Patroon afspelen
Patronen creëren: [F4] Patch
Via deze display kunt u aan elke track een frase toewijzen om
een patroon tre creëren. Er kunnen per patroon 16 secties, A –
P genaamd, worden gecreëerd. U kunt een gebruikersfrase
gecreëerde toewijzen aan het momenteel geselecteerde
patroon. Als u gebruikersfrasen wilt gebruiken doe in tracks
van andere patronen zijn opgenomen, gebruik dan de functie
Phrase Data Copy (frasedata kopiëren) die u met de knop
[SF5] kunt selecteren.
Raadpleeg voor parameters zonder nummer de display Play
(pagina 210).
1 No. (frasenummer)
Bepaalt het frasenummer dat aan een track wordt toegewezen. U
kunt kiezen uit de 256 gebruikersfrasen die in het geselecteerde
patroon zijn opgeslagen. Merk op dat de gebruikersfrasen
standaard geen data bevatten. Bij de instelling '---' is de track
leeg.
Instellingen: --- (uit), 001 – 256
n
De MOTIF XS bevat geen vooraf ingestelde (preset)
frasedata.
2 Phrase Name
Geeft de naam van de geselecteerde frase aan. U kunt de
frasenaam wijzigen door de cursor hierheen te verplaatsen en
op de knop [SF6] CHAR te drukken.
n
Raadpleeg voor gedetailleerde instructies over het geven
van namen 'Basisbediening' op pagina 82.
3 [SF4] Clear
Op deze knop drukken wist de frasetoewijzing aan de
momenteel geselecteerde track en maakt de track leeg.
Verplaats de cursor naar de frase (track) die gewist moet
worden en druk vervolgens op de knop [SF4].
4 [SF5] Copy
Op deze knop drukken kopieert een frase in een andere
patroon naar het geselecteerde patroon en wijst deze dan toe
aan de aangegeven track. Dit is handig als u een patroon aan
het maken bent en frasedata van een ander patroon wilt
gebruiken.
212
MOTIF XS-gebruikershandleiding
1
2
5
3
4
1
2
3
1 Bronfrase
Bepaalt het patroonnummer en het frasenummer (001 – 256)
voor het kopiëren.
2 Copy Sample Voice
Als dit vakje is afgevinkt wordt de samplevoice, die aan de
bronfrase is toegewezen, als samplevoice naar de bestem-
mingsfrase gekopieerd en toegewezen aan de correspon-
derende tracks in het geselecteerde patroon.
3 Current Pattern Phrase en Track
Bepaalt het nummer (001 – 256) van de bestemmingsfrase en
track (1 – 16) waaraan de frase is toegewezen.
PAS OP
Alle reeds aanwezige data op de kopieerbestemming worden
overschreven. Het is verstandig belangrijke data altijd weg te
schrijven naar een usb-opslagapparaat dat is aangesloten op de
aansluiting USB TO DEVICE of naar een computer die op hetzelfde
netwerk is aangesloten als de MOTIF XS (pagina 278).
PAS OP
Undo/Redo kan niet worden wordt gebruikt om de kopieerhandeling
van een samplevoice ongedaan te maken of opnieuw uit te voeren.
5 Length (alleen indicatie)
Geeft de lengte van de afzonderlijke frasen aan die aan de
afzonderlijke tracks zijn toegewezen.
Een patroon creëren
1
Selecteer een patroon in de display Play
(pagina 210).
2
Druk op de knop [F4] om de display Patch op
te roepen.
3
Selecteer een sectie (A – P).
Verplaats de cursor naar de sectie en selecteer vervolgens
de gewenste sectie met de datadraaischijf, de knoppen
[INC/YES] en [DEC/NO].
4
Stel maatsoort, het tempo en de lengte van het
patroon in.
Verplaats de cursor naar de gewenste parameter (zoals
lengte, maatsoort of tempo) en stel vervolgens de waarde
in met de datadraaischijf, de knoppen [INC/YES] en
[DEC/NO].