3.2.5.5
Virtuele terminals
Virtuele terminals reageren op dezelfde manier als analoge interne aansluitingen, behalve dat ze
•
fysiek geen poot bezetten omdat er geen hardware bij betrokken is,
•
geen B-kanaal nodig hebben.
Andere eigenschappen
•
Virtuele aansluitingen zijn geschikt voor het versturen en ontvangen van berichten via de externe CTI-
interface.
•
Een gebruiker aan wie slechts één virtuele aansluiting is toegewezen, wordt een virtuele gebruiker
genoemd.
•
Wanneer de beller een virtuele gebruiker kiest, dan krijgt zij/hij de terugbeltoon of de bezettoon (als de
gebruiker al in gesprek is).
•
Virtuele gebruikers behoren tot de groep gebruikers met een eigen DDI-nummer, waarvan het
maximumaantal wordt beperkt door de systeemgrenswaarden per systeem.
•
Virtuele gebruikers hebben hun eigen recall-tijdsduur, die kan worden ingesteld voor het hele systeem.
Het wordt gebruikt als er geen recall-tijdsduur is gedefinieerd in de gebruikers instellingen (zie ook
"Terugbellen").
Toepassingsvoorbeeld:
•
Tijdens een expliciete oproepdoorverbinding zonder voorafgaande aankondiging naar een virtuele
gebruiker kan een oproep maximaal 900 seconden worden geparkeerd en vervolgens worden
doorverbonden met behulp van *86 Gebruikers-Nr.
•
Om een PISN-gebruiker in een gebruikersgroep te integreren, is het mogelijk om een virtuele gebruiker
in de gebruikersgroep te accepteren m.b.v. een CFNR naar de PISN-gebruiker.
•
In externe CTI-applicaties kunnen virtuele gebruikers worden gebruikt om berichten te versturen en te
ontvangen.
3.2.6
PISN-Gebruikers
Deze categorie omvat gebruikers die tot hetzelfde privé geïntegreerde dienstennetwerk (PISN) behoren,
maar verbonden zijn met een andere PINX. Ze kunnen ook worden gebruikers zijn van een virtuele PINX.
Het aantal gebruikersgroepen, oproepdistributie-elementen, verkorte kiesbestemmingen, routes of
deurintercoms kunnen ook worden ingevoerd als PISN-gebruikers, naast het aantallen interne gebruikers.
De configuratie vindt plaats in de PISN gebruiker weergave.
PISN-gebruikers invoeren
Er zijn twee manieren om PISN gebruikers in te voeren:
•
Het oproepnummer van een PISN-gebruiker wordt volledig en ondubbelzinnig ingevoerd
gebruikers ingevoerd met en zonder
•
Eén nummer met wildcards wordt ingevoerd voor meerdere PISN-gebruikers (groep PISN-gebruikers,
PISN-gebruikers ingevoerd met en zonder
System Functions and Features
wildcards, PINX 2).
wildcards, PINX 1, PISN gebruikers D en E).
Nummerschema
(PISN-
54