Advertenties
Een voice of performance creëren met de functie Sampling
Hint
Via de handige functie Extract kunt u onnodige gedeelten
van de sample voor het startpunt en na het eindpunt
verwijderen, waardoor u geheugenruimte vrijmaakt voor
bijkomende samples.
1
Druk op de knop [F1] Trim om de display Trim
op te roepen.
2
Druk op de knop [ENTER]. (De display vraagt u
om bevestiging.)
Druk op de knop [DEC/NO] als u de handeling wilt
annuleren.
3
Druk op de knop [INC/YES] om de functie
Extract uit te voeren.
n
De data die via de handeling Extract is verwijderd
kunnen niet meer worden hersteld. Voordat u de
functie Extract uitvoert, kunt u een back-up van deze
sample maken met job Copy (kopiëren, pagina 172).
Tips voor het bewerken van samples
De sample afspelen (Play Mode-instellingen)
Er zijn twee methoden voor het afspelen van de sample: One
shot en Loop. Via 'Loop' kunt u het aangegeven bereik van de
sample herhaaldelijk afspelen in een lus (loop). Via 'One Shot'
daarentegen kunt u de sample in zijn geheel eenmalig afspelen.
Welk type u gebruikt (Loop of One Shot) bepaalt u door het
instellen van de parameter Play Mode in de display Parameter
(pagina 170).
Het afspelen van de One Shot-samples fijnafstemming
U kunt het afspeelbereik van de sample bepalen door het Start
Point (6) en het End Pont (8) in te stellen in de display Trim
(pagina 168). Via deze parameters kunt u onnodige of onge-
wenste audio aan het begin en eind van uw sample dempen.
Om het geluid aan het eind van het afspelen af te kappen,
verlaagt u de waarde van End Point, waardoor deze in de
wavedisplay naar links beweegt. Op soortgelijke wijze kapt u het
geluid aan het begin van het afspelen af door de waarde van
Start Point te verhogen, waardoor deze in de wavedisplay naar
rechts beweegt. In het algemeen stelt u Start Point zo in dat het
begin van de sample onmiddellijk wordt afgespeeld wanneer u
de sample triggert. Gebruik de knop [SF1] Audition om te
controleren of de sample vloeiend en natuurlijk afspeelt. Na het
instellen en controleren van de strat- en eindpunten, trimt u de
sample permanent via de handeling Extract (extraheren,
pagina 177).
Het afspelen van de loopsamples fijnafstemmen
Het instellen van start- en eindpunten bij een loopsample kost
meer moeite en luistert nauwer dan bij met one-shotsamples. De
start- en eindpunten moet nauwkeurig wordt ingesteld om ervoor
te zorgen dat de loop vloeiend afspeelt, zonder haperingen of
bijgeluiden. U moet er (bij ritmische loops) ook voor zorgen dat
de loop perfect in de maat is en dat er geen tellen verloren gaan.
1
Stel Play Mode in op 'loop'.
Druk op de knop [F2] Param om de display
Parameter (pagina 170) op te roepen en stel
vervolgens Modus Play (6) in op 'loop'.
168
MOTIF XS-gebruikershandleiding
2
Stel Start Point in op de eerste tel van de eerste maat.
Druk op de knop [F1] Trim om de display Trim
(pagina 168) op te roepen en stel vervolgens Start
Point (6) in.
3
Stel Loop Point in op dezelfde waarde als Start Point.
Druk op de knop [SF2] zodat LP=ST wordt weergegeven.
4
Pas terwijl u de knop [SF1] Audition ingedrukt
houdt het eindpunt zo aan dat het geloopte af-
spelen van de sample vloeiend en in de maat is.
5
Voer de handeling Extract uit (pagina 177).
Het tempo van de sample instellen
Volg de onderstaande instructies als u niet weet hoe u
het tempo van een sample kunt instellen die een
ritmepatroon bevat.
1
Pas, terwijl u de knop [SF1] Audition ingedrukt
houdt, het start- en eindpunt zo aan dat het
geloopte afspelen van de sample vloeiend gaat
en in de maat is.
Gebruik ook de handeling Extract (extraheren) om
ongewenste delen van de sample te verwijderen.
2
Stel de maatsoort en maat in.
Druk op de knop [F1] Trim om de display Trim (onder)
op te roepen en stel vervolgens de maatsoort ()) en
maat (!) in.
3
Verhoog of verlaag het tempo (9) naar wens zodat
het eindpunt (8) gelijk wordt aan het eindpunt dat
bij de oorspronkelijke sample is toegepast.
Stel het tempo (9) in op een hoge waarde en verlaag
het vervolgens geleidelijk zodat het eindpunt (8)
geleidelijk verder schuift. Als u eenmaal een
bepaalde waarde bereikt, schuift het eindpunt niet
verder, zelfs niet wanneer u het tempo verhoogt. De
resulterende waarde is het eindpunt dat ook bij de
oorspronkelijke sample is toegepast. De uiteindelijke
tempowaarde is het meest geschikte tempo voor het
afspelen van de sample.
Sample-afspeelinstellingen: [F1] Trim
Via deze display kunt u het afspeelbereik en het loopbereik
van de sample instellen.
1
2
6
7
8
@
* #
(
$
3
4
5
9
)
!
º
%
^
&
Advertenties
