Performancestructuur
Via deze methode kunt u alle partijen van een band zelf
spelen. Dit type performance gebruikt ook verschillende
arpeggiotypen die aan de afzonderlijke parts zijn toege-
wezen, waardoor het nog makkelijker wordt als een complete
band te klinken. In het onderstaande voorbeeld wordt het
drumpatroon (door het arpeggio) zelfs als u de noten loslaat
oneindig afgespeeld, de baslijn (door het arpeggio) wordt
gespeeld op basis van het spel met uw linkerhand en de
gitaarbegeleiding(door het arpeggio) worden gespeeld op
basis van het spel met uw rechterhand.
Daarbij kunt u de toewijzing van het arpeggiotype aan elk van
de parts wijzigen door op een van de knoppen [SF1] – [SF5]
te drukken.
Bas met het arpeggio
Part 2
Drum met Arpeggio Hold = ON
C1
C2
C3
Door het gebruik of combineren van de vier hiervoor
beschreven methoden kunt u een grote verscheidenheid
performances creëren.
Standaard kunnen veel van de performances die in de
gebruikersbanken zijn opgeslagen via de hiervoor beschreven
methoden worden gecreëerd. Probeer eens verschillende
performances uit en kijk welke methode ervoor gebruikt is.
Een performance creëren door
voices te creëren
Probeer na het uitproberen van de voorgeprogrammeerde
performances in de gebruikersbanken eens uw eigen
originele performance te creëren. In deze sectie maken we
een performance door twee voices te combineren.
Voorbereidingen voor het maken
van een performance (de
performance initialiseren)
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
1
Druk in de modus Performance Play op de
knop [JOB] en vervolgens op de knop [F1].
De display Initialize (initialiseren) wordt weergegeven.
Zorg ervoor dat het selectievakje van 'All parameters' is
geselecteerd. Raadpleeg voor meer informatie over de
initialisatiefunctie pagina 159.
2
Druk op de knop [ENTER]. (De display vraagt u
om bevestiging.)
3
Druk op de knop [INC/YES] om de performance
te initialiseren.
PAS OP
Merk op dat wanneer u op dit punt de opslaghandeling uitvoert
door op de knop [STORE] te drukken, de performance op de
bestemming wordt vervangen door de hiervoor
geïnitialiseerde performance.
Het arpeggio gebruiken
Part 4
Gitaar met het arpeggio
Part 3
Piano met het arpeggio
Part 1
C4
C5
C6
Stap 3: Een performance selecteren en bespelen
n
Raadpleeg voor meer informatie over de opslag-
handeling (Store) pagina 142.
4
Druk op de knop [PERFORM].
De huidige performancenaam wordt in de display
gewijzigd in 'Initialized Perform'.
n
Als u een performance initialiseert wordt de voice van
voicenummer 1 in de vooraf ingestelde (preset) bank
1, aan elk van de parts toegewezen en de parts
worden standaard aangezet.
Verschillende voices gezamenlijk
bespelen (Layer)
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Probeer eens twee voices te combineren door uw favoriete
voice aan part 2 toe te wijzen.
1
Druk in de display Performance Play op de
knop [F2] om de display Voice op te roepen.
Via deze display kunt u controleren welke voices aan de
parts zijn toegewezen. U kunt ook controleren of alle parts
aan zijn na het uitvoeren van de bovenstaande
initialisatiefunctie.
2
Verplaats de cursor naar Part 2 en selecteer
vervolgens de gewenste voice door een bank-
en voicenummer in te stellen.
n
Via deze display kunt u de functie Category Search
gebruiken om een voice te selecteren. Gebruik daar-
voor net als in de modus Voice (pagina 24) de knop
[CATEGORY SEARCH]. Merk op dat de onder de
bankknoppen afgedrukte categorienamen niet
gelden voor de performancecategorie maar voor de
voicecategorie.
3
Verplaats de cursor naar het selectievakje
PART SW voor de parts 3 en 4 en verwijder de
selectie vervolgens door op de knop [DEC/NO]
te drukken.
Als het selectievakje is uitgeschakeld is ook de betref-
fende part uitgeschakeld. Zet hier part 1 en 2 aan.
Voice-
instellingen
voor part 1
Voice-
instellingen
voor part 2
4
Bespeel het toetsenbord.
Part 1 (vleugelvoice) en part 2 (de voice die u hiervoor
hebt geselecteerd) klinken nu gezamenlijk in een layer.
Laten we nu eens twee verschillende voices voor de linker- en
rechterhand bespelen.
MOTIF XS-gebruikershandleiding
29