Routeringselementen
Intern wordt de telefonistentelefoon gebeld met behulp van het nummer van de telefonistenconsole dat is
gedefinieerd in het nummerschema of via een oproepdistributie-element.
Op de Mitel6930SIP-, Mitel6940SIP-, Mitel 6869 SIP- of Mitel6873SIPtelefonisten telefoon worden de
oproepen op de telefonistentoetsen weergegeven. Als de telefonistentoetsen worden gebruikt, dan worden
andere oproepen in de wachtrij gesorteerd.
Op een MiVoice 5380 / 5380 IPof Office45telefonisten telefoon worden oproepen op de lijntoetsen
weergegeven. Als alle lijntoetsen bezet zijn, dan worden de oproepen gesorteerd in de interne
oproepenwachtrij.
Op een MiVoice1560 PC Operator, worden de oproepen ingevoerd in de wachtrij voor interne oproepen op
de grafische interface. De telefonist(e) selecteert de oproep rechtstreeks uit de wachtrij.
Oproepen van het privé-huurlijnennetwerk worden op dezelfde manier afgehandeld als interne oproepen.
Een Privé-oproep routeren (Intern of Extern)
Het persoonlijke deel van een telefonistenconsole komt overeen met een gewone interne gebruiker. De
gesprekken worden dienovereenkomstig gerouteerd.
Oproepsignalering en Presentatie op de Aansluiting
Externe en interne oproepen voor het schakelcentrum worden op alle telefonistenconsoles gesignaleerd.
Oproepdoorschakeling naar een Vervangende Bestemming
Oproepen naar telefonistenconsoles kunnen worden omgeleid naar een vervangende bestemming (zie
"Vervangingscircuit").
In een systeem met twee bedrijven is de oproepdoorschakelingsbestemming van toepassing op beide
bedrijven.
5.9.2
Routeringsfuncties voor Uitgaande Oproepen
Een Oproep van Buiten Routeren
Een lijntoets pakken geeft direct toegang tot het netwerk. De de externe kiestoon is hoorbaar. Dit betekent
dat de gebruiker geen exchange-toegangsvoorvoegsel hoeft te kiezen om naar het openbare netwerk
te kunnen bellen. Oproepen worden gerouteerd via route 1 behalve in het geval van een twee-bedrijven
configuratie (zie "Twee-bedrijvensysteem").
Er is geen CLIP beschikbaar voor uitgaande oproepen via lijntoetsen.
Als een telefoonnummer van het display of van een kaartenbestand wordt voorafgegaan door een
exchange-toegangsvoorvoegsel met een koppelteken, dan wordt het voorvoegsel afgekapt bij het kiezen
via een lijntoets.
Voorbeeld: Het display op de telefonistenconsole geeft het nummer weer: 0 -222 30 30 Als een oproep met
dit nummer tot stand wordt gebracht via een lijntoets, dan wordt nummer 2223030 gekozen en wordt de
oproep via route 1 naar het openbare netwerk verstuurt.
137
System Functions and Features