Systeeminstellingen (modus Utility, enz.)
4 Sustain Pedal
Bepaalt welk model optionele voetregelaar wordt herkend op
de aansluiting FOOT SWITCH SUSTAIN. Als u een optionele
FC3 (uitgerust met de functie half-demper) aansluit voor het
produceren van een 'halfdemper'-effect (net als op een echte
akoestische piano), stel deze parameter dan in op 'FC3 (half
on)' en stel de parameter Half Demper Switch in op 'on' (aan)
in de display Amplitude EG (pagina 123) van de modus Voice
Element Edit. Als u de functie niet nodig hebt of uit wilt scha-
kelen bij het gebruik van een FC3, stelt u deze parameter in op
'FC3 (half off)'. Als u een optionele FC4 of FC5 (die niet zijn
uitgerust met de functie halfdemper) aansluit, stel deze para-
meter dan in op 'FC4' of 'FC5'.
Instellingen: FC3 (half on), FC3 (half off), FC4/5
n
Merk op dat deze instelling niet nodig is als u de functie
halfdemper op het instrument gebruikt via besturings-
wijzigingsboodschappen van een extern MIDI-apparaat.
Keyboard (toetsenbord)
Via deze sectie kunt u de toetsenbordgerelateerde parameters
instellen. Deze instellingen zijn van invloed op de MIDI-bood-
schappen die worden gegenereerd als u het toetsenbord
bespeelt.
5 Octave
Bepaalt het aantal octaven waarmee het bereik van het
toetsenbord omhoog of omlaag wordt verschoven. Deze
instelling kan ook worden gewijzigd door op een van de
OCTAVE-knoppen te drukken.
Instellingen: -3 – +0 – +3
6 Transpose
Bepaalt het aantal halve noten waarmee het bereik van het
toetsenbord omhoog of omlaag wordt verschoven.
Instellingen: -11 semi – +0 semi – +11 semi
n
Als u buiten de nootbereiklimieten (C-2 en G8) transpo-
neert, worden noten in de aangrenzende octaven gebruikt.
7 Velocity Curve
De vijf curven bepalen hoe de daadwerkelijke aanslag-
snelheid wordt gegenereerd en verzonden overeenkomstig
de aanslagsnelheid (kracht) waarmee u de noten op het
toetsenbord speelt. De grafiek die in de display wordt weer-
gegeven, geeft de responscurve van de aanslagsnelheid
weer. (De horizontale lijn geeft de ontvangen aanslagwaarden
(sterkte waarmee u speelt) weer, terwijl de verticale lijn de
werkelijke aanslagwaarden weergeeft die naar de interne/
externe toongenerators worden verzonden.)
Instellingen: normal, soft, hard, wide, fixed
normal
Deze lineaire 'curve' zorgt ervoor dat de sterkte waarmee u speelt (aanslag-
snelheid) rechtstreeks van invloed is op de werkelijke geluidswijziging.
soft
Deze curve zorgt voor een toegenomen respons, met name voor lagere
aanslagsnelheden.
hard
Deze curve vermindert de totaalrespons in vergelijking met de curve
'normal'.
wide
Deze instelling zorgt voor tegengestelde responscurven voor lagere en
hogere aanslagsnelheden. Het schijnbare dynamische bereik van de
regelaar wordt verbreed waardoor het geluid minder verandert in het
zachtere bereik en meer verandert in het hardere bereik.
fixed
Deze instelling zorgt voor dezelfde hoeveelheid geluidswijziging (ingesteld
in Fixed Velocity hieronder), ongeacht hoe hard u speelt.
260
MOTIF XS-gebruikershandleiding
8 Fixed Velocity
Deze parameter is alleen beschikbaar als u de voorgaande
parameter Velocity Curve op 'fixed' hebt ingesteld. De aan-
slagsnelheid van de noot die u speelt, ligt vast op de waarde
die hier wordt ingesteld.
Instellingen: 1 – 127
Omzeilinstellingen systeemeffecten:
[SF2] FXBypass
Via deze display kunt u de specifieke effecten selecteren die
moeten worden omzeild (bypass) als de knop EFFECT
BYPASS [SYSTEM] wordt aangezet. Het omzeilde effect
wordt dan tijdelijk uitgeschakeld.
1
2
1 Reverb
Als deze parameter is ingeschakeld en als de knop [SYSTEM]
is ingeschakeld, wordt het reverbeffect omzeild.
2 Chorus
Als deze parameter is ingeschakeld en als de knop [SYSTEM]
is ingeschakeld, wordt het choruseffect omzeild.
Netwerkinstellingen: [SF3] Network
Via deze display kunt u de parameters instellen voor het
aansluiten van de MOTIF XS op een netwerksysteem via de
aansluiting ETHERNET. Zorg ervoor dat u op de knop [ENTER]
drukt na het maken van instellingen in deze display. Als u dat
niet doet worden de instellingen niet opgeslagen, zelfs niet als
u op de knop [STORE] drukt.
1
2
3
5
6
7
8
9
1 Host Name
Bepaalt de hostnaam (NetBIOS-naam) van de MOTIF XS Dit
wordt gebruikt als u toegang tot de MOTIF XS zoekt vanaf
een computer die op het netwerk is aangesloten. Stel een
unieke hostnaam in zodat er geen conflicten met andere
computers ontstaan. In het algemeen kan men volstaan met
de standaardhostnaam en is er dus geen aanleiding om deze
te veranderen. Raadpleeg voor gedetailleerde instructies
over het geven van een naam pagina 82.
4
)
!
@
#
$
%