Functies
actief totdat er weer geheugenruimte wordt aangemaakt door wissen van gesproken berichten of
begroetingen.
•
Zodra de totale capaciteit van het spraakgeheugen voor 90% vol is, worden alle mailboxen
omgeschakeld naar de overflowbegroeting totdat de waarde weer onder de 80% daalt. Deze
percentages zijn vast en kunnen niet worden gewijzigd.
•
De grootte van de minimale opnamecapaciteit van een mailbox voordat deze wordt overgeschakeld
naar overflowbegroeting kan algemeen worden geconfigureerd.
•
De maximale opslagtijd voor nieuwe spraakberichten en spraakberichten die al zijn opgehaald, kan
afzonderlijk en algemeen worden geconfigureerd.
•
De minimale opslagtijd van spraakberichten zodat ze als zodanig worden opgeslagen, kan ook globaal
worden geconfigureerd .
Doorsturen in lijngroepen
•
Als een gebruiker die lid is van een gebruikersgroep CFU gebruikt om naar voicemail door te sturen,
dan is het gedrag hetzelfde als wanneer zij/hij CFU had gebruikt naar extern of naar een PISN-
gebruiker (zie
•
CFU's naar voicemail door leden van de lijngroep die CFNR gebruiken, resulteren niet in uitsluiting van
de lijngroep. Maar het doorschakelen wordt altijd uitgevoerd na de geconfigureerde CFNR-vertraging.
Response op oproepdoorschakelingsketens
Als gebruiker A een Onvoorwaardelijke Oproepdoorschakeling activeert naar gebruiker B, die zelf is
doorgeschakeld naar de voicemailgebruikersgroep, dan hangt de response af van de volgende voor
gebruiker A gemaakte configuratie-instelling:
•
Als de parameter
(standaardinstelling), wordt een beller doorverbonden met de voicemailbox van de gebruiker A.
Als gebruiker A geen persoonlijke voicemailbox heeft opgezet, dan krijgt de beller een algemene
begroetingstekst. Dit antwoord geldt ook voor CFU-ketens.
•
Als de parameter
(standaardinstelling), wordt een beller doorverbonden met de voicemail van gebruiker B. In CFU-ketens
wordt de gebruiker verbonden met de voicemailbox van de laatste gebruiker in de keten.
Op QSIG-netwerken of voicemailsystemen die via QSIG zijn verbonden, is de respons van parameter
Zend eerste/laatste mailboxinformatie is afhankelijk van de instellingen van de netlijngroep:
•
Een oproep naar gebruiker A wordt in ieder geval doorgestuurd naar de voicemailbox van gebruiker B
of naar de voicemailbox van de laatste gebruiker in de keten.
•
If the parameter is activated, the response is dependent on the Als de parameter is geactiveerd, dan
is de respons afhankelijk van de
gebruiker A.
Doorsturen via oproepdistributie-element (CDE).
•
Situatie 1: (mogelijke configuratie)
Op een CDE 900 wordt voicemail geconfigureerd als bestemming. Gebruiker 30 heeft een persoonlijke
mailbox. Met COB 30, wordt gebruiker 30 ingevoerd als bestemming en als COB 900 overflow. Een
423
(CFU) voor
gebruikersgroepsleden).
Als de parameter Laatste mailbox wanneer verstuurd is uitgeschakeld
Als de parameter Laatste mailbox wanneer verstuurd wordt geactiveerd
Laatste mailbox wanneer verstuurd instellingen gemaakt bij
System Functions and Features