Download Print deze pagina

Yamaha motif XS6 Gebruikershandleiding pagina 158

Advertenties

Een performance bewerken
Release (Release Time, releasetijd)
Bepaalt hoe snel de afsnijfrequentie terugvalt van het
sustainniveau naar nul als een noot wordt losgelaten.
Depth (diepte)
Bepaalt het bereik waarover de afsnijfrequentie van het filter-EG
verandert. De instelling 0 zorgt ervoor dat de afsnijfrequentie
niet verandert. Hoe verder de waarde van 0 verwijderd is, hoe
groter het bereik van de afsnijfrequentie. Bij negatieve waarden
wordt de wijziging van de afsnijfrequentie omgekeerd.
Instellingen: -64 – +0 – +63
n
Als er een drumvoice is geselecteerd, zijn niet alle
parameters beschikbaar. Niet beschikbare parameters
zijn leeg en kunnen niet worden bewerkt.
3 Filter
Bepaalt de afsnijfrequentie en resonantie voor het filter voor
het wijzigen van het performancegeluid. De hier gemaakte
instelling wordt als offset opgeteld bij dezelfde FEG-para-
meters (pagina 117) van elke voice.
Cutoff (afsnijfrequentie)
Bepaalt de afsnijfrequentie van het filter. De hier ingestelde
frequentie is de middenfrequentie waar de signalen worden
beïnvloed als ze door elk van de filters gaan.
Instellingen: -64 – +0 – +63
Resonance/Width (resonantie/breedte)
De functie van deze parameter varieert, afhankelijk van het
geselecteerde filtertype. Als het geselecteerde filter een LPF,
HPF, BPF (met uitzondering van de BPFw) of BEF is, wordt
deze parameter gebruikt om de resonantie in te stellen. Als
het geselecteerde filter een BPFw is, wordt deze parameter
gebruikt om de frequentiebandbreedte aan te passen.
Resonantie wordt gebruikt om de hoeveelheid resonantie
(harmonische nadruk) in te stellen die op het signaal bij de
afsnijfrequentie wordt toegepast. Resonantie kan worden
gebruikt in combinatie met de afsnijfrequentieparameter om
meer karakter aan het geluid toe te voegen.
De parameter Width wordt gebruikt om de bandbreedte van
signaalfrequenties aan te passen die worden doorgelaten
door het filter met het BPFw.
Instellingen: -64 – +0 – +63
Equalizer-instellingen (EQ): [F5] EQ
Via deze display kunt u 3-bands parametrische EQ op elke
afzonderlijke part toepassen, voor fijnaanpassing van het
geluid. De EQ-vormen voor Low en High liggen vast als
shelvingtypen.
1
2
3
158
MOTIF XS-gebruikershandleiding
1 Frequency
Bepaalt de middenfrequentie. Frequenties rond dit punt
worden verzwakt of versterkt via de instelling Gain (versterking)
onder. Hogere waarden geven hogere frequenties.
Instellingen:
Low
50.1 Hz – 2.0 kHz
Middle
139.7 Hz – 10.1 kHz
High
503.8 Hz – 14.0 kHz
2 Gain
Bepaalt de niveauversterking van de frequentie (hierboven
ingesteld), of de mate waarin de geselecteerde frequentie-
band wordt verzwakt of versterkt.
Instellingen: -12 dB – +0 dB – +12 dB
3 Q (Bandbreedtefactor)
Hiermee brengt u variatie aan in het signaalniveau van de
frequentie-instelling, zodat uiteenlopende karakteristieken
van de frequentiecurve worden verkregen. Hoe hoger de
instelling hoe kleiner de bandbreedte. Hoe lager de instelling,
hoe groter de bandbreedte.
Instellingen: 0.7 – 10.3
+
0
MIDI-ontvangstinstellingen:
[F6] RcvSwitch (Receive Switch)
In deze display kunt u de reactie van elke afzonderlijke part
op diverse MIDI-data instellen, zoals boodschappen over
besturings- en programmawijzigingen. Als de betreffende
parameter is ingesteld op 'on', reageert de bijbehorende part
op de desbetreffende MIDI-data. Elk van de besturings-
namen in deze display geeft de MIDI-data aan die met de
corresponderende regelaar worden gegenereerd.
n
Voor parts waaraan de drumvoice is toegewezen, is sustain
niet beschikbaar.
0.7
10.3
Frequentie
Frequentie

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Motif xs7Motif xs8