Instellingen invoegeffecttypen:
[SF3] Ins A, [SF4] Ins B
Via deze displays kunt u de invoegeffecttypen instellen die
worden toegepast op het audio-invoersignaal in de modus
Voice. Deze displays zijn alleen beschikbaar als de modus
Utility is geactiveerd vanuit de modus Voice.
1
n
Afhankelijk van de geselecteerde parameter verschijnt het
pictogram LIST op de tab van de knop [SF6]. Als dat het
geval is kunt u het overzicht oproepen door op de knop
[SF6] LIST te drukken en kunt u vervolgens het gewenste
item in het overzicht selecteren. Raadpleeg voor meer
informatie pagina 82.
1 Category
2 Type
In de kolom Category kunt u een van de effectcategorieën
selecteren, die elk soortgelijke effecttypen bevatten. In de
kolom Type kunt u een van de effecttypen selecteren die in de
geselecteerde categorie worden opgesomd. Raadpleeg voor
details over de effectcategorieën pagina 70.
3 Preset
Hiermee kunt u voorgeprogrammeerde instellingen voor elk
effecttype oproepen, die zijn ontworpen voor gebruik bij
speciale toepassingen en situaties.
4 Effect Parameters
Het aantal beschikbare parameters en waarden varieert
afhankelijk van het op dat moment geselecteerde effecttype.
Raadpleeg voor meer informatie over de effectparameters
pagina 73. Raadpleeg voor informatie over de parameters
van elk effecttype het afzonderlijke boekje Data List.
Afstandsbediening (Remote Control)
en MIDI-instellingen: [F5] Control
Via de volgende displays kunt u parameters instellen die
gerelateerd zijn aan de functie Remote Control (afstands-
bediening) en aan MIDI-instellingen.
2
DAW-instellingen: [SF1] Remote
3
Hiermee kunt u de DAW-software aangeven die wordt
bestuurd vanaf de MOTIF XS. De MOTIF XS kan Cubase 4,
4
Logic Pro 7.2, SONAR 5.2 en Digital Performer 5 besturen.
1
1 DAW Type
Hiermee bepaalt u de DAW-software die wordt bestuurd
vanaf de MOTIF XS.
Instellingen: Cubase, Logic, Sonar, Digital Performer
n
Als het lampje [REMOTE ON/OFF] aan is, roept gewoon
selecteren van het DAW-type automatisch de instellingen
voor Remote op.
MIDI-instellingen: [SF2] MIDI
Via deze display kunt u MIDI-gerelateerde parameters
instellen.
1
2
3
4
5
6
7
8
1 Basic Receive Ch
Hiermee bepaalt u het MIDI-ontvangstkanaal als deze synthe-
sizer is ingesteld op de monotimbrale toongeneratormodus
(in de modi Voice en Performance).
Instellingen: 1 – 16, omni, off
omni
Als dit is geselecteerd worden alle kanaalboodschappen ontvangen.
n
In de multitimbrale toongeneratormodus (modi Song en
Pattern), ontvangt elke mixingpart MIDI-data volgens zijn
toegewezen MIDI-ontvangstkanaal. Dit kan worden inge-
teld in de display Voice (pagina 235) van de modus Mixing
Part Edit.
Systeeminstellingen (modus Utility, enz.)
MOTIF XS-gebruikershandleiding
9
)
!
@
#
$
267