Download Print deze pagina

Yamaha motif XS6 Gebruikershandleiding pagina 259

Advertenties

Systeeminstellingen (modus Utility, enz.)
In de modus Utility kunt u de parameters instellen die op het hele systeem van de MOTIF XS van toepassing zijn. Druk op de
knop [UTILITY] om de modus Utility te activeren. Door op de knop [EXIT] te drukken gaat u terug naar de oorspronkelijke
display. Voor systeeminstellingen die gerelateerd zijn aan de sequencer voor het afspelen van songs, patronen of arpeggio's,
roept u de display Sequencer Setup op door op de knop [SEQ SETUP] te drukken in de modus Song, Pattern of Performance.
Basisprocedure in de modus Utility
1
Activeer de modus Utility.
Druk op de knop [UTILITY] om de modus Utility te
activeren. (De indicator licht op.)
2
Roept de gewenste display op.
Kijk naar de tabmenu's van de knoppen [F1] – [F6] en
[SF1] – [SF5] om gewenste functie te vinden en druk
vervolgens op de beteffende knop om de gewenste
display op te roepen.
3
Stel de gewenste parameters in
Verplaats de cursor naar de parameters en stel vervolgens
de waarden in met de datadraaischijf, de knoppen [INC/
YES] en [DEC/NO].
PAS OP
Zorg ervoor dat u bij weergave van 'Press [ENTER] to set'
(druk op [ENTER] om in te stellen) op de knop [ENTER] drukt
vóórdat u verdergaat met de volgende stap. Als u dat niet doet
worden de instellingen niet opgeslagen, zelfs niet als u in de
volgende stap op de knop [STORE] drukt.
4
Druk op de knop [STORE] om de utility-
instelling en sequencersetup in het interne
geheugen op te slaan.
PAS OP
Alle utility-instellingen gaan verloren als u het instrument
uitzet zonder op te slaan.
n
De parameterinstellingen in de displays Utility en
Sequencer Setup worden als één geheel behandeld en
opgeslagen. Dit betekent dat als u de opslaghandeling in
de modus Utility uitvoert, de instellingen in de display
Sequencer Setup ook worden opgeslagen, en vice versa.
5
Druk op de knop [EXIT] als u van de modus
Utility terug wilt naar de oorspronkelijke modus.
Systeeminformatie: [SF6] INFO
Deze display geeft de MIDI IN/OUT-instellingen en netwerk-
instellingen weer. Deze display kan niet worden bewerkt.
1
2
1 MIDI IN/OUT (alleen indicatie)
Geeft de hardwareaansluitingen aan via welke de MIDI-data
worden ingevoerd of uitgevoerd. De gerelateerde parameters
kunnen worden ingesteld in de display MIDI (pagina 268).
2 Network Information
Geeft de netwerkinstellingen aan. De gerelateerde parameters
kunnen worden ingesteld in de display Network (pagina 260).
Algemene instellingen:
[F1] General
Toongenerator- en toetsenbord-
instellingen: [SF1] Play
1
2
3
4
5
6
Tone Generator (toongenerator)
Van deze sectie kunt u algemene instellingen voor de interne
toongenerator maken. De instellingen hier hebben alleen
invloed op het interne toongeneratorblok. De MIDI-uitvoer
wordt niet beïnvloed.
1 Volume
Bepaalt het totaalvolume van het instrument.
Instellingen: 0 – 127
2 Note Shift
Bapaalt het aantal halve noten waarmee de toonhoogte van
alle noten wordt verschoven.
Instellingen: -24 semi – +0 semi – +24 semi
3 Tune
Bepaalt de fijnstemming van het totaalgeluid. U kunt de
stemming aanpassen in stappen van een cent (honderdste).
Instellingen: -102.4 cents – +0 cents – +102.3 cents
MOTIF XS-gebruikershandleiding
7
8
259

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Motif xs7Motif xs8