Effectparameterinstellingen: [SF2] Ins A,
[SF3] Ins B, [SF4] Reverb, [SF5] Chorus
Van deze displays kunt u de effectgerelateerde parameters
instellen als de parameter INSERTION CONNECT (2) is
F
ingesteld op 'parallel', 'ins A
1
n
Afhankelijk van de geselecteerde parameter verschijnt het
pictogram LIST op de tab van de knop [SF6]. Als dat het
geval is kunt u het overzicht oproepen door op de knop
[SF6] LIST te drukken en kunt u vervolgens het gewenste
item in het overzicht selecteren. Raadpleeg voor meer
informatie pagina 82.
Effectparameterinstellingen: [SF2] Ins L (Insertion Large)
Via deze display kunt u de vocoder-gerelateerde parameters instellen. Deze via de knop [SF2] opgeroepen display is alleen
beschikbaar als de parameter INSERTION CONNECT (2) is ingesteld op 'ins L' in de display Connect (pagina 107).
Vocoder is een onderscheidend, 'robotstem'-effect dat de karakteristieken van het microfoongeluid extraheert en deze
toevoegt aan het geluid van uw toetsenspel. Om dit vocodereffect te realiseren, bespeelt u het toetsenbord terwijl u gelijk-
tijdig in de microfoon zingt of spreekt. Om het vocodereffect te gebruiken, sluit u een microfoon aan op de aansluiting A/D
INPUT op het achterpaneel en volgt u vervolgens de instructies op pagina 111.
Microfooningang
Instrumentingang
(Toetsenspel)
*1 De in de vocodereenheid gegenereerde ruis wordt gebruikt.
*2 De afsnijfrequentie van de BPF1' kan niet gelijk zijn aan die van de BPF1. Dit hangt af van de instellingen van de Formant Shift
(formantverschuiving) en Formant Offset (formantoffset).
F
B' of 'ins B
A'.
2
3
4
Band 10
Band 9
Band 2
Band 1
Noise-
gate
Ruisingang (*1)
1 Category
2 Type
In de kolom Category kunt u een van de effectcategorieën
selecteren, die elk soortgelijke effecttypen bevatten. In de
kolom Type kunt u een van de effecttypen selecteren die in de
geselecteerde categorie worden opgesomd.
Instellingen: Details over de effectcategorieën en -typen worden
beschreven op pagina 70.
n
De categorie (1) wordt niet weergegeven in de display
Reverb.
3 Preset
U kunt verschillende parameters instellen om te wijzigen hoe
het geluid wordt beïnvloed door het geselecteerde effecttype.
Via deze parameter kunt u voorgeprogrammeerde instellin-
gen van deze effectparameters oproepen.
4 Effect Parameters
Het aantal beschikbare parameters en waarden varieert
afhankelijk van het op dat moment geselecteerde effecttype.
Raadpleeg voor meer informatie over de effectparameters
pagina 73. Raadpleeg voor informatie over de parameters
van elk effecttype het afzonderlijke Engelstalige boekje Data
List.
HPF
Extrahering van de
klankkarakteristieken
Niveau-
BPF1'
detectie
(*2)
BPF1-
verster-
king
Volume-
BPF1
regeling
Een normale voice bewerken
Nat
Uitgang
Droog
MOTIF XS-gebruikershandleiding
109