Download Print deze pagina
Mitel MiVoice Office 400 Gebruiksaanwijzing
Verberg thumbnails Zie ook voor MiVoice Office 400:

Advertenties

MiVoice Office 400
Systeemfuncties en -kenmerken
Release 7.1
July 2023

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Mitel MiVoice Office 400

  • Pagina 1 MiVoice Office 400 Systeemfuncties en -kenmerken Release 7.1 July 2023...
  • Pagina 2 ).The information is subject to change without notice and should not be construed in any way as a commitment by Mitel or any of its affiliates or subsidiaries. Mitel and its affiliates and subsidiaries assume no responsibility for any errors or omissions in this document.
  • Pagina 3 Contents 1 Product- en veiligheidsinformatie............1 1.1 Over MiVoice Office 400......................1 1.2 Veiligheidsinformatie........................2 1.3 Gegevensbescherming.........................4 1.4 Over dit document........................5 2 Systeeminterfaces.................7 2.1 IP-interfacen..........................9 2.1.1 IP-Zwarte lijst........................9 2.1.2 IP-Witte lijst........................9 2.1.3 DHCP-Functionaliteit......................9 2.1.4 Statische IP-routes......................10 2.2 Trunk-interfaces..........................10 2.2.1 Basistoegangsvarianten....................
  • Pagina 4 4.2 Nummers (CLIP) en Namen (CNIP) weergeven............... 62 4.2.1 Weergave van de CLIP....................63 4.3 CLIP met Inkomende Oproepen....................64 4.3.1 Analyseren en Bewerken van de CLIP................64 4.3.2 Presentatie van de CLIP op de Aansluiting..............66 4.3.3 Kopiëren van de Naamweergave op de Communicatieserver........67 4.3.4 Stroomdiagrammen voor naamidentificatie (CNIP)............
  • Pagina 5 5.9 Telefonistentelefoon........................136 5.9.1 Routeringsfuncties voor Inkomende Oproepen............. 136 5.9.2 Routeringsfuncties voor Uitgaande Oproepen...............137 5.9.3 Twee-bedrijvensysteem....................138 5.9.4 Capolinea........................139 5.10 Algemeen belsignaal......................141 5.11 Toetsentelefoons........................141 5.11.1 Aansluitingen als toetsentelefoons gebruiken..............141 5.11.2 KT-lijnen en Lijntoetsen....................142 5.11.3 Inkomende oproepen via een KT-lijn................145 5.11.4 Uitgaande Oproepen via een KT-lijn................146 5.12 met aankondiging (Nummer in Wachtrij)................
  • Pagina 6 9.2 Netwerkdiensten, autorisaties en werking................340 9.2.1 door het systeem ondersteunde ISDN-diensten............340 9.2.2 Meldingen ondersteund door het systeem..............346 9.2.3 SIP--RFC ondersteund door MiVoice Office 400............348 9.2.4 Functies in het particuliere netwerk................348 9.2.5 Functies in de up-circuit communicatieserver............... 350 9.2.6 Features operated via QSIG..................350 9.2.7 Gebruikergerelateerde autorisaties................352...
  • Pagina 7 9.4.3 Oproepdoorschakeling bij Geen Gehoor (CFNR)............368 9.4.4 Een oproep omleiden tijdens de oproepfase (CD)............372 9.4.5 Oproep weigeren......................374 9.4.6 Twinmodus / Twincomfort....................376 9.4.7 Niet storen........................377 9.4.8 Vervanging........................379 9.4.9 DECT Volg mij....................... 381 9.4.10 Afwezigheid op het werkstation organiseren............... 383 9.5 Verbindingen met meerdere gebruikers...................386 9.5.1 Muziek in de wacht......................386 9.5.2 Wachtstand (inlichtingenoproepen)................389...
  • Pagina 8 9.9.1 Functies.......................... 557 9.9.2 Configuratie en bedieningsconcept................559 9.9.3 Hospitality-voicemailfuncties..................560 9.9.4 Functiecodes in voorvoegsel-kiezen................562 9.9.5 Network printer en Mitel 400 Print Spooler..............567 9.9.6 Telefooncellen opzetten....................567 9.10 MiCollab CloudLink-integratie....................570 9.11 PIN-telefonie met Mitel OpenCount..................570 9.12 Berichten- en Alarmsystemen....................572 9.12.1 Interne berichtensystemen voor systeemtelefoons............572...
  • Pagina 9 Gebruikersgroepen Het ontwerp van de telefoons, softphones en PC-applicaties van de MiVoice Office 400 -communicatie- oplossing is bijzonder gebruiksvriendelijk, wat betekent dat deze zonder specifieke producttraining door alle eindgebruikers kan worden gebruikt.
  • Pagina 10 Het is uw verantwoordelijkheid als speciaalzaak om op de hoogte te blijven van de functie-omvang, het juiste gebruik en de werking van de MiVoice Office 400 communicatie-oplossing en om uw klanten te informeren en te instrueren over alle gebruikersgerelateerde aspecten van het geïnstalleerde systeem: •...
  • Pagina 11 Tot aan een specifieke prestatielimiet kan een Mitel 470 communicatieserver daarnaast ook van stroom worden voorzien met behulp van een hulpvoeding. Raadpleeg voor meer informatie de systeemhandleiding van uw communicatieserver.
  • Pagina 12 Product- en veiligheidsinformatie • Volg tijdens de installatie de installatie-instructies voor uw MiVoice Office 400 product in de aangegeven volgorde en houd u aan de veiligheidswaarschuwingen die deze bevatten. CAUTION: Het niet opvolgen van alle instructies kan resulteren in niet goed functioneren van de apparatuur en/of gevaar voor elektrische schokken opleveren.
  • Pagina 13 Office400-serie. De uitbreidingsfasen, systeemcapaciteit, installatie, configuratie, de werking en het onderhoud, de technische gegevens, de DECT-planning en de mogelijkheden voor het netwerken van meerdere systemen in een privé-netwerk (PISN) of een Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk (AIN) maken geen deel uit van deze handleiding. Deze worden beschreven in aparte documenten.
  • Pagina 14 Kenmerken die moeten worden nageleefd in een AIN. Verwijzingen naar de MiVoice Office400-configuratie tool WebAdmin Indien een isgelijkteken is ingevoerd in het WebAdminzoek venster , gevolgd door een tweecijferige navigatiecode, dan wordt de aan de code toegewezen weergave meteen weergegeven. Voorbeeld: Licence overview ( =q9) weergave De bijbehorende navigatiecode is beschikbaar op de helppagina van een weergave.
  • Pagina 15 Systeeminterfaces • IP-interfacen • Trunk-interfaces • Aansluitingsinterfaces • Speciale interfaces Dit hoofdstuk bevat de verschillende typen digitale- en analoge netwerk- en aansluitingsinterfaces en wijst op een aantal configuratiebijzonderheden. Het hoofdstuk eindigt met speciale interfaces voor deurintercoms en algemene belsignalen. Term Uitleg B-kanaal Gebruikersinformatiekanaal: Elke verbinding...
  • Pagina 16 Systeeminterfaces Term Uitleg Netwerkinterfaces Netwerk-kant aansluitmogelijkheden voor de communicatieserver • Basissnelheid-interface BRI-T • Basissnelheidinterface BRI-S extern Digitaalnetwerkinterface 2B+D • Primairesnelheidinterface (ISDN PRI Digitaalnetwerkinterface 2B+D: • SIP toegang via de Ethernet-interface op het basissysteem Een aansluitingsinterface S geconfigureerd als BRI-S • Analoge netwerkinterface (FXO-netwerkinterface) extern.
  • Pagina 17 De functie IP-Witte lijst zet automatisch de IP-adressen op de witte lijst door de toegang tot IP-services toe te staan (bijv. SIP) zonder toepassing van de Denial of Service (DoS). Mitel servers (bijv. MBG, SIP DECT OMM) worden in de achtergrond (hier niet zichtbaar) automatisch aan de wittelijst toegevoegd om een potentiële blokkering van deze IP-adressen/servers te verhinderen als DOS-beperkingen worden...
  • Pagina 18 Systeeminterfaces DHCP-relay (een service die is geconfigureerd op de gateway van het subnet) doorgestuurd naar de DHCP -server op MiVoice Office 400. Zie MiVoice Office 400 WebAdmin Online Help als u meer wilt weten over de IP-zwartelijst. 2.1.4 Statische IP-routes Een statische IP-route specificeert het bestemmingsadres van de route en het IP-adres van de volgende hop-router (gateway-adres) waardoor de MiVoice Office 400 deze bestemming kan bereiken.
  • Pagina 19 Systeeminterfaces Basistoegangen voor het verbinden van de communicatieserver met het openbare netwerk kunnen worden gebruikt als point-to-point- en, bij sommige netwerkproviders, ook als point-to-multipoint (meervoudig abonneenummer) toegang. Er zijn twee typen basistoegangen: • Basissnelheid-interface BRI-T • Basissnelheidinterface BRI-S extern 2.2.1.1 Basissnelheid interface BRI-T Basistoegang T is geschikt voor verbinding met zowel het openbare ISDN-net als het privé- huurlijnennetwerk.
  • Pagina 20 Systeeminterfaces Note: Een BRI-S interface wordt als externe een volwaardige netwerkinterface geconfigureerd en is niet langer beschikbaar als een gebruiker-netwerkinterface. Een basistoegang BRI-S extern kan niet worden gebruikt als een verbinding met het openbare ISDN-netwerk. 2.2.1.3 Point-to-Point- en Point-to-multipointverbindingen Basistoegang kan worden geconfigureerd als point-to-point of als point-to-multipoint ( Managementinstelling in de configuratie van de netwerkinterfaces).
  • Pagina 21 Systeeminterfaces Figure 4: Basissnelheidinterface in point-to-multipointconfiguratie, met ééncijferig snelkiezen en parallelle verbinding NT1: Netwerkaansluiting MSN: Meervoudig Abonneenummer U/T: ISDN-referentiepunt DSI: Digitale gebruiker-netwerkinterfaces FXS: Analoge aansluitingsinterface Combinaties zijn ook mogelijk in het geval van meerdere lijnen, b.v. één lijn in point-to- multipointconfiguratie en de resterende blijven in point-to-pointconfiguratie.
  • Pagina 22 Systeeminterfaces NT1: Netwerkaansluiting U/T: ISDN-referentiepunt DSI: Digitale gebruiker-netwerkinterfaces BRI-S: ISDN-aansluitingsinterface FXS: Analoge aansluitingsinterface Note: Realiseer geen aansluitingen tussen de NT1 en de communicatieserver. Point-to-pointverbinding met Snelkiezen Met snelkiezen zijn de individuele communicatieservergebruikers rechtstreeks bereikbaar via hun snelkiesnummer. Figure 6: Verschillende basistoegangen met lijngroep in point-to-pointconfiguratie, met snelkiezen System Functions and Features...
  • Pagina 23 Systeeminterfaces NT1: Netwerkaansluiting DDI: Snelkiezen U/T: ISDN-referentiepunt DSI: Digitale gebruiker-netwerkinterfaces BRI-S: ISDN-aansluitingsinterface FXS: Analoge aansluitingsinterface Note: Realiseer geen aansluitingen tussen de NT1 en de communicatieserver. Periodieke reactivering van laag 2 op de BRI-T interface Laag 2 van de BRI-T-netwerkinterface kan om de drie minuten periodiek worden gereactiveerd, zodat inkomende oproepen bij potentiële lokale onderbrekingen in de U-interface niet al bij de lokale exchange worden geweigerd.
  • Pagina 24 Systeeminterfaces Note: Primairesnelheidstoegangen kunnen alleen worden gebruikt als point-to-pointverbindingen. Figure 7: Systeem met basis- en primairesnelheidstoegangen NT1: Netwerkaansluiting U2/U/T2/T: ISDN-referentiepunten 30B+D: Primairesnelheidstoegangskanalen 2B+D: Basistoegangskanalen DSI: Digitale gebruiker-netwerkinterfaces BRI-S: ISDN-aansluitingsinterface FXS: Analoge aansluitingsinterface Figure 8: Primairesnelheidstoegang in een privé-huurlijnennetwerk: PINX-PINX verbinding CAS op de primaire-snelheid-interface CAS (kanaal-geassocieerde signalering) wordt ook in sommige landen gebruikt (bijv.
  • Pagina 25 De up-circuitcommunicatieserver heeft een verbinding met het openbare netwerk. Het kan ook een MiVoice Office 400 systeem zijn of een product van derden, mits dat het QSIG protocol ondersteunt. In de regel is de down-circuitcommunicatieserver verbonden met de up-circuitcommunicatieserver via eigen vaste lijnen.
  • Pagina 26 Systeeminterfaces Voorbeeld: Down-circuitverbinding met draadloos systeem Figure 9: Digitale down-circuitverbinding met QSIG 2.2.2.3 Uitgaand snelkiezen (DDO) Als een externe faxserver wordt aangesloten op een S-bus, dan kunnen individuele faxontvangers waaraan een DDI-nummer is toegewezen, specifiek worden geadresseerd. In termen van routeringstechnologie komt dit overeen met een DDO-functie (Uitgaand snelkiezen).
  • Pagina 27 Dit is de primaire toegang voor het openbare netwerk in de VS en Canada. Deze kan worden ingesteld voor de protocollen: 4ESS en 5EES (AT&T), DMS100 (Nortel), Nationale ISDN 2 (Bellcore). Dit type primaire-snelheid-toegang heeft 23 B-kanalen en 1 D-kanaal (23B+D). Het wordt alleen ondersteund op de 1PRI-T1-kaarten van een Mitel 470 communicatieserver. 2.2.4 2.2.4.1...
  • Pagina 28 Systeeminterfaces • Gebruiker-agent Gebruiker-agenten zijn applicaties bij SIP-eindpunten, d.w.z. software- of hardware-gebaseerde componenten. De beller wordt aangeduid als de Gebruiker-agentcliënt; de opgeroepen partij als de Gebruiker-agentserver. • Registrarserver Een SIP-abonnee stuurt regelmatig zijn registratiegegevens en zijn IP-adres naar de Registrarserver. Deze informatie wordt opgeslagen in een database (Locatieservice).
  • Pagina 29 Systeeminterfaces Figure 12: Rechtstreekse verbindingssetup Aangezien het IP-adres verandert afhankelijk van de Gebruiker-agent's locatie, garandeert deze methode niet dat de verbinding tot stand wordt gebracht. Manier 2: Verbindingssetup met behulp van een Proxyserver De Gebruiker-agentcliënt stuurt de "UITNODIGING" aanvraag voor een verbindingssetup met de Gebruiker-agentserver naar de Proxyserver.
  • Pagina 30 Systeeminterfaces met "BEVESTIGEN". De Gebruiker Agent Cliënt brengt nu een rechtstreekse verbinding met de Gebruiker Agent Server tot stand, zoals beschreven in Methode 1: Directe verbindingsopbouw tussen de gebruikersagenten". Figure 14: Verbindingssetup met behulp van een Omleidingsserver Dit type verbinding vereist ook dat de Gebruiker-agenten zich registreren bij de Registrarserver en hun gegevens regelmatig actualiseren.
  • Pagina 31 Systeeminterfaces Figure 15: SIP-gegevensstromen Situatie zonder versleuteling (SIP/RTP) Als de signaleringsgegevens en spraakgegevens afzonderlijk worden beschouwd, dan is de situatie als volgt als er geen versleuteling wordt gebruikt: Table 2: Situatie zonder versleuteling Beveiligingsdoelstellingen Signaleringsgegevens Spraakgegevens Gegevensbescherming Niet gegarandeerd. Niet gegarandeerd Authenticatie Gedeeltelijk gegarandeerd door Niet gegarandeerd...
  • Pagina 32 Verbinding met SIP-aansluitingen als interne abonnees van MiVoice Office 400: In dit geval neemt de MiVoice Office 400 communicatie server de rol aan van een SIP-provider voor de SIP-aansluiting en zorgt intern voor de Registrator en de Proxyservers. De aansluiting kan intern...
  • Pagina 33 Netwerkverbinding maken met MiVoice Office 400 communicatieservers via SIP: Het is mogelijk om twee of meer MiVoice Office 400 communicatie servers via SIP te netwerken. Het principe is vergelijkbaar met QSIG-netwerken op een ISDN basis. Net als bij QSIG-netwerken zijn stervormige gecentraliseerde netwerkconfiguraties en netwerkconfiguraties mogelijk.
  • Pagina 34 Systeeminterfaces Table 3: SIP RFCs ondersteund door MiVoice Office 400 Titel Ondersteund Ondersteund Ondersteuning op de SIP- op de SIP- voor SIP aansluitingsint netwerken netwerkinterface erface (SIP) 2617 HTTP- authenticatie: Basis- en Digest Toegangsauthenti catie, juni 1999 2833 4733 RTP-payload voor...
  • Pagina 35 Systeeminterfaces Ondersteund Titel Ondersteund Ondersteuning op de SIP- op de SIP- voor SIP aansluitingsinter netwerken netwerkinterface face (SIP) 3311 Het Sessie- initiatieprotocol (SIP) UPDATE- methode, oktober 2002 3323 Privacymechanisme voor het Sessie- initiatieprotocol (SIP), november 2002 3325 Privé-uitbreidingen van het Sessie- initiatieprotocol (SIP) voor Bevestigde-...
  • Pagina 36 Systeeminterfaces Ondersteund Titel Ondersteund Ondersteuning op de SIP- op de SIP- voor SIP aansluitingsinterf netwerken netwerkinterface (SIP) 3515 Het Sessie- initiatieprotocol (SIP) VERWIJZEN- methode, oktober 2003 3550 RTP: Een Transportprotocol voor real- timeapplicaties, juli 2003 3551 RTP-profiel voor Audio- en Videoconferenties met Minimale Controle, juli 2003...
  • Pagina 37 Systeeminterfaces Ondersteund Titel Ondersteund Ondersteuning op de SIP- op de SIP- voor SIP aansluitingsinter netwerken netwerkinterface face (SIP) 3856 Aanwezigheidsgeb eurtenissenpakket voor de Sessie- initiatieprotocol (SIP), augustus 2004 3863 Aanwezigheidsge gevens Data- indeling (PIDF), augustus 2004 3891 Het Sessie- initiatieprotocol (SIP) vervangt Header, september 2004...
  • Pagina 38 Systeeminterfaces Ondersteund Titel Ondersteund Ondersteuning op de SIP- op de SIP- voor SIP aansluitingsinter netwerken netwerkinterface face (SIP) RPID: Rijke 4480 Aanwezigheidsuitbr eidingen bij de Aanwezigheidsgeg evens Data- indeling (PIDF), juli 2006 4488 Onderdrukking van (SIP) Sessie- initiatieprotocol VERWIJZEN Methode Impliciet Abonnement, mei 2006 4566...
  • Pagina 39 Systeeminterfaces Ondersteund Titel Ondersteund Ondersteuning op de SIP- op de SIP- voor SIP aansluitingsinter netwerken netwerkinterface face (SIP) 5246 Het Transport- layer-beveiliging (TLS) Protocol Versie 1.2, augustus 2008 5806 Omleidingsindicatie in SIP 2.2.4.5 SIP-toegang De communication server kan via de Ethernet-interface op het basissysteem worden verbonden met een of meer SIP-providers.
  • Pagina 40 IP-adres van het subnet of de ethernetinterface wordt als bronadres gebruikt. De pakketten die MiVoice Office 400 gebruikt, hebben een bronadres en een geschikt IP-adres dat is opgegeven voor het subnet. Deze worden naar de gateway van het subnet of de ethernet interface verzonden.
  • Pagina 41 Systeeminterfaces Voorbeeld: In de bovenstaande afbeelding zijn SIP-provider 1 en SIP-provider 2 toegankelijk via de specifieke DSL- routers. De stippellijn toont een oproep van de IP-toestel via de specifieke router van de SIP-provider 2. Al het andere IP-verkeer, zoals het algemene internetverkeer, wordt gerouteerd via de gateway van de standaard netwerkinterface.
  • Pagina 42 Systeeminterfaces 2.2.5.1 Analoge down-circuitverbinding Met een analoge down-circuitverbinding kunnen de functies van de upcircuit-communicatieserver ook worden gebruikt. Dit resulteert in de volgende speciale applicaties voor de gebruiker: • Afhankelijk van de systeemconfiguratie maakt de gebruiker telefoongesprekken in een complexe omgeving. De abonnee heeft de beschikking over een groot aantal functies op twee niveaus (abonnee's eigen systeem en het up-circuitsysteem).
  • Pagina 43 Deze functie kan zowel worden gebruikt vanuit analoge aansluitingen als systeemtelefoons. Figure 17: Inlichtingenoproep na communicatieserver Situatie: De bestaande gespreksverbinding van een MiVoice Office 400 gebruiker legt al beslag op een netlijn naar de up-circuit communicatieserver. De procedure voor het tot stand brengen van een inlichtingenoproep hangt af van het type aansluiting: •...
  • Pagina 44 Systeeminterfaces Note: "… D" setting should not be used (or only once the stability conditions have been thoroughly clarified) if the equipment (Terminal Adapter) operated on digital interfaces also features a four-wire to two-wire conversion, i. e. an analogue two-wire interface. Aansluitingsinterfaces De communicatieserver ondersteunt digitale- en analoge gebruiker-netwerkinterfaces.
  • Pagina 45 Eén oproep- of gegevensverbinding kan gelijktijdig en onafhankelijk van elk ander B-kanaal op elk dragerkanaal (B-kanaal) worden ingesteld. 2.3.1.2 DSI-eindstationinterfaces De digitale terminalinterface DSI is een bedrijfseigen, systeemspecifieke tweedraadsinterface waarop ofwel het AD2-protocol of het DASL-protocol (alleen Mitel 470) draait. De DSI-interface wordt gebruikt om de volgende aansluitingen te verbinden: • DSI-AD2: •...
  • Pagina 46 Het type protocol op de DSI interface kan worden gekozen in de kaarten en modules weergave ( =4g). De instelling is altijd geldig voor de gehele interfacekaart (alleen Mitel 470). 2.3.1.3 IP-aansluitingsinterface De IP-aansluitingsinterfaces worden geïmplementeerd via een Ethernet-interface op de communicatieserver.
  • Pagina 47 RTP-protocol. Het aantal SIP-aansluitingen in de communicatieserver wordt bepaald door de systeemgrenswaarden enerzijds en door het aantal licenties anderzijds. Voor elke SIP-terminal die op MiVoice Office 400 wordt bediend, is ofwel één Mitel SIP Terminals licentie of één SIP Terminals licentie nodig.
  • Pagina 48 Ethernet-interfaces De ethernetinterface op het basissysteem is beschikbaar voor de volgende doeleinden: • gegevensuitwisseling met WebAdmin • signalering en verzenden van spraakgegevens (VoIP) in een Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk (AIN) • koppelen van het Mitel Open Interfaces Platform (OIP) •...
  • Pagina 49 In een verbinding die een analoge aansluitingspoort moet de TFE in staat zijn om DTMF-signalen te verzenden en te ontvangen, aangezien de bediening akoestisch plaatsvindt via een spraakpad. Een beltoets wordt ondersteund door een interne bestemming. Het deurintercomsysteem kan worden geadresseerd via een intern nummer.
  • Pagina 50 Nummerschema • Nummerschema-ID's • Het Nummerschema van het Systeem Dit hoofdstuk bevat de verschillende types interne- en externe nummerschema's die beschikbaar zijn in de verschillende systemen. Het verklaart de verschillen tussen interne nummerschema's voor het privénetwerk en externe nummerschema's voor het openbare netwerk. Het vertelt wat u moet weten bij het maken van nummerschema's voor elk bepaald netwerk.
  • Pagina 51 Nummerschema Nummerschema E.164 bestaat uit de volgende nummertypes: Table 4: E.164 nummertypes Nummertype Structuur Voorbeeld Abonnee [SN] 624 11 11 Nationaal [NDC] [SN] 32 624 11 11 Internationaal [CC] [NDC] [SN] 41 32 624 11 Onbekend [NP] [NDC] [SN] 032 624 11 11 [IP] [CC] [NDC]...
  • Pagina 52 Nummerschema Nummertype Structuur Voorbeeld Niveau 1 [RP1] [RIN] 60 1313 [RP2] [RP1] [RIN] 62 60 1313 Niveau 2 [RIN] Regionaal Intern Nummer: alle bestemmingsnummers binnen een regio van niveau 0 [RP1] Regionaal Prefix 1: Voorvoegsel voor Niveau 1 regio [RP2] Regionaal Prefix 2: Voorvoegsel voor Niveau 2 regio Figure 23: Niveaus per PNP-definitie Het Nummerschema van het Systeem Het interne nummerschema van het systeem is het nummerschema dat wordt gebruikt voor een stand-...
  • Pagina 53 Nummerschema Het interne nummerschema: • Wijst nummerbereiken toe aan de categorieën. • Wijst hun nummers toe aan oproepbestemmingen en stuurfuncties, waardoor ze respectievelijk beschikbaar en uitvoerbaar worden gemaakt. Wat de nummers van de oproepbestemmingen betreft, is het nummerschema van het systeem een nummerschema van het PNP-type.
  • Pagina 54 Nummerschema Categorie Nummer / Nummerbereik Naam Uitleg Nummerbereik Uitleg Aantal Exchangetoegang, <extern Kengetal, afgekapt particulier gesprekskosten oproepnummer> voordat het op worden opgeteld het netwerk wordt op de Particuliere ingebeld cumulatieve teller. Telefonistentelefoon De PC- – telefonistenconsoles is bereikbaar onder dit telefoonnummer. Alarmnummer –...
  • Pagina 55 Nummerschema Categorie Nummer / Nummerbereik Naam Uitleg Nummerbereik Uitleg Aantal Routeselectie Routeert de <extern Kengetal, afgekapt 170 tot n uitgaande oproepnummer> voordat het op oproep via de het netwerk wordt geselecteerde ingebeld route Gebruikersgroep: Deze 860 tot n – telefoonnummers kunnen worden gebruikt om intern gebruikersgroepen...
  • Pagina 56 Nummerschema Categorie Nummer / Nummerbereik Naam Uitleg Nummerbereik Uitleg Aantal Verkort kiezen Andere, door 7000 tot 7999 – de gebruiker te definiëren telefoonnummers worden onder deze nummers opgeslagen Deurintercomsy Selecteert de – steem deurintercom Besturingsuitgang Vrij 853 tot 856 – configureerbare stuuruitgangen voor het...
  • Pagina 57 Nummerschema Categorie Nummer / Nummerbereik Naam Uitleg Nummerbereik Uitleg Aantal PISN-Gebruikers Niet toegewezen – Interne gebruikers in een onderling verbonden systeem. Externe gebruikers die worden weergegeven als interne gebruikers en kunnen worden gekozen als interne gebruikers. Eigen Niveau 1 Niet toegewezen –...
  • Pagina 58 Elke gebruiker die Manhattan, New York wil bellen, kiest simpelweg "NY" op naam en voegt vervolgens het lokale nummer toe. Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk In een met knooppunten in verschillende landen moeten de verkorte kiesnummers altijd het internationale voorvoegsel (b.v. 00) en de landcode (b.v. 41) bevatten. (Voorbeeld: 0-0041326553333). Dit is noodzakelijk omdat het nationale gedeelte van het nummer in verschillende landen mogelijk identiek is.
  • Pagina 59 Het kiezen van een alarmnummer gedefinieerd in het interne nummer schema is totaal anders dan het kiezen van een nummer uit de openbare alarmnummerlijst (zie ook "Noodoproepen"). Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: In een AINkunnen de knooppunten zich in verschillende landen bevinden, wat betekent dat het zinvol is om in het nummerschema het alarmnummer in te voeren dat normaal gesproken in ieder land wordt gebruikt.
  • Pagina 60 Hoewel de communicatieserver geen GSM-ontvanger heeft, kunnen mobiele telefoons worden verbonden met MiVoice Office 400. De mobiele telefoon wordt toegewezen aan een gebruiker en kan intern worden bereikt met behulp van haar/zijn gebruikersnummer. Als de gebruiker van de mobiele telefoon een speciaal op de communicatieserver ingesteld telefoonnummer kiest, dan kan zij/hij bepaalde functies via de */#- functiecodes uitvoeren of interne-/externe oproepen tot stand brengen.
  • Pagina 61 3.2.5.3 Mitel Mobile Client / Mitel Mobile Client Controller Mitel Mobile Client 4 is een applicatie voor de meest gangbare Smartphones met Android, iOS en BlackBerry besturings systemen. De belangrijkste telefoniefuncties zijn dus beschikbaar via het menu en de mobiele telefoongebruiker kan ongehinderd tussen de WLAN en mobiel netwerk schakelen zonder dat het gesprek wordt onderbroken (naadloze handover).
  • Pagina 62 Nummerschema 3.2.5.5 Virtuele terminals Virtuele terminals reageren op dezelfde manier als analoge interne aansluitingen, behalve dat ze • fysiek geen poot bezetten omdat er geen hardware bij betrokken is, • geen B-kanaal nodig hebben. Andere eigenschappen • Virtuele aansluitingen zijn geschikt voor het versturen en ontvangen van berichten via de externe CTI- interface.
  • Pagina 63 Nummerschema Deze varianten kunnen ook worden gecombineerd (PISN-gebruikers ingevoerd met en zonder wildcards, PINX 1). Figure 24: PISN-gebruikers met of zonder jokertekens ingevoerd Het Nummer van een PISN-gebruiker Volledig invoeren Een compleet PISN-gebruikersnummer identificeert ondubbelzinnig een gebruiker bij een andere PINX of een virtuele gebruiker.
  • Pagina 64 Nummerschema Deze wijze van invoeren van PISN-gebruikers helpt bij het verminderen van het aantal vermeldingen. Bovendien hoeven niet alle wijzigingen aan de interne gebruikers van een PINX te worden bijgewerkt in de andere PINXen. Noch de telefoonnummers, noch de namen van de individuele gebruikers in de groep worden echter opgeslagen in een telefoonboek (het is niet mogelijk om het nummer uit een telefoonboek op te halen, noch is het mogelijk om op naam te kiezen, behalve als het nummer en de naam ook lokaal opgeslagen zijn in een privételefoonboek).
  • Pagina 65 Nummerschema Variant Aantal PINX 1 PINX 3 PINX 4 vermeldingen Nummers 20X, 21X...29X 602XX 603XX gedeeltelijk met wildcards PINX3 en PINX 4 Nummers met een 60XXX maximum aantal jokertekens Combinatie: 2XX, 211 60XXX, 60211, 60311 volledige nummer en nummer met jokertekens 3.2.7 Afzonderlijke Regionaal Kengetal Categorie...
  • Pagina 66 Nummerschema 3.2.9 PISN met verschillende regio's Een PISN kan worden verdeeld in verschillende regio's. Elke regio wordt geïdentificeerd door zijn regionale kengetal. Gebruikers die een gebruiker in een andere regio oproepen kiezen eerst het kengetal van de bestemmingsregio, dan het interne nummer van de gebruiker. Hun specifieke regionale prefix wordt gespecificeerd in het interne nummerplan ( =g4) van elke PINX.
  • Pagina 67 Het invoeren van een regionaal kengetal In het voorbeeld hierboven worden de PISN-gebruikers van een andere regio ingevoerd bij het regionaal kengetal (bijvoorbeeld 60200 tot 60299) Een andere mogelijkheid is om een route met telefoonnummer 60 te definiëren en om de PISN-gebruikers in te voeren zonder regionaal kengetal (routemethode).
  • Pagina 68 Identificatie-elementen • Interne- en externe belpatronen • Nummers (CLIP) en Namen (CNIP) weergeven • CLIP met Inkomende Oproepen • CLIP met Uitgaande Oproepen • Display voor Display voor onvoorwaardelijke oproepdoorschakeling • CLIP- / COLP-instellingen • Voorbeelden van de CLIP-displays in het PISN •...
  • Pagina 69 Identificatie-elementen • Oproepen van interne gebruikers • Oproepen van het openbare netwerk naar analoge aansluitingen als de interfaceconfiguratie ( =7g) van dee parameter Ring pattern wordt ingesteld op Single ringing tone. • Oproepen van gebruikers van het privénetwerk (PISN-gebruikers): • Bellen vanuit het privé-huurlijnennetwerk •...
  • Pagina 70 Identificatie-elementen Als de CLIP-nummerschema-ID (Unknown) is, dan wordt de trunkgroepconfiguratie gebruikt om te bepalen of de oproep intern of extern wordt gesignaleerd ( NPI call unknown instelling). Zie ook: "Nummerschema-ID's" Nummers (CLIP) en Namen (CNIP) weergeven Tijdens zowel de overgaan-fase als de oproep zelf wordt het telefoonnummer of de naam (of beide) van de beller op het display van de aansluiting weergegeven.
  • Pagina 71 • De aansluiting moet de CLIP-display ondersteunen. • Beperking voor Mitel SMBC: Verschillende CLIPs kunnen alleen tegelijkertijd naar 2 analoge aansluitingen worden verstuurd. CLIP-nummers Buiten het Geregistreerde Nummerbereik Soms valt het CLIP-nummer dat naar het openbare netwerk wordt verstuurd niet binnen het geregistreerde nummerbereik.
  • Pagina 72 Identificatie-elementen CLIP van een Inkomende Oproep Gebruiker A verstuurt haar/zijn CLIP, die door de trunkgroep op de communicatieserver wordt ontvangen, verwerkt en weergegeven aan gebruiker B. Zie voor meer details vanaf CLIP met uitgaande oproepen. CLIP voor een Uitgaande Oproep Gebruiker C belt gebruiker D: Gebruiker C stuurt haar/zijn CLIP-nummer, dat wordt verwerkt in de communicatieserver.
