Download Print deze pagina

Yamaha motif XS6 Gebruikershandleiding pagina 234

Advertenties

Multitimbrale-toongeneratorinstellingen voor het afspelen van songs of patronen (modus Mixing)
Mastereffect- en master-EQ-instellingen:
[F2] MasterFX (mastereffect)
[SF2] MasterFX (mastereffect)
Via deze display kunt u het type en de parameters van het
mastereffect instellen.
De functie is hetzelfde als die in de display Master Effect
(pagina 146) in de modus Performance Common Edit.
[SF3] MasterEQ
Via deze display kunt u vijfbands equalizing op alle parts van
de geselecteerde mixing toepassen.
De functie is hetzelfde als die in de display Master EQ
(pagina 146) in de modus Performance Common Edit.
Regelaarinstellingen:
[F3] Ctrl Asgn (Controller Assign)
De regelaars en draaiknoppen op het bedieningspaneel
kunnen worden gebruikt om verschillende parameters in
realtime en gelijktijdig aan te passen. U kunt bijvoorbeeld de
knoppen ASSIGN 1 en 2 gebruiken om de effectdiepte te
regelen, terwijl u de voetregelaar gebruikt om de modulatie te
regelen. Deze regelaartoewijzingen worden 'Controller
Assign' genoemd. U kunt verschillende toewijzingen voor
Control Set instellen voor elke mixing.
De functie is hetzelfde als die in de display Controller Assign
(pagina 147) in de modus Performance Common Edit.
Instellingen audio-invoerpart:
[F4] Audio In
U kunt parameters instellen die gerelateerd zijn aan audio-
invoer via de aansluiting A/D INPUT en de aansluiting mLAN.
De mLAN-ingag is alleen beschikbaar op de MOTIF XS8. Dit
is alleen beschikbaar op de MOTIF XS6/7 als er een optionele
mLAN16E2 is geïnstalleerd.
[SF1] Output
Via deze display kunt u het zendniveau instellen van het
signaal van de audio-invoerpart dat naar het reverb-/chorus-
effect wordt gestuurd en de uitgangsaansluitingstoewijzing
voor de audio-invoerpart.
De functie van deze display is hetzelfde als die in de display
Output (pagina 147) in de modus Performance Common Edit.
[SF2] Connect
Bepaalt de effectrouting voor de invoegeffecten A en B. De
instellingswijzigingen worden weergegeven in het diagram in de
display en geven u een goed overzicht van de manier waarop het
signaal wordt gerouteerd.
De functie van deze display is hetzelfde als die in de display
Insertion Effect Connection (pagina 148) in de modus
Performance Common Edit.
234
MOTIF XS-gebruikershandleiding
[SF3] Ins A (invoegeffect A)
[SF4] Ins B (invoegeffect B)
Via deze display kunt u het type en de parameters instellen
van het invoegeffect.
De functie van deze display is hetzelfde als die in de displays
Insertion Effect A en Insertion Effect B (pagina 149) in de
modus Performance Common Edit.
Effectinstellingen: [F5] Effect
Via de volgende displays kunt u de effectverbinding en
waarden van andere parameters instellen. Raadpleeg voor
meer informatie over de effectstructuur in de modus Mixing
pagina 70.
[SF1] Connect
Via deze display kunt u het retourniveau instellen van het
reverb-/choruseffect, de effectpaninstelling en het chorus-
zendniveau.
De functie van deze display is hetzelfde als die in de display
Connection (pagina 149) in de modus Performance Common
Edit.
[SF2] Ins Switch (invoegeffect-schakelaar)
In deze display kunt u selecteren welke parts (van mixing-
parts 1 – 16 en de audio-invoerpart) worden toegewezen aan
de acht invoegeffecten.
1
1 Part 1 – 16, A/D
Bepaalt de parts die beschikbaar zijn voor het invoegeffect.
Als deze schakelaar op aan is ingesteld, is het invoegeffect
van de voice die aan de part is toegewezen geactiveerd.
Zorg ervoor dat deze parameter aan is voor elke part/voice
waarop u een invoegeffect moet toepassen.
De MOTIF XS beschikt over acht invoegsysteemeffecten,
waardoor u deze parameter voor maximaal acht parts aan
kunt zetten. Als deze parameter al voor acht parts is aan-
gezet, kan deze bij andere parts niet meer worden aangezet.
In dat geval moet de schakelaar eerst voor een andere part
worden uitgezet voordat u de schakelaar voor de gewenste
part kunt aanzetten.
n
Bij de audio-invoerpart kunnen de parameters en het type
voor het invoegeffect worden ingesteld in de display
Insertion A/B (pagina 234) in de modus Mixing Common
Edit. Voor Parts 1 – 16 kunnen de type-/parameter-
instellingen van het invoegeffect niet in de modus Mixing
Edit worden ingesteld, omdat hun instellingen onderdeel
uitmaken van de voices die aan de parts zijn toegewezen.
Als u de invoegeffectinstellingen voor de parts wilt instellen,
activeer dan de modus Mixing Voice Edit en bewerk vervol-
gens de effectinstellingen van de betreffende voice.

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Motif xs7Motif xs8