Advertenties
Een normale voice bewerken
Regelaarinstellingen:
[F4] Ctrl Set (Controller Set)
De regelaars zoals draaiknoppen op het bedieningspaneel
kunnen worden gebruikt om een verscheidenheid aan
parameters voor elke voice te wijzigen en aan te passen, in
realtime en tegelijkertijd. Toetsenbordaftertouch kan bijvoor-
beeld worden gebruikt om vibrato te regelen en het modu-
latiewiel kan worden gebruikt om de helderheid van de klank
te regelen.
De functie-instellingen voor alle regelaars worden een
'Controller Set' genoemd en er kunnen tot zes Controller Sets
per voice worden gemaakt. De regelaar wordt de bron
(source) genoemd en de geregelde functie de bestemming
(destination). Via deze display kunt u de Controller Sets
bepalen.
1
n
Afhankelijk van de geselecteerde parameter verschijnt het
pictogram LIST op de tab van de knop [SF6]. Als dat het
geval is kunt u het overzicht oproepen door op de knop
[SF6] LIST te drukken en kunt u vervolgens het gewenste
item in het overzicht selecteren. Raadpleeg voor meer
informatie pagina 82.
1 Source*
Bepaalt welke paneelregelaar moet worden toegewezen aan
en moet worden gebruikt voor de geselecteerde Set. U kunt
ook meerdere functies aan een regelaar toewijzen. U kunt
deze parameter instellen door de gewenste regelaar te
bedienen terwijl u de knop [SF5] Controller ingedrukt houdt.
Instellingen:
PitchBend
Geeft het ingebouwde pitchbendwiel aan.
ModWheel
Geeft het ingebouwde modulatiewiel aan.
AfterTch (Aftertouch)
Geeft het event aan dat wordt gegenereerd als er druk wordt
toegepast op een toets nadat de noot is gespeeld.
FootCtrl1 (Foot Controller1)
FootCtrl2 (Foot Controller2)
Geeft de voetregelaar aan die is aangesloten op een van de
aansluitingen FOOT CONTROLLER 1 of 2 op het achterpaneel.
FootSw (Footswitch)
Geeft de voetschakelaar die is aangesloten op de aansluiting FOOT
SWITCH ASSIGNABLE op het achterpaneel.
Ribbon
Geeft de ingebouwde ribboncontroller aan.
Breath
Geeft de externe regelaar aan die het besturingswijzigingsnummer,
dat aan de breathcontroller is toegewezen in de modus Utility
(pagina 264), via MIDI naar de MOTIF XS stuurt.
104
MOTIF XS-gebruikershandleiding
2
3
4
5
Assign1
Assign2
Geeft de draaiknoppen aan met het bijschrift 'ASSIGN 1' en 'ASSIGN 2'
waarbij het lampje TONE 1 aan is.
A. Func 1
A. Func 2
Geeft de ingebouwde ASSIGNABLE FUNCTION-knoppen [1] en [2] aan.
n
U kunt de mate bepalen waarin het pitchbendwiel invloed
heeft op de parameter Destination (onder) door de para-
meters Pitch Bend Range Upper (4) en Pitch Bend Range
Lower (5) in de display Play Mode (pagina 98) in te stellen .
2 Destination*
Bepaalt welke parameter wordt bestuurd door de bronregelaar
(Source Controller, hierboven). U kunt een parameter van de
67 parameters voor elke regelaar selecteren, zoals volume
(Volume), toonhoogte (Pitch) of LFO-diepte (LFO Depth).
Instellingen: Instellingen: Raadpleeg de Control List in de
afzonderlijke Data List.
n
Betreffende de in de Control List beschreven 'Insertion Effect
A Parameter 1 – 16', 'Insertion Effect B Parameter 1 – 16' en
'Insertion Effect L Parameter 1 – 32': de feitelijke parameter-
namen van het geselecteerde effecttype worden in de dis-
play weergegeven. Als een van deze namen wordt weerge-
geven is er geen functie aan die parameter toegewezen.
Instellingsvoorbeelden voor Destination (bestemming)
Om het volume te regelen:
Om vibrato op de voice toe
te passen:
Om de toonhoogte te
wijzigen:
Om de helderheid van de
voice te regelen:
Om de snelheid van de
Rotary Speaker (draaiende
luidspreker) te wijzigen:
Om een wahpedaal op de
voice toe te passen:
Betreffende *1 – *4 zijn de volgende instellingen nodig naast
de bovenstaande instelling.
*1 [F4] Com LFO
[SF1] Wave
[F4] Com LFO
[SF2] Set
*2 [F3] Ctrl Set
Element Switch = on
*3 [F6] Effect
Insertion A/B Type = Rotary Speaker
[F6] Effect
Element Out = insA/insB
*4 [F6] Effect
Insertion A/B Type = Wah effect
[F6] Effect
Element Out = insA/insB
3 Depth*
Bepaalt in welke mate de parameter Destination wordt
beïnvloed door de controller Source. Bij negatieve waarden
werkt de regelaar omgekeerd. maximale instellingen van de
regelaar geven minimale parameterwijzigingen.
Instellingen: -64 – +0 – +63
4 Element Switch*
Bepaalt of de geselecteerde regelaar al dan niet van invloed
is op elk afzonderlijk element. Deze parameter is uitgescha-
keld als de Destination (2), die hiervoor staat beschreven, is
ingesteld op een parameter die niet is gerelateerd aan de
voice-elementen.
Volume
Common LFO Depth 1 – 3
(C-LFO dpth1 – 3) *1
Element Pitch
(coarse tune) *2
Element Filter Frequency
(cutoff) *2
Insertion A/B Parameter 1
(insA-prm1/insB-prm1) *3
Insertion A/B Parameter 1
(insA-prm1/insB-prm1) *4
Play Mode = loop
Control Dest = P mod
Advertenties