  • Pagina 73 Identificatie-elementen Het systeem analyseert en past het CLIP-nummer van een inkomende oproep zo nauwkeurig mogelijk aan, zodat het CLIP-nummer altijd correct wordt weergegeven, zelfs in een PISN. Voor dit doel worden CLIP-nummervoorvoegsels zoals regionaal voorvoegsel, voorvoegsel en code, geëvalueerd en het nummertype aangepast. De onderstaande tabellen laten zien hoe het systeem omgaat met het nummertype en het CLIP-nummer van een inkomende oproep Table 8: Een CLIP-nummer met NPI-type PNP of Onbekend hanteren...
  • Pagina 74 Identificatie-elementen Nummertype (TON) Voorvoegsel Conversie Internationaal Landcode die overeenkomt met De code is afgekort, TON is de aparte PINX ingesteld op Nationaal Verdere verwerking, zie TON = Nationaal Geen overeenkomende CLIP-nummer en TON blijven landcode ongewijzigd. Nationaal Lange-afstandscode die De code is afgekort, TON is overeenkomt met de aparte ingesteld op Abonnee.
  • Pagina 75 Identificatie-elementen Als een beller de CLIR-functie gebruikt voor het onderdrukken van zijn CLIP-weergave naar de opgeroepen partij, dan toont de systeemtelefoon Number suppressed in plaats van de CLIP. Oproepen zonder CLIP Number unknown wordt weergegeven op de systeemtelefoon voor oproepen zonder CLIP. 4.3.3 Kopiëren van de Naamweergave op de Communicatieserver...
  • Pagina 76 Identificatie-elementen [1] Mogelijk voorvoegsels: eigen voorvoegsel, landcode, netnummer of eigen regionale voorvoegsel. [2] Gaat door op Presentatie van de CLIP / CNIP van een inkomende oproep op de terminal. Figure 34: Presentatie van de CLIP / CNIP van een inkomende oproep op de aansluiting System Functions and Features...
  • Pagina 77 Identificatie-elementen [1] Van Analyse en verwerking van een inkomende oproep in de communicatieserver. CLIP met Uitgaande Oproepen Bij een uitgaande oproep wordt het CLIP-nummer samen met de NPI- en TON-informatie verstuurd. In principe zijn er twee mogelijke varianten voor het creëren van een CLIP-nummer: •...
  • Pagina 78 Identificatie-elementen • via een gebruikersgroep is gekoppeld aan de bellende gebruiker via een oproepdistributie-element, en • dat is verbonden met dezelfde trunkgroep waarlangs een uitgaande oproep wordt gerouteerd. Als er meer dan één geschikt DDI-nummer is, dan wordt de laagste gebruikt. De trunkgroepinstellingen worden gebruikt als nummerschema-ID en nummertype.
  • Pagina 79 Identificatie-elementen 4.4.4 CLIP-stroomschema's voor uitgaande oproepen Figure 35: CLIP van een uitgaande oproep naar een externe gebruiker in het openbare netwerk [1] Vervolg op afb. 37. Figure 36: CLIP van een uitgaande oproep naar een PISN-gebruiker [1] Vervolg op afb. 37. Figure 37: Een automatische CLIP maken voor uitgaande oproepen System Functions and Features...
  • Pagina 80 Identificatie-elementen [1] Van afb. 35 of afb. 36. 4.4.5 CLIP-display met een PISN-gebruiker van een virtueel netwerk Een openbarenetwerkgebruiker kan worden ingesteld als virtuele PISN-gebruiker in de communicatieserver. Interne gebruikers ervaren de gebruiker dan als een andere interne gebruiker: Een oproep wordt gesignaleerd met het interne belpatroon. Het interne nummer kan ook worden gekozen voor uitgaande oproepen.
  • Pagina 81 Identificatie-elementen Display voor Display voor onvoorwaardelijke oproepdoorschakeling Als Onvoorwaardelijke Oproepdoorschakeling is geactiveerd, dan is nuttig voor gebruikers om te weten dat de oproep werd omgeleid, door wie en aan wie. Dit betekent dat de gebelde gebruiker de oproep kan beantwoorden namens de gebruiker die de oproep naar haar/hem heeft doorverbonden. Met deze informatie is de oproepende gebruiker beter voorbereid op de oproep.
  • Pagina 82 Identificatie-elementen In een oproepdoorschakelingsketen met meerdere gebruikers wordt de naam/het nummer van de eerste gebruiker in de keten weergegeven als omleidingsgegevens aan de opgeroepen gebruiker. 4.5.1.2 Inkomende oproep met CDE-overflow Als in het geval van een CDE-overflow de oproep van het ene oproependistributie-element naar het andere wordt gerouteerd vanwege de vermeldingen onder ( =dh) met CDE if busyof...
  • Pagina 83 Identificatie-elementen 4.5.2.1 Inkomende oproep:: met lokale oproepdoorschakeling De configuratiemogelijkheden van de beller voor de omleidingsgegevens hangen af van de oorsprong van de oproep: Als de beller is: • een gebruiker in de lokale PINX, dan worden de omleidingsgegevens altijd naar de gebruiker die belt verstuurd.
  • Pagina 84 Identificatie-elementen CLIP- / COLP-instellingen De volgende instellingen zijn van invloed op de CLIP en, naar analogie, de COLP. Figure 38: CLIP inkomend Figure 39: CLIP uitgaand Table 10: CLIP gerelateerde instellingen Configuratie-element Parameter Invloed op CLIP Inkomend Uitgaand Gebruiker Creëer automatisch CLIP-nummer Oproepidentificatie (CLIR) beperken...
  • Pagina 85 Identificatie-elementen Configuratie-element Parameter Invloed op CLIP Inkomend Uitgaand CLIR voor doorsturen Beperk alle oproepidentificatie terwijl verbonden (COLR) COLR voor doorsturen Nummerschema-ID (NPI) Nummertype (TON) CLIP-nummer PISN-gebruikers Telefoonnummer CLIP selectie (Normaal, CLIP van gebruiker) Trunkgroep Beltoon NPI 'Onbekend'. Creëer automatisch CLIP-nummer Oproepidentificatie (CLIR) beperken CLIR voor doorsturen...
  • Pagina 86 Identificatie-elementen Configuratie-element Parameter Invloed op CLIP Inkomend Uitgaand Belidentificatie beperken terwijl je verbonden bent (COLR) COLR voor doorsturen Nummerschema-ID (NPI) Nummertype (TON) CLIP-nummer CLIP afkappen Stuur omleiden-/ omleidingsgegevens ECT-gegevens Transitie-CLIP-indeling Transitie- exchangetoegangsvoor voegsel Inkomende CLIP verzenden voor exchange-to-exchange- verbindingen Regio's Internationaal voorvoegsel System Functions and Features...
  • Pagina 87 Identificatie-elementen Configuratie-element Parameter Invloed op CLIP Inkomend Uitgaand Landcode Nationaal voorvoegsel Nationale bestemmingscode Algemeen Oproepidentificatiebepe rking(CLIR) negeren Nummerschema Eigen regiokengetal 4.6.1 Gebruikers Oproep naar het Openbare Netwerk Oproep naar het openbare netwerk met exchangekengetal via een trunkgroep met Netwerktype= Privé: Als de instelling Create CLIP number automaticallywordt geactiveerd, dan wordt het DDI-nummer gebruikt als CLIP, mits de gebruiker zelf bereikbaar is voor inkomende oproepen via het pad trunkgroep...
  • Pagina 88 Identificatie-elementen Als de PISN-gebruiker de instelling CLIP Selection= CLIP from user heeft, dan wordt het CLIP- nummer op dezelfde manier gecreëerd als bij een oproep naar het openbare netwerk. Dit betekent dat een permanent gedefinieerd CLIP-nummer ook in het particuliere netwerk kan worden verstuurd. Interne oproep naar een geïntegreerde mobiele-/externe telefoongebruiker De CLIP wordt gebouwd volgens de configuratie van de mobiele-/externe telefoon die is toegewezen aan de geïntegreerde gebruiker.:...
  • Pagina 89 Identificatie-elementen CLIP cut instelling Een cijfersequentie kan worden geconfigureerd onder CLIP cut. Als de reeks overeenkomt met de begincijfers van het ontvangen CLIP-nummer, dan worden de cijfers gekort. Deze instelling wordt gewoonlijk gebruikt voor het verwijderen van overbodige "0". Instelling Create CLIP number automatically De instelling Create CLIP number automaticallyheeft alleen gevolgen als de trunkgroepconfiguratie =bg) Network type= Private is set.
  • Pagina 90 Landcode en netnummer van de locatie (bijvoorbeeld: voor Zwitserland "41", voor Genève "22", zie ook ""Nummerschema-ID E.164""). Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: In een AIN kunnen de knooppunten worden verspreid over verschillende regio's of zelfs landen. Sommige instellingen zijn niet van toepassing in het hele systeem, maar alleen in een bepaalde regio.
  • Pagina 91 Identificatie-elementen Voor inkomende oproepen wordt het regionale voorvoegsel uit het CLIP-nummer verwijderd (op voorwaarde dat het begint met die cijfersequentie). Voorbeelden van de CLIP-displays in het PISN Er worden verschillende scenario's worden gebruikt in een voorbeeldnetwerk om te illustreren hoe de CLIP-displays worden gehanteerd in een PISN.
  • Pagina 92 Identificatie-elementen Table 11: Voorbeeld 1: Creëren en presenteren van gebruiker C's CLIP-nummer Stap CLIP-nummer Beschrijving Niveau 0 Gebruiker C → PINX 2 • Er is geen geschikt DDI- nummer. 50340 Niveau 1 PINX 2 → PINX 1 Niveau 0 PINX 1 •...
  • Pagina 93 Identificatie-elementen Figure 42: Voorbeeld 2: Gebruiker C roept gebruiker A op, overflow routering (fragment Voorbeeldnetwerk: PISN met twee regio's en één virtuele netwerkgebruiker Table 12: Voorbeeld 2: Creëren en presenteren van gebruiker C's CLIP-nummer Stap CLIP-nummer Beschrijving Niveau 0 Gebruiker C → PINX 2 •...
  • Pagina 94 Identificatie-elementen Stap CLIP-nummer Beschrijving PINX 1 → gebruiker A • Presentatie op de systeemtelefoon 4.7.2 Uitgaande Oproepen naar het Openbare Netwerk Oproep naar het Openbare Netwerk via een Gateway-PINX Gebruiker C (340) op PINX 2 roept gebruiker F op in het openbare netwerk via PINX 1. PINX 1 heeft een DDI-nummer voor gebruiker C (54).
  • Pagina 95 Identificatie-elementen Table 13: Voorbeeld 3: Creëren en presenteren van gebruiker C's CLIP-nummer Stap CLIP-nummer Beschrijving Niveau 0 Gebruiker C → PINX 2 • Er is geen geschikt DDI- nummer. 50340 Niveau 1 PINX 2 → PINX 1 Niveau 0 PINX 1 •...
  • Pagina 96 Identificatie-elementen Gebruiker C (340) op PINX 2 roept gebruiker F op op het openbare netwerk via PINX 3 omdat alle beschikbare communicatiekanalen tussen PINX 2 en PINX 1 bezet zijn. PINX 3 heeft geen DDI-nummer voor gebruiker C. De volgende CLIP-kenmerken worden ingesteld in de trunkgroepconfiguratie van PINX 3: •...
  • Pagina 97 Identificatie-elementen Stap CLIP-nummer Beschrijving Onbekend Onbekend PINX 3 → Openbare exchange • Het in de trunkgroepconfi guratie ingevoerde CLIP-nummer wordt naar het openbare netwerk verstuurd. 066 666 66 60 Openbare exchange → gebruiker F • Presentatie op de aansluiting Oproep Naar Het Openbare Netwerk Via Een Gateway-Pinx Met Overflowroutering En Niet- Automatische Clip Gebruiker B (330) op PINX 2 roept gebruiker F op op het openbare netwerk via PINX 3 omdat alle beschikbare communicatiekanalen tussen PINX 2 en PINX 1 bezet zijn.
  • Pagina 98 Identificatie-elementen • Nummertype (TON) = Nationaal Figure 45: Voorbeeld 5: Gebruiker B belt gebruiker F (fragment van Voorbeeldnetwerk: PISN met twee regio's en één virtuele netwerkgebruiker Table 15: Voorbeeld 5: Creëren en presenteren van gebruiker B's CLIP-nummer Stap CLIP-nummer Beschrijving Niveau 0 Gebruiker B →...
  • Pagina 99 Identificatie-elementen Stap CLIP-nummer Beschrijving 55 555 55 53 E.164 Nationaal PINX 3 → Openbare exchange • CLIP- nummer wordt ongewijzigd aan het openbare netwerk verstuurd. 055 555 55 53 Openbare exchange → gebruiker F • Presentatie op de terminal als er een speciaal arrangement beschikbaar...
  • Pagina 100 Identificatie-elementen Figure 46: Voorbeeld 6: Gebruiker G roept gebruiker C op (fragment van Voorbeeldnetwerk: PISN met twee regio's en één virtuele netwerkgebruiker Table 16: Voorbeeld 6: Creëren en presenteren van gebruiker G's CLIP-nummer Stap CLIP-nummer Beschrijving 066 333 33 33 E.164 Onbekend Gebruiker G →...
  • Pagina 101 Identificatie-elementen Stap CLIP-nummer Beschrijving 0-066 333 33 33 PINX 2 → gebruiker C • Presentatie op de systeemtelefoon Oproep Vanuit Het Openbare Netwerk Met Overflowroutering Gebruiker G op het openbare netwerk roept gebruiker C op PINX 2 op via PINX 1 en PINX 3, omdat alle beschikbare communicatiekanalen tussen PINX 2 en PINX 1 bezet zijn.
  • Pagina 102 Identificatie-elementen Stap CLIP-nummer Beschrijving 66 333 33 33 E.164 Nationaal PINX 1 → PINX 3 333 33 33 E.164 Abonnee PINX 3 • Lange- afstandscode wordt afgekapt omdat deze gelijk is aan de eigen lange- afstandscode van het systeem • TON wordt ingesteld op Subscriber.
  • Pagina 103 Identificatie-elementen Table 18: Voorbeeld 8: Creëren en presenteren van gebruiker E's CLIP-nummer Stap CLIP-nummer Beschrijving 055 777 77 77 E.164 Onbekend Gebruiker E → Exchange → PINX 55 777 77 77 E.164 Nationaal PINX 1 • Voorvoegsel wordt afgekapt. • TON wordt ingesteld op Nationaal...
  • Pagina 104 Identificatie-elementen Stap CLIP-nummer Beschrijving Niveau 0 • Het CLIP- nummer komt overeen met het telefoonnumm er voor PISN- gebruikers: PISN- gebruikersnum mer wordt ingesteld • Er is geen geschikte MI-nummer gevonden. 50310 Niveau 1 PINX 1 → PINX 2 • Regionaal voorvoegsel wordt...
  • Pagina 105 Identificatie-elementen 4.7.4 CLIP-indeling voor transitieverbindingen in netwerken Soms worden in verschillende landen verschillende CLIP-indelingen gebruikt in een PISN met PINX, met QSIG-verbinding van externe systemen of applicaties en met verbindingen via een SIP-netwerk. De CLIP-indeling en een exchange-toegangsvoorvoegsel kunnen worden geconfigureerd om ervoor te zorgen dat de correcte CLIP wanneer mogelijk in netwerken wordt weergegeven, zelfs met internationale transitieverbindingen.
  • Pagina 106 U kunt de instellingen voor analoge netwerkinterfaces ( =7g) onder CLIP detection.
  • Pagina 107 Routeringselementen • Overzicht • Trunkgroepen • Route • Snelkiesschema (DDI-schema) • Oproepdistributie-element (CDE) • Schakelgroepen • Gebruikersgroep • Gebruikersconfiguratie • Telefonistentelefoon • Algemeen belsignaal • Toetsentelefoons • met aankondiging (Nummer in Wachtrij) • ACD-server Het doel van een routeringselement is om inkomende- en uitgaande oproepen naar hun bestemmingen te distribueren.
  • Pagina 108 Routeringselementen [1] Routering via het nummerschema naar een van de elementen. Geldt alleen voor oproepen van het permanente netwerk PISN (Rechtstreekse routering) [2] Routering via een transitieroute () of als [1]. Geldt alleen voor oproepen uit het permanente netwerk PISN [3] Is niet van toepassing op oproepen van het analoge netwerk [4] Uitgaande KT-oproepen Configuratie...
  • Pagina 109 Routeringselementen (bijvoorbeeld point-to-point- of point-to-multipointverbinding of de distributie van B-kanaalgroepen bij de primairesnelheidstoegang). Aangezien netwerkinterfaces op zich geen routeringselementen zijn, worden ze in dit hoofdstuk niet verder besproken. Trunkgroepen Netwerkinterfaces met dezelfde karakteristieken worden allemaal in een trunkgroep gegroepeerd. Voor elke trunkgroep wordt bijvoorbeeld aangegeven of de gegroepeerde netwerkinterfaces met een eigen netwerk zijn verbonden of met het openbare netwerk (zie Trunkgroepen...
  • Pagina 110 Routeringselementen Het systeem heeft één schakelcentrum, dat wordt gedefinieerd onder de naam Operator console in het interne nummerschema. Er kunnen verschillende telefonistenconsoles parallel worden bediend (zie Telefonistentelefoon on page 136). Algemeen belsignaal Gesprekken met het algemene belsignaal als bestemming kunnen via een extern supplement worden gesignaleerd (zie Algemeen belsignaal on page 141).
  • Pagina 111 Routeringselementen Trunkgroepen Figure 50: Trunkgroepen in relatie tot de andere routeringselementen Netwerkinterfaces met dezelfde karakteristieken worden allemaal in een trunkgroep gegroepeerd. Er wordt bijvoorbeeld aangegeven of de netwerkinterfaces toegewezen aan een trunkgroep zijn verbonden met een privénetwerk of het openbare netwerk. De trunkgroep is het sleutelelement voor telefoonverkeer met het netwerk.
  • Pagina 112 Routeringselementen • naar de permanent op het netwerk aangesloten PISN indien Netwerktype= Privaat wordt ingesteld, • naar het openbare netwerk als Netwerktype= Openbaar wordt ingesteld. De volgende regels zijn van toepassing op de instelling van het transmissieprotocol ( Protocol) voor de netwerkinterfaces van een trunkgroep: •...
  • Pagina 113 Routeringselementen De twee gebruikersgegevenskanalen van een basistoegang en de 30 gebruikersgegevenskanalen van een primairesnelheidstoegang kunnen worden verdeeld in 2 of 4 B-kanaalgroepen. Deze classificatie wordt pas uitgevoerd als bijvoorbeeld niet alle B-kanalen van de primaire-snelheid-toegang beschikbaar zijn. De B-kanaalgroepen kunnen afzonderlijk aan de trunkgroep worden toegewezen. Open de corresponderende netwerkinterface voor configuratie in de oproeproutering ( =df).
  • Pagina 114 Routeringselementen 5.2.2 Routeringsfuncties van de Trunkgroep voor Inkomende Oproepen De volgende inkomende routeringsfuncties worden toegewezen aan de trunkgroep: • Het beperken van het aantal gelijktijdig inkomende oproepen per trunkgroep • Een oproep routeren naar een van de volgende elementen: • Snelkiesschema (zie Snelkiesschema (DDI-schema) on page 112)
  • Pagina 115 Routeringselementen Elke trunkgroep kan een naam worden toegekend. Het hoofddoel van de naam is om oriëntatie te bieden. Deze wordt op sommige systeemtelefoons weergegeven wanneer een uitgaande verbinding tot stand wordt gebracht. Een terugbeltoon genereren Met de instellingen Ring back tone for incoming callsen Ring back tone for outgoing callskunnen de besturing van het genereren van terugbeltonen op digitale trunkverbindingen door het systeem worden beperkt.
  • Pagina 116 Instelling DDI cut "Snelkiesschema (DDI-schema)". Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: In een AINkunnen de knooppunten worden verspreid over verschillende regio's of zelfs landen. Sommige instellingen zijn niet van toepassing in het hele systeem, maar alleen in een bepaalde regio. Er wordt een regio toegewezen aan één of meer AIN knooppunten.
  • Pagina 117 Routeringselementen Route Figure 52: Routes in relatie tot de andere routeringselementen De routefunctie geldt niet alleen voor uitgaande oproepen. Een route bepaalt de richting van uitgaande oproepen via toewijzing aan trunkgroepen. Alle uitgaande oproepen worden gerouteerd via een route naar een of meer trunkgroepen. Ze omvatten ook gesprekken die zijn gerouteerd via de Laagstekostenrouteringsfunctie en transitgesprekken in een PISN.
  • Pagina 118 Routeringselementen • Een uitgaande oproep naar een of meer trunkgroepen routeren • Het aantal gelijktijdig uitgaande oproepen beperken • Een externe nummerblokkering pollen • Exchange-toegangsvoorvoegsel wissen • Voorvoegsel toevoegen aan het telefoonnummer (indien vereist) • Nummerschema-NPI specificeren • Specificeren hoeveel cijfers moeten worden gekozen voordat een oproep tot stand wordt gebracht 5.3.2 Een Uitgaande Oproep Naar Een Trunkgroep Routeren...
  • Pagina 119 • Afhankelijk van de communicatieserver wordt aan een bepaald aantal routes nummers toegewezen vanaf 170 omhoog in het nummerschema. Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: In een AIN kunnen de lokale netwerkinterfaces van knooppunten voor elke route prioriteit krijgen (parameter Gebruik eerst de netwerkinterfaces van het eigen knooppunt). Hiermee kunnen uitgaande oproepen van draadloze DECT-telefoons naar PISN-gebruikers of geïntegreerde mobiele/externe...
  • Pagina 120 Routeringselementen Het voorvoegsel kan worden gebruikt om een oproep naar het openbare netwerk door te sturen via een PINX door een routenummer op te geven als exchange-toegangsvoorvoegsel voor de gateway-PINX. Nummerplan-ID NPI en het Nummertype TON specificeren Het telefoonnummer van een uitgaande oproep wordt toegewezen aan de NPI die is gedefinieerd onder Numbering plan identifier (NPI).
  • Pagina 121 Routeringselementen Snelkiezen wordt gebruikt om interne gebruikers rechtstreeks vanuit het openbare netwerk of vanaf een ander PINX te kunnen bereiken. De inkomende oproep wordt gekoppeld aan een oproepdistributie- element op basis van het snelkiesdeel van het telefoonnummer. Binnen een snelkiesschema worden nummerbereiken gecreëerd in overeenstemming met de openbare netwerkoperator;...
  • Pagina 122 Routeringselementen Snelkiesschema's in Privé-huurlijnennetwerk Snelkiesschema's kunnen ook worden gebruikt in het privé-huurlijnennetwerk. Dit is met name het geval als inkomende gesprekken van het particuliere leaselijnnet moeten worden gerouteerd afhankelijk van de schakelpositie van een schakelgroep (zie Routering in het privé-huurlijnennetwerk on page 268).
  • Pagina 123 Note: Er wordt standaard een CDE gedefinieerd als bestemming voor een DDI. Als een faxserver in gebruik is op de applicatiekaart van een CPU2 (alleen Mitel 470), moet voor de faxnummers routing bestemming = FAX worden geconfigureerd (zie ook "Fax service").
  • Pagina 124 Routeringselementen Oproepdistributie-elementen worden gebruikt om een inkomende oproep naar een individuele bestemming of naar een combinatie van bestemmingen te routeren. Elke oproepdistributie-element wordt toegewezen een schakelgroep. De bestemmingen kunnen voor alle drie de standen van de schakelgroep worden gespecificeerd. Elk oproepdistributie-element kan worden gekoppeld aan twee andere oproepdistributie-elementen voor de routering naar alternatieve bestemmingen als de oorspronkelijke bestemming bezet is of de oproep niet wordt beantwoord.
  • Pagina 125 • ACD (Automatic Call Destination) (zie ACD-server on page 152 • Bijzondere bestemmingen: • PSTN Overflow routing (see System manual "Mitel Advanced Intelligent Network") • Voicemail (zie Voicemailsysteem on page 414) • Mobile/external phone integration (zie Mobiele- en externe telefoons integreren on page 52) •...
  • Pagina 126 Routeringselementen Alternatieve Bestemmingen Een oproepdistributie-element kan worden gekoppeld aan twee andere oproepdistributie-elementen voor de routering naar alternatieve bestemmingen: • Een van de oproepdistributie-elementen wordt gebruikt voor de routering naar alternatieve bestemmingen als een oproep op de oorspronkelijke bestemming niet wordt beantwoord. •...
  • Pagina 127 Routeringselementen Als de alternatieve bestemming bezet is, wordt de oproep niet doorgeschakeld. De CDE doorschakelingstijd kan voor elk oproepdistributie-element afzonderlijk worden ingesteld. Note: Als een oproependoorschakelingsbestemming is gedefinieerd onder Default call forwarding if no answer in de gebruikersconfiguratie wordt het gesprek omgeleid na de interne of externe vertraging die daar is geconfigureerd (zie "Standaard oproependoorschakeling per gebruiker").
  • Pagina 128 (b.v. Klantenservicegroep). Figure 61: Toepassingsvoorbeeld van de configuratie van een alternatieve bestemming indien bezet Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: Als in een AIN een satellietgebruiker niet langer kan worden bereikt vanwege een verbindingsonderbreking of vanwege onvoldoende bandbreedte tussen de Master en een satelliet en als er geen onbereikbare bestemming is gedefinieerd voor de gebruiker, dan gebeurt het volgende: •...
  • Pagina 129 Routeringselementen 5.5.4 Andere Functies en Instellingen van de CDE Naam CDE namewordt gebruikt om een naam toe te wijzen aan elk oproependistributie-element. De naam wordt gebruikt voor identificatiedoeleinden. • Bij inkomende oproepen wordt de naam weergegeven op de systeemtelefoon. • Bij uitgaande oproepen via KT lijnen wordt de naam als CNIP weergegeven.
  • Pagina 130 Routeringselementen Schakelgroepen Met behulp van de schakelgroepen kan de routeringsconfiguratie voor het systeem gemakkelijk worden aangepast aan de tijds- en situatie-gerelateerde vereisten van de klant. Dit betekent bijvoorbeeld dat oproepen gedurende de dag anders kunnen worden gerouteerd dan oproepen 's nachts, of anders tijdens een periode met een hoog oproepvolume dan tijdens periodes met een laag oproepvolume (bijvoorbeeld bij radiostations of in telemarketing).
  • Pagina 131 */# functiecodes. Dit betekent dat de */# functiecodes niet kunnen worden uitgevoerd zolang een signaal wordt opgelegd aan de stuuringangen. Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: In een AIN kunnen de stuuringangen worden gebruikt als een mix van FXS-interfaces. Het maximale aantal kaarten per communicatieserver moet in aanmerking worden genomen. De schakelgroepconfiguratie bepaalt welke opties kaart welke schakelgroep schakelt.
  • Pagina 132 Routeringselementen Gebruikersgroep Figure 63: Gebruikersgroepen in relatie tot de andere routeringselementen In een gebruikersgroep worden inkomende- en interne oproepen naar een groep interne bestemmingen gerouteerd, in overeenstemming met een vooraf geconfigureerd oproepdistributiepatroon. Inkomende oproepen Gebruikersgroepen worden geselecteerd door middel van hun telefoonnummers of namen (naamselectie). De telefoonnummers van gebruikersgroepen staan in een aparte categorie van het nummerschema.
  • Pagina 133 Routeringselementen Er zijn drie gebruikergroepstypen: • Gewone gebruikersgroepen • Grote gebruikersgroepen • Gebruikersgroepen voor Voicemail en Andere Applicaties 5.7.1 Gewone gebruikersgroepen 5.7.1.1 Elementen van een Gebruikersgroep Een gebruikersgroep bestaat uit één of meer van de volgende elementen: • Ledengroep: Groep met maximaal 16 interne gebruikers (leden). De gebruikers zitten in een hoofdgroep of ook in een vertraagde subgroep.
  • Pagina 134 Routeringselementen Oproepdistributie naar de Elementen Een oproep wordt parallel aan de verbonden elementen van een gebruikersgroep gedistribueerd. Elk element kan afzonderlijk worden vertraagd. De vertragingstijd kan ingesteld worden op 3, 5 of 7 keer overgaan en geldt voor het gehele systeem voor alle lijngroepen. 5.7.1.2 Oproepdistributie in de ledengroep Er zijn drie mogelijkheden voor...
  • Pagina 135 Routeringselementen In een lineaire oproepdistributie wordt het eerste lid in de groep als eerste gebeld. Als deze niet antwoordt, dan wordt de oproep doorgeschakeld naar het volgende lid na 3, 5 of 7 keer overgaan. Lineaire oproepdistributie omzeilt bezette leden. Figure 66: Lineaire Oproepdistributie Cyclische oproepdistributie De oproepdistributie is hetzelfde als in de lineaire variant, behalve dat elke nieuwe oproep eerst naar het...
  • Pagina 136 Routeringselementen De leden van de subgroep worden altijd opgeroepen met Oproepdistributie = Algemeen. Samengevat In een gebruikersgroep zijn twee selecteerbare tijden die kunnen worden gebruikt voor het sturen van oproepdistributie. Beide zijn vooraf geconfigureerd in de systeemconfiguratie: • De vertragingstijd betreft •...
  • Pagina 137 Routeringselementen Note: Voor elke oproep kunnen maximaal 50 aansluitingen tegelijkertijd worden opgeroepen. Deze grenswaarde wordt snel bereikt als een gebruikersgroep met algemene oproepdistributie veel gebruikers met meerdere aansluitingen bevat. Als dit het geval is, gaan alleen de eerste 50 aansluitingen over, te beginnen met de gebruikersgroepsleden met het laagste positienummer. Onvoorwaardelijke Oproepdoorschakeling (CFU) voor gebruikersgroepsleden Geactiveerde CFU’s van gebruikersgroepsleden naar interne bestemmingen worden altijd uitgevoerd.
  • Pagina 138 Routeringselementen Een gebruiker in een gebruikersgroep heeft CFNR geactiveerd voor een interne bestemming (geval A), een externe bestemming (geval B), een PISN-gebruiker (geval B), een geïntegreerde mobiele-/externe gebruiker (geval B) of voicemail (geval B). De toegewezen toestemmingen van deze gebruiker hebben de parameter Oproepdoorschakeling uitvoeren bij geen antwoord, zelfs als de oproepbestemming bezet is geactiveerd.
  • Pagina 139 Routeringselementen • In elk Locatie gebied kunnen slechts 9 draadloze telefoons worden doorzocht op gelijktijdig gebruik van individuele gesprekken. 5.7.2 Grote gebruikersgroepen Elke gebruikersgroep kan worden geconfigureerd als Large user groupin de configuratie. Grote gebruikersgroepen verschillen van gewone gebruikersgroepen op de volgende manieren: •...
  • Pagina 140 5.7.3.1 Gebruikersgroepen 14, 15 en 16 Na initialisatie wordt het element operator console (en bij Mitel SMBC de eerste vier gebruikers) ingevoerd als leden in een gebruikersgroep 16. Na een initialisatie wordt aan elke trunkgroep oproepdistributie-element 1 toegewezen. Het wordt gebruikersgroep 16 toegewezen als de bestemming voor alle drie schakelposities.
  • Pagina 141 Gebruikersgroepen 30 - 99 Note: Met gebruikersgroepen 30 - 99 (alleen beschikbaar in MitelSMBC en Mitel 470) zijn geen DECT- groepsoproepen mogelijk, d.w.z. alle draadloze telefoons in deze gebruikersgroepen worden individueel opgeroepen. Voor veel leden van de gebruikersgroep met draadloze telefoons kan dit snel leiden tot een overbelasting van het DECT systeem, met als gevolg dat niet alle draadloze telefoons worden gebeld.
  • Pagina 142 Routeringselementen Alle gebruikers- en aansluitingspecifieke instellingen worden in de gebruikersconfiguratie samen gegroepeerd. Dit hoofdstuk behandelt de volgende onderwerpen: • Routering en identificatie-specifieke instellingen • Instellingen voor PISN-gebruikers 5.8.1 Routeringsfuncties voor Inkomende Oproepen De inkomende routeringsfuncties in de gebruikersconfiguratie zijn als volgt: •...
  • Pagina 143 Routeringselementen • Dienstenklasse: • Exchangetoegangssautorisatie • Prioriteitsexchangetoewijzing (zie Prioriteitsexchangetoewijzing on page 202) • Nummerblokkering, extern (zie Nummerblokkering on page 191) • Nummerblokkering, intern (zie Interne nummerblokkering on page 160) • Gedeeltelijke herroutering (zie Gedeeltelijke Herroutering) • Laagstekostenroutering (zie Laagstekostenroutering (LCR) on page 208) •...
  • Pagina 144 IP, bijvoorbeeld via een headset die is verbonden met de PC. • De Mitel6930SIP, Mitel6940SIP, Mitel 6869 SIPof Mitel6873SIPkunnen met de softkeys van de telefoon zelf worden gebruikt als telefonistentelefoon. De telefonistentoetsen kunnen worden geconfigureerd via WebAdmin. Elke telefonistentoets gebruikt 2 softkeys op de telefoon.
  • Pagina 145 Intern wordt de telefonistentelefoon gebeld met behulp van het nummer van de telefonistenconsole dat is gedefinieerd in het nummerschema of via een oproepdistributie-element. Op de Mitel6930SIP-, Mitel6940SIP-, Mitel 6869 SIP- of Mitel6873SIPtelefonisten telefoon worden de oproepen op de telefonistentoetsen weergegeven. Als de telefonistentoetsen worden gebruikt, dan worden andere oproepen in de wachtrij gesorteerd.
