Stap 5: Een patroon creëren
De patchdisplay van de demo-
patronen bekijken
Via de display Patch die u kunt oproepen via de knop [F4],
kunt u zien welke 'frase' er aan elke track van de patroon-
sectie is toegewezen.
Een 'frase' is een korte muzikale of ritmische passage die uit
een enkele track voor een enkel instrument bestaat, zoals
drum, bas of gitaar. Deze MIDI-sequencedata kunnen worden
gebruikt als kleine bouwblokken voor een song, en kunnen
worden toegewezen aan elke track en elke sectie. Een enkel
patroon heeft geheugenruimte voor 256 van uw eigen
originele gebruikersfrasen.
Zoals aangegeven in deze display wordende speeldata
opgenomen in de frase en vervolgens wordt de frase toege-
wezen aan de opnametrack. Merk op dat de gecreëerde
frase aan een andere track van dezelfde/andere sectie kan
worden toegewezen.
Sectie A
Track 1
Phrase 001
Track 2
Phrase 002
:
:
Track 16
Phrase 003
Sectie B
Track 1
Phrase 002
Track 2
Phrase 003
:
:
Track 16
Phrase 004
Probeer de frase voor elk van de tracks eens te wijzigen en
elke frase eens aan een lege track toe te wijzen.
n
Houd in gedachte dat er alleen frasen voor de demo-
patronen zijn gemaakt en dat het aantal beschikbare
frasen verschikt afhankelijk van het demopatroon. Als u
een frase wilt gebruiken die aan een ander patroon is
toegewezen, voer dan de functie Copy Phrase (frase
kopiëren) uit door de knop [SF5] COPY te gebruiken.
Raadpleeg voor meer informatie pagina 212.
38
MOTIF XS-gebruikershandleiding
Frasenummer
Frasenaam
Phrase 001
MIDI-data
Phrase 002
MIDI-data
Phrase 003
MIDI-data
Phrase 004
MIDI-data
:
:
De mixingdisplay van de
demopatronen bekijken
Een mixing verwijst naar de instellingen voor de multitimbrale
toongenerator voor het afspelen van de patronen. Een mixing
bestaat uit 16 parts, die overeenkomen met de tracks, en in
deze display kunt u de verschillende aan de mixing gerela-
teerde parameters voor elk van de parts instellen. Druk bij de
display Pattern Play op de knop [MIXING] om de mixing-
display op te roepen waardoor u de mixinginstellingen voor
elk van de parts kunt controleren: Voice, volume, pan, enz.
We kunnen nu eens de mixparameters in de mixingdisplay
aanpassen.
Part-
nummer
Voice
Pan
Volume
1
Druk bij de display Pattern Play op de knop
[MIXING] om de modus Mixing te activeren.
De mixingdisplay verschijnt.
2
Om de gewenste part te selecteren drukt u op
de knop [TRACK] (het lampje licht op) en
vervolgens op de betreffende nummerknop
[1] - [16].
Selecteer hier de part die overeenkomt met de track
waaraan de frase is toegewezen.
n
Druk op de knop [EXIT] om terug te keren naar de
display Pattern Play als u wilt controleren aan welke
track de frase is toegewezen.
3
Verplaats de cursor naar bank en het nummer
en wijzig vervolgens de voice door de bank en
het nummer aan te geven.
Als u op de knop [PROGRAM] drukt (het lampje licht op),
kunt u de gewenste voice met de betreffende bank-
knoppen, groepknoppen en nummerknoppen selecteren.
4
Verplaats de cursor naar de gewenste para-
meter, zoals pan of volume, en draai vervol-
gens aan de datadraaischijf om de waarde te
wijzigen.
n
Als u meer gedetailleerde mixingparameters wilt
bewerken, activeer dan de modus Mixing Edit door
op de knop [EDIT] te drukken. Raadpleeg voor meer
informatie over de modus Mixing Edit pagina 233.
De mixinginstellingen maken onderdeel uit van elk patroon en
kunnen als een compleet patroon worden opgeslagen.
Raadpleeg voor instructies over een patroon opslaan
pagina 218.