4 Knob Ctrl Assign (Knob Control Assign)
Via deze display kunt u instellen welke rij draaiknopfuncties
wordt verlicht en geselecteerd. Bij de instelling 'zone' licht er
bij het selecteren van de master geen lampje op en worden
de draaiknop- en schuifregelaarfuncties automatisch inge-
steld voor elke zone (pagina 257).
Instellingen: Verschilt afhankelijk van de instelling voor Mode hiervoor.
Merk op dat 'zone' alleen kan worden geselecteerd als
Zone Switch (3) is ingesteld op 'on' (aan).
Als de modus op Voice is ingesteld:
tone 1, tone 2, ARP FX, zone
Als de modus is ingesteld op Performance, Pattern of Song:
tone 1, tone 2, ARP FX, reverb, chorus, pan, zone
5[F6] Get Name
Op de knop [F6] drukken wijst de naam van de momenteel
geselecteerde voice, performance, song of patroon toe aan
de master.
Zone Edit-parameters
[MASTER] ➞ [EDIT] ➞ [1] – [8]
Deze parameters zijn voor het bewerken van de afzonderlijke
zones die samen een master vormen. Om de display Zone
Edit op te roepen, drukt u op de knop [EDIT] in de modus
Master Play en vervolgens op een van de nummerknoppen
[1] – [8]. Druk op de knop [EXIT] als u terug wilt naar de
display Master Play.
MIDI-zendkanaal/schakelaarinstellingen:
[F1] Transmit
Via deze display kunt u instellen hoe elke zone MIDI-bood-
schappen verzendt als u het toetsenbord bespeelt.
1
2
3
1 Transmit Channel
Bepaalt per zone het MIDI-zendkanaal.
Instellingen: 1 – 16
2 Int Switch (Internal Switch)
Bepaalt per zone of er wel of geen MIDI-data naar de interne
toongenerator worden verzonden.
n
Als de parameter Local Control (lokale aansturing) is
ingesteld op 'off' (uit) in de MIDI display (pagina 267) in de
Modus Utility, worden de MIDI-data van alle zones niet naar
de interne toongenerator verzonden, zelfs niet als de
parameter Int Switch op 'on' (aan) is ingesteld.
3 Ext Switch (External Switch)
Bepaalt per zone of er wel of geen MIDI-data naar een extern
MIDI-apparaat worden verzonden.
Als mastertoetsenbord gebruiken (modus Master)
Nootbereikinstelling per zone:
[F2] Note
Via deze display kunt u per zone de toonhoogte- en toetsen-
bordgerelateerde parameters instellen, waardoor u zonesplits
kunt instellen alsook het toonhoogtebereik per zone.
1
2
3
4
1 Octave
Bepaalt het aantal octaven waarmee het bereik van de zone
omhoog of omlaag wordt verschoven. U kunt de offset omhoog
of omlaag aanpassen over een bereik van maximaal drie
octaven.
Instellingen: -3 – +0 (standaard) – +3
2 Transpose
Bepaalt het aantal halve noten waarmee het bereik van de
zone omhoog of omlaag wordt verschoven.
Instellingen: -11 – +0 (standaard) – +11
3 Note Limit Low
4 Note Limit High
Bepaalt per zone de onderste en bovenste noten van het
bereik.
Instellingen: C -2 – G8
n
U kunt de noot ook rechtstreeks via het toetsenbord
instellen door de knop [SF6] ingedrukt te houden en op de
gewenste toets te drukken.
Schakelaarinstellingen voor MIDI-
verzending:
[F3] Tx Switch (Transmit Switch)
MIDI-verzendschakelaar voor de voice-
gerelateerde boodschappen: [SF1] Program
Via deze display kunt u per zonde bepalen of MIDI-bood-
schappen die de selectie van voices regelen wel of niet naar
de interne/externe toongenerator worden verzonden.
1
2
3
4
1 Int Bank Select (Internal Bank Select)
Bepaalt u of er wel of geen bankselectie-MSB/LSB-bood-
schappen naar de interne toongenerator worden verzonden.
MOTIF XS-gebruikershandleiding
255