Dataservice
•
Overzicht
•
Dataserviceverbindingen en bestemmingstabellen
•
Routering in het privé-huurlijnennetwerk
•
Gebruiker-naar-gebruiker-signalering (UUS)
•
Faxservice
Dit hoofdstuk behandelt de uitgaande- en inkomende dataserviceverbindingen. Er wordt gekeken naar
dataservicetypes, de configuratie van dataservicebestemmingstabellen en hoe dataservices worden gerouteerd
in het privé-huurlijnennetwerk.
7.1
Overzicht
Uitgaande dataserviceverbindingen worden op een vergelijkbare manier als oproepverbindingen tot stand
gebracht en gerouteerd. Dit geldt ook in een privé-huurlijnennetwerk.
De inkomende dataserviceverbindingen worden gerouteerd via dataservicebestemmingstabellen.
Om een oproep naar een gateway te routeren of PINX door te sturen naar het privé-huurlijnennetwerk,
wordt een PISN-gebruiker ingevoerd als dataservicebestemming (zie
huurlijnennetwerk").
Interne dataserviceverbindingen worden ook gerouteerd via de dataservicebestemmingstabellen (zie
"Routering naar een bestemming in de
"Gebruiker-naar-gebruiker signalering (UUS)"
verbindingssetup en verbindingsverbrekingsfasen.
Mitel Geavanceerd Intelligent Netwerk:
In een inkomende dataservice zijn verbindingen alleen mogelijk op de Master en alleen als de Master
verbonden is met het openbare netwerk. Dataserviceverbindingen niet mogelijk binnen een (via IP van
knooppunt naar knooppunt).
7.2
Dataserviceverbindingen en bestemmingstabellen
Data-service verbindingen worden via het call distribution element naar een data-service
bestemmingstabel geleid (
een interne- of PISN-interne bestemming toegewezen. Er zijn meerdere dataservicebestemmingstabellen;
hun aantal hangt af van het type communicatieserver.
Het systeem analyseert het betrokken dataservicetype en leidt de oproep vervolgens door naar de
geconfigureerde bestemming.
System Functions and Features
dataservicebestemmingstabellen").
Biedt de mogelijkheid tot uitwisseling van data tijdens de
=42). In de dataservicebestemmingstabel wordt aan elke dataservicetype
"Routering in het privé-
7
262