  • Pagina 146 Routeringselementen Een Interne Oproep Routeren Interne oproepen (tot stand gebracht via de privé-toets) worden op dezelfde manier gerouteerd als een gewone interne gebruiker. De persoonlijke interne gebruikersnummers worden samen meegegeven als CLIP, die wordt ingevoerd in de oproepenlijst van gebelde gebruikers. Terugbelverzoeken uit deze oproepenlijst keren terug naar het persoonlijke, interne gebruikersnummer dat meestal bezet is.
  • Pagina 147 Routeringselementen Een Inkomende Oproep naar de telefonistenconsole routeren De bedrijfstoewijzing van een oproep hangt af van de instelling in het relevante oproependistributie- element (zie Andere functies en instellingen van de CDE. "Andere functies en instellingen van de CDE"). Een uitgaande oproep routeren vanaf de telefonistentelefoon Externe uitgaande oproepen van Bedrijf A worden via route 1 gerouteerd;...
  • Pagina 148 Telefonistentelefoon vertraagd Gebruik de gebruikersgroepen niet voor andere doeleinden dan Capolinea. Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: In een AIN hangt de beschikbaarheid van Capolinea af van de Master-instellingen. Indien de parameter Land in de Master op IT wordt geconfigureerd, dan is Capolinea beschikbaar in het hele AIN.
  • Pagina 149 MiVoice 5370 / 5370 IP • MiVoice 5380 / 5380 IP • De meeste telefoons van de Mitel 6000 SIP-serie Een systeemtelefoon wordt automatisch een toetsentelefoon zodra een KT-lijn op een van de lijntoetsen wordt geplaatst. Toetsfuncties Nadat een functietelefoon is geconverteerd naar een toetsentelefoon, krijgt deze een of meer lijntoetsen en een privé-toets.
  • Pagina 150 Lijn is geparkeerd Note: De SIP-telefoons van de Mitel 6000 SIP -serie, de Mitel BluStar 8000i en een aantal standaard SIP-telefoons kunnen ook worden gebruikt als toetsentelefoons. Het aantal lijnen per aansluiting is configureerbaar. Er zijn maximaal 2 gelijktijdige oproepverbindingen mogelijk. Het is ook mogelijk om voor elke aansluiting te specificeren of driepartijenconferentie-circuits lokaal op de telefoon of op de communicatieserver worden geschakeld.
  • Pagina 151 Routeringselementen KT-lijnen Elk oproepdistributie-element krijgt onder zijn referentienummer één of meer lijnen voor toetsentelefoons (KT-lijnen) toegewezen indien KT-lijn of combinaties met als bestemming zijn ingesteld (zie “Oproepbestemming"). Lijntoetsen Aan elke lijntoets van een toetsentelefoons wordt een KT-lijn toegewezen. Bijvoorbeeld, één lijntoets wordt toegewezen aan KT-lijn "1/1", een andere aan KT-lijn "1/2".
  • Pagina 152 Routeringselementen [1] Oproepdistributie-element met referentienummer 1 [2] Ingestelde bestemming: KT of combinaties met KT [3] KT-lijnen [4] Lijntoetsen op dezelfde of andere toetsentelefoons [5] Toewijzing van de lijntoets aan een KT-lijn Beëindiging KT-lijnen en doorgaande KT lijnen Elk willekeurig aantal lijntoetsen van verschillende toetsentelefoons kan aan dezelfde KT-lijn worden toegewezen.
  • Pagina 153 Routeringselementen Note: In tegenstelling tot het doorschakelen van oproepen naar KT-lijnen, wordt oproepdoorschakeling naar KT-lijnen niet uitgevoerd. (Uitzondering: Als de parameter Oproepomleiding toestaan op afsluitende KT-lijnen van de toegewezen gebruiker is geactiveerd, wordt de oproepomleiding in elk geval uitgevoerd). 5.11.3 Inkomende oproepen via een KT-lijn Alle gesprekken worden doorverbonden naar een KT line als de bestemming KT line is gedefinieerd in de betreffende oproepdistributie-element:...
  • Pagina 154 Routeringselementen • Als de parameter wordt geactiveerd, kan de oproep rechtstreeks op de lijntoets worden beantwoord en de interne gebruiker wordt automatisch geparkeerd op de persoonlijke toets. Als u de externe oproep intern wilt doorsturen, dan initieert u inlichtingenoproep. Doorverbinden naar een Toetsentelefoon Een oproep die wordt doorgeschakeld naar een toetsentelefoon wordt aangeboden op de privé-toets van de toetsentelefoon of op een lijntoets.
  • Pagina 155 Routeringselementen Rechtstreekse netwerktoegang wordt ingeschakeld wanneer een oproep wordt ingesteld: De externe kiestoon is hoorbaar. Dit betekent dat de gebruiker geen exchange-toegangsvoorvoegsel hoeft te kiezen om naar het openbare netwerk te kunnen bellen. De Route wordt bepaald in de CDE-configuratie in het hoofdstuk Key telephone.
  • Pagina 156 Routeringselementen Twee lijntoetsen zijn verbonden met de KT-lijn 1/1 Het is dus een doorgaande KT-lijn De eerste lijntoets behoort toe aan de toetsentelefoon met gebruikersnummer 211; de tweede behoort tot de toetsentelefoon met gebruikersnummer 221. Het element Telefonistenconsole wordt geconfigureerd op gebruikersgroep 5. Interne gebruiker 291 wordt ingevoerd als lid van de ledengroep.
  • Pagina 157 Routeringselementen De reisagentschapmedewerkerk(st)ers die bij de Europe Desk werken, beantwoorden de oproepen aan de Africa Desk alleen als alle drie medewerk(st)ers in gesprek zijn. Daarom worden ze alleen verbonden met de KT-lijn voor Afrika in de vierde prioriteit (KT-lijn 1/4). Figure 75: Vervangingscircuit Vervangingscircuit De eerste oproep wordt door de manager persoonlijk beantwoord;...
  • Pagina 158 Routeringselementen Andere onderwerpen die Betrekking hebben op toetsentelefoons: Aansluitingen, Interne verkeer, Inkomend verkeer, Uitgaand verkeer, Gebruikergerelateerde functies. 5.12 met aankondiging (Nummer in Wachtrij) Figure 77: De wachtrij met aankondiging in het kader van de andere routeringselementen System Functions and Features...
  • Pagina 159 Routeringselementen De wachtrij met aankondiging (Nummer in Wachtrij) kan als een optie tussen het oproependistributie- element en de bestemming (of combinatie van bestemmingen) worden ingevoegd. Bellers met een bezette oproepbestemming komen in de wachtrij terecht en worden voortdurend geüpdate over hun huidige positie in de wachtrij.
  • Pagina 160 Routeringselementen Geïntegreerde mobiele/externe gebruikers en PISN-gebruikers worden niet opgeroepen. Interne oproepen worden alleen via de wachtrij gerouteerd als de interne gebruiker wordt gebeld via het telefoonnummer van zijn/haar oproepdistributie-element. Zie ook: Voor gedetailleerdere informatie over de bedrijfsmodus en de noodzakelijke configuratie stappen, zie het Hoofdstuk "Wachtrij met aankondiging (Aantal in wachtrij)".
  • Pagina 161 Routeringselementen De communication server informeert de ACD-server over de oproepen in de ACD-wachtrij. De ACD-server analyseert de oproepen en vertelt de communicatieserver waar de gesprekken heen te routeren Mogelijke bestemmingen zijn interne gebruikers en PISN-gebruikers (bijv. agenten die thuiswerken). Figure 79: Communicatieserver oproeproutering aangestuurd door de ACD-server Als de oproep niet wordt beantwoord door de bestemmingsgebruiker (agent) nadat een ingestelde tijd is verstreken of als de bestemmingsgebruiker bezet is, dan stuurt de communicatieserver de oproep terug naar de wachtrij en informeert de ACD-server dienovereenkomstig.
  • Pagina 162 Als dezelfde oproeproutering als bij de ACD-server moet worden bereikt, dan moet de ACD- serverconfiguratie ook worden gerepliceerd in de systeemconfiguratie (ACD-agentengroepen moeten b.v. worden gerepliceerd als gebruikersgroepen in de systeemconfiguratie).
  • Pagina 163 Gespreksroutering • Overzicht • Intern verkeer • Inkomend verkeer • Uitgaand verkeer • Laagstekostenroutering (LCR) • Exchange-to-exchange-verbinding • Transitieroutering in het privé-huurlijnennetwerk • Testen overflowroutering in het PISN • Break-out Dit Hoofdstuk beschrijft de wisselwerking tussen de routeringselementen voor de verschillende typen verkeer: oproeproutering voor intern-, inkomend- en uitgaand verkeer.
  • Pagina 164 Gespreksroutering Table 22: Interne bestemmingen en hun beschikbaarheid Interne bestemmingen Opmerkingen Aan interne gebruikers worden een of meer Selecteerbaar d.m.v. nummer- en naamselectie aansluitingen toegewezen: • Digitale systeemtelefoons • Aansluitingen op de S-bus • Analoge aansluitingen • SIP-aansluitingen en standaard SIP aansluitingen •...
  • Pagina 165 Gespreksroutering Interne bestemmingen Opmerkingen Centrale bestemmingen: • Telefoniste(n/s)consoles Alleen selecteerbaar d.m.v. nummer kiezen • Algemeen belsignaal Alleen indirect selecteerbaar d.m.v. een gebruikersgroep of d.m.v. gecodeerd overgaan Deurintercomsystemen • Selecteerbaar d.m.v. nummer- en naamselectie • Kiezen: kan alleen voorgedefinieerde bestemming kiezen Distributie elementen: •...
  • Pagina 166 Gespreksroutering Note: Als het gekozen nummer geen landcode bevat, wordt de landcode die in de betreffende regio is gedefinieerd automatisch toegevoegd aan de Landcode. Hierdoor kan het telefoonnummer met of zonder de landcode worden gekozen. Voorbeeld Zwitserland: Figure 81: Via de toewijzingstabel naar een interne bestemming routeren [1] De oproep wordt naar extern gerouteerd als geen vermelding wordt gevonden voor het gekozen nummer in de toewijzingstabel.
  • Pagina 167 Gespreksroutering Note: In plaats van Exchange toegang zakelijk, kunnen ook de cijfers voor Exchange toegang privé, Selectie kostencenter of Route selectie gebruikt worden. Beperkingen: • Het kiezen vanaf analoge aansluitingen is niet mogelijk. • Kiezen vanaf de systeemtelefoon, ISDN-aansluiting, SIP-aansluiting of PISN-gebruiker moet worden uitgevoerd met behulp van blok-kiezen.
  • Pagina 168 Gespreksroutering Met behulp van een of meer placeholders in de toewijzingstabel, kunnen met één vermelding de totale nummerbereiken worden bestreken. Table 23: Voorbeelden met placeholders Extern telefoonnummer Interne telefoonnummer Resultaat +41 32 655 386x 386x Er worden 10 externe telefoonnummers gerouteerd naar 10 interne bestemmingen.
  • Pagina 169 Gespreksroutering Note: Bij oproepen van de PSTN wordt de verbinding verbroken door de netwerkprovider, meestal na ca. 2 minuten. Als de externe oproep wordt beantwoord door de meldingsservice, dan wordt de oproep beschouwd als doorgeschakeld via het PSTN. Zolang de beller wordt doorgeschakeld naar de meldingsservice, wordt intern een beltoon gegenereerd.
  • Pagina 170 Gespreksroutering [1] Eén en dezelfde trunkgroep kan niet zowel analoge als digitale netwerkinterfaces bevatten. Oproeproutering hangt in principe af van de vraag of een oproep afkomstig is • uit het openbare netwerk of • uit het privé-huurlijnennetwerk (QSIG) • of er een geschikt snelkiesnummer voor het telefoonnummer is. In termen van gespreksroutering worden oproepen van een virtuele PISN op dezelfde manier afgehandeld als oproepen van het openbare netwerk.
  • Pagina 171 Gespreksroutering 6.3.1.1 Oproep vanuit het openbare netwerk Een oproep met een geschikt doorkiesnummer wordt naar de bestemming gerouteerd via het oproepen distributie element dat is toegewezen in het doorkiesschema. Als geen geschikt nummer voor direct kiezen wordt gevonden, wordt het gesprek op dezelfde manier gerouteerd als een gesprek uit het openbare netwerk zonder direct kiezen (zie "Routing zonder direct kiezen").
  • Pagina 172 Gespreksroutering Table 24: De routeringsparameters instellen Parameter Parameterwaarde Trunkgroep 1 • Netwerkinterfaces Netwerkinterfaces in deze trunkgroep • Max. inkomende oproepen Aantal oproepen dat gelijktijdig is toegestaan • Maximumaantal gelijktijdige verbindingen Aantal verbindingen dat gelijktijdig is toegestaan • Netwerktype Openbaar • Protocol DSS1 •...
  • Pagina 173 Gespreksroutering Parameter Parameterwaarde • Oproepdistributie-element 1 (alleen belangrijk als er geen geschikte snelkiesnummer wordt gevonden) Snelkiesschema 1: • Snelkiesnummer 20 2 (referentienummer van een oproepdistributie- element) Oproepdistributie-element 2: • Oproepbestemmingen Schakelpositie 1: Gebruiker 220 + KT • Max. inkomende oproepen Aantal oproepen dat gelijktijdig is toegestaan met meerdere bestemmingen Routering zonder Snelkiezen...
  • Pagina 174 Gespreksroutering [1] Eén en dezelfde trunkgroep kan niet zowel analoge als digitale netwerkinterfaces bevatten. Table 25: De routeringsparameters instellen Parameter Parameterwaarde Trunkgroep 1 • Netwerkinterfaces Netwerkinterfaces in deze trunkgroep • Max. inkomende oproepen Aantal oproepen dat gelijktijdig is toegestaan • Maximumaantal gelijktijdige verbindingen Aantal verbindingen dat gelijktijdig is toegestaan •...
  • Pagina 175 Gespreksroutering van de voordelen van de flexibele routeringseigenschappen van oproepverdelingselementen (zie "Oproepverdelingselement (CDE)"). Oproepdistributie-elementen kunnen rechtstreeks worden gekozen als aan hen een telefoonnummer in het nummerschema is toegewezen en als ze als PISN-gebruikers in de andere PINXen bestaan. Zonder een snelkiesschema is het echter moeilijker om een nummering te verkrijgen die overeenkomt.
  • Pagina 176 Gespreksroutering Table 27: De routeringsparameters instellen Parameter Parameterwaarde Trunkgroep 2 • Netwerkinterfaces Netwerkinterfaces in deze trunkgroep • Max. inkomende oproepen Aantal oproepen dat gelijktijdig is toegestaan • Maximumaantal gelijktijdige verbindingen Aantal verbindingen dat gelijktijdig is toegestaan • Netwerktype Privé • Protocol QSIGof QSIG / PSS1 ISO •...
  • Pagina 177 Gespreksroutering Parameter Parameterwaarde Snelkiesschema 2: • Snelkiesnummer 20 3 (referentienummer van een oproepdistributie- element) Oproepdistributie-element 3: • Oproepbestemmingen Schakelpositie 1: Gebruiker 220 + KT • Max. inkomende oproepen Aantal oproepen dat gelijktijdig is toegestaan met meerdere bestemmingen Rechtstreekse routering Een oproep zonder snelkiezen wordt rechtstreeks naar een bestemming van het interne nummerschema gerouteerd.
  • Pagina 178 Gespreksroutering Table 28: De routeringsparameters instellen Parameter Parameterwaarde Trunkgroep 2 • Netwerkinterfaces Netwerkinterfaces in deze trunkgroep • Max. inkomende oproepen Aantal oproepen dat gelijktijdig is toegestaan • Aantal verbindingen dat gelijktijdig is toegestaan Maximumaantal gelijktijdige verbindingen • Netwerktype Privé • Protocol QSIG of QSIG / PSS1 ISO •...
  • Pagina 179 Gespreksroutering De bovenstaande afbeelding toont de prioriteit van de verschillende gespreksrouteringsmogelijkheden: Voor een inkomende oproep wordt in eerste instantie het bestaande DDI-schema geraadpleegd. Als een vermelding overeenkomt met het ontvangen DDI-nummer, dan wordt de oproep op de gebruikelijke manier naar het toegewezen oproepdistributie-element gerouteerd. Als er in het DDI-schema geen match van het ontvangen DDI-nummer is, dan worden de SmartDDI conversieregels geraadpleegd.
  • Pagina 180 Gespreksroutering • Als plaatshouders zijn "x" of "X" zijn toegestaan. Voorbeelden van invoergegevens in de conversieregeltabel Table 29: Conversieregeltabel: Voorbeelden DDI-schema SmartDDI-nummer Overeenkomende Opmerking interne nummer 4000 Vermelding met alleen cijfers. DDI 4000 wordt naar intern nummer 200 gerouteerd Vermelding met alleen plaatshouders.
  • Pagina 181 Gespreksroutering Systeemconfiguratie In de overzichtsweergave kan een nieuwe SmartDDI-conversieregel worden gemaakt Summaryweergave of van het DDI plan door een nieuw DDI-nummer te creëren. Meer informatie is te vinden in de onlinehelp. 6.3.3 Het routeren van oproepen gebaseerd op CLIP Het is mogelijk om inkomende externe- of interne oproepen te routeren op basis van hun CLIP. Op deze manier kunnen bepaalde oproepen worden geweigerd, achtergelaten om tot "niets"...
  • Pagina 182 Gespreksroutering Een oproep die binnenkomt via een trunkgroep, waarvoor de parameter Gebruik zwarte lijst voor inkomende oproepen is geactiveerd, als volgt wordt afgehandeld: De clip wordt vergeleken met de gegevens in de zwarte-lijst, te beginnen bij de bovenste vermelding. Als de cijfers van de CLIP beginnend vanaf de linkerkant overeenkomen met een vermelding in de zwarte-lijst, dan wordt de oproep ofwel afgewezen volgens de configuratie in het Actie selectieveld, de beller ontvangt een permanente terugbeltoon of de oproep wordt naar een andere bestemming gerouteerd.
  • Pagina 183 Gespreksroutering Voorbeelden van geldige vermeldingen in de oproepdistributietabellen. • +234 • +41321234567 • 3868 • 3867 • • • Note: • Elk extern CLIP-nummer moet beginnen met een '+'. • "X" staat voor inkomende oproepen met oproepidentificatiebeperking (CLIR). • "?" staat voor inkomende oproepen zonder CLIP (onbekend nummer). •...
  • Pagina 184 Gespreksroutering Systeemconfiguratie De zwarte lijst kan worden gecreëerd in de Op CLIP gebaseerde routering ( =Vm)) weergave, of geïmporteerd uit een Excel-bestand. Table 31: Systeemconfiguratie Parameter Opmerkingen • Definieer Beschrijving, CLIP nummers en Actie CLIP-gebaseerde routeringstabel voor elke invoer. • Kan worden geactiveerd voor elke schakelpositie Gebruik CLIP-gebaseerde routering (CDE-configuratie)
  • Pagina 185 Gespreksroutering afhankelijk van de oorsprong van de oproep, b.v. voicemail voor interne oproepen en doorverbinden voor externe oproepen. De onderstaande tabel toont de interactie met andere geactiveerde functies, configuraties en situaties waarin de Standaard Oproepdoorschakelingsfunctie is geconfigureerd: Table 32: Standaard Oproepdoorschakelingsinteractie met... Functie / Configuratie / Situatie Antwoord CFU of CFB actief...
  • Pagina 186 Gespreksroutering Functie / Configuratie / Situatie Antwoord De oproep naar de gebruiker routeren via UG Standaardoproepdoorschakeling wordt niet geïmplementeerd. (Uitzondering: Standaardoproepdoorschakeling bij bezet is actief en de gebruiker evenals omdat alle UG leden bezet zijn.) Andere functies van de oproepdoorschakelingsfunctie: •...
  • Pagina 187 Gespreksroutering Bestemming van standaardoproepdoorschakeling omleiden Situatie: Gebruiker A roept gebruiker B op, waarbij standaardoproepdoorschakeling naar gebruiker C is geconfigureerd. Gebruiker C heeft oproepdoorschakeling naar D geactiveerd. In dit geval wordt de oproepdoorschakeling van gebruiker C naar gebruiker D alleen uitgevoerd als een CDE-telefoonnummer wordt ingevoerd als de doorschakelbestemming voor gebruiker B.
  • Pagina 188 Gespreksroutering 6.3.6.1.1 Oproepbestemming: Een individuele, bezette gebruiker Oproep-in-de-wacht toegestaan maar afgewezen • In het geval van een inkomende oproep van het openbare ISDN-netwerk krijgt de oproeper de bezettoon. • In het geval van een inkomende oproep van het privé-huurlijnennetwerk is oproep-in-de-wacht niet mogelijk.
  • Pagina 189 Gespreksroutering 6.3.6.1.2 Oproepbestemming: Bezette gebruikersgroep Een gebruikersgroep is bezet als alle leden bezet zijn, als oproep-in-de-wacht wordt geweigerd, als oproep-in-de-wacht niet is ingeschakeld voor een van de gebruikersgroepsleden en als noch het element telefonistenconsole noch het element algemeen belsignaal is geactiveerd. Een UG met geactiveerd Home Alone is bezet als minstens één van de gebruikers van de UG in een extern gesprek of een intern gesprek is (zie...
  • Pagina 190 Gespreksroutering Figure 90: Oproepdistributie als gebruikersgroep bezet is 6.3.6.1.3 Oproepbestemming: Bezette KT-lijn Als een inkomende oproep naar een bezette KT-lijn wordt gerouteerd, dan wordt de oproep afgewezen en de beller krijgt de bezettoon. 6.3.6.1.4 Oproepbestemming: Gebruiker met een Opgeslagen Bericht Als een gebruiker een bericht heeft opgeslagen, dan wordt een inkomende oproep doorgestuurd naar de vooraf geconfigureerde Onvoorwaardelijke Oproepdoorschakelingsbestemming.
  • Pagina 191 Gespreksroutering 6.3.6.2 Oproepdoorschakeling bij bezet Om ervoor te zorgen dat elke inkomende oproep wordt beantwoord, moeten de volgende configuratieaanbevelingen in acht worden genomen: Configuratie voor Gebruikers en KT-eindlijnen • Oproependoorschakeling bij geen gehoor indien bezet en vooraf geconfigureerde Oproependoorschakeling bij geen gehoor. De oproep wordt doorgeschakeld naar een vooraf geconfigureerde oproependoorschakelingsbestemming als de gebruiker bezet is.
  • Pagina 192 Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk In een AIN hangt de beschikbaarheid van Capolinea af van de Master-instellingen. Indien de Country parameter in de Master op IT wordt geconfigureerd, dan is Capolinea beschikbaar in het hele AIN.
  • Pagina 193 Gespreksroutering Note: Analoge aansluitingen die niet zijn verbonden kunnen niet worden gedetecteerd. Voorbeelden van verstandige omleidingsbestemmingen: De voicemailbox van de gebruiker, het schakelcentrum. Categorie 2: Er is op dit moment geen VoIP-kanaal beschikbaar Een IP-aansluiting of een gebruiker op een ander knooppunt in een AIN kan momenteel niet worden bereikt omdat •...
  • Pagina 194 Gespreksroutering Note: Als de vereiste gebruiker technisch bereikbaar is maar de oproep niet wordt beantwoord, dan kunnen er ook twee omleidingsbestemmingen worden geconfigureerd voor interne- en externe oproepen (zie "Standaard oproependoorschakeling per gebruiker"). Andere eigenschappen van omleidingsbestemmingen bij niet bereikbaar •...
  • Pagina 195 Gespreksroutering Table 34: Oproep-in-de-wacht toegestaan maar afgewezen Antwoord als de Capolinea bestemming ... Herkomst van de oproep ...is gedefinieerd ...niet is gedefinieerd Oproep vanuit het openbare Oproep wordt naar gedefinieerde Gesprek wordt afgebroken, ISDN-netwerk Capolinea-bestemming beller krijgt bezettoon gerouteerd Oproep vanuit het openbare Oproep wordt naar gedefinieerde Wacht tot beschikbaar, beller analoge netwerk...
  • Pagina 196 Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk In een AIN hangt de beschikbaarheid van Capolinea af van de Master-instellingen. Indien de Country parameter in de Master op IT wordt geconfigureerd, dan is Capolinea beschikbaar in het hele AIN.
  • Pagina 197 Gespreksroutering worden genomen als de oproep naar een fax of een automatisch antwoordapparaat gaat; dus er kunnen hoge, ongewenste kosten worden gemaakt. Om misbruik te voorkomen, kan het systeem collect-calls detecteren en automatisch afwijzen. Detectie van collect-calls Detectie van collect-calls hangt af van welke netwerkinterface de oproep door binnenkomt: Table 36: Detectie van collect-calls Herkomst van de oproep Detectie...
  • Pagina 198 Gespreksroutering Note: Wanneer inkomende oproepen via SIP-netwerkinterfaces arriveren, dan kunnen collect calls en normale oproepen niet worden onderscheiden. Daarom worden met de instelling Wijs alle collect-calls af zowel collect-calls als normale oproepen geweigerd. Voor de trunkgroepinstelling Afhankelijk van bestemming, zijn de volgende antwoorden van toepassing: •...
  • Pagina 199 Gespreksroutering 6.4.1 Routering Alle uitgaande oproepen worden via een route naar een trunkgroep gerouteerd. Ze omvatten oproepen gerouteerd via de Laagstekostenroutering-functie of transitie-oproepen in een PISN. De verschillende soorten bestemmingen moeten worden gerouteerd via verschillende routes. Bijvoorbeeld oproepen naar het privé-huurlijnennetwerk mogen niet via dezelfde routes worden gerouteerd als oproepen naar het openbare netwerk.
  • Pagina 200 Gespreksroutering • Aan elke gebruiker kan interne- en externe nummerblokkering worden toegewezen voor alle drie de schakelposities van schakelgroep 1. • De blokkeringsfunctie op de telefoonblokkeringsvarianten activeert een interne- en een externe nummerblokkering. • Nummerblokkeringsfaciliteiten kunnen niet worden toegewezen aan een PISN-gebruiker. Nummerblokkering omzeilen Nummerblokkeringsfaciliteiten kunnen worden omzeild in de volgende gevallen: •...
  • Pagina 201 Gespreksroutering Een telefoonnummer wordt van links naar rechts vergeleken met de cijfersequentie van de toegewezen nummerblokkering. Voorbeeld: • Basisfunctie = Alles vrij • Het cijfer "6" wordt ingevoerd in de blokkeerlijst. Deze nummerblokkering beperkt alle telefoonnummers die beginnen met een 6. •...
  • Pagina 202 Gespreksroutering Een gebruiker of gebruikersgroep mag alleen de volgende externe bestemmingen kiezen: • Bestemmingen binnen hun eigen netwerkgroep • Bestemmingen van netwerk groep 031 en 033 • Bestemmingen in Duitsland (0049) De volgende beperkingen zijn eveneens van toepassing: • Geen externe verbindingen via kostenplaatsenselectie •...
  • Pagina 203 Interne nummerblokkering 16: Externe-onderhoudstoegang (*75) en overschakelen schakelgroepen (*85) geblokkeerd. Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: In een AIN gelden de nummerblokkeringsinstellingen voor het gehele netwerk. De standaardwaarden zijn afhankelijk van het Master's verkoopkanaal en niet van het land dat in de overeenkomstige regio wordt geconfigureerd.
  • Pagina 204 (bv. Exchange access, private). Bij elk verkort kiesnummer kan een naam worden opgeslagen, waardoor het kiezen op naam ook mogelijk Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: In een met knooppunten in verschillende landen moeten de verkorte kiesnummers altijd het internationale voorvoegsel (b.v.
  • Pagina 205 Gespreksroutering Kiezen vanaf SIP-aansluiting Voor SIP-aansluitingen wordt de internationale nummerindeling beginnende met het "+"-teken ondersteund (). De communicatieserver wijzigt de "+" in een "0" (Exchange access business). Het externe telefoonnummer kan ook bestaan uit de volgende tekens: "+", "/", "(", ")" en "spatie". Deze tekens worden door de communicatieserver weggefilterd voordat wordt gekozen.
  • Pagina 206 Gespreksroutering Parameter Parameterwaarde • Route 1 (routereferentienummer) • Externe nummerblokkering Één nummerblokkering elk voor schakelposities 1, 2 en 3 Route 1: • Trunkgroep 1 (referentienummer van één of meer trunkgroep(en) • Max. uitgaande oproepen Het aantal oproepen dat er tegelijkertijd via deze route uit gaat •...
  • Pagina 207 Gespreksroutering Figure 95: Een oproep naar het openbare netwerk via een lijntoets van een toetsentelefoon routeren [1] Eén en dezelfde trunkgroep kan niet zowel analoge als digitale netwerkinterfaces bevatten. Table 38: De routeringsparameters instellen Parameter Parameterwaarde Oproepdistributie-element 1: • KT-route 1 (routereferentienummer) Route 1: •...
  • Pagina 208 Gespreksroutering Parameter Parameterwaarde • Nummerschema-ID (NPI) E.164 Trunkgroep 1: • Netwerkinterfaces van deze trunkgroep Netwerkinterfaces • Netwerktype Openbaar • Protocol DSS1 6.4.3.3 Oproep naar het openbare Netwerk via een telefonistenconsole Kiezen via een lijntoets van Bedrijf A routeert de oproep via Route 1. Kiezen via een lijntoets van Bedrijf B routeert de oproep via Route 2.
  • Pagina 209 Gespreksroutering De routeringsgegevens van de PISN-gebruikers wordt toegewezen aan de gebruikersconfiguratie en omvatten de te gebruiken route en het telefoonnummer waaronder de bestemmingsgebruiker daadwerkelijk kan worden bereikt (het telefoonnummer wordt aangegeven zonder exchange- toegangsvoorvoegsel). In het volgende voorbeeld kan de PISN-gebruiker met telefoonnummer 440 worden bereikt in het openbare netwerk onder telefoonnummer 333 33 40.
  • Pagina 210 Gespreksroutering Parameter Parameterwaarde • Externe nummerblokkering geactiveerd (poll nummerblokkering) • Nummerschema-ID (NPI) E.164 Trunkgroep 1 • Netwerkinterfaces Netwerkinterfaces van deze trunkgroep • Netwerktype Openbaar • Protocol DSS1 6.4.3.6 Exchangetoegangssautorisatie Het uitgaande autorisatie naar telefoon in het openbare net wordt gedefinieerd met de parameter Exchangetoegangssautorisatie in een machtigingenset.
  • Pagina 211 Gespreksroutering Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: In een AIN kan prioriteitsexchangetoewijzing alleen worden gegarandeerd op de lokale exchange- interfaces, niet op het gehele netwerk. Voorbeeld In het geval van een alarm verzendt een alarmsysteem dat onafhankelijk is van de communicatieserver een bericht naar een alarmcentrale via een ISDN-kaart op een S-aansluitingsinterface (bijvoorbeeld een tekst of een bestand).
  • Pagina 212 Gespreksroutering In een privénetwerk is de prioritering van een uitgaande verbinding alleen mogelijk op de communicatieserver die is verbonden met het openbare netwerk (gateway-PINX). In principe kunnen alle interne gebruikers worden gedefinieerd met geactiveerde externe prioriteit, zelfs als er minder B-kanalen zijn naar het openbare netwerk dan geautoriseerde gebruikers. Verbindingen die in beslag worden genomen door gebruikers die ook prioriteit hebben, worden niet verbroken.
  • Pagina 213 Gespreksroutering Table 40: De routeringsparameters instellen Parameter Parameterwaarde Gebruikersconfiguratie PISN-BN 330: (PISN-gebruiker) • Route 2 (routereferentienummer) • Extern telefoonnummer In dit geval niet relevant Route 2: • Trunkgroep 2 (referentienummer van één of meer trunkgroep(en) • Externe nummerblokkering Gedeactiveerd (poll nummerblokkering) •...
  • Pagina 214 Gespreksroutering Parameter Parameterwaarde • Netwerkinterfaces Netwerkinterfaces van deze trunkgroep • Netwerktype Privé • QSIG of QSIG / PSS1 ISO Protocol 6.4.5 Oproep naar een DSS1-aansluitingsapparaat op de S-Bus (DDO) De BRI-S externe interface kan worden gebruikt om een aansluitingsapparaat met eigen snelkiesschema te adresseren.
  • Pagina 215 Protocol DSS1 Terminals met een apart snelkiesplan downcircuit van een MiVoice Office 400 communicatieserver kunnen ook worden aangesproken vanaf de publieke of private leaselijn. Vanuit het oogpunt van routingtechnologie komt dit overeen met de situatie "Een oproep van het openbare- / privénetwerk naar het PISN routeren"...
  • Pagina 216 Gespreksroutering Laagstekostenroutering (LCR) Tegenwoordig hebben gebruikers meestal verschillende serviceproviders tot hun beschikking om op te vertrouwen voor het routeren van hun oproepen. Om ervoor te zorgen dat oproepen zo kosteneffectief mogelijk worden gerouteerd, kan het raadzaam zijn om de serviceprovider te selecteren op basis van de oproepbestemming (bijvoorbeeld om een andere serviceprovider te gebruiken voor interlokale oproepen in vergelijking met lokale oproepen).
  • Pagina 217 Gespreksroutering Voor indirecte toegang moet het gekozen telefoonnummer de volgende informatie bevatten: • Het telefoonnummer van de bestemmingsgebruiker. • Vereiste netwerkprovider (in het voorbeeld de netwerkprovider B). • De codegegevens (in het voorbeeld voor netwerkprovider B) gebruikt door B om te controleren of de beller een abonnee is van zijn netwerk.
  • Pagina 218 Gespreksroutering De oproep wordt geanalyseerd en in drie fasen: • Classificatie van de uitgaande oproep op basis van de LCR-tabel en toewijzing aan een bepaalde routeringstabel. • Gebruik de routeringstabel om een primaire en alternatieve netwerkprovider te selecteren, afhankelijk van het tijdstip van de dag en de dag van de week. •...
