Download Print deze pagina

Yamaha motif XS6 Gebruikershandleiding pagina 30

Advertenties

Stap 3: Een performance selecteren en bespelen
Split
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
U kunt verschillende voices met de linker- en rechterhand
bespelen door één voice aan part 1 toe te wijzen met een
nootbereik in het linkerhandgedeelte van het toetsenbord, en
een andere voice aan part 2 met een nootbereik in het
rechterhandgedeelte van het toetsenbord.
1
Verplaats de cursor naar NOTE LIMIT HI van
part 1.
2
Stel de hoogste noot van part 1 in door op de
betreffende toets te drukken terwijl u de knop
[SF6] KBD ingedrukt houdt.
De illustratie van het toetsenbord geeft het aangegeven
nootbereik in kleur aan.
3
Verplaats de cursor naar NOTE LIMIT LO van
part 2.
4
Stel de laagste noot van part 2 in door op de
betreffende toets te drukken terwijl u de knop
[SF6] KBD ingedrukt houdt.
De illustratie van het toetsenbord geeft het aangegeven
nootbereik in kleur aan.
5
Bespeel het toetsenbord.
De noten die u met uw linkerhand speelt geven het geluid
van de vleugelvoice (part 1) en de noten die u met uw
rechterhand speelt geven het geluid van de andere voice
(part 2) die u hebt geselecteerd.
Part 1: Vleugelvoice
Partniveaus aanpassen en de
performance opslaan
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
1
Pas de volume-instellingen van part 1 en part 2
aan met de schuifregelaars.
2
Sla de instellingen op als gebruikersperformance
(user) door op de knop [STORE] te drukken.
Raadpleeg voor meer informatie pagina 142.
PAS OP
Wanneer u tijdens het bewerken van een programma een
andere performance selecteert zonder de bewerkte
performance op te slaan, worden alle door u gemaakte
bewerkingen gewist.
30
MOTIF XS-gebruikershandleiding
Part 2: Andere voice
PAS OP
De vooraf ingestelde data van de performances zijn opge-
slagen in het gebruikersbankgeheugen (userbank). Het op-
slaan van de performancedata die u hebt gecreëerd, wist de
data van de vooraf ingestelde performance. Als u de vooraf
ingestelde data van de performance wilt terugroepen, voer dan
de job de Factory Set in de modus Utility uit. Hierdoor worden
uw originele data gewist. Zorg er daarom voor dat u alle
belangrijke data wegschrijft naar een extern usb-opslag-
apparaat om het verlies van belangrijke data te voorkomen.
De arpeggio-instellingen voor
elk van de parts wijzigen
Probeer de arpeggio-instellingen voor elk van de parts eens
te wijzigen. U kunt het ritme- of begeleidingspatroon dat het
best overeenkomt met de gewenste muziekstijl aan de
performance toewijzen.
1
Druk in de display Voice Play op de knop [F4]
om de display Arpeggio op te roepen.
2
Druk op een van de gewenste knoppen [SF1] –
[SF5].
Het onderste gedeelte van de display wordt aangepast
aan de ingedrukte knop. Het bovenste gedeelte van de
display (Common Switch, Sync Quantize Value en Tempo)
is gezamenlijk voor alle subfunctieknoppen.
Gezamenlijke instellingen voor de knoppen [SF1] – [SF5]
Instellingen
voor part 1
Instellingen
voor part 2
Instellingen
voor part 3
Instellingen
voor part 4
3
Selecteer de categorie, subcategorie en het
arpeggiotype voor elk van de parts 1 – 4.
De categorie bepaalt het instrumenttype, de subcategorie
bepaalt het ritmetype en het type bepaalt het arpeggio-
type zelf. Stel de BANK in op 'PRE' als u een vooraf
ingesteld (preset) arpeggiotype gebruikt.
Parameter Arpeggio Hold (vasthouden)
Merk op dat behalve arpeggiotype ook de parameter
Arpeggio Hold (vasthouden) is beschikbaar is. Als deze
parameter op 'on' is ingesteld gaat het afspelen van het
arpeggio ook door als de noot is losgelaten. Deze parameter
zou op 'on' moeten worden ingesteld als er een drumvoice
aan de part is toegewezen en u wilt dat het arpeggio (ritme-
patroon) afspeelt, ongeacht of u noten indrukt of niet.
Stap 2

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Motif xs7Motif xs8