Routeringselementen
5.5.4
Andere Functies en Instellingen van de CDE
Naam
CDE namewordt gebruikt om een naam toe te wijzen aan elk oproependistributie-element. De naam
wordt gebruikt voor identificatiedoeleinden.
•
Bij inkomende oproepen wordt de naam weergegeven op de systeemtelefoon.
•
Bij uitgaande oproepen via KT lijnen wordt de naam als CNIP weergegeven.
De naam kan niet worden gebruikt voor kiezen op naam.
DDI weergeven
Bij inkomende oproepen kan ook het snelkiesnummer worden weergegeven in plaats van de naam van de
oproepdistributie (
applicaties.
Inkomende-oproepregistratie activeren/deactiveren (ICL)
Inkomende-oproepenregistratie kan voor elk oproependistributie-element worden geactiveerd of
gedeactiveerd met de parameter
(ICL)").
Bedrijfsconfiguratie specificeren
Met de
Company-instelling kan worden bepaald of dit oproependistributie-element wordt gebruikt in
bedrijf A of in bedrijf B. De parameter is alleen zichtbaar als het systeem is geconfigureerd als bedrijf 2-
systeem (zie "Twee-bedrijvensysteem").
Meldingsservice
Aan elk oproependistributie-element kan een welkomsbericht of de functie Stopof Muziekworden
toegewezen voor elke schakel positie (zie
beantwoorden)").
Kostenplaats voor toetsentelefoons
Kosten voor gesprekken via de KT-lijnen van een oproependistributie-element worden geregistreerd onder
de ingevoerde
Andere Onderwerpen met Betrekking tot Oproepdistributie:
Trunkgroep, Snelkiesschema, Gebruikersgroep, Toetsentelefoons, Gebruikersconfiguratie, Intern verkeer,
Inkomend verkeer, Uitgaand verkeer, Verkeer in het PISN, Schakelgroepen, Nummerschema.
121
Force showing the DDI number geactiveerd). Dit is in het bijzonder nodig voor CTI-
Enter ICL datain (zie
"Meldingsservice (aankondiging voorafgaand aan de
Route(zie ook
"Uitgaande oproepen via een
"Oproepenregistratie voor inkomende oproepen
KT-lijn").
System Functions and Features