  • Pagina 219 Gespreksroutering De eerste cijfers van een extern telefoonnummer kunnen worden geëvalueerd in termen van de LCR- functie als ze worden ingevoerd in de LCR-tabel (evalueerbare cijfersequentie) en toegewezen aan een routeringstabel (kolom 2). In de LCR-tabel kunnen maximaal 400 cijfersequenties worden ingevoerd. Een analyseerbare cijfersequentie kan bestaan uit maximaal 19 cijfers.
  • Pagina 220 Gespreksroutering Evalueerbare cijfersequenties Routeringstabellen Internationaal Regio 62 • Het externe telefoonnummer 0-624 38 27 wordt gerouteerd in overeenstemming met de gebruikersconfiguratie (geen LCR-routering omdat er geen E-vermelding voor cijfersequentie 62 is). • Het PISN-telefoonnummer 62 2020 worden gerouteerd via de routeringstabel "Regio 62". Noodroutering (X-voorvoegsel) Als specifieke telefoonnummers (b.v.
  • Pagina 221 Gespreksroutering Als "E999" wordt ingevoerd voor het alarmnummer in plaats van "X999", dan kan een uitzonderlijke routering worden geconfigureerd. De tabel hieronder toont de routering van voorvoegsels "X" en "E". Table 45: Verschil in routering met de voorvoegsels "X" en "E" "999"...
  • Pagina 222 Gespreksroutering "999" kiezen Netwerkprovider forceren is Netwerkprovider forceren is niet via de diverse ingeschakeld ingeschakeld exchange- toegangen X999 E999 X999 E999 Netwerkprovider forceren is niet ingeschakeld Toetsentelefoon KT-route KT-route Gebruikersconfig. LCR config lijntoets Gebruikersconfig.: Routering via route overeenkomstig de gebruikersconfiguratie Config LCR: Routering via route overeenkomstig de LCR-configuratie Routeselectie: Routering via handmatig gekozen route KT-route: Routering via de route toegewezen aan de KT-lijn in oproepdistributie-element...
  • Pagina 223 Gespreksroutering • Primaire drager • Alternatieve netwerkprovider (alternatieve routering) • Netwerkprovider overeenkomstig de gebruikerspecifieke routering (gebruikersconfiguratie) De criteria voor het selecteren van één van deze netwerkproviders staan in onderstaande tabel. Table 47: Selectie van de netwerkprovider afhankelijk van instellingen en situatie Instellingen in de routeringstabel Antwoord van de LCR-functie Primaire drager...
  • Pagina 224 Gespreksroutering Als de tijdsaanduidingen van verschillende tijdzones elkaar overlappen, dan is de tijdzone die hoger in de tabel is geplaatst van toepassing op het overlappingsgebied: Table 48: Voorbeeld van overlappende tijdzones Tijdzones Dag(en) Tijd Primaire drager Alternatieve netwerkoperator Zone 1 Maa-Vrij 07:00-16:59 Netwerkprovider 1...
  • Pagina 225 Gespreksroutering Als gebruikers niet zelf mogen worden geautoriseerd om de alternatieve netwerkprovider te kiezen, dan moet *90 worden geblokkeerd in de interne nummerblokkering. Handmatige alternatieve routering werkt ook als automatische alternatieve routering is gedeactiveerd. 6.5.1.3.3 Beperkte reikwijdte van prestaties van een Netwerkprovider Niet alle netwerkproviders bieden elke service (spraak, fax, dataverkeer, enz.).
  • Pagina 226 Gespreksroutering • Gebruikers-ID / PIN: Syntaxis en lengte zijn afhankelijk van de netwerkoperator. • Kostencode lengte (1 cijfer: <1...5>): Reduceert de gesprekskostencode die wordt opgeroepen in de conversieregels tot de opgegeven lengte, beginnend vanaf het einde. Voorbeeld: • In de conversieregel wordt het gebruikersnummer opgeroepen als gesprekskostencode. •...
  • Pagina 227 Gespreksroutering Parameter Betekenis Voeg kostencenter toe als gesprekskostencode S of C) x- bepaalt de startpositie voor het maken van de substring; als x niet wordt gespecificeerd, dan wordt 1 beschouwd als de startpositie 1. -y bepaalt de startpositie voor het maken van de substring; Indien y niet wordt gespecificeerd, wordt het laatste cijfer van het nummer beschouwd als de eindpositie.
  • Pagina 228 Gespreksroutering Gebruikers-ID 26013 PIN: 7725 Figure 106: Zie afbeelding voor de volgende voorbeelden Table 53: Tabel met voorbeelden van conversieregels en telefoonnummers dienovereenkomstig geconverteerd Regel Conversies Resultaatreeks Toegangscode + gekozen nummer 13201222774518 E<3–> Toegangscode + alle cijfers van het 132222774518 gekozen nummer vanaf de derde positie.
  • Pagina 229 Gespreksroutering Regel Conversies Resultaatreeks EZUKSN Toegangscode, DTMF-kiezen, 13226013772520001222774518 Gebruikers-ID, PIN, Gebruikers- Nr. als gesprekskostencode, telefoonnummer Gekozen cijfers in DTMF-modus zijn vet weergegeven. 6.5.1.5 LCR handmatig omzeilen (Geforceerde Routering) Een gebruiker kan worden gemachtigd om zelf de netwerkoperator te bepalen door de LCR-instellingen te omzeilen ( Geforceerd routeren wanneer LCR is geactiveerd ingeschakeld).
  • Pagina 230 "Alternatieve routering (Fallback- routering)"). Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: In een AIN is de LCR-configuratie van de Master altijd van toepassing op alle knooppunten. De LCR- configuratie van een satelliet is alleen effectief in de offlinemodus (dat wil zeggen wanneer de verbinding met de master wordt onderbroken).
  • Pagina 231 Gespreksroutering 6.5.1.8 Gespreksregistratie en Gegevensbescherming In verband met de LCR-functie moet de OCL-uitvoerindeling PC5 (aanbevolen) of PC4 worden gebruikt (zie "Uitvoerindelingen"). Wanneer de gegevensbeschermingsfunctie is geactiveerd, dan worden de volgende gegevens niet of slechts gedeeltelijk geëxporteerd, in het OCL-uitvoerindelingPC5 en PC4: •...
  • Pagina 232 Gespreksroutering Het systeem verzendt het telefoonnummer in de DTMF-modus in overeenstemming met de geconfigureerde conversieregel. Figure 108: Voorbeeld 2: Netwerkprovider B is niet geïntegreerd in het nummerschema van netwerkprovider A Table 57: Voorbeeld 2: Vermelding in de netwerkprovidertabel Gebruiker Toegangs Conversier Factureer Netwerk...
  • Pagina 233 Gespreksroutering Table 58: LCR-instellingen Parameter Parameterwaarde Opmerkingen LCR configuratie( =k3) • Laagstekostenroutering Geactiveerd / Gedeactiveerd Activeer / deactiveer LCR-functie in het hele systeem (zie LCR- functie on page 209) • Geactiveerd / Gedeactiveerd Activeer / deactiveer de Alternatieve routering automatische alternatieve routering in het hele systeem (zie Alternatieve Routering...
  • Pagina 234 Gespreksroutering Exchange-to-exchange-verbinding Exchange-exchange traffic omvat alle interacties waarbij ten minste 2 gebruikers in de openbare netwerken en minstens 1 interne gebruiker betrokken zijn. 6.6.1 Exchange-to-Exchange-verbinding Bij een exchange-to-exchange-verbinding zijn twee verbonden exchangelijnen naar het openbare netwerk lokaal met elkaar verbonden in de communicatieserver. Beperkingen die voor het hele systeem van toepassing zijn Exchange-to-exchange-verbindingen kunnen worden beperkt of geblokkeerd door het hele systeem heen in de algemene exchange-instellingen (...
  • Pagina 235 Gespreksroutering alle soorten exchange-to-exchange-verbindingen mogelijk en is ook geldig in gevallen waarbij de exchange-to-exchange-verbinding is geblokkeerd in de systeemconfiguratie en de gebruikersspecifieke configuratie. Het opgeslagen verkorte kiesnummer hoeft niet compleet te zijn, wat betekent dat cijfers handmatig met achtervoegsels kunnen worden gekozen. Dit maakt het bijvoorbeeld mogelijk om exchange-to-exchange-verbindingen in te schakelen voor een volledig kantoorfiliaal met behulp van een enkel verkort kiesnummer.
  • Pagina 236 Gespreksroutering De hoeveelheid tijd tussen het voltooien van de oproep en het verzenden van het vrijgavesignaal hangt af van het feit of de exchange-to-exchange-verbinding end-to-end is opgezet binnen het ISDN-netwerk (end- to-end ISDN-verbinding) of dat delen daarvan analoog zijn (niet-end-to-end ISDN-verbindingen). Bij transities naar andere netwerken (bijvoorbeeld van huurlijnennetwerk naar mobiele telefoonnetwerk) is het mogelijk, vanwege het ontbreken van correcte signalering, dat een end-to-end ISDN-verbinding wordt gesignaleerd als een non-end-to-end-verbinding.
  • Pagina 237 Met de instelling de Busy tone level kan detectie worden aangepast aan het bestaande niveau. Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: De detectie van de bezettoon wordt automatisch aangepast aan het land dat is geconfigureerd onder regio. In een AIN kunnen de knooppunten worden verspreid over verschillende regio's of zelfs landen. Er wordt een regio toegewezen aan één of meer AIN knooppunten.
  • Pagina 238 Gespreksroutering Table 59: Ondersteunde functies Onvoorwaardelijke Gebruiker A Gebruiker C gespreksdoorscha keling Oproepdoorschake ling bij geen gehoor Oproepomleiding Schakelen tussen oproepen Conferentiecircuit Figure 110: Verbinden van een inkomende oproep met een uitgaande oproep Zie ook: “Wacht op verbinding". Twee uitgaande oproepen Verbinden Deze situatie doet zich bijvoorbeeld voor •...
  • Pagina 239 Gespreksroutering Table 60: Ondersteunde functies Gebruiker A Schakelen tussen Gebruiker C oproepen Conferentiecircuit Figure 111: Twee uitgaande oproepen Verbinden Twee inkomende oproepen De B-kanalen van twee inkomende oproepen kunnen via een conferentiecircuit of via normale oproepoverdracht met elkaar worden verbonden door de hoorn op de haak te leggen (doorverbinden). Table 61: Ondersteunde functies Gebruiker A Schakelen tussen...
  • Pagina 240 Gespreksroutering Voorkomen van zinloze Exchange-to-Exchange-verbindingen Om te voorkomen dat exchange-to-exchange-verbindingen met meldingsservice of met speciale nummers (b.v. info-boxen) tot stand worden gebracht, moeten de betreffende nummers worden geblokkeerd in de nummerblokkering. 6.6.2 Onvoorwaardelijke Oproepdoorschakeling doorverbinden met de Exchange Interne gebruikers kunnen hun aansluiting naar externe bestemmingen omleiden. Wanneer een externe gebruiker de extern omgeleide bestemming oproept, dan neemt de gecreëerde exchange-to-exchange- verbinding twee B-kanalen in beslag.
  • Pagina 241 Gespreksroutering PARE Gedeeltelijke Herroutering CD Oproepomleiding P-P- Point-to-pointbedrijf P-MP Point-to-multipointbedrijf Oproepomleiding Oproepomleiding (CD) is een extra service voor ISDN-gebruikers en is alleen beschikbaar op een point- to-multipointverbinding. Oproepomleiding kan worden gebruikt om een gesprek tijdens het gesprek te herrouteren. Deze functie is ook aanwezig op de gebruikersinterface (zie Een oproep omleiden tijdens de oproepfase).
  • Pagina 242 Gespreksroutering • Gebruiker C wordt opgeroepen. Hij krijgt het telefoonnummer van gebruiker A en de omleidingsgegevens te zien via CLIP. Tegelijkertijd wordt de doorschakelinformatie ook teruggestuurd naar gebruiker A (zie "Display voor onvoorwaardelijke doorschakeling"). Gesprekskosten: • Gebruiker A betaalt de gesprekskosten tot de oproepdoorschakelingslocatie op het netwerk. •...
  • Pagina 243 Gespreksroutering Parameter Parameterwaarde • Exchangetoegangssautorisatie Geactiveerd • Gedeeltelijke herroutering (PARE) Geactiveerd Trunkgroep configuratie: • Gedeeltelijke herroutering (PARE) Geactiveerd • Openbaar netwerk ondersteunt Geactiveerd 'Gesprekskostenidentificatie' • Netwerktype Openbaar • Protocol DSS1 Oproepdistributie-element • Oproepbestemming: Gebruiker LCR-configuratie • Gedeeltelijke herroutering (PARE) voor LCR Geactiveerd 6.6.3 Driepartijenverbinding in de Exchange...
  • Pagina 244 Gespreksroutering Table 63: Aanvullende diensten verzorgen de functies die zijn overgedragen naar de exchange Systeemfunctie Aanvullende dienst Beschrijving Wachtstand Wachtstand Wachtstand (inlichtingenoproepen) on page Informatieverzoek Inlichtingenoproep Inlichtingenoproep met terugkeer naar initiële oproep page 391 Tussenhandel Tussenhandel Wisselgesprek (heen en weer schakelen tussen twee gesprekken) on page 393 Gesprek doorverbinden (met of...
  • Pagina 245 Gespreksroutering • Gebruiker B belt gebruiker C: Zodra interne gebruiker B het externe telefoonnummer kiest, draagt de communicatieserver de lokaal in de wacht gezette oproep over aan de exchange door de Wachtstand extra dienstverlening te activeren bij de netwerkprovider. Alle andere driepartijenverbindingen kunnen vanaf deze situatie tot stand worden gebracht. Voorbeeld met een wisselgesprek: •...
  • Pagina 246 Gespreksroutering • Wachtstand kan niet worden overgedragen aan de exchange: • De verbinding wordt in de communicatieserver in de wachtstand geplaatst. • Alle vervolgens gestarte derde-partijendiensten worden lokaal in de communicatieserver uitgevoerd. • Conferenties met drie partijen / oproepdoorverbinding in de exchange niet uitgevoerd: De communicatieserver kan de functie niet lokaal uitvoeren omdat de oproep in de exchange in de wacht staat.
  • Pagina 247 Gespreksroutering Transitieroutering in het privé-huurlijnennetwerk Wanneer een PINX een oproep aan het netwerk doorstuurt, is het een transitieroutering. Als een PINX een oproep van het openbare netwerk naar het privé-huurlijnennetwerk routeert of vice versa, dan veronderstelt deze een gatewayfunctie. Daarom fungeert deze als de gateway-PINX voor de oproep.
  • Pagina 248 Gespreksroutering Table 65: Routeringsparameterinstellingen Parameter Parameterwaarde Trunkgroep 1 • Netwerkinterfaces Netwerkinterfaces in deze trunkgroep • Max. inkomende oproepen Aantal oproepen dat gelijktijdig is toegestaan • Maximumaantal gelijktijdige verbindingen Aantal verbindingen dat gelijktijdig is toegestaan • Netwerktype Openbaar • Protocol DSS1 •...
  • Pagina 249 Gespreksroutering Parameter Parameterwaarde • Oproepdistributie-element 1 (alleen relevant als geen geschikte DD-nummer wordt gevonden). Snelkiesschema 1: • Snelkiesnummer 30 2 (referentienummer van een oproepdistributie- element) Oproepdistributie-element 2: • Oproepbestemmingen Schakelpositie 1: 330 (PISN-gebruiker) • Max. inkomende oproepen Aantal oproepen dat gelijktijdig is toegestaan met meerdere bestemmingen Gebruikersconfiguratie PISN-BN 330: •...
  • Pagina 250 Gespreksroutering Parameter Parameterwaarde Trunkgroep 2 • Netwerkinterfaces Netwerkinterfaces van deze trunkgroep • Netwerktype Privé • Protocol QSIG of QSIG / PSS1 ISO Routering zonder Snelkiezen Een inkomende oproep van het openbare net wordt naar het privé-huurlijnennetwerk gerouteerd, overeenkomstig de gegevens betreffende de PISN-gebruiker toegewezen via het oproepdistributie- element.
  • Pagina 251 Gespreksroutering Table 66: Routeringsparameterinstellingen Parameter Parameterwaarde Trunkgroep 1 • Netwerkinterfaces Netwerkinterfaces in deze trunkgroep • Max. inkomende oproepen Aantal oproepen dat gelijktijdig is toegestaan • Maximumaantal gelijktijdige verbindingen Aantal verbindingen dat gelijktijdig is toegestaan • Netwerktype Openbaar • Protocol DSS1 System Functions and Features...
  • Pagina 252 Gespreksroutering Parameter Parameterwaarde • DDI-schema 1 (alleen relevant als een geschikte DD nummer wordt gevonden). • Oproepdistributie-element 1 (referentienummer van een oproepdistributie- element) Oproepdistributie-element 1: • Oproepbestemmingen Schakelpositie 1: 330 (PISN-gebruiker) • Max. inkomende oproepen Aantal oproepen dat gelijktijdig is toegestaan met meerdere bestemmingen Gebruikersconfiguratie PISN-BN 330: •...
  • Pagina 253 Gespreksroutering Parameter Parameterwaarde • Netwerkinterfaces Netwerkinterfaces van deze trunkgroep • Netwerktype Privé • QSIG of QSIG / PSS1 ISO Protocol 6.7.2 Van het privé-huurlijnennetwerk naar het openbare netwerk Een PINX routeert een inkomende oproep van het privé-huurlijnennetwerk naar het openbare netwerk als de inkomende oproep een telefoonnummer heeft •...
  • Pagina 254 Gespreksroutering [1] Eén en dezelfde trunkgroep kan niet zowel analoge als digitale netwerkinterfaces bevatten. Table 67: Instellingen voor PINX 2 routeringsparameters Parameter Parameterwaarde Route 1: • Trunkgroep 1 (referentienummer van één of meer trunkgroep(en) • Nummerschema-ID (NPI) E.164 • Nummertype (TON) Onbekend •...
  • Pagina 255 Gespreksroutering Parameter Parameterwaarde • Netwerktype Privé • Protocol PSS1 (QSIG) Table 68: Instellingen voor PINX 1 routeringsparameters Parameter Parameterwaarde Basisinstellingen PISN: • Transitieroute: 1 (routereferentienummer voor transitie-oproepen naar het openbare netwerk) Route 1: • Trunkgroep 3 (referentienummer van één of meer trunkgroep(en) •...
  • Pagina 256 Gespreksroutering Parameter Parameterwaarde • Protocol DSS1 Telefoonnummer met een exchange-toegangsvoorvoegsel Als het telefoonnummer een prefix voor de toegang tot de centrale heeft zonder route-informatie (Exchange toegang zakelijk, Exchange toegang privé, Kostencenter selectie), wordt het gesprek doorgerouteerd via de transitroute. Als het telefoonnummer een routeselectievoorvoegsel heeft, dan wordt de oproep via de corresponderende route geleid.
  • Pagina 257 Gespreksroutering [1] Eén en dezelfde trunkgroep kan niet zowel analoge als digitale netwerkinterfaces bevatten. Table 69: Instellingen voor PINX 2 routeringsparameters Parameter Parameterwaarde Route 1: • Trunkgroep 1 (referentienummer van één of meer trunkgroep(en) • Onbekend Nummerschema-ID (NPI) • Nummertype (TON) Onbekend •...
  • Pagina 258 Gespreksroutering Parameter Parameterwaarde • Netwerktype Privé • Protocol PSS1 (QSIG) PINX 1 routeringsparameters zoals in Instellingen voor PINX 1 routeringsparameters. 6.7.3 Van het privé-huurlijnennetwerk naar het privé- huurlijnennetwerk Een oproep van het privé-huurlijnennetwerk wordt door gerouteert op de transitie-PINX in overeenstemming met de gegevens van de PISN-bestemmingsgebruiker.
  • Pagina 259 Gespreksroutering Table 70: Routeringsparameterinstellingen Parameter Parameterwaarde Trunkgroep 4 • Netwerkinterfaces Netwerkinterfaces in deze trunkgroep • Max. inkomende oproepen Aantal oproepen dat gelijktijdig is toegestaan • Aantal verbindingen dat gelijktijdig is toegestaan Maximumaantal gelijktijdige verbindingen • Netwerktype Privé • Protocol QSIG of QSIG / PSS1 ISO •...
  • Pagina 260 Gespreksroutering Parameter Parameterwaarde • Max. uitgaande oproepen Het aantal oproepen dat er tegelijkertijd via deze route uit gaat • Nummerschema-ID (NPI) • Nummertype (TON) Onbekend Trunkgroep 2 • Netwerkinterfaces Netwerkinterfaces van deze trunkgroep • Netwerktype Privé • Protocol QSIG of QSIG / PSS1 ISO Testen overflowroutering in het PISN Wanneer een verbinding wordt ingesteld, controleert het systeem de beschikbaarheid van het geselecteerde pad.
  • Pagina 261 Gespreksroutering Overflowroutering in het privénetwerk kan worden opgelost met de juiste routeconfiguratie: Configuratievoorbeeld Stel in PINX 1 route 6 in voor uitgaande oproepen naar PINX 3. Als trunkgroepen 2 en 4 aan deze route worden toegewezen, dan zal de eerste poging zijn om de oproep via trunkgroep 2 te routeren. Als trunkgroep 2 niet beschikbaar is, dan wordt de oproep via trunkgroep 4 gerouteerd.
  • Pagina 262 Gespreksroutering Overflowroutering via het openbare netwerk wordt opgelost met behulp van Laagstekostenroutering. Configuratievoorbeeld Figure 125: Configuratievoorbeeld van overflowroutering via het openbare netwerk In PINX1's nummerschema, worden PISN-gebruikers van PINX 2 ingevoerd volgens het principe 60xxx. De nummers van de interne gebruikers komen overeen met hun snelkiesnummers (gebruiker B heeft intern nummer 300 en snelkiesnummer 300).
  • Pagina 263 Gespreksroutering • In de routeringstabel blijft de invoer voor de eerste netwerkprovider blanco. Er wordt echter een alternatieve netwerk provider ingevoerd. • Onder normale omstandigheden worden oproepen waarvan het telefoonnummer begint met "60" in overeenstemming met de gebruikersconfiguratie gerouteerd. Als het normale pad niet beschikbaar is, dan worden de oproepen via de alternatieve netwerkoperator gerouteerd.
  • Pagina 264 Gespreksroutering Parameter Parameterwaarde • Naam PINX 2, gebruiker • Trunkgroep • Gedeactiveerd (geen raadplegen Externe nummerblokkering nummerblokkering) • Max. uitgaande oproepen Het aantal oproepen dat er tegelijkertijd via deze route uit gaat • Nummerschema-ID (NPI) E.164 • Nummertype (TON) Nationaal Trunkgroep 2 •...
  • Pagina 265 Gespreksroutering Als de oproep via een gateway-PINX naar het openbare netwerk wordt verzonden, dan bevindt het CLIP-nummer zich buiten het geregistreerde nummerbereik. Als de netwerkoperator het CLIP-nummer moet doorsturen, dan moet de service "Speciaal Arrangement" worden gebruikt, afhankelijk van de beschikbaarheid bij de netwerkoperator (zie ook Weergave van de CLIP on page 63).
  • Pagina 266 Gespreksroutering • Gebruikersconfiguratie: Er wordt voor interne gebruikers in Genève een permanent CLIP-nummer geconfigureerd, dat ongewijzigd wordt verzonden samen met elke uitgaande oproep naar het openbare netwerk. • Laagstekostenroutering: De begincijfers van de nummers binnen de lokale tariefzone van Zürich worden ingevoerd in de LCR-tabel en een route toegewezen via de routerings- en netwerkoperatortabel (zie ook "Laagstekostenroutering (LCR)")
  • Pagina 267 Gespreksroutering • 01 810 Zürich (toewijzen aan de "Zürich" routeringstabel) • 01 811 Zürich (toewijzen aan de "Zürich" routeringstabel) • 01 813 Zürich (toewijzen aan de "Zürich" routeringstabel) • "Zürich" routeringstabel: • Tijdzone x • Network provider: BreakOutZH • Times: Wijs de tijden voor "BreakOutZH” toe Netwerkoperatortabel: •...
  • Pagina 268 Gespreksroutering Trunkgroep 2 • Naam Zürich, PINX 2 • Netwerkinterfaces Netwerkinterfaces van deze trunkgroep • Netwerktype Privé • Protocol QSIGof QSIG / PSS1 ISO • Automatische CLIP Instellingen gateway PINX (PINX 2) De transitieroute specificeren. De transitieroute wordt gespecificeerd met de Transit route instelling. Als een inkomende oproep een telefoonnummer heeft met Nummerschema-ID NPI= E.164, dan wordt deze doorgestuurd via de gedefinieerde route.
  • Pagina 269 Trunkgroep 1 • Naam Zürich, ISDN-exchange • Netwerkinterfaces van deze trunkgroep Netwerkinterfaces • Netwerktype Openbaar • Protocol DSS1 • Creëer automatisch CLIP-nummer Geactiveerd...
  • Pagina 270 Biedt de mogelijkheid tot uitwisseling van data tijdens de verbindingssetup en verbindingsverbrekingsfasen. Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: In een inkomende dataservice zijn verbindingen alleen mogelijk op de Master en alleen als de Master verbonden is met het openbare netwerk. Dataserviceverbindingen niet mogelijk binnen een (via IP van knooppunt naar knooppunt).
  • Pagina 271 Dataservice Bestemmingen kunnen zijn: • Interne gebruikers (inclusief de externe-onderhoudstoegang) • Gebruikersgroepen • PISN-Gebruikers • Data-service individuele bestemming Als het dataservicetype niet eenduidig kan worden toegewezen, dan wordt het naar de bestemming Onbekend gerouteerd. Als er geen bestemming wordt gevonden, dan wordt de oproep afgebroken. Table 74: Dataservicebestemmingstabel Dataservicetype Interface van de bestemmingsaansluiting...
  • Pagina 272 Dataservice Dataservicetype Interface van de bestemmingsaansluiting B-kanaal transparant • Aansluitingsinterface BRI-S • Externe-onderhoudstoegang PPP Analoog modem • Analoge aansluitingsinterface • Aansluitingsadapter op een BRI-S aansluitingsinterface Onbekend Elke bestemming Routering naar een bestemming in de dataservicebestemmingstabel Figure 128: Inkomende dataserviceroutering van het openbare netwerk met snelkiezen naar een bestemming in de dataservicebestemmingstabel Table 75: Routeringsparameterinstellingen Parameter...
  • Pagina 273 Dataservice Parameter Parameterwaarde • Maximumaantal gelijktijdige verbindingen Aantal verbindingen dat gelijktijdig is toegestaan • Netwerktype Openbaar • Protocol DSS1 • DDI-schema • Oproepdistributie-element 1 (alleen relevant als er geen geschikt DD-nummer Snelkiesschema 1: • Snelkiesnummer 20 2 (referentienummer van een oproepdistributie- element) Oproepdistributie-element 2: •...
  • Pagina 274 Dataservice Table 76: Routeringsparameterinstellingen Parameter Parameterwaarde Trunkgroep 1 • Netwerkinterfaces Netwerkinterfaces in deze trunkgroep • Max. inkomende oproepen Aantal oproepen dat gelijktijdig is toegestaan • Aantal verbindingen dat gelijktijdig is toegestaan Maximumaantal gelijktijdige verbindingen • Netwerktype Openbaar • Protocol DSS1 •...
  • Pagina 275 Dataservice Parameter Parameterwaarde • Dataservicebestemmingstabel 2 (referentienummer van de dataservicebestemmingstabel) • Data-service individuele bestemming 210 (telefoonnummer van de dataservice- individuele-bestemming, in dit geval PC 210) Oproepdistributie-element 2: • Dataservicebestemmingstabel 2 (referentienummer van de dataservicebestemmingstabel) • Data-service individuele bestemming 220 (telefoonnummer van de dataservice- individuele-bestemming, in dit geval PC 220) Dataservicebestemmingstabel 2: •...
  • Pagina 276 Dataservice Routering in het privé-huurlijnennetwerk Dataservices zijn ook beschikbaar in het privé-huurlijnennetwerk. Om een oproep naar een gateway te routeren of PINX door te sturen naar het privé-huurlijnennetwerk, wordt een PISN-gebruiker ingevoerd als dataservicebestemming. Figure 131: Dataserviceroutering transitie van het openbare netwerk met snelkiezen naar een andere PINX in het privé-huurlijnennetwerk.
  • Pagina 277 Dataservice Parameter Parameterwaarde • Netwerktype Openbaar • Protocol DSS1 • DDI-schema • Oproepdistributie-element 1 (alleen relevant als er geen geschikt DD-nummer Snelkiesschema 1: • Snelkiesnummer 20 2 (referentienummer van een oproepdistributie- element) Oproepdistributie-element 2: • Dataservicebestemmingstabel 2 (referentienummer van de dataservicebestemmingstabel) Dataservicebestemmingstabel 2: •...
  • Pagina 278 De communicatieserver ondersteunt de service in varianten 1 en 3 volgens ETS 300 286, UUS1. UUS wordt niet ondersteund in het privé-huurlijnennetwerk en is alleen beschikbaar op de PINX die is verbonden met het openbare netwerk. Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: System Functions and Features...
  • Pagina 279 Emailbevestiging aan de afzender zodra faxbericht met succes is verstuurd. Reikwijdte De faxservice werkt alleen op de CPU2/CPU2-S-toepassingskaart van een Mitel 470. Deze kan zowel op een enkel systeem als in netwerksystemen worden gebruikt. Ondersteunt faxberichten van het type Groep 3 fax.
  • Pagina 280 Oproepenregistratie (CL) • Overzicht • Individuele-kostentelling of ICC • Oproepenregistratie voor uitgaande oproepen (OCL) • Oproepenregistratie voor inkomende oproepen (ICL) • Oproepgegevensuitvoer • Printerstoringen • Uitvoerindeling Oproepgegevens en gesprekskosten kunnen zeer nauwkeurig worden geregistreerd en geëvalueerd met behulp van het systeem. In dit Hoofdstuk wordt het concept van individuele-kostentelling (ICC) en de instellingsopties voor het loggen van oproepgegevens voor uitgaande (OCL) en inkomende (ICL) oproepen toegelicht.
  • Pagina 281 Oproepenregistratie (CL) Aan het einde van een gesprek worden door individuele-kostentelling (ICC) gesprekskosten toegewezen aan individueel toegewezen cumulatieve tellers. De gegevens worden opgeslagen in de communicatieserver en kunnen via de systeemconfiguratie worden bekeken en op verschillende manieren via de Ethernet-interface worden uitgevoerd Zie ook: "Individuele-kostentelling of ICC"...
  • Pagina 282 Oproepenregistratie (CL) Individuele-kostentelling of ICC De individuele-kostentelling (ICC) wijst aan het einde van een gesprek automatisch gesprekskosten toe aan cumulatieve tellers; deze gesprekskosten kunnen worden bekeken in de Systeemconfiguratie, uitgevoerd in de betreffende interface als individuele of volledige rapporten of worden verwijderd. Figure 135: Toewijzing van gesprekskosten 8.2.1 Cumulatieve teller...
  • Pagina 283 Oproepenregistratie (CL) • Privé: Hier worden gesprekskosten opgeteld voor privégesprekken of gegevensverbindingen met het openbare netwerk via de Exchange toegang, privé. • Zakelijk: Hier worden gesprekskosten opgeteld voor privé-gesprekken of dataverbindingen via de Exchange toegang, zakelijk. Telleraflezingen Elke teller geeft de volgende waarden: •...
  • Pagina 284 ( =b4). Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: In een AIN vindt oproepenregistratie centraal plaats op de Master. Gesprekskosten worden weergegeven op de systeemtelefoons in dezelfde indeling en in dezelfde valuta gedurende het gehele AIN. Omdat de knooppunten echter in verschillende landen verspreid kunnen zijn, kunnen de valuta en ook de waarde per kostenpuls verschillen en de uitgaande-oproepenregistratie volledig vervalsen.
  • Pagina 285 Oproepenregistratie (CL) Alle gesprekskosten die niet eenduidig kunnen worden toegewezen, worden door het systeem opgeteld in een drain-teller (kostenplaats 100). Voorbeeld: Gesprekskosten voor een gesprek dat actief was toen de noodbediening werd vrijgegeven is (Zakelijk / Privé toewijzing niet mogelijk). Toepassingsvoorbeeld Een bedrijf heeft de volgende afdelingen: Verkoop, Inkoop, Ontwikkeling, Productie en Logistiek.
  • Pagina 286 Oproepenregistratie (CL) Figure 138: Individueel rapport voor bedrijfsdataservicegesprekken. Figure 139: Individueel rapport voor privégesprekken (telefonie en dataservice) Figure 140: Individueel rapport voor een kostenplaats Figure 141: Individueel rapport voor een netwerkinterface Figure 142: Individuele rapport voor alle gesprekken van Kamer 34 Afzonderlijke rapporten of individuele facturen kunnen ook de volgende statusinformatie specificeren: System Functions and Features...
  • Pagina 287 Oproepenregistratie (CL) Table 78: Aanvullende informatie tussen NUMMERS en VERBINDINGEN Symbool Betekenis Als een cumulatieve teller is afgedrukt maar niet is gewist (tussentijds rapport), dan wordt de cumulatieve teller automatisch gemarkeerd met een "*". Als een gebruiker toevallig een extern gesprek voert terwijl zijn/haar cumulatieve teller wordt afgedrukt, dan wordt dit feit aangegeven door een B (voor BEZET).
  • Pagina 288 Oproepenregistratie (CL) • Kostenplaatsen • Netwerkinterfaces Figure 143: Volledig rapport voor privé gesprekken gevoerd door alle gebruikers Figure 144: Nieuwe pagina (verschijnt na een pagina-einde) Figure 145: Volledig rapport voor zakelijke dataverbindingen Figure 146: Compleet rapport voor alle netwerkinterfaces System Functions and Features...
