Vocoderstructuur
De menselijke stem bestaat uit geluiden die door de stem-
banden worden gegenereerd en gefilterd door de keel, neus
en mond. Deze resonantiesecties hebben bepaalde
frequentiekarakteristieken en ze functioneren in feite als een
filter, waardoor vele formanten (harmonischen) worden
gecreëerd. Het vocodereffect extraheert de filtereigenschap-
pen van de stem van de microfooningang en reproduceert de
stemformanten door meerdere banddoorlaatfilters te
gebruiken. De machineachtige 'robot'-stem wordt gecreëerd
door de gestemde geluiden van de muziekinstrumenten
(zoals een synthesizergeluid) door de filters te laten.
Extractie van de karakte-
ristieken van de binnen-
komende stem
Microfoon-
ingang
Creatie van de
Toetsenspel
formanten
Vocoder
Het vocodereffect gebruiken
Na het aansluiten van een microfoon op de aansluiting A/D
INPUT op het achterpaneel, volgt u de onderstaande
instructies om het vocodereffect te gebruiken.
1
De vocodergerelateerde parameters instellen.
Druk in de modus Voice Play op de knop [UTILITY] om
de modus Utility te activeren. Druk vervolgens op de
knop [F4] gevolgd door de knop [SF1] om de display
Output te activeren (pagina 265). Stel Output Select
(4) in op 'ins L'.
n
Als u de vocoder in de modus Performance gebruikt, stel
de parameter Output Select dan in op 'ins L' in de display
Output (pagina 266) van de modus Performance Edit. Als
u de vocoder in de modus Song of Pattern gebruikt, stel
de parameter Output Select dan in op 'ins L' in de display
Audio In (pagina 234) van de modus Mixing Edit.
2
De ingangsversterking van de aansluiting A/D
INPUT instellen op microfoon.
Druk in de modus Utility op de Knop [F2] om de display
Input/Output (pagina 263) op te roepen en stel
vervolgens de parameter Mic/Line in op 'mic'.
3
In de modus Voice Play de gewenste voice
selecteren waarop de vocoder moet worden
toegepast.
4
De vocoder als de invoegeffect-verbinding
selecteren.
Druk in de modus Voice Play op de knop [EDIT] en
vervolgens op de knop [COMMON EDIT] om de modus
Voice Common Edit te activeren. Druk op de knop [SF1]
om de display Connect (pagina 107) op te roepen, stel
de parameter INSERTION CONNECT in op 'ins L' en stel
vervolgens de parameter Insertion L in op 'Vocoder'.
n
5
De vocodergerelateerde parameters instellen
indien nodig.
Spreek of zing in de microfoon terwijl u de noten indrukt,
om het machineachtige vocodergeluid voort te brengen.
Druk op de knop [SF2] om de display Insertion op te
Robotstem
roepen en stel vervolgens de gerelateerde parameters in
terwijl u naar het vocodergeluid luistert.
6
Druk op de knop [STORE] om het venster Store
(opslaan) (pagina 97) op te roepen en sla
vervolgens de bewerkte voice op.
Een normale voice bewerken
Als INSERTION CONNECT (2) is ingesteld op 'ins L',
wordt het audiosignaal in mono door het instrument
uitgevoerd.
MOTIF XS-gebruikershandleiding
111