Download Print deze pagina

Yamaha motif XS6 Gebruikershandleiding pagina 181

Advertenties

Aanpassen van de afsnijfrequentie en
resonantie voor elk van de parts
Druk op de knop [SELECTED PART CONTROL] om het
venster Control Function op te roepen.
Selecteer een doelpart
De functies die aan de draaiknoppen zijn toegewezen
worden alleen op de momenteel geselecteerde part
toegepast. Om van part te wisselen roept u het venster
Control Function op en drukt u vervolgens op een van de
knoppen [1] – [16].
Draaiknopfuncties
Zoals hieronder aangegeven zijn er verschillende functies
aan de draaiknoppen 1 – 8 toegewezen, afhankelijk van welk
lampje aan is: de lampjes TONE 1, TONE 2 en ARP FX die
kunnen worden geschakeld met de knop [SELECTED PART
CONTROL].
Draaiknop
Draaiknop
1
TONE 1
Cutoff
Reso
TONE 2
LowGain
MidFreq
ARP FX
Swing
Qt Val
Draaiknop
Draaiknop
5
TONE 1
Sustain
Release
TONE 2
HighGain
Pan
ARP FX
Velocity
Octave
n
Raadpleeg voor meer informatie over elke functie
pagina 90.
Het volume aanpassen van elk van de
parts
Via de schuifregelaars kunt u het volume voor elk van de
parts aanpassen.
Kies de te bewerken parts uit: 1 – 8 of 9 – 16
Als de huidige part er een van de 1 – 8 is, passen de acht
schuifregelaars het volume van de parts 1 – 8 aan. Als de
huidige part er een van de 9 – 16 is, passen de acht schuif-
regelaars het volume van de parts 9 – 16 aan. De part kan
worden geselecteerd door de [TRACK] aan te zetten en op
de betreffende nummerknop te drukken.
Draaiknop
Draaiknop
2
3
4
Attack
Decay
MidGain
MidQ
Qt Str
GateT
Draaiknop
Draaiknop
6
7
8
Assign1
Assign2
Reverb
Chorus
UnitMlt
Tempo
Mixingsetup voor elk van de tracks
Om de mixingparameters zoals voice, volume en pan voor elk
van de tracks te bewerken, drukt u op de knop [MIXING] om
de modus Mixing (pagina 229) in te voeren en vervolgens
kunt u ze bewerken voor de mixingparts die overeenkomen
met de betreffende track. Merk op dat track 1 niet altijd
overeenkomt met mixingpart 1. Zoals hieronder aangegeven,
zijn de tracks van de songsequencedata en de mixingparts
van het toongeneratorblok met elkaar verbonden als het
zendkanaal (TxCH) overeenkomt met het ontvangstkanaal
(RcvCH). Met andere woorden, de sequencedata van de
tracks bespelen de corresponderende parts (met dezelfde
MIDI-kanaaltoewijzing) in het toongeneratorblok. De zend-
kanalen van de tracks kunnen worden ingesteld in de display
Song Track (pagina 184) van de modus Song Play terwijl de
ontvangstkanalen van de parts kunnen worden ingesteld in
de display Voice (pagina 235) van de modus Mixing.
Song
Song
TxCH
Track 1
2
Track 2
2
Track 3
3
:
:
Track 16
16
Display Track View: [F1] TrackView
Deze display verschijnt altijd eerst wanneer de modus Song
wordt geactiveerd.
! @
4
1
9
)
7
8
%
&
*
(
1 Songnummer, Songnaam
Bepaalt de song die afgespeeld wordt.
Instellingen:
Songnummer:
01 – 64
Songnaam
Zie onderstaande opmerking.
n
U kunt de songnaam bewerken door de cursor naar de
corresponderende positie te verplaatsen en op de knop
[SF6] CHAR te drukken. Raadpleeg voor meer informatie
pagina 82.
MOTIF XS-gebruikershandleiding
Song afspelen
Mix
RcvCH
Part 1
2
Part 2
3
Part 3
3
:
:
Part 16
16
[SONG]
5
2
3
6
#
$
^
º
¡
181

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Motif xs7Motif xs8