  • Pagina 289 Oproepenregistratie (CL) Oproepenregistratie voor uitgaande oproepen (OCL) OCL wordt gebruikt om de uitgaande verbindingsgegevens van individuele oproepen te registreren en de gegevens via de betreffende interface van het systeem aan het einde van het gesprek uit te voeren. OCL kan op het hele systeem worden in- en uitgeschakeld ( Uitgaande gespreksregistratie (OCL)) en per gebruiker ( Journaal).
  • Pagina 290 =b4). De ICC registreert echter alle gesprekskosten en wijst deze toe aan de cumulatieve tellers. Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: In een AIN kunnen de kostenwaarden waarvan een afdruk is gemaakt specifiek worden aangepast voor elk knooppunt met regionale instellingen ( =zz).
  • Pagina 291 Oproepenregistratie (CL) 8.3.2 Toeslagcalculator De toeslag calculator wordt gebruikt ter beoordeling van toeslagen bovenop de officiële gesprekskosten. Met de kosteninstellingen ( =b4), kunnen vier onafhankelijke toeslagcalculators worden geconfigureerd en toegewezen aan de cumulatieve tellers van de gebruikers of kamers. De gesprekskosten worden aan elke gebruiker aangegeven (alleen op systeemtelefoons met een display) terwijl het gesprek bezig is.
  • Pagina 292 Oproepenregistratie (CL) Figure 149: Kostencurve voor het toepassingsvoorbeeld Configuratie-opmerkingen: • Om diepere kosten voor een kostenbereik te berekenen, kiest u voor de bijbehorende tariefvermenigvuldiger een waarde van minder dan 1. • Om te voorkomen dat de gebruiker betaalde oproepen doet, kiest u voor de eerste tariefvermenigvuldiger de waarde 0 en laat u de andere waarden ongewijzigd.
  • Pagina 293 Oproepenregistratie (CL) Table 81: Tariefvermenigvuldigerwaarden Tariefvermenigvuldigerwaarde Kosten Er worden geen kosten berekend in het kostenbereik van deze tariefvermenigvuldiger. <1 Er worden diepere kosten berekend in het kostenbereik van deze tariefvermenigvuldiger. >1 Er worden hogere kosten berekend in het kostenbereik van deze tariefvermenigvuldiger. 8.3.3 Gegevensbescherming Het systeem biedt de optie om...
  • Pagina 294 Oproepenregistratie (CL) Note: Permanent toegewezen kostenplaatsen worden niet verwerkt / geregistreerd in OCL (alleen ICC). Variabele toewijzing Individuele oproepen kunnen vóór de oproep worden toegewezen aan een kostenplaats door het exchange-toegangsvoorvoegsel te kiezen voor selectie van de kostenplaats of tijdens het gesprek met behulp van een */# functiecode.
  • Pagina 295 Oproepenregistratie (CL) Toeslagcalculator Als aan een gebruiker een toeslagcalculator is toegewezen, dan worden de gesprekskosten eerst met de calculator voor extra kosten aangepast voordat deze in rekening worden gebracht aan de toegewezen kostenplaats. De gesprekskosten die op een oproepdistributie-element worden geregistreerd, worden altijd rechtstreeks, zonder wijzigingen, in rekening gebracht aan de toegewezen kostenplaats.
  • Pagina 296 Oproepenregistratie (CL) Als kostenbeheer is ingeschakeld, dan worden de kosten die gebruiker A tijdens het gesprek heeft gemaakt, overgedragen aan gebruiker B wanneer het gesprek wordt overgedragen. Gebruiker A loopt dus geen kosten op. Het totale bedrag van 7,- komt ten laste van gebruiker B op het ICC en de OCL. Als kostenbeheer is uitgeschakeld, dan wordt voor gebruiker A een tussentijdse declaratie gemaakt wanneer het gesprek wordt overgedragen.
  • Pagina 297 Oproepenregistratie (CL) ICL kan worden geactiveerd of gedeactiveerd voor elk distributie-element met de parameter Voer ICL gegevens in. Sorteringstekens worden gebruikt om onderscheid te maken tussen gegevens- en gespreksverbindingen en tussen beantwoorde, doorverbonden en onbeantwoorde oproepen. Figure 154: ICL kan in elk oproepdistributie-element aan of uit worden geschakeld Toepassingsvoorbeeld •...
  • Pagina 298 Oproepenregistratie (CL) Kostenplaats toewijzing Aan een inkomende oproep kan een kostenplaats worden toegewezen met de functiecode *78 + CC Nr. Bedrijven van advocaten, artsen, consultants, enz., willen hun advieskosten factureren op basis van de duur van de gesprekken die zij met hun klanten hebben gevoerd In dergelijke gevallen wordt ICL gecombineerd met kostenplaatstoewijzing.
  • Pagina 299 Oproepenregistratie (CL) Zie ook: De oproepengegevens kunnen ook worden geaccepteerd en verder verwerkt door OIP. Raadpleeg voor meer informatie de “Mitel Open Interfaces Platform” systeemhandleiding. 8.5.1 Uitvoertypen Het uitvoertype is afhankelijk van wie de uitvoer heeft geactiveerd. De uitvoertypen zijn de volgende: ICC uitvoertype •...
  • Pagina 300 Oproepenregistratie (CL) • Systeemgebeurtenissen zoals: • Synchronisatieverlies • Externe berichtenbestemmingen onbereikbaar Aantal uitvoerapparaten Er kunnen maximaal 4 printers of uitvoerapparaten worden verbonden met het systeem. Als slechts één uitvoerapparaat wordt verbonden, dan gaat deze alle uitvoer opdrachten uitvoeren. Bij normale bedrijf voert deze de CL-printeropdracht (ICL- en OCL-uitvoer) uit. Als de uitvoer ergens anders vandaan komt, dan wordt het uitvoertype op korte termijn gewijzigd.
  • Pagina 301 Oproepenregistratie (CL) Oproepen Oproepgegevens OCL-data wordt gebufferd ICL-data wordt niet meer gebufferd max. max. +1 Alarmnummerblokkering ingeschakeld Note: De communicatieserver kan alleen printerstoringen detecteren als de printer wordt gebruikt met RTS / CTS DSR / DTR-flow-control (hardware-handshakemodus). Uitvoerindeling Een uitvoerindeling definieert welke oproepgegevens worden uitgevoerd in welke indeling. De uitvoerindelingen wordt gedefinieerd in de algemene kosteninstellingen ( = b4) met de parameters OCL formaten...
  • Pagina 302 Oproepenregistratie (CL) Indelingen PC1 en PC4 worden nog ondersteund voor PC-applicaties die reeds in gebruik zijn. Deze indelingen zijn niet geschikt voor PINX in een privénetwerk. Er is een aparte ICL- en OCL-variant voor elk van indelingen PC1 t/m PC4 (zie Uitvoerindelingen PC1 en PC4 on page 324).
  • Pagina 303 Oproepenregistratie (CL) Benaming Betekenis Hexadecimale waarde Gebruik Line-feed Een gegevensveld bevat de volgende informatie: • Gegevensveld naam • Gegevensindeling • Gegevensveld formatteren • Gegevensveld lengte Een gegevensveld kan worden geïdentificeerd met de positie ervan in het datarecord (PC5 formaat). Gegevensveld naam In PC5-indeling wordt de naam van het gegevensveld niet uitgevoerd.
  • Pagina 304 Oproepenregistratie (CL) Gegevensveld formatteren Een gegevensveld kan worden geformatteerd om rechts of links te worden uitgelijnd en opgevuld met voorloopnummers of spaties Symbolen voor de beschrijving van de opmaak van gegevensvelden toont de symbolen die gebruikt worden om de gegevensvelden in PC5 formaat te beschrijven.
  • Pagina 305 Oproepenregistratie (CL) Gegevensveld Naam Gegevensind Lengte Offset Formattering eling Kostenplaat SP -I snummer Sorteer teken 0 -I Startdatum van DATUM jjmmdd 0 -I verbinding Starttijd van TIJD uu:mm 0 -I verbinding Verbindingsduur TIJDSDUUR uuUmmMss 0 -I Gesprekskosten KOSTEN ddddddd.dd SP -I Aantal METPUL 0 -I...
  • Pagina 306 Oproepenregistratie (CL) Gegevensveld Naam Gegevensind Lengte Offset Formattering eling Volgnummer SEQ.NR. 0 -I Serienummer SERIENR. 0 -I Carriage-return (CR) Line-feed (LF) 8.7.2.1 Uitleg van de gegevensvelden Gebruikersnummer Uitgaand: • Vermelding voor de beller's gebruikersnummer. • Vermelding voor bron-PINX en stand-alonecommunicatieserver; anders blijft het gegevensveld leeg. Inkomend: •...
  • Pagina 307 Oproepenregistratie (CL) Sorteer teken Het drie-cijferige sorteerteken xyz wordt gebruikt voor het identificeren van een datarecord. Het wordt gebruikt om de volgende verschillen te maken: Table 87: Betekenis van de cijfers gebruikt in het sorteerteken Cijfer Betekenis Bestemmings/bronnetwerk en verbindingsrichting Type netwerktoegang/exchange-to-exchange- verbindingen Oproepenafhandeling...
  • Pagina 308 Oproepenregistratie (CL) Waarde Betekenis Inkomend naar ACD-bestemming (geplaatst in ACD-wachtrij) PISN-transitie Netwerktoegang met kostenplaats electie, doorverbonden Netwerktoegang met kostenplaatsselectie, zelf- kiezend Privénetwerktoegang, doorverbonden Privénetwerktoegang, zelf-kiezend Table 90: Waarde en betekenis van het cijfer z Waarde Inkomende oproep, Normale oproep doorverbonden Inkomende oproep, direct –...
  • Pagina 309 Oproepenregistratie (CL) Waarde – Doorverbindingsoproep, doorverbonden door interne gebruiker Inkomende Uitgaande dataserviceverbinding dataserviceverbinding – Uitgaande verbindingen op telefooncelaansluitingen – Uitgaande verbindingen op kameraansluitingen Afgewezen verbinding met de ACD-bestemming (ACD-wachtrij) Table 91: Voorbeelden van sorteertekens Sorteer teken Betekenis Uitgaande verbinding naar het openbare netwerk, bedrijfsnetwerktoegang, zelf-kiezend Uitgaande verbinding naar het PISN, netwerktoegang met kostenplaatsselectie,...
  • Pagina 310 Oproepenregistratie (CL) Sorteer teken Betekenis Inkomende verbinding van het openbare netwerk naar de bestemming PINX, onbeantwoord Inkomende verbinding van het openbare netwerk naar de bestemming PINX, doorverbonden naar het openbare netwerk Inkomende verbinding vanaf het PISN, transitie, beantwoord Inkomende verbinding vanaf het PISN, doorverbonden Inkomende verbinding vanaf het PISN, direct beantwoord...
  • Pagina 311 Oproepenregistratie (CL) DEST1 DEST2 SEQ.NR. SERIENR. 0333330000 0333330000 50301 1238 0333330000 0333330000 50301 0012 1239 Datum en tijd van de start van de verbinding • Vermelding voor de starttijd van de verbinding op de registratiecommunicatieserver of in het PISN. • In het geval van doorgestuurde oproepen is de geregistreerde tijd de tijd vanaf wanneer de doorverbonden oproep begint.
  • Pagina 312 Oproepenregistratie (CL) • Belleridentificatie 1, inkomend: Het nummer dat de oproepende gebruiker wil presenteren aan de opgeroepen gebruiker, wordt hier ingevoerd. Dit nummer wordt weergegeven als CLIP op systeemtelefoons. • Belleridentificatie 2, inkomend: Een telefoonnummer van de oproepende gebruiker dat is geverifieerd door de netwerkprovider en geldig is bevonden wordt hier ingevoerd.
  • Pagina 313 Oproepenregistratie (CL) Bestemmingsnummer 1 en bestemmingsnummer 2 Deze velden hebben een verschillende betekenis afhankelijk van de richting (inkomende- of uitgaande oproepen). • Bestemmingsnummer 1, inkomend: • Voor inkomende oproepen: geen vermelding. • Voor oproepen naar het DDI-nummer voor geïntegreerde externe-/mobiele telefoon: Voer de instructievolgorde in, geselecteerd in DTMF-modus.
  • Pagina 314 Oproepenregistratie (CL) • Bestemmingsnummer 2, uitgaand: Het door de gebruiker gekozen telefoonnummer wordt hier ingevoerd. Figure 159: Bestemmingsnummer uitgaand Tijd-Tot-Antwoord (TTA reactietijd) In het geval van intern doorverbonden oproepen wordt het oproeptijdstip met de doorverbonden gebruiker geregistreerd. De tijdsduur vanaf het begin van de overgaan-fase tot het beantwoorden van een directe oproep wordt hier ingevoerd (in seconden).
  • Pagina 315 Oproepenregistratie (CL) 8.7.3 Voorbeelden van de PC5-uitvoer op een stand- alonecommunicatieserver 8.7.3.1 Inkomende oproepen uit het openbare netwerk Beantwoorde oproepen Alle beantwoorde oproepen hebben een gespreksduur langer dan 0. De TIJD en DATUM velden geven het tijdstip waarop de verbinding tot stand werd gebracht. Het TTA veld bepaalt de tijdsduur van de overgaan- fase.
  • Pagina 316 Oproepenregistratie (CL) DEST1 DEST2 SEQ.NR. SERIENR. 0326242111 0326242111 0114 Onbeantwoorde oproepen 0 wordt ingevoerd in het TIJDSDUUR veld in het geval van onbeantwoorde oproepen. De TIJD en DATUM velden geven het tijdstip waarop de oproep werd ontvangen. Het sorteerteken is 322. De tijd ingevoerd in het TTA veld geeft aan hoeveel tijd verstreek voordat de beller ophing.
  • Pagina 317 Oproepenregistratie (CL) DEST1 DEST2 SEQ.NR. SERIENR. 0326242111 0326242111 0112 Oproepen naar een bezette Gebruiker Als een bezette gebruiker wordt opgeroepen terwijl beschermd tegen gesprek in de wacht wordt 0 ingevoerd in het TIJDSDUUR veld. De TIJD en and DATUM velden geven aan wanneer het gesprek werd ontvangen.
  • Pagina 318 Oproepenregistratie (CL) De doorverbonden fase van de verbinding wordt geregistreerd op een aparte ICL. De oorspronkelijk beantwoorde oproep krijgt sorteerteken 321. Het sorteerteken voor de tweede ICL-lijn is 320. Figure 165: Doorverbonden oproep Zonder voorafgaande kennisgeving: • Gebruiker A (032 624 21 11) belt gebruiker B (032 624 22 01). •...
  • Pagina 319 Oproepenregistratie (CL) DEST1 DEST2 SEQ.NR. SERIENR. 0326242111 0326242111 0115 0326242111 0326242111 0116 Met voorafgaande kennisgeving: • Gebruiker A (032 624 21 11) belt gebruiker B (032 624 22 01). • Gebruiker B's aansluiting gaat over. • Gebruiker B beantwoordt de oproep. •...
  • Pagina 320 Oproepenregistratie (CL) DEST1 DEST2 SEQ.NR. SERIENR. 0326242111 0326242111 0118 Doorverbonden oproep, kostenbeheer gedeactiveerd Het gehele gesprek wordt in een enkele lijn geregistreerd. De verbindingsduur wordt ingevoerd in het TIJDSDUUR veld. Het NR veld bevat het gebruikersnummer van de laatste gebruiker in de oproep. Het sorteerteken is 320.
  • Pagina 321 Oproepenregistratie (CL) Table 99: OCL-uitvoer voor een uitgaande oproep naar het openbare netwerk DATUM TIJD TIJDSDUUR KOSTEN METPUL EXCH 060798 10:20:00 00H14M05 1,00 00010 00101 DEST1 DEST2 SEQ.NR. SERIENR. 6242111 6242111 0001 8.7.4 Voorbeelden van PC5-uitvoer in een PISN Figure 169: PISN met twee regio's en gedeeld nummerschema voor Regio 50 Table 100: Configuratie van het PISN hierboven Nummerschema voor Aparte...
  • Pagina 322 Oproepenregistratie (CL) Directe uitgaande verbinding Een verbinding wordt rechtstreeks met het openbare netwerk opgezet door middel van zelf-kiezen (kostentype: zakelijk). Figure 170: Gebruiker B kiest gebruiker A (0 022 222 22 22) Table 101: OCL-uitvoer op PINX 1 DATUM TIJD TIJDSDUUR KOSTEN METPUL EXCH...
  • Pagina 323 Oproepenregistratie (CL) Via een gateway-PINX wordt een verbinding tot stand gebracht met het openbare netwerk met behulp van zelf-kiezen (kostentype: zakelijk). Figure 171: Gebruiker C kiest gebruiker A (0 022 222 22 22) Table 102: OCL-uitvoer op PINX 2 (bron-PINX) DATUM TIJD TIJDSDUUR KOSTEN...
  • Pagina 324 Oproepenregistratie (CL) Table 103: OCL-uitvoer op PINX 1 (gateway-PINX) DATUM TIJD TIJDSDUUR KOSTEN METPUL EXCH 180598 14:51:00 00H03m05 1,50 00015 00104 DEST1 DEST2 SEQ.NR. SERIENR. 0222222222 50300 10707022222 1235 2222 Hier wordt niets ingevoerd omdat de beller geen gebruiker van PINX 1 is. Uitgaande exchange-to-exchange oproep naar het openbare netwerk.
  • Pagina 325 Oproepenregistratie (CL) Table 104: ICL-uitvoer door PINX (bestemming-PINX) DATUM TIJD TIJDSDUUR KOSTEN METPUL EXCH 50250 180598 14:56:00 00H01m12 1,50 00015 00101 DEST1 DEST2 SEQ.NR. SERIENR. 022222220 0222222222 0023 1236 PISN-nummer van gebruiker B. Externe oproep direct beantwoord. Gebruiker A wil deze CLIP gebruiken om zichzelf te presenteren.
  • Pagina 326 Oproepenregistratie (CL) Table 105: ICL-uitvoer (lijn 1) en OCL uitvoer(lijn 2) op PINX 1 (gateway-PINX) DATUM TIJD TIJDSDUUR KOSTEN METPUL EXCH 180598 14:56:00 00H01m12 00103 180598 14:56:00 00H01m12 0,00 00000 00119 DEST1 DEST2 SEQ.NR. SERIENR. 0222220000 0222222222 0012 1237 0222220000 0222220000 50300 1238...
  • Pagina 327 Oproepenregistratie (CL) Table 106: ICL-uitvoer op PINX 2 DATUM TIJD TIJDSDUUR KOSTEN METPUL EXCH 50300 180598 14:56:00 00H01m12 00102 DEST1 DEST2 SEQ.NR. SERIENR. 0222220000 0222222222 50300 0012 5678 PISN-nummer van gebruiker C. Inkomende oproep vanaf het PISN, direct beantwoord Gebruiker A wil deze CLIP gebruiken om zichzelf te presenteren.
  • Pagina 328 Oproepenregistratie (CL) Table 107: Paginakop voor protocolindeling Inhoud, tekst Structuur Lengte Print offset Vorm Invoer FF, 0CH Carriage-return CR, 0DH Line-feed LF, 0AH Spatie (2) NEE (CC) 'NEE' ('CC') Spatie (4) ‘SC ‘2 Spatie (1) DATUM ‘DATUM ‘5 Spatie (2) TIJD ‘TIJD ‘4...
  • Pagina 329 Oproepenregistratie (CL) Inhoud, tekst Structuur Lengte Print offset KOSTEN ‘KOSTEN ‘7 Spatie (2) GEKOZEN 'GEKOZEN ‘9 Spatie (1) NUMMER ‘NUMMER ‘6 Spatie (2) SERIENR. ‘SERIENR. ‘7 Lijn 1 einde Nieuwe regel Spatie (2) ‘Onderstrepen ''—..— ‘74 Lijn 2 einde Nieuwe regel De koptekst •...
  • Pagina 330 Oproepenregistratie (CL) Voorbeeld: (zie “Vorbeeld van protocolformaat") Dataregels Table 108: Dataregels voor protocolindeling Inhoud, Structuur Indeling Lengte Offset printen betekenis Spatie ttttt (kostenplaats)- nummer Sorteer teken Startdatum van ddmmjj verbinding Starttijd van uu:mm verbinding Verbindingsduur uuUmmMss Stamkaartnum /bb.pp/c mernetwerkinte rfacenummer / primaire kanaalgroep Kosten...
  • Pagina 331 Oproepenregistratie (CL) Inhoud, Structuur Indeling Lengte Offset printen betekenis Gekozen zzzzzzzzzzzz oproepnummer zzzzzzzz Serienummer llll Carriage-return Line-feed Voorbeeld van Protocolindeling (in combinatie met koptekst): Figure 174: CL-uitvoer in protocolindeling Als Gegevensbescherming is geactiveerd, worden de laatste 4 cijfers van het nummer vervangen door "." (punt) tekens. In Zwitserland en in andere landen is dit van toepassing op privégesprekken (gegevensbescherming voor zakelijke gesprekken is nooit actief);...
  • Pagina 332 Oproepenregistratie (CL) 8.7.6 Factuurindeling Deze indeling wordt gebruikt voor uitvoer op de factuurprinter met als doel de bevestiging en geldinning van de onmiddellijk daarvoor gemaakte oproep. Aangezien het onwaarschijnlijk is dat deze structuur wordt gedekt door een elektronisch systeem, wordt hier geen gedetailleerde beschrijving van de indeling gegeven.
  • Pagina 333 Oproepenregistratie (CL) De velden worden gescheiden door één of meer "spatie" ASCII-tekens. Het gegevensimportmasker moet daarom rekening houden met de positie van het begin van het veld (kolom "Offset" in de onderstaande structurele beschrijvingen). De symbolen en conventies in Formaatconventies worden gebruikt om de velden op te maken: Table 109: Indelingsconventies Symbool...
  • Pagina 334 Oproepenregistratie (CL) Betekenis Hexadecimale waarde Gebruik Carriage-return Einde van record Line-feed Einde van record Sorteertekens voor de uitvoer op een printer. Sorteertekens (SC) geven het type verbinding aan. Figure 176: Uitdraai met de sorteertekens Table 111: Het eerste cijfer van het sorteerteken. Waarde Betekenis Uitgaand zakelijk exchange-verkeer,...
  • Pagina 335 Oproepenregistratie (CL) Waarde Betekenis Uitgaand privé-verkeer, doorverbonden Uitgaand privé-verkeer, zelf-kiezend Table 112: Het tweede cijfer betekent Waarde Betekenis Rechtstreekse verbinding. Verschijnt wanneer "7" of "8" niet ondubbelzinnig van toepassing is. Direct beantwoord (inkomend verkeer) Onbeantwoord (inkomend verkeer) Exchange-to-exchange-verbinding, tot stand gebracht door CFU / CFNR / CD naar het netwerk Exchange-to-exchange-verbinding, doorverbonden door interne gebruiker...
  • Pagina 336 Oproepenregistratie (CL) Waarde Betekenis Uitgaand zakelijk exchange-verkeer, zelf-kiezend (normale zaak voor zakelijk verkeer) Uitgaand zakelijk exchange-verkeer, zelf-kiezend, tot stand gebracht door CFU / CFNR / CD naar de exchange Uitgaande dataserviceverbindingen, zelf-kiezend Uitgaand zakelijk exchange-verkeer, doorverbonden Uitgaand privé-exchange-verkeer, doorverbonden (telefooncelaansluitingen) Uitgaand privé-exchange-verkeer, doorverbonden (kameraansluitingen) Uitgaand privé-exchange-verkeer, zelf-kiezend...
  • Pagina 337 Oproepenregistratie (CL) Table 114: PC1 formaat Gegevensveld, Structuur Indeling Lengte Offset betekenis Begin van datarecord ttttt Gebruikersnum (kostenplaats) Sorteer teken Datum jjmmdd Starttijd uu:mm Verbindingsduur uuUmmMss Primaire cbbpp kanaalgroep / trunkkaartnum mer / netwerkinterfac enummer Aantal iiiii meetpulsen Gekozen zzzzzzzzzzz oproepnummer zzzzzzzzz Serienummer...
  • Pagina 338 Oproepenregistratie (CL) Gegevensveld, Structuur Indeling Lengte Offset betekenis Line-feed Voorbeeld van PC1-indeling De kostengegevens worden telkens wanneer de hoorn op de haak wordt gelegd afgedrukt. Dit geldt ook in gevallen waarin een externe verbinding wordt doorgestuurd. Figure 177: CL-uitgang bij PC1 8.7.7.2 PC2 formaat Deze indeling is een uitbreiding van de PC1-indeling.
  • Pagina 339 Oproepenregistratie (CL) Gegevensveld, Structuur Indeling Lengte Offset betekenis Gebruikers ttttt nummer Kostenplaats kkkkkkkkk nummer Sorteer teken Startdatum van jjmmdd verbinding Starttijd van uu:mm verbinding Verbindingsduur uuUmmMss Primaire cbbpp kanaalgroep / stamkaartnumm er / netwerkinterface nummer ddddddddddd DDI nummer Aantal iiiii meetpulsen Gekozen zzzzzzzzzzz...
  • Pagina 340 Oproepenregistratie (CL) Gegevensveld, Structuur Indeling Lengte Offset betekenis Line-feed Voorbeeld van PC2-indeling Figure 178: CL-uitgang bij PC2 8.7.7.3 PC3-indeling De PC3-indeling wordt uitgebreid met de velden TTA (Tijd-Tot-Antwoord) en Seq. (Sequentie). Deze velden zijn echter alleen relevant voor inkomend verkeer. 8.7.7.4 PC4 formaat Als de functie "Laagstekostenroutering"...
  • Pagina 341 Oproepenregistratie (CL) Table 116: PC4 formaat Gegevensveld, Structuur Indeling Lengte Offset betekenis Begin van datarecord Gebruikersnummer ttttt Kostenplaatsnummer kkkkkkkkk Sorteer teken Startdatum van jjmmdd verbinding Starttijd van uu:mm verbinding Verbindingsduur uuUmmMss Primaire cbbpp kanaalgroep / stamkaartnummer / netwerkinterfacenummer DDI-nummer ddddddddddd Aantal iiiii meetpulsen...
  • Pagina 342 Oproepenregistratie (CL) Gegevensveld, Structuur Indeling Lengte Offset betekenis Gekozen zzzzzzzzzz oproepnummer gebruiker zzzzzzzzzz TTA (Tijd-Tot- Antwoord) Volgnummer Serienummer llll Carriage-return Line-feed Voorbeeld van PC4 formaat Figure 179: CL-uitgang bij PC4 Afhankelijk van het door de gebruiker gebelde nummer en de configuratie in de LCR-tabellen kan het door de communicatieserver feitelijk gekozen nummer verschillend of identiek zijn.
  • Pagina 343 CDR's aanvullend in een bestand worden opgeslagen. De frequentie van het genereren van CDR- bestanden wordt via MiVoice Office 400 WebAdmin ingesteld op maandelijks of dagelijks. De CDR- bestanden worden gedurende een configureerbare periode in het systeem opgeslagen. Bovendien kan het bestand worden verzonden naar een configureerbaar e-mailadres.
  • Pagina 344 • Horeca/Hotel • MiCollab CloudLink-integratie • PIN-telefonie met Mitel OpenCount • Berichten- en Alarmsystemen MiVoice Office400 biedt een groot aantal functies die door de gebruiker kunnen worden geactiveerd of bediend. Dit Hoofdstuk bevat een systematische beschrijving van al deze functies.
  • Pagina 345 Functies Table 117: De volgende functies / kenmerken vormen geen onderdeel van dit hoofdstuk: Kenmerk / functie Beschrijving / document Routeringsfuncties Hoofdstuk “Routieringselementen” en hoofdstuk “Oproeproutering" Identificatie en presentatiefuncties Hoofdstuk “Identificatie-elementen" Dataservicefuncties Hoofdstuk “Gegevensservice" Oproepenregistratie Hoofdstuk “ loggen van oproepen (CL)” Toestelspecifieke functies van de Bedieningsinstructies systeemtelefoons...
  • Pagina 346 Functies Actieve verbinding gewist Verbinding in de wacht Verbinding in wacht gewist Conferentiecircuit Een functie activeren Gedetailleerde beschrijving Deze rubriek omvat: • Een beschrijving van de functie-relevante signalisatie op het systeemtelefoons. • Een definitie van het bereik waarbinnen de functie kan worden uitgevoerd. •...
  • Pagina 347 Functies 9.1.2 Informatie over de systeemtelefoons De term systeemtelefoon omvat de volgende telefoons: • De PIN-code van de gebruiker moet worden gewijzigd om de functietoetsen op de Mitel SIP-telefoons te kunnen bedienen • Mitel 6000 SIP-serie-telefoons • MiVoice 5300/MiVoice 5300 IP-serie vaste telefoontoestellen •...
  • Pagina 348 Functies Term Gebruik PISN-Gebruikers Een PISN gebruiker is aangesloten op een ander knooppunt (PINX) van het particuliere netwerk (PISN: Privé Integrated Services Network). Een PISN-gebruiker kan ook een gebruiker in een virtuele PINX (virtuele PISN gebruiker) zijn. Geïntegreerde gebruiker Een gebruiker aan wie alleen een geïntegreerde mobiele telefoon of een andere geïntegreerde externe telefoon is toegewezen.
  • Pagina 349 Een bepaald aantal functies, zoals de conferentie met drie partijen met twee externe gebruikers, kan zowel extern in het openbare netwerk als intern in de communicatieserver worden uitgevoerd. Op Mitel SIP- telefoons en een aantal standaard SIP-telefoons zijn conferenties met drie partijen lokaal op de telefoon zelf mogelijk.
  • Pagina 350 Functies Driepartijenconferentiefunctie wordt lokaal uitgevoerd in de communicatieserver. Hierdoor worden twee B- kanalen in beslag genomen. Als aan de systeemvereisten wordt voldaan, kan de conferentie met drie partijen met één interne en twee externe gebruikers ook naar de exchange worden overgebracht. Figure 182: Conferenties met drie partijen als een service in het openbare netwerk, met 1 interne en 2 externe gebruikers De driepartijenconferentiefunctie met aanvullende diensten wordt lokaal geactiveerd maar van het systeem...
  • Pagina 351 Functies Table 120: Identificatiediensten Naam van de dienst Opmerking P-MP Calling Line CLIP Toont het nummer Identification van beller aan Presentation gebelde partij (Oproepende-lijn- identificatiepresen tatie) CLIR Calling Line Onderdrukt Identification weergave van Restriction beller's nummer (Oproepende-lijn- aan gebelde partij identificatiebeperk ing) COLP...
  • Pagina 352 Functies Table 121: Verbindingsdiensten Naam van de dienst Opmerking P-MP WACHTSTAND Gesprek in de Houdt een vast – wacht zetten verbinding in de exchange. Voorwaarde voor inlichtingenoproep en, wisselgesprek en conferenties met drie partijen in de exchange Expliciete Gespreksdoorverbinding– gespreksdoorverbi de exchange nding CCBS...
  • Pagina 353 Functies Naam van de dienst Opmerking P-MP CFNR Oproepdoorschakeling CNFR in de bij geen gehoor exchange, ondersteund via */ # functiecode Oproepomleiding Ondersteund – als een gebruikergerelateerde functie en gebruikt door het systeem om CFU / CFNR / CD naar de exchange over te zetten.
  • Pagina 354 Functies Table 124: Overige diensten Naam van de dienst Opmerking P-MP UUS-1 Gebruiker- Signalisatie van naar-Gebruiker- de ene gebruiker Signalering naar de andere gebruiker Alleen ondersteund tijdens de setup en alleen voor ISDN- aansluitingen op de BRI-S- interface. Subadressering Subadressering Toetsenblok */# functiecodes in Signalering...
  • Pagina 355 Functies Table 125: Meldingen ondersteund: Meldingen inkomend op: Uitgaand Betekenis / Opmerkingen Systeemtelefoon ISDN-eindstation Extern in de wacht transparant Gebruiker in de wachtstand Extern ophalen transparant Terugkeren naar de vorige gebruiker of verbinden met nieuwe gebruiker Gebruiker transparant Gebruiker opgeschort geparkeerd Gebruiker hervat transparant...
  • Pagina 356 RFC (Request for Comments) zijn chronologisch genummerde, vrij toegankelijke documenten waarin de ontwikkelde quasi-standaarden worden gepubliceerd op internet. Er wordt een hele reeks RFC's ondersteund voor het verbinden van MiVoice Office 400- communicatieservers met SIP-providers enerzijds en SIP-aansluitingen met MiVoice Office 400 - communicatieservers anderzijds.
  • Pagina 357 Functies • Recall bij in gesprek Onder QSIG wordt de geactiveerde functie weergegeven op systeemtelefoons met een display, bijv. Conference. 9.2.4.2 Virtuele netwerkverbinding in het ISDN-netwerk In een virtuele netwerkverbinding of in een virtuele PINX in het openbare netwerk moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: •...
  • Pagina 358 In private QSIG networks a number of features can be operated on third-party PINXs via QSIG (applies only to MiVoice Office 400 or IntelliGate systems). In such cases it is irrelevant whether the QSIG networking is effected via a basic rate access or a primary rate access and which QSIG variant is selected as the protocol.
  • Pagina 359 Functies Functie Activeren Deactiveren Schakel een externe eenmalige *754 #754 toegang in/uit Beantwoord gecodeerd overgaan op het algemeen belsignaal Beantwoord belsignaal oproep op het algemene belsignaal Kies deurintercom 851,852 (standaardwaarden) 9.2.6.2 Gebruikergerelateerde functies De bediening van de gebruikersgerelateerde functies is onderhevig aan de definitie van de PISN- gebruikers in het eigen nummerschema.
