•
Analoge aansluitingen
•
SIP-systeemtelefoons (Mitel SIP)
•
SIP-telefoons of SIP-aansluitingen van andere fabrikanten (standaard SIP)
•
BluStar telefoons (hardphones en softphones)
•
Geïntegreerde mobiele/externe telefoons (met toegewezen interne oproepnummers voor inkomende en
uitgaande gesprekken; zie
•
Geïntegreerde mobiele telefoons met de gebruiksvriendelijke Mitel Mobile Client-applicatie (gekoppeld
aan de communicatieserver via een MMC-controller).
•
Mitel One Application (gekoppeld aan de communicatieserver via een CloudLink Gateway)
•
Virtuele telefoons (gedragen zich als analoge interne telefoons, behalve dat ze geen poort bezetten
omdat er geen hardware beschikbaar is; zie
•
ISDN terminals op de BRI-S-bus (telefoons, PC-kaarten).
Als aan een interne gebruiker een naam wordt toegewezen, kan de betreffende gebruiker intern worden
gekozen door de naam in te voeren in plaats van het nummer (kiezen op naam) en de naam wordt
weergegeven op de aansluiting van de bestemmingsgebruiker op de eigen communicatieserver van het
systeem, of een andere PINX in het PISN (CNIP).
3.2.5.2
Mobiele- en externe telefoons integreren
Hoewel de communicatieserver geen GSM-ontvanger heeft, kunnen mobiele telefoons worden verbonden
met MiVoice Office 400. De mobiele telefoon wordt toegewezen aan een gebruiker en kan intern worden
bereikt met behulp van haar/zijn gebruikersnummer. Als de gebruiker van de mobiele telefoon een speciaal
op de communicatieserver ingesteld telefoonnummer kiest, dan kan zij/hij bepaalde functies via de */#-
functiecodes uitvoeren of interne-/externe oproepen tot stand brengen. Deze functie is niet beperkt tot
mobiele telefoons, maar kan ook worden gebruikt voor andere externe telefoons.
Er wordt een diepgaande integratie bereikt door de op een mobiele telefoon geïnstalleerde Mitel
Mobile Client -applicatie, en ook met behulp van een MMC Controller die wordt verbonden met de
communicatieserver. Met de Mitel Mobile Client kunnen de belangrijkste telefoniefuncties gemakkelijk
worden gebruikt, terwijl de MMC Controller mobiele gebruikers in staat stelt om bijvoorbeeld heen en weer
te schakelen tussen de interne WLAN-dekking en het mobiele radionetwerk zonder dat het gesprek wordt
onderbroken.
Integratiestap 1
•
De mobiele- of externe telefoon wordt toegewezen aan een gebruiker en kan intern worden bereikt met
behulp van haar/zijn gebruikersnummer.
•
Als aan de gebruiker van de geïntegreerde telefoon een snelkiesnummer wordt toegewezen, kan hij/zij
ook van buitenaf worden bereikt.
•
De status van toegewezen gebruiker wordt gemonitord en intern weergegeven (bijv. op teamtoetsen).
Dit is uiteraard alleen mogelijk voor actief ingelogde telefoons of voor oproepen naar geïntegreerde
telefoons die zijn ingesteld via het interne gebruikersnummer.
•
Als de gebruiker van de geïntegreerde telefoon een interne gebruiker op zijn/haar snelkiesnummer
oproept, dan krijgt de opgeroepen partij de CLIP van het interne telefoonnummer van de geïntegreerde
mobiele telefoon te zien.
•
De externe gebruiker van de geïntegreerde telefoon kan inbellen met behulp van speciaal ingestelde
snelkiesnummers waarvoor
bestemming; zodra de externe gebruiker is geauthenticeerd, krijgt deze de interne kiestoon. Vervolgens
kan deze specifieke functie uitvoeren via */# functiecodes bij voorvoegsel-kiezen of interne-/externe
System Functions and Features
"Mobiele en externe telefoons
"Virtuele
Mobile/external phone integration wordt geconfigureerd als CDE-
integreren".)
terminals".)
Nummerschema
52