Inhoudsopgave
Advertenties
Voorbeeld van 'File Type Setting' bij het
wegschrijven:
Weg te schrijven data
Alle data
Gebruikersvoice
Performance
Songs
Bij gebruik van gebruikersvoices in de
songs:
Zonder gebruik van gebruikersvoices
in de songs:
Als u een song naar een externe MIDI-
sequencer of computer wilt
overdragen:
Patroon
Bij gebruik van gebruikersvoices in de
patronen:
Zonder gebruik van gebruikersvoices
in de patronen:
Als u een patroon naar een externe
MIDI-sequencer of computer wilt
overdragen:
Samplingdata
Alle waveforms
Als u een sample naar een computer
wilt overdragen:
Bestandsbeheer: [F1] File
Via het venster File kunt u alle bestandsgerelateerde functies
gebruiken zoals apparaatselectie, adresselectie, weg-
schrijven, laden, naam wijzigen en wissen.
1
2
Naar
Besta
3
4
5
!
6
@
7
1 Device
Hier kunt u het gewenste apparaat selecteren van de door de
modus File aangemelde (herkende) apparaten. Het hier
geselecteerde apparaat wordt 'Current Device' genoemd. Bij
het selecteren van een apparaat verschijnt de hoofdmap van
het geselecteerde apparaat in de kolom Dir. De hoeveelheid
gebruikt geheugen en het totaalgeheugen van het
geselecteerde apparaat verschijnt rechtsboven in de display.
n
U kunt het overzicht oproepen door op de knop [SF6] LIST
te drukken en u kunt vervolgens het gewenste item in het
overzicht selecteren. Raadpleeg voor meer informatie
pagina 82.
Bestands-
type
All
All Voice
All
All
All Song
SMF
All
All Pattern
SMF
All Waveform
WAV, AIFF
De hoeveelheid gebruikt geheugen/
#
8
9
)
2 Dir (Directory)
Geeft de huidige map met het adres aan. De inhoud (bestan-
den en mappen) van de huidige map wordt opgesomd in het
overzichtsvak Directory/File onder. De huidige map kan
worden gewijzigd in het overzichtsvak Directory/File onder.
3 Overzicht Directory/File
Geeft de mappen en bestanden in de huidige map aan. In dit
vak worden de mappen en bestanden in alfabetische volg-
orde weergegeven met uitzondering van de bovenste regel
die gereserveerd is om naar het bovenliggende niveau te
gaan. U kunt het verschil tussen mappen en bestanden zien
door de indicator links van elke regel.
D ..... Map
F ...... Bestand
De mapnaam wordt weergegeven in de mapregel en de
bestandsnamen met de extensie en bestandsgrootte worden
op de bestandsregel weergegeven.
Van mapniveau wisselen
Om van de huidige map dieper te gaan, verplaatst u de
cursor naar de gewenste map in het overzicht Directory/
File en drukt u vervolgens op de knop [ENTER]. Om van
de huidige map naar boven te gaan, verplaatst u de
cursor naar de bovenste regel in het overzicht Directory/
File en drukt u vervolgens op de knop [ENTER].
4 Type
Bepaalt het datatype dat wordt weggeschreven of geladen.
De beschikbare typen verschillen, afhankelijk van de modus
die is geselecteerd voor het oproepen van de modus File.
Raadpleeg voor meer informatie over de datatypen de
pagina's 273 en 274. U kunt het overzicht File Type
(bestandstype) oproepen door op de knop [SF6] LIST te
drukken en u kunt vervolgens het gewenste item in het
overzicht selecteren. Raadpleeg voor meer informatie
pagina 82.
5 Geheugenlocatie van de voorgaande
datatypen
Bepaalt de geheugenplaats voor de voorgaande datatypen
zoals voicebank en -nummer, performancebank en -nummer,
songnummer en patroonnummer. De beschikbare waarden
verschillen afhankelijk van de instelling van Type hiervoor.
Raadpleeg voor meer informatie over het weg te schrijven
dataformat pagina 278. Raadpleeg voor meer informatie over
het te laden dataformat pagina 280.
6 [SF1] Save
Op deze knop drukken voert de wegschrijfhandeling uit.
Raadpleeg voor gedetailleerde instructies over het weg-
schrijven pagina 278.
7 [SF2] Load
Op deze knop drukken voert de laadhandeling uit.
Raadpleeg voor gedetailleerde instructies over laden
pagina 280.
MOTIF XS-gebruikershandleiding
Databeheer (modus File)
275
Advertenties
Inhoudsopgave
