Advertenties
Arpeggio-instellingen:
[F2] Arpeggio
Via deze display kunt u verschillende arpeggiogerelateerde
parameters instellen voor het songopnemen.
1
2
3
4
5
*
!
@
#
$
)
Parameters 1 – & zijn gelijk aan die in de display Arpeggio
Main (pagina 101) in de modus Voice Common Edit.
* Voice with ARP (Voice with Arpeggio)
Aan elk arpeggiotype is een bepaalde voice toegewezen die
het best bij dat type past. Als er een arpeggiotype aan een
opgenomen track is toegewezen, bepaalt deze parameter of
de voice die aan het arpeggiotype is toegewezen wel of niet
voor de opgenomen track wordt gebruikt. Als deze op 'on'
(aan) is ingesteld, wordt de betreffende voice aan de
opgenomen track toegewezen in plaats van de momenteel
toegewezen voice. Als deze op 'off' (uit) is ingesteld wordt de
betreffende voice niet aan de opgenomen track toegewezen.
De momenteel toegewezen voice wordt aangehouden. De
naam van de voice die bij het arpeggiotype is geregistreerd
wordt rechts weergegeven.
Instellingen: off (niet gekopieerd), on (gekopieerd)
Het arpeggiotype oproepen met de
knoppen [SF1] Scene 1 – [SF5] Scene 5
Het arpeggiotype dat in de display Arpeggio van Song
Record is ingesteld, kan samen met de songscène worden
opgeroepen via de knoppen [SF1] Scene 1 – [SF5] Scene 5
in de display Setup (pagina 187) en de display Track View
(pagina 181). Het pictogram van de 1/8-noot rechts van
Scene 1– 5 in de tab geeft aan dat de betreffende songscène
onder de corresponderende knop is geregistreerd. Als
Arpeggio Type in de display Arpeggio van Song Record is
ingesteld op 'off' (uit), wijzigt drukken op de correspon-
derende subfunctieknop in de display Setup of Track View het
arpeggiotype niet, zelfs niet als het pictogram van de 1/8-
noot wordt weergegeven.
Procedure realtime opnemen
In deze sectie wordt uitgelegd hoe u uw spel kunt opnemen
met behulp van de opnamefuncties voor realtime opnemen.
Houd in gedachte dat de procedure verschilt, afhankelijk van
de instellingen voor Record Type en Record Track in de
display Record Setup.
6
7
Vervangend opnemen (replace)
8
9
[SONG] ➞ [
opnametrack ➞ Type=replace ➞ [
%
Via deze methode worden alle reeds in de opnametrack
^
opgenomen data gewist (overschreven) en vervangen door
de nieuwe data. De bestaande opname gaat verloren en
wordt vervangen door de nieuwe. Dit is handig als u dezelfde
part meerdere keren opnieuw op moet nemen.
n
Als u per ongeluk belangrijk data overschrijft met
vervangend opnemen (replace), annuleer de opname dan
door de job Undo/Redo (pagina 196) te gebruiken.
Opnameprocedure voor afzonderlijke
tracks 1 – 16
Deze sectie legt uit hoe u uw toetsenspeldata met ver-
vangend opnemen (replace) op kunt nemen op tracks 1 – 16.
1
Druk op de knop [SONG] om de display Song
Play (pagina 178) op te roepen en selecteer
vervolgens een song om in op te nemen.
Selecteer een lege song als u een nieuwe song van de
basis af wilt opnemen.
2
Druk op de knop [
Record Setup (pagina 187) op te roepen. Via
deze display stelt u een van de tracks 1 – 16 als
opnametrack (Record track) in en vervolgens
stelt u Record Type in op 'replace'.
Stel zonodig verschillende parameters in zoals tempo,
maatsoort, maat, quantizeren en voice.
3
Druk op de knop [F5] Click om de metronoom
aan te zetten als u die wilt gebruiken.
In de display Click (pagina 270), opgeroepen via de knop
[SEQ SETUP], kunt u verschillende instellingen voor de
metronoomklik maken, zoals de nootresolutie, het volume
en de opmaat voor opname.
4
Druk op de knop [
indicator knippert en start vervolgens het
opnemen na de opmaat.
Bespeel het toetsenbord en/of regelaar om op te nemen.
5
Druk op de knop [
opnemen te stoppen en terug te keren naar
de display Song Play.
Songopname
] (opnemen) ➞ Selectie
I
F
] (afspelen)
I
] (opnemen) om de display
F
] (afspelen) zodat zijn
] (stoppen) om het
J
MOTIF XS-gebruikershandleiding
189
Advertenties
