Gegevensveld
Volgnummer
Serienummer
Carriage-return
(CR)
Line-feed (LF)
8.7.2.1
Uitleg van de gegevensvelden
Gebruikersnummer
Uitgaand:
•
Vermelding voor de beller's gebruikersnummer.
•
Vermelding voor bron-PINX en stand-alonecommunicatieserver; anders blijft het gegevensveld leeg.
Inkomend:
•
Bevat een vermelding voor bestemmings-PINX en stand-alonecommunicatieserver; anders blijft het
gegevensveld leeg.
•
Onbeantwoorde oproep:
Het nummer voor de interne bestemmingsadres wordt hier ingevoerd. Het kan zijn: een
gebruikersgroep (UG), een toetsentelefoon (KT), een gebruiker (VS) of een combinatie van deze
adressen.
Het gebruikersnummer wordt onder US ingevoerd en de combinaties US+UG of US+KT.
De UG nummer wordt hier ingevoerd voor UG en de combinatie UG+KT, waar geconfigureerd. Zo niet,
dan wordt het geconfigureerde ICL-initialisatienummer ingevuld, zoals bij de KT-instelling.
•
Beantwoorde oproep:
Voert het nummer in van de beller die de externe oproep aannam of extern herrouteerde.
•
Doorgeschakelde oproep:
Als de oproep intern of extern werd doorverbonden, dan wordt de doorverbonden gebruiker wordt
ingevoerd.
Kostenplaatsnummer
•
Vermelding voor de variabele kostenplaats (zie "Kostencenters").
•
In de PISN wordt de kostenplaats alleen geregistreerd in de PINX waarin de selectie van de variabele
kostenplaats werd uitgevoerd.
System Functions and Features
Naam
Gegevensind
eling
SEQ.NR.
i
SERIENR.
i
Lengte
Formattering
0 -I
3
0 -I
4
1
1
Oproepenregistratie (CL)
Offset
201
205
209
210
298