9.6.27.1
Gedetailleerde beschrijving
Table 262: Actieve- en passieve kamermonitoring
Eindpunt
A
B
9.6.27.2
Functie
De kamermonitoringg wordt geactiveerd op de draadloze monitoringstelefoon A:
System Functions and Features
Werkvolgorde / signalisatie op
de aansluiting
•
Zodra de functie wordt
geactiveerd krijgt A een
bevestigingstoon en een
permanente aanduiding
op het display die de
bestemmingsgebruiker toont.
•
Een knipperend uitroepteken
geeft aan dat de microfoon
is ingeschakeld bij A (actieve
kamermonitoring).
Reikwijdte
Draadloze telefoons waarop
kamermonitoring kan worden
geactiveerd:
•
Office 135/135 proTerminals
van de serie Mitel 600 DECT
Vereisten zodat een controle kan
een controleoproep kan worden
gemaakt van buitenaf:
•
DDI is ingesteld op gebruiker
A.
•
De beller's CLIP is niet
onderdrukt.
Mogelijke bestemmingen:
•
Gebruiker: intern, extern,
PISN
Functies
494