Song afspelen
De songscène registreren
Na het maken van de gewenste instellingen voor de scène,
houdt u de knop [STORE] ingedrukt en drukt u op een van de
knoppen [SF1] - [SF5]. Het pictogram van de 1/8-noot wordt
in de tab weergegeven die overeenkomt met de subfunctie-
knop waaronder de songscène is geregistreerd. Druk op de
knop [STORE] om de songdata inclusief de songscène-
instelling op te slaan.
PAS OP
De onder de knoppen [SF1] – [SF5] geregistreerde songscène-
instellingen gaan verloren als u van song wisselt of het instrument
uitzet zonder de opslaghandeling (Store) uit te voeren.
De songscène terugroepen
U kunt de songscène teugroepen door op een van de
knoppen [SF1] - [SF5] te drukken.
Afspelen van songketens
Via songketenafspelen kunt u een lijst van vooraf ingestelde
songs samenstellen, in elke gewenste volgorden, en ze
vervolgens achtereenvolgens af laten spelen. U kunt de
volgorde van het songafspelen instellen en vervolgens het
ketenafspelen starten via de display Song Chain (songketen).
n
Raadpleeg voor instructies over het programmeren van de
songketen de beschrijving van de display Song Chain
(pagina 185).
1
Druk bij de display Track View op de knop [F4]
om de display Song Chain (pagina 185) op te
roepen.
Ketennummer
Songnummer
2
Druk op de knop [
afspelen van songketens te starten.
De songs worden overeenkomstig de volgorde in de
keten afgespeeld.
Als er een lege song aan het ketennummer is toegewezen
wordt er één maat stilte ingelast, gevolgd door het
afspelen van de volgende song.
Als er een 'skip' (overslaan) aan een ketennummer is
toegewezen, wordt de toegewezen song genegeerd of
overgeslagen en vervolgens wordt de volgende song
gestart.
Als een 'stop' aan het ketennummer is toegewezen wordt
het afspelen bij die song gestopt. Druk op de knop [
(afspelen) om het afspelen weer te starten vanaf het
volgende ketennummer.
180
MOTIF XS-gebruikershandleiding
Songnaam
F
] (afspelen) om het
Als er een 'end' (eind) aan een ketennummer is toege-
wezen, stopt het afspelen aan het eind van die song.
3
Als u het afspelen ergens in een songketen wilt
stoppen, drukt u op de knop [
n
De songketen kan alleen worden afgespeeld via de display
Song Chain en via geen enkele andere display.
Draaiknoppen en schuifregelaars
Door de draaiknoppen op het bedieningspaneel te gebruiken,
kunt u verschillende parameters zoals pan, effect, afsnij-
frequentie en resonantie voor elk van de parts (tracks) van de
song aanpassen. Met de schuifregelaars kunt u het volume
van elk van de parts (tracks) wijzigen en de relatieve balans
tussen de parts (tracks) aanpassen.
Aanpassen van de pan- en effect-
parameters voor elk van de parts
Druk op de knop [MULTI PART CONTROL] om het venster
Control Function op te roepen.
Kies de te bewerken parts uit: 1 – 8 of 9 – 16
Als het venster Control Function wordt weergegeven na
drukken de knop [MULTI PART CONTROL], regelen de
draaiknoppen en schuifregelaars de overeenkomstige parts
en u kunt de partgroepen die geregeld worden schakelen
tussen parts 1 – 8 en 9 – 16. Als partgroep 9 – 16 is geselec-
teerd (de display geeft de parts 9 – 16 weer), zorgt drukken
op een van de knoppen [1] – [8] ervoor dat de partgroep
wordt omgeschakeld van 9 – 16 naar 1 – 8. Als partgroep 1 –
8 is geselecteerd (de display geeft de parts 1 – 8 weer), zorgt
drukken op een van de knoppen [9] – [16] ervoor dat de
partgroep wordt omgeschakeld van 1 – 8 naar 9 – 16.
Draaiknopfuncties
Op de knop [MULTI PART CONTROL] drukken zet de lampjes
aan in de volgorde: REVERB
REVERB-lampje aan is, kunt u met de draaiknoppen het
reverbzendniveau voor elk van de parts aanpassen. Als het
CHORUS-lampje aan is, kunt u met de draaiknoppen het
choruszendniveau voor elk van de parts aanpassen. Als het
PAN-lampje aan is, kunt u met de draaiknoppen de pan van
elk van de parts aanpassen.
n
De knop [MULTI PART CONTROL] een paar seconden
F
]
ingedrukt houden wordt automatisch naar het REVERB-
lampje geschakeld.
J
] (stoppen).
CHORUS
PAN. Als het