Download Print deze pagina

Yamaha motif XS6 Gebruikershandleiding pagina 219

Advertenties

Voorbereiden op patroonopname:
[F1] Setup
4 !
@ 5
)
8
9
¡
£
1 Patroonnaam (alleen indicatie)
Geeft de naam van het huidige patroon aan. Het patroon kan
worden geselecteerd in de display Pattern Play (pagina 210).
2 Measure
Bepaalt de maat vanwaar het opnemen begint. Dit geeft ook
huidige locatie van het opnemen aan.
Instellingen:
Measure:
001 – 256
Beat:
alleen indicatie
Maat
3 Length
Bepaalt de lengte van het patroon. Dit is ook de lengte van de
frase die via de opnameprocedure is gecreëerd.
Instellingen: 001 – 256
4 Section (alleen indicatie)
Geeft de sectie aan die wordt opgenomen. De sectie kan
worden ingesteld via de display Pattern Play (pagina 210).
5 Maatsoort
Bepaalt de maatsoort voor het patroon.
Instellingen: 1/16 – 16/16, 1/8 – 16/8, 1/4 – 8/4
6 Tempo
Dit is hetzelfde als in de modus Song Record.
Raadpleeg pagina 187.
7 Keyboard Start
Als de functie Keyboard Start is ingesteld op 'on' (aan), begint
het patroonopnemen zodra u een toets op het toetsenbord
indrukt.
Instellingen:
(on),
2
1
3
7
6
#
$
%
^
&
*
(
º
¢
Tel
Lengte
(off)
8 Tracknummer (alleen indicatie)
9 Tracktype (alleen indicatie)
) Dempen/solo (alleen indicatie)
! Voicenaam (alleen indicatie)
Deze zijn hetzelfde als in de modus Song Record.
Raadpleeg pagina 187.
@ REC TR (Record Track)
Bepaalt in welke track wordt opgenomen. Verplaats de cursor
naar de gewenste track of druk op een van de nummerknoppen
[1] – [16] terwijl het TRACK-lampje aan is, zodat de rode cirkel
in de corresponderende kolom REC TR wordt getoond.
Instellingen: 1 – 16
# Record Type
Bepaalt de opnamemethode.
Instellingen: replace, overdub
replace (vervangen)
Deze methode kunt u gebruiken als u een reeds opgenomen track in
realtime wilt overschrijven met nieuwe data. De oorspronkelijke data
worden gewist.
overdub
Deze methode kunt u gebruiken als u extra data aan een track wilt
toevoegen, die reeds data bevat. Eerder opgenomen data worden
gehandhaafd.
$ Loop (Loop Recording)
Bepaalt of het opnemen met een loop wordt uitgevoerd of niet
tijdens realtime opnemen. Bij de instelling 'on' speelt de frase
herhaaldelijk af tijdens realtime opnemen. Dit kan van pas
komen bij het opnemen van drumparts als Record Type is
ingesteld op ' overdub', waardoor u bij elke gang andere
instrumenten toe kunt voegen. Bij de instelling 'off' stopt het
opnemen na één gang door de frase.
% Record Part
^ Quantize (Record Quantize)
& Voice
* Volume
( Pan
º Ins Effect Sw (Insertion Effect Switch)
Deze zijn hetzelfde als in de modus Song Record.
Raadpleeg pagina 188.
¡ [SF1] Scene1 – [SF5] Scene5
U kunt de instellingen van de patroongerelateerde parameters
(patroonscène) en de arpeggiogerelateerde parameters
wijzigen door op deze knoppen te drukken. Raadpleeg voor
details de omschrijving van dezelfde knoppen in de modus
Pattern Play op pagina 211.
™ [F1] Setup
Door op deze knop te drukken gaat u van de voorgaande
display naar de display Record Setup.
£ [F2] Arpeggio (Record Arpeggio)
De handeling is gelijk aan die in de display Record Arpeggio
(pagina 189) in de modus Song.
MOTIF XS-gebruikershandleiding
Patroon opname
219

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Motif xs7Motif xs8