  • Pagina 360 Functies Vanwege het gepatenteerde protocol kunnen pogingen om een gebruikersgerelateerde functie of een oudere of externe PINX via QSIG te gebruiken, leiden tot onjuiste interpretaties. Dat is de reden dat de protocol-extensie kan worden geremd in de trunkgroepconfiguratie met de parameter QSIG extension (initialisatie-instelling = gedeactiveerd).
  • Pagina 361 2 door te dubbelklikken. Note: Slechts één toets kan worden opgeslagen op een Foxkey, Hotkey (Office 135, Office 160) en nummertoets van een MiVoice M535 uitbreidingsmodule. Dit geldt in het algemeen ook voor Mitel 6000 SIP-telefoons, inclusief uitbreidingsmodule. Functietoetsen...
  • Pagina 362 Lijntoetsen In sommige systeemtelefoons en alle Mitel 6000 SIP-telefoons kunnen toetsen worden geconfigureerd als lijntoetsen, waardoor de telefoon een toetstelefoon wordt. Een KT-lijn heeft een nummer waarmee een externe- of interne oproep kan worden gemaakt. Er kunnen één of, in de regel, meerdere telefoons op deze KT-lijn worden aangesloten;...
  • Pagina 363 Automatische toetsenvergrendeling voor SIP- DECT De automatische toetsenvergrendeling biedt elke gebruiker van MiVoice Office 400 de mogelijkheid om de tijd in te stellen om het toestel te vergrendelen. Voer op de SIP-DECT-toestel het volgende uit om Auto PIN Lock te gebruiken:...
  • Pagina 364 Ondersteunde talen Het systeem ondersteunt een veelheid aan talen voor de teksten die worden gebruikt op de gebruikersinterface van systeemtelefoons, Mitel SIP-telefoons, communicatieserver (bijv. Gebeurtenisberichten), WebAdmin, Self Service Portaal (SSP) en Hospitality Manager. Bovendien is er online hulp beschikbaar voor WebAdmin, SSP en Hospitality Manager. Audiogids (gesproken aanwijzingen in G.711 en G.729) indeling voor het voicemailmenu, aanwezigheidsgegevens en wachtrij...
  • Pagina 365 Functies Communicatieserver Taal voor bediening, weergave en uitvoering van door communicatie server gegenereerde teksten: • Algemene systeemtaal: Definieerbare met voor de algemene systeeminstellingen ( =ty). • Displaytaal voor gebeurtenisberichten: Kan worden ingesteld met voor de berichtenbestemmingen =h1). • Taal voor voorgedefinieerde tekstberichten: Kan worden ingesteld met voor de tekstberichten ( =nb).
  • Pagina 366 Functies Figure 184: Eén nummer Note: Als de gebruiker inlogt op een terminal met gratis zitplaatsen, wordt deze terminal toegevoegd (en bewaard) in de persoonlijke routeringsprofielen voor gesprekken. Als de vrije zitplaats de enige terminal is in de actieve persoonlijke gespreksroutering, wordt de actieve persoonlijke gespreksroutering opgeslagen bij het uitloggen en wordt deze hersteld wanneer de gebruiker weer inlogt op de vrije zitplaats.
  • Pagina 367 Er kan slechts één van de volgende aansluitingen worden toegewezen aan een gebruiker: • Telefonistentelefoon • IP softphone MiVoice 2380 IP • Mitel BluStar voor PC softphone • Mitel BluStar 8000i SIP-telefoon • Mitel SIP-DECT-draadloze telefoon Functie bij voorvoegsel-kiezen Table 129: Functie...
  • Pagina 368 Functies „Afwezigheden op het werkstation organiseren” Call Forwarding Unconditional functions 9.4.1 Onvoorwaardelijke oproepdoorschakeling (CFU) Oproepen bedoeld voor B worden omgeleid naar bestemming C. Figure 185: Gesprek doorschakelen Onvoorwaardelijke oproepdoorschakeling reageert verschillend afhankelijk van de gebruikte Systeemconfiguratie en functiecode. De verschillende CFU-types zijn als volgt: •...
  • Pagina 369 Functies Table 130: Gesprek doorschakelen Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte de aansluiting • Krijgt bevestigingstoon bij het Beperking: activeren en resetten van de B kan onvoorwaardelijke • Als Eerste oproep als oproepdoorschakeling slechts onvoorwaardelijke activeren. Elke nieuwe oproepdoorschakeling actief overschrijft de oude.
  • Pagina 370 Functies Oproepdoorschakelingsketens: • Intern: CFU-ketens kunnen lokaal worden ingesteld(max. 20); • In de PISN: CFU-ketens zijn toegestaan. Ze zijn echter beperkt door de transitieteller. Note: De functiecode *67 (CFB) en *61 (Oproepdoorschakeling bij geen gehoor) onderbreekt een keten van oproepdoorschakeling (*67 of *61 wordt niet langer uitgevoerd). Oproepdoorschakelingslussen: •...
  • Pagina 371 Functies Functiecodes Activeer CFU naar algemeen belsignaal (gecodeerd overgaan) Maak CFU naar algemeen belsignaal (gecodeerd overgaan) Bescherm (eigen set) tegen CFU Sta CFU (naar eigen set) toe Systeemconfiguratie Table 132: Onvoorwaardelijke Oproepdoorschakeling: Systeemconfiguratie Parameter Opmerkingen Gebruikersconfiguratie Voorgedefinieerde CFU Gebruiker’s machtigingenset Eerste oproep als onvoorwaardelijke oproepdoorschakeling actief is Gebruikersconfiguratie...
  • Pagina 372 Functies Parameter Opmerkingen Gebruikersconfiguratie (zie ook "Reactie op Laatste mailbox wanneer doorgestuurd doorschakelketens") Verwijzing naar Andere Functies Bericht achterlaten on page 460 Volg mij on page 367 Oproepdoorschakeling bij Geen Gehoor (CFNR) on page 368 Gebruikersgroep: In- en uitloggen on page 527 Een oproep omleiden tijdens de oproepfase (CD) on page 372 Niet storen...
  • Pagina 373 Functies Oproepen die de gebruiker via een gebruikersgroep bereiken, worden extern doorgeschakeld als de parameters voor de gebruikersgroep en gebruiker dit toestaan ("Onvoorwaardelijke Oproependoorschakeling (CFU) voor gebruikersgroepsleden"). 9.4.1.2 Wacht op verbinding De instelling Wait for connection bepaalt of een Onvoorwaardelijke Oproependoorschakeling van een externe oproep naar de exchange altijd wordt doorgeschakeld, of alleen als de opgeroepen partij de oproep beantwoord (en dus een verbinding tot stand is gebracht): •...
  • Pagina 374 Functies • B maakt een CFU naar C. • A belt B, communicatieserver realiseert rechtstreekse verbinding met C, C gaat over. • Indien gebruiker C bezet is, krijgt A de bezettoon te horen. Digitaal netwerkinterface met DDI-nummer naar gebruiker + UG bezet Figure 187: DDI-nummer naar gebruiker + UG bezet •...
  • Pagina 375 Functies • B maakt een CFU naar C. • A belt B, communicatieserver realiseert rechtstreekse verbinding met C, C gaat over. • De KT-aansluitingen met de lijntoets gaan ook over. • Als de KT-lijn bezet is en C is bezet, dan krijgt A de bezettoon. •...
  • Pagina 376 Functies Wis Volg mij op gebruiker's eigen telefoon Systeemconfiguratie Follow mekan ook worden geactiveerd voor elke gebruiker onder Oproepdoorschakelingstype. Verwijzing naar Andere Functies "Onvoorwaardelijke oproepdoorschakeling (CFU)" 9.4.3 Oproepdoorschakeling bij Geen Gehoor (CFNR) In tegenstelling tot Onvoorwaardelijke Oproepdoorschakeling, wordt de oproep naar gebruiker B's aansluiting aanvankelijk op de normale manier gesignaleerd wanneer CFNR wordt geactiveerd.
  • Pagina 377 Functies • Normale Oproepdoorschakeling bij geen gehoor De gebruiker specificeert de gekozen oproepdoorschakelingsbestemming op zijn aansluiting. • Vooraf geconfigureerde oproepdoorschakeling bij geen gehoor (CFNR) De doorschakeling wordt geïmplementeerd in de bestemming die is ingevoerd in de gebruikersconfiguratie hieronder Voorgeconfigureerde oproepdoorschakeling bij geen gehoor (CFNR). •...
  • Pagina 378 Functies Note: Het interne nummer van een oproepdistributie-element kan alleen worden gebruikt als bestemming voor een CFNR in een speciaal geval, namelijk als tenminste één CDE-bestemming op ACD is geconfigureerd. Indien niet, wordt Niet beschikbaar iweergegeven als de functie is geactiveerd. Elke geconfigureerde CDE-bestemmingen die niet ACD zijn, worden nooit uitgevoerd.
  • Pagina 379 Functies Table 136: Oproepdoorschakeling bij Geen Gehoor: Functie Functie Functiecodes Activeer CFNR naar gebruiker *61 <Bestemming nr.> Maak CFNR naar gebruiker vrij: Activeer CFNR naar laatst geconfigureerde *61# gebruiker Maak CFNR naar laatst geconfigureerde gebruiker vrij Activeer voorgeconfigureerde CFNR Wis voorgeconfigureerde CFNR Activeer CFNR naar algemeen belsignaal (gecodeerd overgaan) Maak CFNR naar algemeen belsignaal (gecodeerd...
  • Pagina 380 Functies Parameter Opmerkingen Gebruikersconfiguratie Vooraf geconfigureerde oproepdoorschakeling bij geen gehoor (CFNR) Gebruikersconfiguratie Oproepdoorschakelingstype Gebruikersconfiguratie Gespreksdoorschakelingsbestemming Gebruiker’s machtigingenset Voer oproepdoorschakeling bij geen gehoor uit, als de oproepbestemming bezet is Geldige instelling door het hele systeem heen Onmiddellijke oproepdoorschakeling bij geen gehoor Gebruikersconfiguratie Prioriteit boven geactiveerde-CFNR PISN-gebruikersconfiguratie...
  • Pagina 381 Functies Figure 191: Schakelt oproep door tijdens overgaan Gedetailleerde beschrijving Het respons en de eigenschappen van Oproepomleiding zijn vergelijkbaar met die van Onvoorwaardelijke Oproepdoorschakeling. Table 138: Oproepomleiding Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte de aansluiting Zodra de functie is geactiveerd, •...
  • Pagina 382 Functies • Als de oproep niet wordt beantwoord op de bestemming, wordt er geen recall gerealiseerd. • Als wordt geprobeerd de oproep door te schakelen naar een ongeldig of bezet intern telefoonnummer, dan wordt de functie niet uitgevoerd en wordt het belsignaal gesignaleerd zoals eerder. Daarentegen wordt Oproepomleiding voor een externe gebruiker altijd uitgevoerd.
  • Pagina 383 Functies Table 140: Oproep weigeren Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte de aansluiting Het activeren van de functie • Systeemtelefoons met wordt niet bevestigd. display via de Foxkey/ Softkeys • ISDN-aansluitingen die deze functie ondersteunen. (De response na weigering verschilt van fabrikant tot fabrikant) Andere eigenschappen: •...
  • Pagina 384 Functies “Oproepdoorschakeling bij Geen Gehoor (CFNR)” “Gesprek in de wacht” “Een oproep omleiden tijdens de oproepfase (CD)” 9.4.6 Twinmodus / Twincomfort Twinmodus en Twincomfort worden gebruikt om de bureautelefoon van een gebruiker en DECT telefoon te koppelen. Figure 193: Twinmodus / Twincomfort De Twinmodus activeert automatisch een Onvoorwaardelijke Oproepdoorschakeling van gebruiker B naar gebruiker C zodra de draadloze telefoon (gebruiker C) uit het laadstation wordt verwijderd.
  • Pagina 385 Functies • Onvoorwaardelijke Oproepdoorschakeling op de bureautelefoon heeft voorrang op de Twinmodus/ Twincomfort-oproepdoorschakeling, dat wil zeggen dat oproepdoorschakeling van de bureautelefoon ook na het uit het laadstation halen van de handset in werking blijft. • Onvoorwaardelijke Oproepdoorschakeling op de draadloze telefoon is ondergeschikt aan Twinmodus/ Twincomfort-oproepdoorschakeling, dat wil zeggen dat actieve doorschakeling op de draadloze telefoon tijdelijk wordt vervangen door Twinmodus/Twincomfort-oproepdoorschakeling als de handset weer in het laadstation wordt geplaatst.
  • Pagina 386 Functies Table 144: Niet storen Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte aansluiting Nadat de functie is ingeschakeld, krijgt B een bevestigingstoon. Mogelijke bestemmingen: • Gebruiker: intern, PISN • Telefonistentelefoon Vereiste: C is niet beveiligd tegen oproepen (Niet storen, *26) of Onvoorwaardelijke Oproepdoorschakeling (*02).
  • Pagina 387 Functies Table 146: Niet storen: Systeemconfiguratie Parameter Opmerkingen Geldige instelling door het hele systeem heen Algemene doorschakelbestemming voor niet storen Geldige instelling door het hele systeem heen Receptie/receptietelefoonnummer Machtigingenset Negeer 'Niet storen' Verwijzing naar Andere Functies "Onvoorwaardelijke doorschakeling (CFU)" 9.4.8 Vervanging Als de attendant afwezig is, kunnen oproepen naar telefonistenconsole B worden doorgestuurd naar een vooraf geconfigureerde bestemming C.
  • Pagina 388 Functies Table 147: Vervanging Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte de aansluiting • Alle consoles van de Mogelijke interfaces: systeembeheerder geven • Telefonistentelefoon aan dat vervanging wordt geactiveerd. • Wanneer de vervanging wordt geactiveerd, worden oproepen nog steeds gesignaleerd op de telefonistenconsoles, maar niet meer akoestisch.
  • Pagina 389 Functies Table 148: Vervanging: Functie Functie Telefonistentelefoon Vervanging in- en uitschakelen Systeemconfiguratie Table 149: Vervanging: Systeemconfiguratie Parameter Opmerkingen Algemene systeeminstellingen Aantal gebruikers voor vervanging Algemene systeeminstellingen Algemeen belsignaal voor vervanging Verwijzing naar Andere Functies "Onvoorwaardelijke doorschakeling (CFU)" 9.4.9 DECT Volg mij Het systeem is zodanig dat een DECT oproep niet kan worden overgedragen van het ene naar het andere systeem (Overdracht).
  • Pagina 390 Functies 9.4.9.1 DECT-Volg mij in een Netwerk met 2, 3 of 4 Systemen Deze configuratie kan worden gebruikt om zonder vertraging een draadloze telefoon in maximaal 4 systemen te vinden. De telefoon moet op alle 4 systemen zijn ingelogd en de systeemzoekmodus moet worden ingesteld op Automatisch op de telefoon.
  • Pagina 391 Er zijn applicatieopmerkingen beschikbaar voor beide configuratieopties (zie https:// pbxweb.aastra.com) Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: In een AIN is de beschikbaarheid van de draadloze telefoons over alle knooppunten gegarandeerd, zelfs zonder de “DECT-Volg me" functie (netwerkbrede roaming). De telefoons worden automatisch geregistreerd wanneer er een switch is van het dekkingsbereik van het ene knooppunt naar dat van het andere en kunnen vervolgens meteen op het nieuwe knooppunt worden gebeld.
  • Pagina 392 Met een functiecode De geactiveerde status wordt aangegeven op het display. A's aanwezigheidsstatus Mogelijke telefoons: weergeven: • MiVoice 5300, Mitel 600 • Voor interne oproepen DECT, Mitel 6000 SIP (voorafgaand aan de oproep) MiVoice 2380 IP, MiVoice • In de gesprekkenlijsten 1560 •...
  • Pagina 393 Functies Note: • Verschillende oproepbestemmingen kunnen alleen worden gedefinieerd voor interne en externe oproepen via WebAdmin pof Self Service Portaal, maar niet via een aansluiting. Er is slechts één oproepdoorschakelingsactiviteit zichtbaar op de aansluiting. Als beide oproepbestemmingen zijn geconfigureerd, dan worden de bestemmingen voor externe oproepen weergegeven op de aansluiting.
  • Pagina 394 Functies Functie Systeemtelefoons binnen het Andere aansluitingen bereik Activeer de aanwezigheidsstatus *27 x uumm # (zonder datum) Activeer de aanwezigheidsstatus *27 x # (zonder tijd/datum) Deactiveer de #27 of *27 0 # aanwezigheidsstatus x = profielnummer: 0 = Beschikbaar (standaard), 1 = Afwezig, 2 = Vergadering, 3 = Bezet, 4 = Niet beschikbaar uumm = tijd in 24-uursindeling, ddmm = datumindicatie (dag-maand) Systeemconfiguratie...
  • Pagina 395 Er is ook de mogelijkheid om een tekst op te nemen via de telefoon of om audiogegevens in te voeren via een audioapparaat dat is aangesloten op de audio-ingang of een FXS-interface in de modus Externe audiobron modus (enkel Mitel SMBC en Mitel 470). Een audiobestand kan ook worden opgenomen via een PC, worden opgeslagen als een wavebestand en vervolgens worden geüpload naar de communicatieserver.
  • Pagina 396 Functies In een AIN kunnen de instellingen worden geconfigureerd voor elk knooppunt. Op deze manier kunnen verschillende melodieën kan worden geladen en afgespeeld per knooppunt. Indien mogelijk, voor Muziek in wacht voor externe aansluitingen, worden de middelen van het knooppunt gebruikt waar de aansluiting zich bevindt en voor externe aansluitingen de middelen van het knooppunt via de exchange-toegangen van waaruit de oproep afkomstig is.
  • Pagina 397 Functies Note: Er is kwaliteitsverlies te verwachten bij opnemen met , DECT, IP- of SIP-telefoons. Opnemen met audioapparatuur: Nadat de functiecode is ingevoerd, is een begintoon hoorbaar en kan deze worden afgespeeld via de audioapparatuur die is aangesloten op de audio-invoer op de communicatieserver. De opname kan worden gemonitord via de handset.
  • Pagina 398 Functies Gedetailleerde beschrijving Table 154: Wachtstand (inlichtingenoproepen) Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte aansluiting Muziek in wacht wordt Mogelijke interfaces: afgespeeld voor gebruiker A, die in de wacht staat Met intern, extern, PISN wachtstand Mogelijke interfaces: intern, extern, PISN Als A in de wachtstand staat en B ophangt voordat een overgaande- of oproepverbinding met C tot stand wordt gebracht, dan gaat B's aansluiting gedurende 10 seconden continu over.
  • Pagina 399 Functies Functie Systeemtelefoons Analoge aansluiting Inlichtingenoproepen tot stand via de functietoets met R*42 <Gebruiker Nr.> brengen voor een gebruiker van functieopdracht "I" om de lijn in de upcircuit-communicatieserver. beslag te nemen (macro "I*42") (Vereiste: De eigen communicatieserver van de gebruiker is analoog downcircuit verbonden en de bestaande oproepverbinding neemt al een trunklijn naar de upcircuit-...
  • Pagina 400 Functies Figure 199: Informatieverzoek Gedetailleerde beschrijving Table 157: Inlichtingenoproep met terugkeer naar initiële oproep Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte aansluiting Muziek in wacht wordt Mogelijke interfaces: afgespeeld voor gebruiker A, die in de wacht staat Met intern, extern, PISN wachtstand Mogelijke interfaces: intern, extern, PISN...
  • Pagina 401 Functies Table 159: Inlichtingenoproep met terugkeer naar initiële oproep: Systeemconfiguratie Parameter Opmerkingen • Trunkgroep configuratie Wachtstand in de exchange • Lokale functie vereist geen enkele instelling “Muziek in wacht" Muziek in de wacht Verwijzing naar Andere Functies “Wachtstand (inlichtingenoproep)” “Wisselgesprek (heen en weer schakelen tussen twee gesprekken)” “Conferentie van drie partijen van een inlichtingenoproep.”...
  • Pagina 402 Functies Table 160: Wisselgesprek (heen en weer schakelen tussen twee gesprekken) Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte aansluiting Muziek in wacht wordt Mogelijke interfaces: afgespeeld voor gebruiker A, die in de wacht staat Met intern, extern, PISN wachtstand Mogelijke interfaces: intern, extern, PISN Wisselgesprek is ook mogelijk vanaf een conferentie naar een gebruiker.
  • Pagina 403 Conferenties maken gebruik van hardwaremiddelen. • Op SIP-telefoons van de Mitel6000SIPserie, de Mitel BluStar 8000i en een aantal standaard SIP- telefoons, zijn conferenties met drie partijen lokaal mogelijk op de telefoon. Hiervoor moet het number of line keysin de aansluitingsconfiguratie tenminste 2 zijn en de parameter Conference circuit = In phone.
  • Pagina 404 Functies Table 163: Variabele- en voorgeconfigureerde conferentie Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte aansluiting De conferentieleider hoort een terugbeltoon bij het realiseren van de conferentie. B, C, D De vooraf geconfigureerde of Mogelijke interfaces: gekozen conferentiedeelnemers horen belsignalen tijdens 54 55 intern, extern , PISN het opzetten van de...
  • Pagina 405 Functies Note: Als een gebruiker wordt omgeleid of CFNR wordt geactiveerd, dan wordt zij/hij niet opgenomen in de vergadering. In een vooraf geconfigureerde conferentie wordt de desbetreffende conferentiedeelnemer tijdelijk uit de conferentiegroep verwijderd. Met de parameter Externe prioriteit wordt geen rekening gehouden. Functie Table 164: Suffixkiezen-functies Functie...
  • Pagina 406 Functies Systeemconfiguratie Table 166: Conferentie: Systeemconfiguratie Parameter Opmerkingen 4 conferentiegroepen met elk max. 5 deelnemers Voorgeconfigureerde conferenties mogelijk Geldige instelling door het hele systeem heen Conferentie-, inbreuk- en wachttijdtoon Verwijzing naar Andere Functies “Wachtstand (inlichtingenoproep)” “Conferentie van drie partijen van een inlichtingenoproep.” “Conferentiebrug”...
  • Pagina 407 Functies Table 167: Conferentie van drie partijen van een inlichtingenoproep Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte de aansluiting A, C Afhankelijk van de Mogelijke interfaces: systeemconfiguratie horen de conferentiedeelnemers intern, extern , PISN • helemaal geen toon • de conferentietoon, slechts eenmaal •...
  • Pagina 408 Functies Functie Systeemtelefoons Analoge aansluiting Conferentie met drie partijen • Met cijfer-achtervoegsel- R5 (R = Ctrl-toets) in de exchange: Terug naar kiezen: 5 inlichtingenoproep Conferentie met drie partijen • R2 (R = Ctrl-toets) in de exchange: Terug naar • Met cijfer-achtervoegsel- inlichtingenoproep met kiezen: 2 wisselgesprek...
  • Pagina 409 Functies 9.5.5.3 Conferentiebrug De organisator van de conferentie bereidt via een Self Service Portal, een conferentiekamer voor en mailt een uitnodiging voor deze conferentie met het onderwerp, de datum en tijd, het interne en/of externe inbelnummer en de conferentie-PIN. Conferentiedeelnemers A, B, C en D kiezen op een vooraf gedefinieerde tijd het interne- of externe inbelnummer en worden met de conferentie verbonden.
  • Pagina 410 Functies Table 170: Conferentiebrug Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte aansluiting A, B, C, D Conferentiedeelnemers A, B, Mogelijke interfaces: C en D kiezen op een vooraf gedefinieerde tijd het interne of intern, extern , PISN externe inbelnummer en worden gevraagd om de conferentie Beperking:...
  • Pagina 411 Functies Note: • De conferentiekamers blijven opgeslagen totdat ze weer worden gewist via Self Service Portal of WebAdmin (systeemassistent autorisatieniveau). • Een actieve conferentie blijft actief zolang tenminste één deelnemer in de conferentiekamer actief is. Dit is een belangrijk verschil in vergelijking met de andere conferenties die in de vorige hoofdstukken werden beschreven.
  • Pagina 412 Functies Na een eerste-ingebruikname moet een oproepdistributie-element vooraf worden gedefinieerd met het telefoonnummer 896 in het nummerschema. Voor dit CDE, alle schakelposities van Schakelgroep 1 Conferentiebrug. Er kunnen echter ook meer CDE’s worden geconfigureerd met de routeringsbestemming conferentiebrug. Het is belangrijk om enkele telefoonnummers te definiëren voor deze oproepdistributie- elementen, waardoor interne conferentiedeelnemers naar de conferentiebrug kunnen inbellen.
  • Pagina 413 Functies Parameter Opmerkingen Geldige instelling door het hele systeem heen Conferentie-, inbreuk- en wachttijdtoon Verwijzing naar Andere Functies “Wachtstand (inlichtingenoproep)” “Variabele- en voorgeconfigureerde conferentie” “Conferentie van drie partijen van een inlichtingenoproep.” 9.5.6 Oproependoorschakeling (switching) Gebruikers A en B zijn met elkaar in gesprek. Gebruiker B geeft het gesprek met of zonder voorafgaand bericht door aan gebruiker C.
  • Pagina 414 Functies Table 173: Oproep doorverbinden met voorafgaande kennisgeving Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte aansluiting Als A in de wacht staat, hoort zij/ Mogelijke interfaces: hij Wachtstandmuziek. Interne, externe , PISN Als C ophangt tijdens het inlichtingengesprek,krijgt B de bezettoon. Mogelijke interfaces: Interne / externe oproep intern, extern...
  • Pagina 415 Functies Parameter Opmerkingen • Trunkgroep configuratie Oproepdoorverbinding in de exchange (ETC) • Lokale functie vereist geen enkele instelling “Muziek in wacht" Muziek in de wacht Verwijzing naar Andere Functies “Wachtstand (inlichtingenoproep)” “Oproepacceptatie” 9.5.6.2 Doorverbinden zonder vooraankondiging Een gebruiker B kan een oproep met gebruiker A naar gebruiker C overdragen na oproepen van gebruiker C.
  • Pagina 416 Functies Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte aansluiting • Wanneer B gebruiker C belt, krijgt hij/zij de terugbeltoon (B moet deze toon horen voordat hij/zij het gesprek kan overgeven) • Op de telefonistentelefoon wordt de lijn gesignaleerd als geschakeld totdat gebruiker C de oproep beantwoordt of er een recall plaatsvindt.
  • Pagina 417 Functies Parameter Opmerkingen “Muziek in wacht" Muziek in de wacht Verwijzing naar Andere Functies “Wachtstand (inlichtingenoproep)” “Terugbellen” 9.5.6.3 Doorschakelen bij bezet Een gebruiker B kan een gesprek met gebruiker A doorgeven aan de bezette gebruiker C na een inlichtingenoproep naar C door een recall te activeren en dan op te hangen. Zodra de bezette gebruiker C weer beschikbaar is, begint de telefoon van C automatisch te over te gaan.
  • Pagina 418 Functies Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte aansluiting • Na de inlichtingenoproep Niet mogelijk voor SIP en SIP- naar C, krijgt B een telefoons bezettoon. • Nadat de recall is geactiveerd krijgt B een bevestigingstoon. • Op de telefonistentelefoon wordt de lijn gesignaleerd als geschakeld totdat gebruiker C de oproep beantwoordt of er een recall plaatsvindt.
  • Pagina 419 Functies Table 181: Oproepdoorverbinding bij bezet: Systeemconfiguratie Parameter Opmerkingen “Muziek in wacht" Muziek in de wacht Verwijzing naar Andere Functies “Wachtstand (inlichtingenoproep)” “Terugbelverzoek als gebruiker bezet is / beschikbaar is” “Terugbellen” “Gesprek in de wacht” “Inbreuk” 9.5.7 Recall Recall herinnert een gebruiker eraan dat een oproep is doorgeschakeld maar niet is beantwoord. Recall wordt geactiveerd als de interne gebruiker niet reageert binnen de recall-tijdsduur in het geval van overdracht zonder voorafgaande kennisgeving.
  • Pagina 420 Functies De recall-tijdsduur wordt voor het hele systeem gedefinieerd. Een recall-tijdsduur kan ook individueel worden gedefinieerd voor elke gebruiker. De voor geschakelde gebruiker 200 gedefinieerde recall-tijdsduur heeft voorrang. Een recall naar gebruiker 202 wordt geactiveerd zodra die tijd is verstreken. In sommige gevallen is de gebruikt recall-tijdsduur afhankelijk van het type of de configuratie van de geschakelde gebruiker 200: Indien de doorgeschakelde gebruiker...
  • Pagina 421 Functies Note: Als de waarde van de Interne beltijdduur parameter kleiner is dan de overeenkomstige terugbelactietijd, dan wordt de verbinding verbroken en de terugbelactie wordt niet uitgevoerd. In het geval van doorsturen met tijdsverschil (bv. Oproepomleiding of Standaard CF bij geen antwoord), wordt de timer opnieuw gestart (zie ook “Interne beltijdduur").
  • Pagina 422 Functies Table 184: Oproepacceptatie: Functie Functie Analoge aansluiting Oproepacceptatie • met R1 (R = controltoets) of wacht langer dan 2 seconden nadat u op de navigatietoets hebt gedrukt Systeemconfiguratie Geen instellingen Verwijzing naar Andere Functies “Wachtstand (inlichtingenoproep)” Extra functies 9.6.1 Voicemailsysteem 9.6.1.1 Overzicht...
  • Pagina 423 Auto Attendant (automatische telefoniste) Maximum aantal – spraakkanalen voor gesprekken opnemen Voor de spraakkanalen moeten de juiste DSP middelen worden toegewezen voor de DSP-chips. Zonder configuratie biedt de Mitel SMBC-communicatieserver alleen de twee basis-voicemailaudiokanalen. De System Functions and Features...
  • Pagina 424 • De procedure voor het converteren van spraakberichten en begroetingen met behulp van de Mitel 400 WAV Converternbsp en de procedure voor het laden van de audiogids in de juiste audio-indeling worden beschreven in WebAdmin-help.
  • Pagina 425 OIP. Het spraakbericht kan worden verzonden als een link of wavebestand. Meer informatie is beschikbaar in de WebAdmin onlinehelp of in de “Mitel Open Interfaces Platform” handleiding. Note: Het kan zo worden geconfigureerd dat het voicemailbericht automatisch uit het systeem wordt verwijderd nadat de email is verzonden.
  • Pagina 426 Functies • Notatie: CCITT A-Law, 8 kHz, 8 bit, mono • Bestandsnaamextensie: ".wav" De wavebestanden moet nu worden geüpload naar de communicatieserver. De bestanden is beschikbaar voor de applicatie zodra deze in het communicatieserverbestandssysteem staan. We raden u aan de overeenkomstige functiecodes te gebruiken om de bestanden te controleren door ernaar te luisteren (zie Voicemail: Functies voor algemene begroetingen).
  • Pagina 427 Functies De parameter Vertraging na einde begroeting wordt gebruikt om de volgende acties maximaal 9 seconden te vertragen. De vertraging valt buiten beschouwing als de # -toets wordt gebruikt om rechtstreeks naar het einde van de begroeting te gaan. Voor de acties kunnen, naast cijfers voor telefoonnummers, sommige macro's worden ingevoerd voor bestemmingen: Table 186: Macro's gebruiken in de bestemmingen Macro...
  • Pagina 428 Functies • Omleiden naar nummer Het gesprek wordt overgezet naar het telefoonnummer dat is ingevoerd in het Bestemmingen veld. Mogelijke bestemmingen zijn: • interne telefoonnummers • externe telefoonnummers • gebruikersgroep telefoonnummers • CDE-telefoonnummers • PISN-gebruikersnummers • Verkorte kiesnummers Voorbeelden van bestemmingen •...
  • Pagina 429 Functies • Omleiden naar mailbox (zonder begroeting) Het gesprek wordt overgezet naar het gebruikersmailboxnummer dat is ingevoerd in het Bestemmingen veld. De geactiveerde mailboxbegroeting wordt niet afgespeeld. Vergelijkbaar met de eerder beschreven voorbeelden, kunnen de macro's "N" en "K" ook worden gebruikt. Speciale gevallen: •...
  • Pagina 430 Functies Gebruikers A en B zijn met elkaar in gesprek. B realiseert een inlichtingenoproep naar C, die is doorgeschakeld naar voicemail. B drukt op een toets (DTMF-actie) om een verbinding tot stand te brengen met gebruiker D (geval 1, 2) of met de mailbox van gebruiker D (geval 3 en 4). •...
  • Pagina 431 Functies actief totdat er weer geheugenruimte wordt aangemaakt door wissen van gesproken berichten of begroetingen. • Zodra de totale capaciteit van het spraakgeheugen voor 90% vol is, worden alle mailboxen omgeschakeld naar de overflowbegroeting totdat de waarde weer onder de 80% daalt. Deze percentages zijn vast en kunnen niet worden gewijzigd.
  • Pagina 432 Functies externe oproep naar een snelkiesnummer dat aan CDE 30 is gekoppeld, wordt doorgestuurd naar gebruiker 30 in geval van overflow. • Situatie 2: configuratie om te worden vermeden!) Op een CDE 900 wordt voicemail geconfigureerd als bestemming. Als een externe oproep wordt gedaan naar een snelkiesnummer dat is gekoppeld aan CDE 900, dan kan het voicemailsysteem de oproep niet aan een mailbox toewijzen en wordt de oproep geweigerd.
  • Pagina 433 Functies 9.6.1.10 Functie bij voorvoegsel-kiezen Functies voor persoonlijke begroetingen Op systeemtelefoons met een display worden persoonlijke begroetingen opgenomen, gemonitord en geactiveerd met de Foxkey/Softkeys. Dezelfde functies zijn ook beschikbaar via de functiecodes. De gebruiker bedient de instellingen op haar/zijn eigen aansluiting: Table 187: Voicemail: Functies voor persoonlijke begroetingen Functie Functiecodes...
