Download Print deze pagina

Mitel MiVoice Office 400 Gebruiksaanwijzing pagina 81

Verberg thumbnails Zie ook voor MiVoice Office 400:

Advertenties

Identificatie-elementen
4.5
Display voor Display voor onvoorwaardelijke
oproepdoorschakeling
Als Onvoorwaardelijke Oproepdoorschakeling is geactiveerd, dan is nuttig voor gebruikers om te weten
dat de oproep werd omgeleid, door wie en aan wie. Dit betekent dat de gebelde gebruiker de oproep
kan beantwoorden namens de gebruiker die de oproep naar haar/hem heeft doorverbonden. Met deze
informatie is de oproepende gebruiker beter voorbereid op de oproep. Deze omleidingsgegevens zijn
beschikbaar op systeemtelefoons en ISDN-aansluitingen, zowel intern als in privénetwerken. Als de
openbarenetwerkprovider de functie ondersteunt (speciaal arrangement), dan zijn de omleidingsgegevens
ook beschikbaar voor virtuele PISN-gebruikers en gebruikers in het openbare netwerk.
4.5.1
Gegevens die worden weergegeven aan de
opgeroepen gebruiker
De opgeroepen gebruiker ziet niet alleen de naam en telefoonnummer van de beller, maar ook dat de
oproep werd omgeleid en door wie (omleidingsgegevens).
Voorbeeld:
Gebruiker A roept gebruiker B op, die is doorgestuurd naar gebruiker C. De display op een
systeemtelefoon bij gebruiker C zegt:
<CNIP A> / <CLIP A> forwarded from <CNIP B> / <CLIP B>
Deze omleidingsgegevens bij gebruiker C zijn beschikbaar voor CFU, CFB, CFNRen Call Deflection (CD).
(Met CD wordt forwarded from weergegeven in plaats van deflected from).
4.5.1.1
Uitgaande oproep: met lokale
oproepdoorschakeling
De configuratiemogelijkheden om de omleidingsgegevens zijn afhankelijk van de bestemmingsgebruiker:
Als de bestemmingsgebruiker is:
een interne gebruiker in de lokale PINX, dan worden de omleidingsgegevens altijd naar de opgeroepen
gebruiker verstuurd.
een PISN-gebruiker, een PISN-gebruiker in een virtueel netwerk, een geïntegreerde mobiele/externe
telefoongebruiker of een openbarenetwerkgebruiker, u kunt selecteren in de trunkgroepconfiguratie (
=bg) of de omleidingsgegevens naar de opgeroepen gebruiker moet worden verzonden of moet worden
onderdrukt (
een openbarenetwerkgebruiker en als CLIR bij de gebruiker die de omleiding heeft uitgevoerd wordt
geactiveerd, dan zal de opgeroepen gebruiker noch de initiator van de oproep kunnen zien noch dat
deze is omgeleid. Dit ondanks dat de oproepende gebruiker CLIR niet heeft geactiveerd. Om dit te
voorkomen kunt u de (
73
Send redirecting information).
=bg)
CLIR for redirected callsin de trunkgroepconfiguratie deactiveren.
System Functions and Features

Advertenties

loading