Advertenties
Multitimbrale-toongeneratorinstellingen voor het afspelen van songs of patronen (modus Mixing)
4 Bank
5 Number
Deze bepalen de geselecteerde voice. Druk op de knop
[PROGRAM] (het lampje licht op) en selecteer vervolgens de
gewenste voice met de knoppen [PRE 1] – [USER DR] , [A] –
[H] en de knoppen [1] – [16]. De naam van de geselecteerde
voice wordt rechtsboven in de display weergegeven.
Instellingen:
Number:
1 – 128
Bank
PR1 – 8 (vooraf ingesteld 1 – 8), US1 – 3 (gebruiker 1 – 3), GM,
GD (GM-drum), PD (vooraf ingestelde drum), UD (gebruikersdrum), SP
(samplevoice), MV (mixingvoice)
6 Rev Send (reverbzendniveau)
Past per part het reverbzendniveau aan. Hoe hoger de
waarde, hoe nadrukkelijker het reverbeffect.
Instellingen: 0 – 127
7 Cho Send (choruszendniveau)
Past per part het choruszendniveau aan. Hoe hoger de
waarde, hoe nadrukkelijker het choruseffect.
instellingen: 0 – 127
8 Pan
Bepaalt per part de positie in het stereoveld.
Instellingen: L63 (uiterst links) – C (midden) – R63 (uiterst rechts)
9 Ins FX Sw (invoegeffectschakelaar)
Bepaalt de parts die beschikbaar zijn voor het invoegeffect.
Als deze schakelaar op aan is ingesteld, is het invoegeffect
van de voice die aan de part is toegewezen geactiveerd.
Zorg ervoor dat deze parameter aan is voor elke part/voice
waarop u een invoegeffect moet toepassen.
De MOTIF XS beschikt over acht invoegsysteemeffecten,
waardoor u deze parameter voor maximaal acht parts aan
kunt zetten. Als deze parameter al voor acht parts is aan-
gezet, kan deze bij andere parts niet meer worden aangezet.
In dat geval moet de schakelaar eerst voor een andere part
worden uitgezet voordat u de schakelaar voor de gewenste
part kunt aanzetten. Merk op dat de invoegeffecten gelijk-
tijdig beschikbaar zijn voor tot acht Parts, inclusief de A/D-
invoerpart.
instellingen: B (aan), A (uit)
) Volume
Bepaalt het uitgangsniveau van de part.
Instellingen: 0 – 127
! [F1] Part 1 – 16
Roept deze display op via de display Audio Mixer.
@ [F2] Audio (Audio Part)
Roept de display Audio Part op voor het instellen van de
audio-invoer.
# [F5] Effect
Roept de display Effect (pagina 234) op in de modus
Common Edit.
232
MOTIF XS-gebruikershandleiding
$ [F6] Vce Edit (Mixing Voice Edit)
Activeert de modus Mixing Voice Edit, waardoor u de aan de
huidige part toegewezen voice kunt bewerken. Als er een
drumvoice of samplevoice aan de huidige part is toege-
wezen, verschijnt deze knop niet en is de Mixing Voice niet
beschikbaar.
Instellingen audio-invoer:
[F2] Audio
Via deze display kunt u de parameters instellen die gerela-
teerd zijn aan audio-invoer via de aansluiting [A/D INPUT] en
de mLAN-aansluiting (beschikbaar op de MOTIF XS8 en
beschikbaar op de MOTIF XS6/7 als de mLAN16E2 is
geïnstalleerd). De basisparameters voor het creëren van een
song zijn in deze display verzameld van de display Audio In
(pagina 234) in de modus Mixing Common Edit. De hier
gemaakte instellingen worden automatisch toegepast op de
corresponderende parameters in de displays in de modus
Mixing Common Edit en omgekeerd.
1
2
3
4
5
6
1 Part (alleen indicatie)
Geeft de partnummers aan.
AD (A/D-invoerpart)
Hier kunt u de parameters instellen die gerelateerd zijn aan
audio-invoer via de aansluiting A/D INPUT.
mL (mLAN)
Hier kunt u de parameters instellen die gerelateerd zijn aan
audio-invoer via de mLAN-aansluiting (beschikbaar op de
MOTIF XS8 en beschikbaar op de MOTIF XS6/7 als de
mLAN16E2 is geïnstalleerd). Het audiosignaal hier wordt van
de computer verzonden via de mLAN-poorten 3 en 4.
De hier gemaakte instellingen worden automatisch toegepast
op de corresponderende parameters in de display Part 1 – 16
(pagina 231).
2 Rev Send (reverbzendniveau)
3 Cho Send (choruszendniveau)
4 Pan
5 Ins FX Sw (invoegeffect-schakelaar)*
6 Volume
* Alleen beschikbaar voor de A/D-invoerpart
Advertenties