  • Pagina 434 Functies Table 188: Voicemail: Functies voor algemene begroetingen Functie Functiecodes Algemeen begroeting x met *913 x [*nn] # (x = 7, 8) telefoon opnemen Voor het opnemen van *923 x [*nn] # (x = 7, 8) algemene begroeting x via de audio-invoer van de communicatieserver Opname controleren *#913 x [*nn] # of *#923 x [*nn] #...
  • Pagina 435 Functies vereiste is dat oproepen worden doorgeschakeld naar de voicemailbox en dat de relevante pincode bekend is en niet overeenkomt met de standaardwaarde "0000". De Beknopte Gebruikershandleiding hieronder illustreert de volgorde waarin een gebruiker zijn mailbox kan bedienen vanaf een interne- of externe telefoon van een externe partij. Indien nodig kan de hele pagina worden afgedrukt en kan de Beknopte Gebruikershandleiding vervolgens worden verwijderd.
  • Pagina 436 Functies 9.6.2 Kiezen op naam In plaats van het telefoonnummer van gebruiker B in te voeren, kan gebruiker A de naam van gebruiker B kiezen. De communicatieserver ondersteunt "Kiezen op naam" en "Kiezen met snelkeuze". Raadpleeg de Gebruiksaanwijzing van de systeemtelefoons voor meer informatie. Figure 210: Kiezen op naam Eindpunt Reikwijdte...
  • Pagina 437 Functies Table 190: Kiezen op naam: Systeemconfiguratie Parameter Parameter Naam Naam in het gebruikersconfiguratie ( =th) Naam in de verkorte-kiescontacten in het openbare telefoonboek ( =th) Naam met de PISN-gebruikers ( =gv) Naam in de gebruikersgroepconfiguratie ( =2t) 9.6.3 Einde-selectiesignaal De invoer van een extern nummer kan worden voltooid met het teken #.
  • Pagina 438 Functies Functie bij kengetalkiezen Voltooiing kiezen met einde-selectiesignaal: Externe gebruiker Nr. #. Systeemconfiguratie Geen instellingen Zie ook: Met SIP-aansluitingen en als de communicatieserver via een SIP-provider is verbonden met het openbare netwerk, dan kan de vervelende taak om het einde van de kiestekens in te voeren elegant worden omzeild met behulp van een extern nummerschema (zie "Naar het openbare netwerk bellen met extern nummerschema".)
  • Pagina 439 Functies Table 191: Gesprek in de wacht Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte de aansluiting B hoort de gedempte Vereiste: wachtstandtoon, die in • B heeft gesprek in de wacht het huidige gesprek wordt toegestaan aan zijn set. afgespeeld. Als B heeft een aansluiting met beeldscherm •...
  • Pagina 440 Functies Functie Systeemtelefoons Analoge aansluiting Beantwoord zonder wachttijd → • Beëindig gesprek en beantwoord • Gebruik cijfer-suffixkiezen: 1 ander gesprek Beantwoorden met wachtstand • → Wachtstand en beantwoord • Gebruik cijfer-suffixkiezen: 2 andere oproep Beantwoorden met conferentie • → Ander gesprek opnemen in •...
  • Pagina 441 Functies Parameter Opmerkingen Geldige instelling door het hele systeem heen Gesprek in de wacht en inbreuk op exchange- verbinding Verwijzing naar Andere Functies “Inbreuk” “Wachtstand (inlichtingenoproep)” “Conferentie” 9.6.5 Inbreken Als de gebelde interne gebruiker B bezet is, dan heeft de interne gebruiker C de mogelijkheid om in de actuele oproep in te breken.
  • Pagina 442 Functies Table 195: Gespreksinbreuk Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte de aansluiting Als B op analoge wijze is verbonden en/of het volume van de handset op B is ingesteld op luid, dan hoort A de inbreuk van C en kan zelfs horen wat C te zeggen heeft tegen B.
  • Pagina 443 Functies Table 196: Inbreuk: Suffixkiezen-functies Functie Systeemtelefoons Analoge aansluiting Activeer inbreuk • Gebruik cijfer-suffixkiezen: 7 R7 of *44 (R = controltoets) • Beantwoord zonder wachttijd → • Beëindig gesprek en beantwoord • Gebruik cijfer-suffixkiezen: 1 andere gebruiker Beantwoorden met wachtstand •...
  • Pagina 444 Functies Table 198: Inbreuk: Systeemconfiguratie Parameter Opmerkingen Gebruiker’s machtigingenset Gespreksinbreuk Gebruikersconfiguratie Bescherming tegen inbreuk Geldige instelling door het hele systeem heen Wachtstand / inbreuk op exchange-verbinding Geldige instelling door het hele systeem heen Conferentie-, inbreuk- en wachttijdtoon Verwijzing naar Andere Functies "Stil binnendringen"...
  • Pagina 445 Functies Gedetailleerde beschrijving Table 199: Stille inbreuk Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte aansluiting Eigenlijk geen signalering. Afhankelijk van het verbindingstype, kan gebruiker A een knetterend geluid horen wanneer C inbreekt (zie Stille inbreuk: Verbindingen). Eigenlijk geen signalering. Vereiste: Afhankelijk van het verbindingstype, kan gebruiker •...
  • Pagina 446 Functies Note: • Betreffende de Stille inbreuk functie, moeten de relevante nationale voorschriften met betrekking tot de gegevensbescherming in acht worden genomen. • Er is een licentie vereist om gebruik te kunnen maken van de Stille inbreuk functie. • Stille-inbreuk is niet in alle gevallen mogelijk en kan in sommige gevallen leiden tot een knetterend geluid (zie Stille inbreuk: Verbindingen).
  • Pagina 447 Functies Bestaande verbindingscombinatie Stille inbreuk door C Eindpunt A Eindpunt B Extern (willekeurig) — Extern (willekeurig) Niet mogelijk Functie Table 201: Stille inbreuk: achtervoegsel-kiezen-functie Functie Systeemtelefoons Analoge aansluiting Activeer stille inbreuk Gebruik cijfer-suffixkiezen: 4 R4 (R = Ctrl-toets) Table 202: Stille inbreuk: Functie bij kengetalkiezen Functie Systeemtelefoons Analoge aansluiting...
  • Pagina 448 Functies Verwijzing naar Andere Functies “Inbreuk” “Gesprek in de wacht” “Wachtstand (inlichtingenoproep)” “Conferentie” 9.6.7 Normale aankondiging aan één of meer gebruikers Met de normale aankondigingsfunctie kan gebruiker A gebruiker B of meerdere gebruikers (B, C, D) of alle gebruikers in een aankondigingsgroep (E, F, G) rechtstreeks via de luidspreker op hun systeemtelefoons adresseren, zonder op hun antwoord te wachten.
  • Pagina 449 De signaaltoon voor de deelnemer in een ledengroep kan per groep worden uitgeschakeld (niet van toepassing op Mitel SIP- en SIP-toestellen). Note: Om het gehoor van de gebruiker te beschermen, zijn mededelingen aan het Office 135 draadloze systeemtoestel alleen mogelijk als het toestel zich in het laadstation bevindt. Deze beperking geldt niet voor het Office 160 draadloze systeemtoestel, aangezien de luidspreker zich aan de bovenkant van het toestel bevindt.
  • Pagina 450 (200 ms belsignaal - 200 ms pauze - 200 ms belsignaal - 200 ms pauze enz.). Sommige analoge Mitel-telefoons (bijv. Aastra 1930) of telefoons van andere fabrikanten, die speciaal zijn ontworpen voor bejaardentehuizen en ziekenhuizen, kunnen dit belpatroon herkennen en automatisch overschakelen op de handsfree modus.
  • Pagina 451 Functies Table 205: Functiecode voor het beheren van aankondigingen Functie Functiecode Opnemen met de telefoon *917 xx [*nn] # Opnemen via de audio-invoer van de *927 xx [*nn] # communicatieserver Opname controleren *#917 xx [*nn] # (of *#927 xx [*nn] #) Opname wissen #917 xx [*nn] # (of #927 xx [*nn] #) xx: Twee-cijferig bestandsnummer <10...29>...
  • Pagina 452 *7996 x yy <SC Nr.> * <SC Nr.> * ... <Gebruiker Nr.> # gebruikers met audiobestand en telefoon Aankondiging naar een groep *7988 <groep Nr.> met telefoon Ook mogelijk bij suffixkiezen (geldt niet voor Mitel 6000 SIP) 16 gebruikers. De maximale lengte van het kiesstring is 32 tekens. System Functions and Features...
  • Pagina 453 Groep Nr. = <01...50> Alleen door de uitvoerende gebruiker en met veel herhalingen Dit geldt niet voor Mitel 6000 SIP Geldt enkel voor Mitel 6000 SIP Door een gebruiker buiten de groep. De andere gebruikers in de aankondigingsgroep zijn uitgeschakeld. Er kunnen meerdere mededelingen actief zijn op groepen.
  • Pagina 454 Bovendien moet er niet meer dan 30% FXS-poorten op hetzelfde moment actief zijn voor elke 32FXS-kaart. Distribueer daarom zonodig de FXS-poorten naar verschillende FXS-kaarten en/of naar verschillende communicatieservers. Voeg, om overbelasting op Mitel 470 te voorkomen, een externe hulpvoedingsunit toe.
  • Pagina 455 Functies Parameter Opmerkingen Gebruikersconfiguratie Beschermen tegen aankondiging Verwijzing naar Andere Functies "Noodbericht aan één of meer gebruikers" “Duplexmodus” 9.6.8 Alarmbericht aan één of meer gebruikers Alarmbericht verschilt als volgt van een normale aankondiging: • Een alarmbericht kan niet worden beantwoord. Dit betekent dat het niet kan worden geconverteerd naar een interne verbinding of kan worden afgebroken.
  • Pagina 456 = <1...9> aantal audiobestanden herhalingen yy = <01...40> 2-cijferig bestandsnummer Groep Nr. = <01...50> (<01...16> enkel voor Mitel 415/430) 16 gebruikers. De maximale lengte van het kiesstring is 32 tekens. Alleen door de uitvoerende gebruiker en met veel herhalingen...
  • Pagina 457 Het systeemtoestel ondersteunt automatische aankondiging (Office 35, Office 45, MiVoice 5370, MiVoice 5380, Mitel 600 DECT, Mitel 6000 SIP) en B heeft aankondiging toegestaan aan zijn eigen set In duplex-modus is de verbindingsinstelling hetzelfde als voor een gewone aankondiging naar een gebruiker.
  • Pagina 458 Office 35, Office 45, MiVoice 5370, MiVoice 5380: dubbelklik teamtoets Instelling op de • Office 35, Office 45, MiVoice bestemmingstelefoon 5370, MiVoice 5380, Mitel 6000 SIP: Automatische hands-free op Aankondiging of Aan • Mitel 600 DECT: Hands freevoor aankondiging geactiveerd...
  • Pagina 459 Functies “Normale aankondiging aan één of meer gebruikers” Functies met Mitel Alarm Server on page 577 9.6.10 Kosten-recall Door het activeren van een kosten-recall kan gebruiker B een exchangelijn naar een interne gebruiker A overdragen. Aan het einde van de exchangeoproep wordt gebruiker B teruggebeld met een indicatie van de gesprekskosten.
  • Pagina 460 Functies Met de algemene kosteninstellingen ( =b4) kan een tijd worden geconfigureerd voor zowel standaard- als telefooncelverbindingen waardoor een kosten-recall wordt vertraagd wanneer de hoorn op de haak wordt gelegd. Dit betekent dat er meer dan één exchangeoproep kan worden gemaakt voordat kosten- recall wordt uitgevoerd.
  • Pagina 461 Functies Gedetailleerde beschrijving Table 214: Een oproep beantwoorden Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte de aansluiting Inkomende oproep die moet worden aangenomen: • Naar een gebruiker • Op een gebruikersgroep (UG) • Uitgesloten: Oproep naar lijntoets, afspraakherinneringsoproep, recall Mogelijke bestemmingen: alleen intern Functie bij kengetalkiezen System Functions and Features...
  • Pagina 462 De configuratie van de aansluiting heeft voorrang op de gebruikersconfiguratie. Als hotlinebestemming E ook op aansluiting C is geconfigureerd, dan wordt de bestemming opgeroepen, ongeacht de geconfigureerde vertragingsperioden. Figure 220: Automatisch kiezen met hotline Gedetailleerde beschrijving behalve Mitel 6863 SIP System Functions and Features...
  • Pagina 463 Functies Table 216: Hotline Eindpunt Reikwijdte D, E Mogelijke interfaces: intern, extern, PISN Nadat het telefoonnummer van de hotline is gekozen, kunnen andere cijfers als achtervoegsel worden gekozen (bijvoorbeeld voor een faxapparaat wordt het toegangsvoorvoegsel voor netwerktoegang als hotline-bestemming ingevoerd). Als de gebruiker niet is verbonden met de hotlinebestemming, heeft zij/hij de volgende opties: •...
  • Pagina 464 Functies Table 217: Hotline: Systeemconfiguratie Parameter Opmerkingen Oproepbestemmingen in gebruikersconfiguratie Hotline Telefoonnummer Hotlineconfiguratie ( =6x) Vertraging(en) Hotlineconfiguratie ( =6x) Aansluitingsconfiguratie Hotlinetelefoonnummer Aansluitingsconfiguratie Hotlinevertraging Note: Analoge en ISDN-aansluitingen hebben normaal een kies-timeout van ca. 12 seconden (afhankelijk van het verkoopkanaal). De kies-timeout wordt opgeheven zodra een hotline wordt geconfigureerd op de aansluiting of voor de gebruiker.
  • Pagina 465 Berichtengroepen voor tekstberichten: • Het is mogelijk om maximaal 50 groepen te definiëren (16 groepen alleen op Mitel 415/430). • Elke groep kan uit maximaal 16 gebruikers bestaan. • Groepen 15, 16 zijn gereserveerd voor systeemgebeurtenismeldingen (groep 7, 8 op Mitel 415/430).
  • Pagina 466 Functies Table 219: Verzenden en lezen van tekstberichten: Functie Functie Functiecodes Systeemtelefoons Standaard tekst met / zonder *3598 <Gebruikersnr.> parameters naar gebruiker <Tekstnr.> [Param] # versturen Tekstberichten met / zonder *35 <Gr. Nr.> <Tekst Nr.> parameters naar groep versturen [Param] # Tekstberichten met / zonder *3599 <Tekst Nr.>...
  • Pagina 467 Functies "Voicemailsysteem" "Berichten- en Alarmsystemen" 9.6.14 Berichtenfunctie Een BERICHT kan worden verzonden vanaf elke aansluiting op alle systeemtelefoons. Afhankelijk van de aansluiting wordt de ontvangst van een BERICHT gesignaleerd door een terugbelverzoek. Figure 222: BERICHT activeren Gedetailleerde beschrijving Table 221: BERICHT activeren Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte...
  • Pagina 468 Functies Table 222: BERICHT activeren Functie Functie Functiecodes BERICHT activeren *38 <Gebruiker nr.> BERICHT beantwoorden (activeer *#38 terugbelverzoek) BERICHT op bestemmingstelefoon wissen. #38 # BERICHT op uitvoerende telefoon wissen # 38 <Gebruiker nr.> Systeemconfiguratie Table 223: BERICHT: Systeemconfiguratie Parameter Opmerkingen Gebruiker’s machtigingenset Activeer terugbelbericht / berichten-LED Verwijzing naar Andere Functies...
  • Pagina 469 Functies Gedetailleerde beschrijving Table 224: Bericht achterlaten Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte de aansluiting Mogelijke interfaces: alleen intern Vereiste: Gebruiker is uitgerust met een systeemtelefoon met alfanumerieke display. De gebruiker krijgt telkens wanneer hij de functie activeert / deactiveert de bevestigingstoon. Als niet aan de voorwaarden voor gebruiker A wordt voldaan (A is geen interne gebruiker of heeft geen alfanumerieke display): De oproep wordt gerouteerd naar het nummer van de vooraf geconfigureerde onvoorwaardelijke...
  • Pagina 470 Functies Table 225: Bericht achterlaten: Functie Functie Functiecodes Activeer bericht achterlaten *24 <Tekst. Nr.> [Param] # Wis een bericht achterlaten Systeemconfiguratie Table 226: Bericht achterlaten: Systeemconfiguratie Parameter Opmerkingen Gebruikersconfiguratie Voorgedefinieerde CFU Verwijzing naar Andere Functies "Onvoorwaardelijke doorschakeling (CFU)" “Verzenden en lezen van tekstberichten” 9.6.16 Tekstberichten Table 227: Tekstberichten die vooraf zijn gedefinieerd in het systeem...
  • Pagina 471 Als het Callcenter is verbonden, mag tekstbericht Nr. 8 niet opnieuw worden geconfigureerd. Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: In AIN-knooppunten in verschillende taalgebieden is het zinvol om een gemeenschappelijke taal (bv. Engels) te specificeren voor de voorgedefinieerde tekstberichten. U kunt ook het aantal tekstberichten...
  • Pagina 472 Functies verminderen en vervolgens in twee of meer talen opgeven (bijvoorbeeld tekstberichten 1 ... 8 = Engels en 9 ... 16 = Frans). Systeemconfiguratie Table 228: Tekstberichten: Systeemconfiguratie Parameter / actie Opmerkingen Configuratiediensten. De vooraf gedefinieerde Tekstberichten teksten kunnen worden aangepast. Alle teksten worden gereset naar de Voorgedefinieerde tekstberichten opnieuw voorgedefinieerde tekstberichten in de...
  • Pagina 473 Functies Gedetailleerde beschrijving Table 229: Lokale gesprekken parkeren Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte de aansluiting Nadat de functie is uitgevoerd, Vereiste: krijgt de gebruiker een bevestigingstoon. De gebruiker heeft een systeemtelefoon. Beperking: Er kan maximaal één oproep lokaal op elke telefoon worden geparkeerd.
  • Pagina 474 Functies Functie Table 230: Lokaal parkeren achtervoegsel-kiesfunctie Functie Systeemtelefoons Oproep lokaal parkeren Table 231: Lokaal parkeren. Functie bij kengetalkiezen Functie Systeemtelefoons Gesprek ophalen Systeemconfiguratie Table 232: Lokaal parkeren. Systeemconfiguratie Parameter Opmerkingen “Muziek in wacht" Muziek in de wacht Verwijzing naar Andere Functies “Configureerbare toetsen”...
  • Pagina 475 Functies Gedetailleerde beschrijving Table 233: Centraal gesprekparkeren Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte de aansluiting Nadat de functie is uitgevoerd, Beperking: krijgt de gebruiker de bevestigingstoon. Er kan slechts één oproep op een willekeurig moment centraal door het systeem worden geparkeerd.
  • Pagina 476 Functies Functie Functiecodes Gesprek ophalen Systeemconfiguratie Table 235: Centraal oproep parkeren: Systeemconfiguratie Parameter Opmerkingen “Muziek in wacht" Muziek in de wacht Verwijzing naar Andere Functies “Lokale gesprekken parkeren” “Wachtstand (inlichtingenoproep)” 9.6.17.3 Oproepparkeerfunctie van de toetsentelefoon Een op een lijntoets gesignaleerde oproep kan worden geparkeerd op de lijn-toets: •...
  • Pagina 477 Functies Suffixkiezen-functies Table 236: Oproepparkeerfunctie van de toetsentelefoon: Functie Functie Toetsentelefoons Gesprek parkeren op de lijntoets (expliciet) • Met behulp van de parkeertoets • Initieer inlichtingenoproep en hang op Parkeer oproep op lijntoets 1 wanneer er een Druk op lijntoets 2 waarop de andere oproep wordt oproep binnenkomt op de lijntoets 2 (automatisch) gesignaleerd Gesprek ophalen...
  • Pagina 478 Functies Table 237: Oproepparkeerfunctie van de telefonistenconsole. Functie Functie Telefoniste(n/s)consoles Parkeeroproep met de OC-parkeerfunctie Andere oproep in de wachtrij beantwoorden Gesprek expliciet parkeren op de lijntoets (Office Druk op de wachtstandtoets en vervolgens op de wissentoets Gesprek ophalen Signaleringselement (Office 45: lijntoets opnieuw activeren 9.6.18 Terugbelverzoek als gebruiker bezet is / beschikbaar...
  • Pagina 479 Functies Table 238: Terugbelverzoek als gebruiker bezet is Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte aansluiting Nadat de functie is uitgevoerd, Beperking: krijgt A de bevestigingstoon. Gebruiker A kan slechts één terugbelverzoek per keer initiëren. Mogelijke interfaces: intern, extern , PISN Beperking: Er kan slechts één terugbelverzoek per keer op een...
  • Pagina 480 Functies Table 239: Terugbelverzoek als gebruiker in gesprek is Functie Functie Systeemtelefoons Analoge aansluiting Terugbelverzoek activeren R9 of R*37 Terugbelverzoek wissen Note: Het voltooien van oproepen naar bezet is voorzien op de systeemtelefoon, zelfs als deze niet beschikbaar is. Niet beschikbaar wordt aangegeven na activering. Systeemconfiguratie Geen instellingen Verwijzing naar Andere Functies...
  • Pagina 481 Functies Table 240: Terugbellen naar beschikbare gebruiker Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte aansluiting Nadat de-functie is uitgevoerd, Beperking: krijgt A de bevestigingstoon. Gebruiker A kan slechts één terugbelverzoek per keer initiëren. Mogelijke interfaces: Intern Het terugbelverzoek wordt alleen geactiveerd voor gebruiker A, die het terugbelverzoek instelt, ongeacht of een CFU of CFNR voor een gebruiker C is geactiveerd bij A.
  • Pagina 482 Functies “Berichtenfunctie” 9.6.18.3 Wacht tot beschikbaar De Wacht tot beschikbaar functie is een Terugbelverzoek-bij-bezet functie zonder dat de gebruiker die het gesprek initieert hoeft op te hangen. Hij/zij blijft op de telefoon en wacht totdat de bezette gebruiker beschikbaar komt. Het terugbelverzoek wordt geactiveerd zodra de gebelde gebruiker gedurende 5 seconden beschikbaar is geweest.
  • Pagina 483 Functies Table 243: Wacht tot beschikbaar: Functie Functie Systeemtelefoons Analoge aansluiting Terugbelverzoek activeren R9 of R*37 Terugbelverzoek wissen Systeemconfiguratie Geen instellingen Verwijzing naar Andere Functies Terugbelverzoek als gebruiker bezet is / beschikbaar is “Berichtenfunctie” 9.6.19 Teamfuncties De teamfuncties maken het eenvoudiger voor leden van een team (bijvoorbeeld een verkoop- of marketingteam) om met elkaar te communiceren en wanneer nodig voor elkaar in te vallen.
  • Pagina 484 Functies Als een teamtoets op een systeemtelefoon wordt geconfigureerd voor een gebruiker met geactiveerde Twinmodus/Twincomfort, dan wordt het draadloze-telefoontelefoonnummer ook automatisch opgeslagen op de teamtoets. Hiermee kunnen oproepen worden weergegeven en beantwoord die ofwel werden doorgestuurd naar de draadloze telefoon van het teamlid door Twinmodus/Twincomfort of rechtstreeks tot stand werden gebracht naar het draadloze-telefoontelefoonnummer.
  • Pagina 485 Functies Interne en externe nummerblokkering wordt gebruikt voor het beperken van de kiesmogelijkheden. Dit betekent dat de gebruiker vrij is om te definiëren wat beperkt is en in hoeverre. Een aansluiting kan voor één van deze varianten worden ingesteld. Deze pincode is identiek voor beide varianten. Alle aansluitingstypes kunnen worden geblokkeerd;...
  • Pagina 486 Blokkeer varianten voor SIP-telefoons Voor Mitel SIP-telefoons zijn slechts 2 statussen beschikbaar, geblokkeerd en gedeblokkeerd Maar voor elk Mitel SIP-toestel kan de betekenis van ontgrendeld worden gedefinieerd met de parameter Status als de telefoon is gedeblokkerd ofwel Vrij ofwel Blokkeer telefoon gedeeltelijk.
  • Pagina 487 Table 246: Verander of reset pincode Systeemconfiguratie Parameter Opmerkingen Wijzig telefoonblokkeringsstatus Telefoon blokkeeringscode Beschikbaar per aansluiting (alleen voor Mitel SIP- Status als telefoon ontgrendeld wordt telefoons) Pincode wijzigen (dit is mogelijk zonder oude pincode in te voeren) Pincode resetten: Voer "0000” in 9.6.20.2...
  • Pagina 488 Functies Andermans aansluiting deblokkeren Een geautoriseerde gebruiker deblokkeert andermans aansluiting. Na deblokkeren kan zij/hij binnen de volgende 12 seconden snelkiezen of ophangen en een nummer binnen 60 seconden kiezen. De volgende blijven geblokkeerd en ontoegankelijk: • Bediening van de aansluitingsinstellingen •...
  • Pagina 489 Functies Functie Functiecodes Systeemtelefoons De eigen aansluiting #36 <Gebruiker Nr.> <PIN> Systeemtelefoons: deblokkeren voor elk gesprek • De functie kan op een toets worden geconfigureerd Systeemconfiguratie Table 248: Deblokkeren van de aansluiting voor elk gesprek: Systeemconfiguratie Parameter Opmerkingen De gebruikersconfiguratie van de aansluiting die moet worden vergrendeld: •...
  • Pagina 490 Functies 9.6.21 Telefoneren met uw eigen instellingen op andermans telefoon Met deze functie kan de geautoriseerde interne gebruiker andermans aansluiting met zijn/haar eigen geldige pincode gebruiken om een enkel gesprek te voeren met de volgende persoonlijke instellingen: • Interne en externe nummerblokkeringsinstellingen •...
  • Pagina 491 Functies 9.6.22 Privéoproepen met pincode Deze functie wordt gebruikt om privételefoongesprekken automatisch in rekening te brengen bij privékostentellers m.b.v. de juiste Systeemconfiguratie Gebruikers moeten van te voren hun geldige pincode invoeren. Ze kunnen dit zowel doen op één van hun eigen aansluitingen en op een andermans aansluiting op dezelfde communicatieserver of met een PISN.
  • Pagina 492 Functies • Om deze functie te kunnen gebruiken, moet eerst de standaardpincode worden gewijzigd (zie "Toestellen vergrendelen/ontgrendelen (telefoonvergrendeling)" voor de syntaxis). • Een privé-exchangetoegang mag niet worden gedefinieerd of het voorvoegsel voor privé- exchangetoegang moet worden geblokkeerd voor alle gebruikers die interne nummerblokkering gebruiken.
  • Pagina 493 Wis individuele wekopdracht Wis permanente wekopdracht Systeemconfiguratie Table 252: Afspraakoproep: Systeemconfiguratie Parameter Opmerkingen Algemene systeeminstelling Aantal herhalingen: Note: Deze instelling is ook geldig voor wekoproepen Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: hh = uur 00...23; mm = minuten 00...59 System Functions and Features...
  • Pagina 494 Functies In een AIN met verschillende tijdzones wordt de uitvoering van een afspraakherinneringsoproep altijd bepaald door de tijdzone van de gebruiker voor wie de afspraakherinneringsoproep werd geactiveerd. Hiermee moet in het bijzonder rekening worden gehouden bij het activeren van een afspraakherinneringsoproep voor een andere gebruiker met behulp van de bediening op afstand.
  • Pagina 495 Functies Toepassingsvoorbeeld Op drie voetbalvelden rapporteren reporters de wedstrijden. Afhankelijk van de stand van zaken, wil de regisseur de verbinding beschikbaar maken voor een van de verslaggevers. De regisseur kan de vooraf geconfigureerde toetsen op een aansluiting gebruiken om zich voor te bereiden om de verbindingen over te nemen.
  • Pagina 496 Functies 9.6.24.2 De verbinding aanvaarden Een gebruiker C kan een bestaande oproep of dataverbinding A-B overnemen als D de overname heeft voorbereid. Figure 233: Overnemen van een actieve verbinding Gedetailleerde beschrijving Table 255: Overnemen van een actieve verbinding Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte aansluiting Gebruiker B krijgt de bezettoon...
  • Pagina 497 Functies “Snel Aannemen (een oproep of een oproepverbinding beantwoorden)” 9.6.25 Aannemen (een oproep aannemen) Met de Aannemen-functie kunnen gebruikers een oproepverbinding van een andere gebruiker overnemen zonder de verbinding te onderbreken of de verbinding te laten doorverbinden. Onderstaand voorbeeld illustreert hoe een verbinding van een gebruiker met een draadloze telefoon kan worden geaccepteerd. Figure 234: Aannemen (een oproep aannemen) Gebruiker A heeft een gesprek met gebruiker B, die het gesprek doorschakelt naar gebruiker C's draadloze telefoon door op een toets te drukken.
  • Pagina 498 Functies Verwijzing naar Andere Functies “Aanvaarding van een oproep of dataverbinding” “Snel Aannemen (een oproep of een oproepverbinding beantwoorden)” 9.6.26 Snel Aannemen (een oproep of een oproepverbinding beantwoorden) De Snel Aannemen functie combineert en breidt de twee functies uit Een oproep aannemen en een Oproep opnemen: Met Snel Aannemen kan een intern geautoriseerde gebruiker C •...
  • Pagina 499 Functies Table 259: Snel beantwoorden Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte de aansluiting *88 <Gebruiker Nr. B> Vereiste: • De Snel aannemen autorisatie moet worden ingeschakeld. Geldig voor: • Oproepen naar interne gebruikers, UG, CDE • Recall • Aangekondigd • Eenvoudige verbindingen met interne gebruikers of gebruiker's eigen...
  • Pagina 500 Functies Table 260: Gesprek accepteren: Functie Functie Functiecode Een oproep opnemen *88 <Gebruiker nr.> Systeemconfiguratie Table 261: Overnemen van een actieve verbinding: Systeemconfiguratie Parameter Opmerkingen Gebruiker C’s machtigingenset Oproepovername voorbereiden / Snel beantwoorden Note: Deze parameter regelt ook de toestemming voor het voorbereiden van de gespreksaanname (zie pagina 427).
  • Pagina 501 Kamermonitoring (Babytoezicht) Deze functie is speciaal ontworpen voor toezicht op zuigelingen. Een draadloze systeemtelefoon (Office 135, Mitel 600 DECT) wordt naar een speciale monitoringsmodus geschakeld en aan een intern of extern bestemmingsnummer gekoppeld. Als de geluidsniveaus in het gebied rond monitoringstelefoon A een specifieke waarde overschrijden, dan wordt een oproep naar de geconfigureerde bestemming B automatisch geactiveerd.
  • Pagina 502 • Office 135/135 proTerminals op het display die de van de serie Mitel 600 DECT bestemmingsgebruiker toont. • Een knipperend uitroepteken Vereisten zodat een controle kan geeft aan dat de microfoon een controleoproep kan worden...
  • Pagina 503 Functies Table 263: Actieve- en passieve kamermonitoring: Functie Functie Functiecodes Kamermonitoring activeren *25 x <gebruiker Nr.> [* y] # x = modus [1...3] y = niveau [1...3] (optioneel) Annuleren van kamermonitoring #25 of via Note: Standaard krijgt een gebruiker machtigingenset 1 toegewezen met interne cijferblokkering 5. Standaard wordt de functiecode *25 geblokkeerd in intern nummerblokkering 5.
  • Pagina 504 De microfoon gebruikt voor kamermonitoring wordt met 10 seconden vertraging ingeschakeld (Office135). Op draadloze telefoons van de Mitel 600 DECT serie is de vertraging configureerbaar (10, 20 of 30s). De vertraging stelt de gebruiker in staat de draadloze telefoon te positioneren en vervolgens de kamer te verlaten.
  • Pagina 505 Functies Als de bestemmingsgebruiker de monitoringstelefoon oproept, schakelt de telefoon tijdelijk over naar passieve kamermonotoring (zie volgend hoofdstuk). Note: • Kamermonitoring gebaseerd op technologie kan niet 100% betrouwbaar zijn. • Vreemde geluiden in de gemonitorde ruimte kunnen leiden tot ongewenste oproepen. •...
  • Pagina 506 • Aansluitingen van de serie opgenomen, verschijnt een symbool op het display van Mitel 6000 SIP systeemtelefoons (behalve op Mitel 6000 SIP). Gespreksopname kan in de volgende situaties worden gestart en gestopt: • In een oproepverbinding • In een conferentiegesprek •...
  • Pagina 507 Functies Indien een inlichtingenoproep wordt gedaan, dan wordt de opname tijdelijk onderbroken en een email verstuurd met daarin de oproep opgenomen tot dat punt. De opname wordt automatisch opnieuw gestart zodra de oproepverbinding met de inlichtingenoproep tot stand is gebracht en/of zodra de oproepverbinding met de oorspronkelijke gesprekspartner wordt hervat.
  • Pagina 508 Als het wave-bestanden per email worden verzonden, dan worden zij gewist uit de communication server. Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: In een AIN moet het spraakkanaal gespreksopname beschikbaar worden gesteld op de volgende locaties: •...
  • Pagina 509 De limiet om onderscheid te maken tussen interne en externe nummers kan worden geconfigureerd in MiVoice Office 400 WebAdmin (Configuratie > Routing > Exchange > Algemeen). Bijvoorbeeld: De limiet is ingesteld op 7. Als de gebruiker zeven of meer cijfers kiest, wordt dit beschouwd als een extern nummer.
  • Pagina 510 Zelfs als de gebruiker geen voorvoegsel invoert tijdens het configureren van een doorsturen naar een externe bestemming, kan de beheerder in MiVoice Office 400 WebAdmin de bestemming van de verzending zien met een voorvoegsel. Om een CFx voor een gebruiker te configureren, moet de beheerder ook de prefix voor uitgaande verzending invoeren, gevolgd door het externe doelnummer.
