•
via een gebruikersgroep is gekoppeld aan de bellende gebruiker via een oproepdistributie-element, en
•
dat is verbonden met dezelfde trunkgroep waarlangs een uitgaande oproep wordt gerouteerd.
Als er meer dan één geschikt DDI-nummer is, dan wordt de laagste gebruikt.
De trunkgroepinstellingen worden gebruikt als nummerschema-ID en nummertype.
Als er geen geschikt DDI-nummer is, dan worden de trunkgroepinstellingen gebruikt voor oproepen naar
het openbare netwerk
netwerk), voor oproepen naar het privé-huurlijnennetwerk hangt dit ook af van hoe de automatische
CLIP is ingesteld in de trunkgroepconfiguratie (
oproepen).
4.4.2
Een vaste CLIP invoeren
In de praktijk wordt een permanent CLIP-nummer gebruikt als de CLIP van de betreffende gebruiker altijd
hetzelfde moet blijven in het openbare netwerk, ongeacht het pad dat wordt gebruikt voor het routeren van
een uitgaande oproep. Break-out is een typerende applicatie (zie
Als een oproep naar het openbare netwerk gaat, dan blijft het permanente CLIP -nummer ongewijzigd
samen met de nummerschema-ID NPI en het nummertype TON, zelfs als de oproep via een andere PINX
wordt gerouteerd (zie voorbeeld op
CLIP-nummer
on page 90).
Het vereiste
ingevoerd in de gebruikersconfiguratie. De instelling
uitgeschakeld.
Voor de Numbering plan identifier (NPI)E.164 normaal gesproken ingesteld.
4.4.3
CLIP / COLP (CLIR / COLR) onderdrukken
Als
Restrict call identification (CLIR) in de gebruikersconfiguratie van de beller wordt geactiveerd,
dan specificeren de gegevens die samen met de CLIP- en COLP-nummers worden verstuurd dat ze niet
moeten worden getoond aan de ontvanger van het oproep (CLIR: Oproepende-Lijn-Identificatiebeperking,
COLR: Verbonden Lijn Presentatiebeperking). In dit geval verstuurt de netwerkprovider het CLIP-nummer
niet naar de ontvanger (het CLIP-nummer kan niettemin naar een aantal overheidsinstanties worden
verstuurd, zoals de politie, zie ook
Dezelfde instelling wordt ook gebruikt om te voorkomen dat de naam wordt weergegeven aan de
ontvanger van de oproep. De onderdrukking van CNIP (Oproepende Naam Identificatiepresentatie) en
CONP (Verbonden Naam Identificatiepresentatie) wordt CNIR (Oproepende Naam Identificatiebeperking)
en CONR (Verbonden Naam Identificatiebeperking) genoemd.
Afhankelijk van de netwerkprovider kan het nodig zijn om u te abonneren op CLIR.
Voor elke gebruiker kan CLIR alleen tijdelijk of permanent voor één oproep worden geactiveerd (zie
"Onderdrukking van de
System Functions and Features
(CLIP van een uitgaande oproep naar een externe gebruiker in het openbare
Table 15: Voorbeeld 5: Creëren en presenteren van gebruiker B's
CLIP number, het
Numbering plan identifier (NPI)en
"CLIR
tonen").
telefoonnummerweergave").
=bg)
(Een automatische CLIP maken voor uitgaande
Break-out
on page 256).
Create CLIP number automatically moet worden
Identificatie-elementen
Number type (TON)worden
70