinstelling herken-
nen. Bij een octaafinstelling van één octaaf omlaag of omhoog,
brandt het corresponderende lampje. Bij een octaafinstelling van
twee octaven omlaag of omhoog, knippert het corresponderende
lampje langzaam. Bij een octaafinstelling van drie octaven om-
laag of omhoog, knippert het corresponderende lampje snel.
Bewerkingindicator [E]
n
n
De arpeggiofunctie gebruiken
Via de arpeggiofunctie kunt u ritmepatronen, riffs en frasen
triggeren met gebruikmaking van de huidige voice, door
gewoon noten op het toetsenbord te spelen. Raadpleeg voor
instructies over het gebruik van het arpeggio de Startgids op
pagina 24.
De display Voice Play
De display Voice Play is de eerste display die wordt opge-
roepen als er op de [VOICE] wordt gedrukt en de modus
Voice wordt geactiveerd.
Het toetsenbord bespelen in de modus Voice Play
Deze parameter is gelijk aan de parameter Octave
(pagina 260) in de display Play van de modus Utility. Als u
hier een waarde instelt, wordt de waarde van die parameter
ook automatisch gewijzigd.
Als u het toetsenbord in stappen van halve noten wilt
verschuiven, gebruik dan de parameter Transpose
(pagina 260) in de display Play van de modus Utility.
1
2
3
4
7
8
9
!
@
#
$
MOTIF XS-gebruikershandleiding
5
6
)
%
91
Advertenties