  • Pagina 511 Functies Table 268: Zoek via gecodeerd overgaan op het algemene belsignaal Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte de aansluiting • A krijgt de terugbeltoon Mogelijke interfaces: • A krijgt de bezettoon (de display toont Niet De functie wordt lokaal op het beschikbaarr) als het systeem geactiveerd.
  • Pagina 512 Functies Table 270: Gecodeerd overgaan op het algemene belsignaal: achtervoegsel-kiezen-functie Functie Functiecode Systeemtelefoons Analoge aansluiting Activeer gecodeerde R8 of R*81 (R = belsignaal controltoets) Systeemconfiguratie Table 271: Gecodeerd overgaan op het algemene belsignaal: Systeemconfiguratie Parameter Opmerkingen Configuratieservices: De gecodeerde oproep-ID's Gecodeerde oproep via algemene bel kunnen worden toegewezen aan een gebruiker.
  • Pagina 513 Zodra de verbinding tot stand is gebracht, kunnen via de poort geen oproepen worden gedaan of ontvangen. Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: In een AIN kan het algemene belsignaal worden geconfigureerd per knooppunt. Systeemconfiguratie System Functions and Features...
  • Pagina 514 Functies Table 274: Analoge poort voor het algemene belsignaal : Systeemconfiguratie Parameter Opmerkingen Analoge interfaceconfiguratie: FXS-modus Configureer parameter op Algemeen belsignaal. Verwijzing naar Andere Functies "Onvoorwaardelijke doorschakeling (CFU)" “Oproepdoorschakeling bij Geen Gehoor (CFNR)” “Gebruikersgroep: In- en uitloggen” 9.7.2 Meldingsservice (aankondigingen voorafgaand aan beantwoorden) De meldingsservice is voor inkomende externe gesprekken, maar kan indien nodig ook worden gebruikt voor interne oproepen via een oproepdistributie-element.
  • Pagina 515 Welkomsberichten In de Announcement service is het mogelijk om maximaal 50 (slechts 20 voor Mitel 415/430) welkomsberichten te definiëren. Een welkomsbericht omvat één of meer (maximaal 10) sequenties. In each sequence define the Fileto be played back, the Pause signal, the Pause duration and the next sequence.
  • Pagina 516 Functies Table 276: Voorbeeld van een welkomsbericht Reeks-id Bestand Pauzesignaal Pauzeduur Volgende sequentie Terugbeltoon Externe audiobron Externe audiobron geen Het is ook mogelijk om herhalingslussen te definiëren die uit een of meer sequenties bestaan. Voorbeeld: Als het cijfer 2 wordt ingevoerd als de Volgende sequentie in sequentie 3, dan worden sequenties 2 en 3 herhaald totdat de verbinding wordt verbroken.
  • Pagina 517 Andere eigenschappen Het systeem heeft drie (Mitel 415/430) vier (Mitel SMBC) of zes (Mitel\ 470) parallelle spraakkanalen. • Als er tijdens een welkomsbericht een andere oproep plaatsvindt, dan wordt de tweede oproep via een tweede kanaal doorgeschakeld naar de meldingsservice zodra de vertraging is verstreken.
  • Pagina 518 Mededelingen kunnen worden opgenomen met een telefoon of via een audio-apparaat dat is aangesloten op de audio-ingang (alleen Mitel 415/430 ) of een FXS-interface in de External audio source modus (Mitel SMBC, Mitel 470). De op deze manier gemaakte opnamen worden opgeslagen als audiobestanden in het bestandensysteem van de communicatieserver.
  • Pagina 519 Functies Note: Er is kwaliteitsverlies te verwachten bij opnemen met , IP- of SIP-telefoons. Opnemen met audioapparatuur: Nadat de functiecode is ingevoerd, is een begintoon hoorbaar en kan deze worden afgespeeld via de audio-invoer op de communicatieserver. De opname kan worden gemonitord via de handset. Het volgende geldt voor beide opnamemogelijkheden: •...
  • Pagina 520 Announcement service weergave van de satellieten. • Het aantal welkomsberichten en spraakkanalen in een AIN wordt bepaald door de Master: Als een Mitel 470 wordt gebruikt als de Master, dan heeft elk knooppunt ook 50 welkomsberichten en 6 gelijktijdige spraakkanalen tot zijn beschikking, ongeacht het type communicatieserver dat daar wordt gebruikt.
  • Pagina 521 Functies 9.7.3 met aankondiging (Nummer in Wachtrij) A's oproep belandt op een bezette oproepbestemming B. De beller zal eerst de begroeting van de meldingsservice ontvangen, indien geconfigureerd. Vervolgens krijgt zij/hij een begroetingsaankondigingen, waarin b.v. wordt gevraagd om een beetje geduld omdat de oproepbestemming bezet is.
  • Pagina 522 Functies Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte de aansluiting Zodra B ophangt, begint de Mogelijke bestemmingen: beller in wachtpositie 0 in de wachtrij over te gaan. Interne gebruikers, gebruikersgroepen toetsentelefoon, meervoudige bestemming, attendant, ACD. Beperkingen: • CFU’s op de plaats van bestemming niet worden uitgevoerd.
  • Pagina 523 Functies Note: • Voorwaarden voor de wachtrij met aankondiging: De audioteksten in de gewenste taal worden opgeslagen in het bestandssysteem van de communicatieserver; de benodigde licenties zijn beschikbaar en de DSP-instellingen zijn geconfigureerd. • Om de beller de aankondiging te laten horen, moet een door-verbinding worden gemaakt aan de exchange-kant, d.w.z.
  • Pagina 524 *90 (zie Alternatieve routering (Fallback-routering)). 9.7.6 Noodoproepen In MiVoice Office 400 zijn twee verschillende noodoproepfuncties geïmplementeerd. Afhankelijk van het type gekozen alarmnummer is het gedrag van het systeem volledig anders: System Functions and Features...
  • Pagina 525 Functies • In het interne nummerschema bepaalde alarmnummers ( =g4). Wanneer een alarmnummer van het interne nummerschema wordt gekozen, wordt een van de drie oproepnummers van een bepaalde alarmbestemming (toegewezen aan het knooppunt) gebeld, op basis van de schakelpositie van de toegewezen schakelgroep. Als een alarmbestemming aan een terminal is toegewezen, hebben deze alarmbestemmingen voorrang.
  • Pagina 526 Functies Note: • In een AIN is het toepasbare knooppunt afhankelijk van het aansluitingstype: Voor IP-systeemtelefoons en SIP-telefoons is dit het masterknooppunt. Voor Systeem DECT-telefoons is dit het knooppunt waarop de telefoon zich op dat moment bevindt. Voor analoge- en digitale telefoons is dit het knooppunt waarmee de telefoon is verbonden. •...
  • Pagina 527 "gewone" gebruikers worden gebruikt. Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: In een AIN kunnen de knooppunten zich in verschillende landen bevinden, zodat het zinvol is om in het nummerplan het noodnummer op te nemen dat normaal gesproken in elk land wordt gebruikt. Afhankelijk van de schakelpositie van de geconfigureerde schakelgroep wordt vervolgens telkens wanneer het alarmnummer wordt gekozen, het bijbehorende bestemmingsnummer gekozen.
  • Pagina 528 =c0) voor elke locatie, inclusief de officiële noodlocatie-ID, de route die moet worden gebruikt voor de noodoproep en een infotekst die moet worden getoond aan het BHV-team en/of de Mitel 400 Hospitality Manager. Voeg extra emailadressen toe indien nodig. Als LCR wordt gebruikt in de systeemconfiguratie, zorg er dan voor dat voor alle routes gebruikt voor de...
  • Pagina 529 De IT-afdeling van het bedrijf configureert hun schakelaars, zodat ze de noodlocatie-id doorgeven naar de Mitel SIP-telefoons via het LLDP-protocol. Dit kan worden toegepast wanneer de schakelaars dit ondersteunen. Daarna kan de gebruiker gewoon zijn/haar Mitel SIP-terminal verplaatsen van de ene naar de andere plaats en de noodlocatie wordt automatisch aangepast.
  • Pagina 530 • MBG-telewerkers Voor telewerkers die inbellen via de MBG (Mitel Border Gateway), zijn de IP-adressen niet logisch, want het zou toch altijd het adres van de MBG zijn. De terminals die via MBG zijn aangesloten hebben in de terminalinstellingen hun "thuis" noodlocatie-id geconfigureerd of ze zouden het verzenden van een noodlocatie-id moeten onderdrukken.
  • Pagina 531 Standaardlocatie ID Prio 1 - Prio 2 - ... - Prio x IP-systeem (harde) telefoons Overnemen Terminal - IP-zoeken - systeem Mitel SIP-terminals, Standaard Overnemen Ontvangen locatie-ID - Terminal - SIP-terminals, IP-systeem (soft) AIN knooppunt - systeem telefoons MiCollab en BluStar cliënten, mobiele telefoons met...
  • Pagina 532 Functies Voor elke noodlocatie kan een BHV-team worden geconfigureerd. Dit team wordt geïnformeerd wanneer een gebruiker een openbaar alarmnummer belt. Het team of liever hun aansluitingen krijgen een melding/pop-up op hun scherm en een luid alarm/bellend geluid. Het bericht vertelt hen wie welk noodnummer heeft gebeld en van waar en wanneer. Als een teamlid de ontvangst van het alarm bevestigt, wordt het gewist van alle andere ledendisplays.
  • Pagina 533 Functies • Externe oproepen via analoge exchange-interfaces • Interne oproepen, oproepen naar PISN-gebruikers of PISN-gebruikers van een virtueel netwerk • In combinatie met een verkort kiezen met andere */# functiecodes • In combinatie met het kiezen m.b.v. een lijntoets Functie Table 285: CLIR per gebruiker: Functie Functie Functiecodes...
  • Pagina 534 Functies Gedetailleerde beschrijving Deze functie die door de netwerkprovider wordt aangeboden als extra service, wordt gebruikt voor het identificeren van kwaadaardige of vervelende bellers. De identificatie vindt plaats door middel van de provider. De functie wordt geactiveerd door de gebruiker. Het onderdrukken van het uitgaande nummer (CLIR) beschermt de beller niet tegen identificatie van zijn/ haar gebruikersnummer door de netwerkprovider.
  • Pagina 535 Functies Table 288: Opnemen van kwaadaardige oproepen (MCID), Vereisten Vereisten Communicatieserver Technisch De communication server moet rechtstreeks verbonden zijn met het ISDN-netwerk (geen ondersteuning in privé-netwerk) Aansluitingen: • Systeemtelefoons (alleen configureerbaar met WebAdmin op de Office 10) • ISDN-eindstations Beheer Moet worden aangevraagd als een extra service van de netwerkprovider Wettelijk...
  • Pagina 536 Functies Gedetailleerde beschrijving Table 290: Gebruikersgroep Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte de aansluiting • Bij het in- en uitloggen krijgt Vereiste: A in beide gevallen een • A is lid van één of meerdere bevestigingstoon. gebruikersgroepen • Als de functie op een toets met een LED-display wordt Beperking: geconfigureerd, dan wordt...
  • Pagina 537 Functies • Ingelogd status = (uitloggen met een klik op het symbool) • Uitgelogd status = (inloggen met een klik op het symbool) Systeemconfiguratie Table 292: Gebruikersgroep: Systeemconfiguratie Parameter Opmerkingen UG-configuratie in de oproeproutering User group Gebruikersconfiguratie Connected user groups Verwijzing naar Andere Functies "Gecodeerd overgaan op het algemene belsignaal"...
  • Pagina 538 Functies Table 293: Home Alone Werkvolgorde / signalisatie op de aansluiting Reikwijdte • De gebruiker krijgt in elk geval een bevestigingstoon bij het activeren/deactiveren van Home Alone. • Als de functie op een toets met een LED- display wordt geconfigureerd, dan wordt de status weergegeven.
  • Pagina 539 Functies oproepen naar het privé- of zakelijke nummer het bezetsignaal krijgen. De heer Smith kan echter in ieder geval door zijn personeel via doorkiesnummer (gebruiker E) worden bereikt . Figure 242: Home Alone UG 1 (Privé) bevat gebruikers A, B, C en D. Gebruiker D zit ook in UG 2, samen met gebruiker E (timmerwerkplaats).
  • Pagina 540 Functies Gedetailleerde beschrijving Table 296: Schakelgroepen schakelen Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte de aansluiting • De gebruiker krijgt een Mogelijke interfaces: bevestigingstoon bij In- / Uitschakelen. De schakelgroepen worden • Aansluitingen die zijn lokaal op het systeem bediend. verbonden met de S-bus kunnen de status van Vereiste: de schakelgroepen niet...
  • Pagina 541 Functies Table 297: Schakelgroepen schakelen: Functie Functie Functiecodes Schakel schakelgroep x in positie y *85 xx y Het is mogelijk om in de schakelgroepconfiguratie met de parameter Positie de status van de schakelgroep te bekijken en schakelgroepen via WebAdmin te schakelen. Systeemconfiguratie Table 298: Schakelgroepen: Systeemconfiguratie Parameter...
  • Pagina 542 Functies 9.7.12 Schakelstuuruitgang Diverse apparatuur of installaties kunnen worden bestuurd met behulp van besturingsuitgangen op FXS- interfaces. De telefoon kan bijvoorbeeld worden gebruikt om zonwering te bedienen of om de verlichting door het hele gebouw in of uit te schakelen. Gedetailleerde beschrijving Table 299: Schakelstuuruitgang Eindpunt...
  • Pagina 543 Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: In een AIN kunnen stuuringangen worden gebruikt als een mix van FXS-interfaces. Een geautoriseerde gebruiker kan alle stuuruitgangen schakelen, ongeacht waar deze zich bevinden. De telefoonnummers van alle stuuruitgangen van een worden gedefinieerd in het nummerschema.
  • Pagina 544 Functies 9.7.13.1 Deurbel Afhankelijk van de systeemconfiguratie, activeert het indrukken van de deurbel een oproep naar elke interne bestemming B. Gedetailleerde beschrijving Table 302: Deurbel Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte de aansluiting • Wanneer de deurbel wordt Mogelijke interfaces: geactiveerd, gaat de toegewezen bestemming Gebruiker: intern, PISN, UG...
  • Pagina 545 Functies Gebruiker bellen: via de deurbel. Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: In een AIN mogen de geconfigureerde bestemmingen zich niet op hetzelfde knooppunt bevinden als de verbonden deurintercom. Verwijzing naar Andere Functies “Deur openen” “Kies deurintercom” 9.7.13.2 Deur openen Deze functie stuurt de deuropener van een deur aan.
  • Pagina 546 Functies Table 306: Deuren openen Systeemconfiguratie Parameter Reikwijdte / opmerkingen Machtigingenset van de gebruiker die de functie Deur vrijgeven wil uitvoeren. Het nummer wordt gedefinieerd in de Deurintercom nummerschema. Functies / systeemconfiguratie voor verbinding via analoge poort Table 307: Deuren openen Functie Functie Functiecode Deur openen...
  • Pagina 547 "P" vóór of binnen de sequentie worden ingevoerd. Elke "P" staat een 1 sec pauze. Voorbeeld: PP1P2P3 Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: In een AIN kan een geautoriseerde gebruiker alle deuropeners van het verbonden deurintercomsysteem activeren, ongeacht het knooppunt waarmee ze zijn verbonden.
  • Pagina 548 Telefoonnummer kiezen van de gebruiker aan wie een analoge aansluiting wordt toegewezen waarvan de poort met het deurintercomsysteem is verbonden. Systeemconfiguratie De deurintercom kan als PISN-gebruiker in het PINX-nummerschema worden ingevoerd(zie “Nummerschema”, pagina 50). Alleen met Mitel 415/430 en als het overeenkomstige aantal ODAB kaarten is System Functions and Features...
  • Pagina 549 Functies Table 311: Deurintercom: Systeemconfiguratie Parameter Opmerkingen Het nummer wordt gedefinieerd in de Gebruiker nummerschema. Verwijzing naar Andere Functies “Deurbel” “Deur openen” 9.7.14 Systeemtijd en -datum De systeemtijd en -datum worden op vele gebieden gebruikt als informatie, bijvoorbeeld voor de display op systeemtelefoons, voor gespreksregistratie, voor gebeurtenisberichten, etc.
  • Pagina 550 De zomertijd wordt automatisch ingesteld. • Voor Mitel SIP-telefoons kan een specifieke tijdzone worden gedefinieerd voor de regio's. Tijdsynchronisatie Het is mogelijk om een tijdsynchronisatie in te stellen via ISDN-netwerk of via IP met behulp van een NTP-...
  • Pagina 551 Functies Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: In een AIN zijn er aanvullende configuratieparameters voor tijdsynchronisatie tussen de knooppunten : De Master bevindt zich altijd in gebied 1. Dit gebied wordt altijd toegewezen in de Master tijd. Het tijdverschil met andere knooppunten kan nu worden geconfigureerd op basis van de Master.
  • Pagina 552 Functies Parameter Opmerkingen/ Meestal toegewezen aan slechts één regio. Tijdzoneverschuiving Mastertijd Tijdssynchronisatie via ISDN-netwerk Tijdzone van Mitel SIP telefoons Verwijzing naar Andere Functies “Afspraakoproep” “Tijdgestuurde functies” “Afstandsbedieningsfuncties van buiten het systeem” 9.7.15 Vrije zitplaatsenf Vrije zitplaatsen is bedoeld voor werkstations die worden gebruikt door meerdere medewerkers. Met vrije zitplaatsen kan elke medewerker met zijn/haar telefoonnummer en pincode inloggen bij een niet- gepersonaliseerde telefoon en die telefoon een bepaalde tijd personaliseren.
  • Pagina 553 De volgende aansluitingen ondersteunen Flexibele werkplekken: • AD2- en IP-telefoons van de MiVoice 5300 / 5300 IP familie • DECT-telefoon van de Mitel 600 DECT familie (zonder SIP-DECT) Opmerking: Er zijn slechts twee DECT-telefoons toegestaan per flexibele-werkplekkenpool. • Mitel 6000 SIP serie...
  • Pagina 554 • kan niet worden gebruikt voor Flexibele-Werkplekaansluitingen. • Dual Homingwordt ook ondersteund voor SIP-netwerken en in een Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk (AIN). In een AIN, adviseren wij het gebruik van een aparte backupcommunicatieserver die geen deel uitmaakt van de AIN.
  • Pagina 555 Functies De volgende gebruikersgegevens worden gekopieerd: • Telefoonnummer • Naam • PIN/wachtwoord De volgende aansluiting wordt gekopieerd: • Type eindstation • SIP-poort • Aansluitingspoort • SIP-gebruikersnaam • SIP-wachtwoord • Transportprotocol • Taal Primaire communicatieserver In de systeemconfiguratie onder Dual Homing ( =7t) kunt u maximaal 10 primaire communicatieservers definiëren.
  • Pagina 556 Functies Note: Het totale aantal cijfers dat voor elke extern bestuurde functie (voor externe bediening op afstand vanaf *06) wordt gekozen, mag niet groter zijn dan 32 (met de externe bediening van *47 en lange pincodes bijvoorbeeld, kan dit cruciaal zijn). Table 315: Gebruikersgerelateerde functies extern bestuurd van binnen en van buiten het systeem Functie Activeren...
  • Pagina 557 Veranderen PIN (x: Oude PIN, y: *47 x * y * y # nieuwe PIN). In- / uitloggen bij alle UG *4800 #4800 Alleen Office 135/135pro, Office 160pro/Safeguard/ATEX en telefoons uit de Mitel 600 DECT-serie System Functions and Features...
  • Pagina 558 Functies Functie Activeren Reset Voer één ontbrekend item in *51 <Art Nr.> # (minibar) Voer meerdere ontbrekende *51 <Art. Nr> * <Nummer> # items in (minibar) Voer schoonmaakstatus in: *52 <Status> # Voer onderhoudsmededeling in / *53 <Code> # #53 # alles wissen Zet bedrag op rekening van *54 <Art.
  • Pagina 559 Functies Functie Activeren Reset Opnemen voicemailbegroeting *913 x <GebruikersPIN> # met telefoon (x=1,2,3) Controleren voicemailopname *#913 x <GebruikersPIN> # (x=1,2,3) Wissen voicemailopname #913 x <GebruikersPIN> # (x=1,2,3) Opnemen voicemailbegroeting *923 x <GebruikersPIN> # met audio-apparaat (x=1,2,3) Activeren voicemailbegroeting (x *933 x <GebruikersPIN> # = 1,2,3) Deactiveren voicemailbegroeting #933 x <GebruikersPIN>...
  • Pagina 560 Functies Gedetailleerde beschrijving Table 316: Extern bestuurde, gebruikergerelateerde functie Eindpunt Werkvolgorde / signalisatie op Reikwijdte de aansluiting Bij het activeren en deactiveren Mogelijke interfaces: van de functie verkrijgt de • A en B zitten op hetzelfde gebruiker die de functie uitvoert systeem de bevestigingstoon.
  • Pagina 561 Functies Note: Standaard krijgt een gebruiker machtigingenset 1 toegewezen met interne cijferblokkering 5. Standaard wordt de functiecode *06 geblokkeerd in intern nummerblokkering 5. Bovendien is de gebruiker standaard beschermd tegen bediening op afstand. Verwijzing naar Andere Functies “Afstandsbedieningsfuncties van buiten het systeem” 9.8.2 Afstandsbedieningsfuncties van buiten het systeem Een geïntegreerde, externe gebruiker A wordt gekozen via een speciaal ingesteld telefoonnummer...
  • Pagina 562 Functies Naam Functie Modus Start-dag Stop-dag Uitvoeringsdatum / Schakelgroep B etekenis -tijd Doorschakelen *0620*2124 Repetitief: Maandag Vrijdag 17:00:00 Activeer doorschakelen beheerder ingeschakeld gebruiker 20 naar gebruiker Verwarming #74 854 Enkele 23.12.2014 Deactiveer uitzetten uitvoering: stuuruitgang 854 (b.v. 22:00:00 verwarming) Verwarming *74 854 Enkele 05/01/2015...
  • Pagina 563 Functies Table 319: Voorbeeld van tijdgestuurde functies met schakelgroeptoewijzing Naam Functie Modus Start-dag Stop-dag Uitvoeringsdatum / Schakelgroep Betekenis -tijd Aankondiging *931 02 Repetitief: Maandag Vrijdag 07:00:00 Activeer einde werkdag welkomsbericht 02 van de meldingsservice Work #931 02 Maandag Vrijdag 18:00:00 Deactiveer Repetitief: announce-...
  • Pagina 564 Een reset met een tijdgestuurde functie wordt duidelijk geïdentificeerd door de fouten-ID 08625 in het crashlog. Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk: In een AIN wordt uitvoering van een tijdgestuurde functie altijd bepaald door de master. Er is niet automatisch rekening gehouden met een tijdzoneverschuiving die is geconfigureerd voor een knooppunt.
  • Pagina 565 */# functiecode voor het onderhoudspersoneel om de status van de kamer te wijzigen, onderhoudsberichten achter te laten of artikelen uit te boeken uit de minibar. • Ondersteunt specifieke functies op Mitel 6710 Analoog en Mitel 6730 Analoog analoge telefoons, op Mitel SIP-telefoons en op digitale systeemtelefoons (zie onderstaande tabel). •...
  • Pagina 566 Telefoon – – – gedeeltelijk blokkeren Alleen ondersteund op Mitel 470 en Mitel SMBC. Meer informatie vindt u in de betreffende systeemhandleiding in het Hoofdstuk "Aansluitingen installeren, op voeding aansluiten en verbinden". indien compatibel alleen nummerherhalingslijst System Functions and Features...
  • Pagina 567 • Kleinere bedrijven (3 tot 20 kamers): • Functies die worden bediend met de Mitel 6940 SIP, Mitel 6873 SIP of MiVoice 5380 / 5380 IP ontvangsttelefoon. • Functies bediend met de Mitel 6920 SIP, Mitel 6930 SIP of Mitel 6867/69 SIP-hulpontvangsttelefoon (beperkt menu beschikbaar) •...
  • Pagina 568 WebAdmin. Deze functie bevat alle weergaven die nodig zijn om Mitel 400 Hospitality Manager en het Receptiemenu in Mitel 6940 SIP, Mitel 6873 SIP of MiVoice 5380 / 5380 IP in te stellen en de standaardwaarden te definiëren. Je kunt ook een menu-item gebruiken om de Mitel 400 Hospitality Manager te starten.
  • Pagina 569 Functies • Als de kamer bezet is en de beller wordt doorgeschakeld naar voicemail, dan hoort hij/zij de systeemtekst van de audiogids als er geen persoonlijke begroeting is geactiveerd voor de mailbox. De inhoud van deze audiotekst is afhankelijk van een vlag in de Hospitality / Algemeen weergave. Selectievakje: Voicemail: Speel kamernummer af •...
  • Pagina 570 Functies Zie ook: Meer informatie over het interne voicemailsysteem kunt u vinden in “Voice mail systeem". 9.9.4 Functiecodes in voorvoegsel-kiezen Kamerschoonmaakstatus Het onderhoudspersoneel kan een functiecode gebruiken om de schoonmaakstatus van een specifieke kamer te wijzigen. Er zijn 3 omstandigheden: Niet schoongemaakt, Schoongemaakt en Gecontroleerd. De functiecodes kunnen op de kamertelefoon of een andere interne telefoon worden uitgevoerd.
  • Pagina 571 Functies Functie Functiecodes Verwijder alle onderhoudsmededelingen voor #53 # kamer Voer onderhoudsmededeling in op een ander *53 <Onderhoudscode> * <Kamer Nr.> # interne telefoon Wis alle onderhoudsmededelingen voor de kamer #53 <Kamer Nr.> # op een andere interne telefoon Minibar Het onderhoudspersoneel kan een functiecode gebruiken om items uit de minibar die in een bepaalde kamer zijn gebruikt te registreren.
  • Pagina 572 Wekservice In Mitel 400 Hospitality Manager of met een van de receptietelefoons Mitel 6940 SIP, Mitel 6873 SIP of MiVoice 5380 / 5380 IP kan een dagelijkse of eenmalige wekoproep per gast worden geconfigureerd.
  • Pagina 573 Functies Het is ook mogelijk om een wektijd in te stellen, te activeren en de wekoproep te wissen vanaf een aansluiting met behulp van een functiecode. De functiecodes voor de wekservice zijn identiek aan die van de afspraakherinneringsoproep (zie “Oproep voor afspraak").
  • Pagina 574 Functies Note: • Een afspraakoproep en een wekoproep zijn precies hetzelfde. De naamgeving verschilt alleen omdat de functie in verschillende omgevingen worden gebruikt. • Als de wektijd wordt bereikt, gaat de hotelkameraansluiting over in intervallen van 5 sequenties elk. De tijd tussen elk interval is 2 minuten. Het aantal herhalingen is configureerbaar door de systeembeheerder tussen 1 en 4 (standaardwaarde = 3).
  • Pagina 575 Het is ook mogelijk om oproepen te beantwoorden en door te verbinden (bijvoorbeeld oproepen opnemen). Dit ontlast de werklast van het personeel van de receptie. De Mitel 6930 SIP, Mitel 6940 SIP, Mitel 6869 SIP, Mitel 6873 SIP, MiVoice 5380, MiVoice 1560 of Office 45 kunnen worden gebruikt als operatorconsole.
  • Pagina 576 Functies Externe nummerblokkering 10: (zoals gewenst) Alle geactiveerd De volgende macro wordt geconfigureerd op een van de vrije toetsen van de aansluiting van waaruit de kosten-recall moet worden geactiveerd (normaal bij de receptie): Figure 247: Configuratie van een toets met kosten-recall Telefooncelbediening, variant 1 Er wordt een hotlinebestemming gedefinieerd voor gebruiker 45.
  • Pagina 577 Functies Telefooncelbediening, variant 2 Gastgebruiker 45 neemt contact op met Receptie omdat zij/hij wil bellen. Figure 250: Signalering op de telefonistenconsole met variant 2 van de telefooncelbediening De gast in de telefooncel pakt binnen 2 minuten de ontvanger op en krijgt een kiestoon. De lijn wordt aangegeven als "bezet"...
  • Pagina 578 Configuratie De communicatie tussen de MiVoice Office 400 -communicatieserver en OpenCount verloopt via de op XML gebaseerde open-applicatiesinterface. In de communicatieserver, in de toegangscontrole, moet een user account) worden ingesteld met het gebruikersprofiel Open application, en de kosteninstelling Generate OpenCount charge tickets) moet actief zijn.
  • Pagina 579 Functies Er zijn een installatiehandleiding en een configuratiehandleiding Mitel OpenCount voor MiVoice Office 400 beschikbaar in aparte documentaties. Procedure Als een gebruiker zijn chipkaart in een telefoon steekt, dan wordt automatisch een login uitgevoerd met behulp van de gegevens op de chipkaart. De gebruiker kan nu ook externe oproepen doen en ook externe oproepen ontvangen op haar/zijn telefoonnummer.
  • Pagina 580 Functies Patiënt's oproep updaten Niet mogelijk Personeel's oproep updaten Niet mogelijk Project's oproep updaten *721 <Applicatie ID-code> <PIN> # 9.12 Berichten- en Alarmsystemen Het systeem ondersteunt verschillende berichtenindelingen en berichtenprotocollen voor het implementeren van berichten- en alarmsystemen. Figure 252: Berichten- en alarmsystemen ESME (Externe Short Message Entiteit / Extern Kort Bericht Entiteit): Externe entiteit die korte berichten verwerkt (SMS) SMPP (Short Message Point-to-Point Protocol / Kort Bericht Point-to-Point Protocol): SMS-Protocol...
  • Pagina 581 Functies 9.12.2 Uitgebreid berichtensysteem met 9d-DECT-telefoons Met het uitgebreide, gelicentieerde berichtensysteem kunnen gebruiksvriendelijke berichten- en alarmsystemen worden geïmplementeerd. De licentie maakt het mogelijk om het SMPP-protocol te gebruiken en 9d draadloze telefoons als systeemtelefoons in te loggen. Vervolgens kunnen een breed scala aan alarm- en berichtenapplicaties, alsook een draadloze DECTtelefoon worden gebruikt uit het productenassortiment van Ascom Wireless Solutions.
  • Pagina 582 Functies De configuratie van de SMSCen de communicatie-instellingen van de SMSCvoor het ESME worden uitgevoerd in de SMSC / ESME.( =hf) weergave. U kunt meer informatie over de individuele instellingen vinden in de onlinehelp. Naast deze instellingen kan de autorisatie om korte berichten te versturen naar een ESME ( Send SMS) voor elke gebruiker worden in- of uitgeschakeld via een machtigingenset ( =cb).
  • Pagina 583 Functies 9.12.3.3.1 Redkey-functie Op elke systeemtelefoon kunnen een of meer functietoetsen worden geconfigureerd als Redkeys. Afhankelijk van de applicatie kan vervolgens--met behulp van het ATAS-protocol op een ATAS-server--een alarm worden geactiveerd, een verwarmingssysteem worden ingeschakeld, een proces worden gestuurd, enz. Het verzonden bericht bevat het gebruikersnummer en extra parameters (max. 32 tekens/cijfers). •...
  • Pagina 584 Functies Hotkey-modus Op de Office 160Safeguard/ATEX en Mitel 632 DECT is de Redkey-functie beschikbaar op de SOS-toets aan de bovenkant van het toestel. Voor Office 160Safeguard/ATEX met geactiveerde parameter 1 Hotkey alleen, wordt de Redkey-functie geactiveerd met de automatische alarmactivaties (man-down-, geen- beweging- of escape-alarm) evenals de SOS-knop en de hotkey.
  • Pagina 585 Zie ook: De bediening en de configuratiemogelijkheden voor het alarmeren van de Office 160Safeguard/ATEX en Mitel 630 DECT zoals alarmvertraging, detectietijd en alarmering worden gedetailleerd beschreven in de relevante gebruikershandleidingen. 9.12.3.5 Functies met Mitel Alarm Server Indien een in uw communicatiesysteem wordt geïntegreerd, dan komen de volgende extra functies...
  • Pagina 586 Functies Patiënt A heeft hulp nodig en drukt op alarmknop A1 bij haar/zijn bed. De Mitel Alarm Server verstuurt een akoestisch en visueel alarm (bv. “Alarm Kamer 20”) naar de telefoon van de dienstdoende verzorger, bv. verpleegkundige B. Verpleegkundige B kan dan de Direct antwoord functie voor het tot stand brengen van een verbinding met de patiënt gebruiken.
  • Pagina 587 A / A2 De patiëntentelefoon Ondersteunde telefoons: beantwoordt de oproep automatisch in handsfreemodus. • Alle analoge telefoons van Mitel of andere fabrikanten die de automatische handsfreemodus ondersteunen (via speciaal belsignaal of FSK) (bijv. Mitel 6730 Analogue, Aastra 1930). •...
  • Pagina 588 B zijn of een gebruikersgroep die bestaat uit meerdere telefoonnummers van het verplegend personeel. De Mitel Alarm Server detecteert de oproep van de patiënt naar de hotline- bestemming via de CSTA-interface en reageert in overeenstemming met zijn configuratie. Een verpleegkundige beantwoordt de oproep en wordt nu doorverbonden met de patiënt.
  • Pagina 589 DDI-nummer. • Op de Mitel Alarm Server moeten alle patiënten als eindpunt worden geconfigureerd en aan een kamer worden toegewezen. Het verplegend personeel moet worden geconfigureerd als eindpunten en als hotline. Alleen dan kan de Mitel Alarm Server de verbindingen via de CSTA-interface bewaken en dienovereenkomstig reageren in geval van een hotline-oproep.
  • Pagina 590 Copyright 2023, Mitel Networks Corporation. All Rights Reserved. The Mitel word and logo are trademarks of mitel.com Mitel Networks Corporation, including itself and subsidiaries and authorized entities. Any reference to third party trademarks are for reference only and Mitel makes no representation of ownership of these marks.